[D66] Interview: De Jonge (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #561)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Mon Feb 22 12:01:39 CET 2021


Bron:   Trouw
Datum:  21 februari 2021
Auteur: Wilma Kieskamp
URL:    
https://www.trouw.nl/politiek/hugo-de-jonge-de-markt-gaat-het-niet-oplossen-dat-is-de-les-van-de-coronacrisis~be54d071/


Hugo de Jonge: 'De markt gaat het niet oplossen, dat is de les
van de coronacrisis'
--------------------------------------------------------------

Minister Hugo de Jonge is behoedzamer geworden in de coronacrisis. Maar 
stellig is hij over de lessen ervan. De zorg in Nederland moet anders, 
met minder markt en meer regie.

Het is soms maar goed dat we niet alles van tevoren weten, is een 
gedachte die vaak door het hoofd is gegaan bij minister Hugo de Jonge. 
Hij vindt de fase van de coronabestrijding waarin Nederland nu zit 
ingewikkeld. Het kabinet moet steeds opnieuw aan de bevolking vragen om 
solidair te zijn en de coronamaatregelen na te leven, terwijl het zicht 
op een duidelijk eindpunt er nog niet is.

'Als we hadden geweten dat we een vol jaar in crisisstand zouden moeten 
staan, zou iedereen hebben gezegd: dat gaat niet, trekken we dat wel? 
Niemand heeft kunnen bevroeden dat we het zo lang zouden moeten 
volhouden. Ik besef heel goed hoe groot het beroep is dat het kabinet 
doet op het doorzettingsvermogen van ons allemaal om solidariteit te 
blijven betonen, nu al een jaar lang, wetende dat het eind nog niet in 
zicht is. En toch moeten we vragen om het nog even vol te houden.'

Minister van volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) is het grootste deel 
van de ­coronacrisis de minister geweest die verantwoordelijk is voor de 
bestrijding van het ­virus. In maart nam hij die klus over van ­minister 
Bruno Bruins (VVD), die door oververmoeidheid was uitgevallen.

Vaak gebruikt De Jonge een oer-Hollands beeld als hij spreekt over zijn 
zware taak. Op het dek staan als de golven hoog gaan, noemde hij dat 
afgelopen zomer in een interview in deze krant. 'Dat is de politieke 
traditie waarin ik wil staan.' Het leek wel een voorspelling van wat er 
in de epidemie nog zou volgen, tot op heden. De minister kreeg het 
vaartuig soms met moeite op koers. Al een paar keer moest hij excuses 
maken in het parlement. Nederland is als een van de laatste landen in 
Europa begonnen met vaccineren en heeft relatief veel besmettingen. In 
de uitvoering van het testen, het regelen van mondkapjes en organiseren 
van vaccineren blijkt van alles mis te kunnen gaan, net als bij de 
leveranties van vaccins. Dat het virus zich moeizaam laat bedwingen, 
roept ook vragen op of het wel alleen een uitvoeringsvraagstuk is. Of 
ligt het ook aan de manier waarop Nederland de zorg heeft ingericht?


Hoe staan we ervoor na een jaar. Durft u nog voorspellingen te doen?

'Het is een lastig virus om zaken mee te doen. Het houdt zich niet aan 
plannen van een ministerie. Het houdt zich uberhaupt nergens aan. 
Voorspellen kan ik niet. Ik kan wel delen wat we weten.

'Zonder de nieuwe virusmutaties waren we er in maart misschien voor een 
flink deel van af geweest. De klassieke variant van het virus is bijna 
helemaal onder controle. Maar door die mutaties hebben we alsnog de 
strengste lockdown nodig sinds de start van de epidemie. De lockdown 
trekt economisch en sociaal-maatschappelijk steeds diepere sporen. Dat 
zie ik. Een flink deel van de samenleving lijdt onder het virus en het 
gevaar ervan, een nog groter deel lijdt onder de coronamaatregelen - die 
we nu eenmaal genoodzaakt zijn te nemen. We moeten blijven uitleggen 
waarom de beperkingen nodig zijn. Om de mensen die kwetsbaar zijn te 
beschermen. En dat is weer nodig om te voorkomen dat de zorg totaal 
overbelast raakt.'


U klinkt voorzichtiger dan eerder. Geschrokken van de kritiek dat u te 
veel beloofde?

'Ik heb gemerkt: als je in de krant of het parlement zegt wat denkt dat 
er gaat gebeuren, wordt dat meteen tot een belofte verheven waarop je 
afgerekend kan worden. Ik wil kunnen blijven zeggen wat ik denk. Het 
heeft me wel behoedzamer gemaakt: ik doe er een nog flinkere bijsluiter 
bij. Niet alleen het virus zelf is grillig, er spelen altijd dingen waar 
ik als minister geen grip op heb. We hebben in het eerste kwartaal veel 
­minder vaccins geleverd gekregen dan verwacht. Je stuurt wat je kan, 
maar uiteindelijk heb je te doen met wat je geleverd krijgt. Ik zou 
dolgraag alle ouderen meteen vaccineren. Of 24 uur per dag prikken. Maar 
er zijn onvoldoende vaccins. En natuurlijk heb ik zelf ook fouten 
gemaakt. I am only ­human.

'Met die voorbehouden durf ik te zeggen: voor de herfst hebben we 
iedereen die dat wil, kunnen vaccineren. Op de drempel van de lente 
hebben we de meest kwetsbare mensen gevaccineerd, de tachtigplussers, de 
mensen in de verpleeghuizen en gehandicaptenzorg. En degenen die voor 
hen zorgen.

'Wat heel bijzonder is: er zijn signalen dat vaccineren nu al leidt tot 
minder coronasterfte in de verpleeghuizen en onder de oudste ouderen. 
Dat hebben we in elk geval bereikt, dankzij de strategie om deze groep 
als eerste het vaccin te geven. De volgende groepen volgen de komende 
tijd. Beginnend bij de zestigplussers, risicogroepen en mensen die voor 
hen zorgen. Zelfs als een deel van de nu toegezegde vaccins niet door 
zou gaan, zou er voldoende moeten zijn. Maar we moeten behoedzaam zijn. 
Er zijn alweer nieuwe virusvarianten. We kunnen hooguit inschatten hoe 
het gaat lopen, niet voorspellen.'


Behoedzaam is het woord?

'Ja'


Is Nederland tegen zijn grenzen aange­lopen, in de epidemie? Zit dat ook 
in de ­manier waarop de zorg is georganiseerd?

'Nederland heeft het best goed gedaan in de eerste en tweede golf. Ik 
zeg wel: dat is dankzij de mensen die werken in de zorg. Op een 
geweldige manier hebben we op hen kunnen rekenen. Daar zijn vakanties 
afgezegd, extra uren gedraaid, daar is over grenzen heen samengewerkt en 
zijn nieuwe oplossingen bedacht. Het gebeurde allemaal ondanks het 
zorgstelsel, dat niet bepaald uitnodigt om te gaan samenwerken of 
­vernieuwen. We hebben in de crisis mogen leunen op de mensen in de 
zorg. In een klap heeft het virus zichtbaar gemaakt wat zij doen. Wat we 
eigenlijk al veel langer weten: de zorg is mensenwerk.

'Dat is een belangrijke les van de coronacrisis: de zorg is goed dankzij 
de mensen die er werken, en ondanks het zorgstelsel dat we hebben. Er is 
veel meer centrale regie nodig in de zorg. Het bijna volledig ontbreken 
daaraan is wel een van de meest onhandige aspecten van ons zorgstelsel. 
Zeker in een crisis. Dan heb ik het niet over mensen, maar over de 
structuren. De zorg is wel heel decentraal ingericht. Wij hechten aan 
autonomie, ook voor de zorgverleners zelf geldt dat in sterke mate. Op 
een geweldige manier is alles verdeeld in kleine eilandjes waarop 
zorgaanbieders zelf mogen bepalen hoe ze dachten dat de dingen zouden 
gaan. Prima in vredestijd, maar in oorlogstijd buiten­gewoon complex.'


U bent eigenlijk nergens de baas over?

'Ha, dat vind ik wel heel relativerend. Maar inderdaad: bij vrijwel geen 
enkel deel van de zorg is er een directe commandolijn. Opeens moesten we 
bedden eerlijk verdelen, testen regelen, mondkapjes inkopen. In al die 
­zaken had het ministerie nog nooit enige rol gehad. Want zo is het 
stelsel niet georganiseerd. Dat brak ons op toen er opeens een 'explosie 
van schaarste' gemanaged moest worden. We hebben in de coronacrisis op 
­allerlei manieren alsnog centrale regie ­moeten introduceren.'


U kon toch zeggen: het is crisis, ik neem het roer over. In plaats van 
dat 25 zelfstandige GGD'en vaccinatieplannen bedenken?

'Dat heb ik gedaan. Maar het heeft een hoog Genesis 1-gehalte. Gewoon 
zeggen 'Er zij licht', zoals in het scheppingsverhaal in de Bijbel. Maar 
zo makkelijk is het niet altijd. Formeel heeft de minister niet zulke 
bevoegdheden. Er ligt geen bestaande structuur waarin ik kan zeggen: ik 
bepaal wat er gebeurt.

'Normaal mag ik graag samen optrekken in plaats van van bovenaf te 
sturen. Ook in crisistijd ben ik het liefst van 'samen'. Maar het helpt 
wel voor de snelheid als iemand kan zeggen: ik heb je gehoord, maar zo 
gaan we het toch doen. Dat er geen centrale structuur bestaat voor het 
testen wil niet zeggen dat je die niet uit de grond kan stampen, alsnog. 
Dat heb ik gedaan. Maar het is iets wat ik de zorg sowieso meer gun: 
iets meer power en iets minder polder. Voor de mensen met wie ik aan 
tafel zat was dat soms wel wennen.

'De markt kon het niet oplossen, dat is een van de lessen van de 
coronacrisis. Zo klein als het virus is, heeft het een reusachtig, 
achterliggend probleem zichtbaar gemaakt. In verschillende fases van de 
epidemie waren er verschillende vormen van schaarste; aan bedden, aan 
beschermingsmiddelen, aan testen, en nog steeds aan vaccins. Alles waar 
de markt in de zorg normaal in ruime mate in voorziet, functioneert niet 
meer door de explosie van schaarste. De markt gaat onze problemen niet 
oplossen. Dat is wel duidelijk geworden. De overheid is nodig om de 
centrale regie te voeren en de spelverdeler te zijn. Zonder regie kunnen 
de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg in het geding komen. Dan 
kan dreigen dat de kwetsbaarsten achter het net vissen en wordt het 
ieder voor zich.'


Als de marktwerking een sta-in-de-weg is bij corona, heeft dat ook 
politieke gevolgen voor na corona?

'De coronacrisis laat nu al zien wat de richting moet worden. 
Concurrentie is van vroeger, samenwerken is de toekomst. Minder aan het 
eigenbelang denken van je eigen zorginstelling en meer elkaar vinden.

'Er zijn in deze crisis fantastische vormen van regionale samenwerking 
ontstaan, en opnieuw zeg ik: ondanks het zorgstelsel. Verpleeghuizen die 
een afdeling opzetten voor coronapatienten die uit het ziekenhuis in 
dezelfde regio zijn ontslagen, maar nog niet naar huis kunnen. 
Ziekenhuizen die personeel uitlenen aan verpleeghuizen wanneer ze 
roosters niet meer rond kunnen krijgen. Men is niet langer elkaars 
concurrent. Door de manier waarop het stelsel in elkaar stak, is 
samenwerking eerder wel ­nagestreefd, maar werd het te vaak met de mond 
beleden. In de crisis kon het opeens wel, vooral omdat mensen zich niets 
meer aantrokken van de bestaande barrieres. We moeten samenwerking nu 
ook in het stelsel zelf gaan bevorderen.

'Na corona liggen er sowieso nog dezelfde vraagstukken in de zorg te 
wachten op een oplossing als voor de crisis. Daar zeg ik zelfs: uit de 
coronacrisis vallen lessen te trekken waar we ook iets aan hebben voor 
die volgende opgave die eraan komt, van de vergrijzing.

'Er komt de komende twintig jaar weer een 'explosie aan schaarste' op 
ons af, maar dan in slow motion. In de ouderenzorg is dat nu al 
zichtbaar. Als we eerlijk zijn is die schaarste ook in andere delen van 
de zorg al volop aan de gang. Het aantal ouderen dat beroep doet op zorg 
gaat verdubbelen tussen nu en 2040. Maar het is onmogelijk om het aantal 
mensen dat de zorg levert te verdubbelen - nu al werkt een op zeven 
mensen in de zorg.

'Ook daarbij zullen we de verdelende kracht van de overheid moeten 
willen benutten. Minder markt en meer samenwerken, een sterkere 
overheid, juist omdat de schaarste toeneemt. Wat ook gaat helpen is 
digitalisering. Ook dat heeft een enorme vlucht genomen in de 
coronacrisis, op de goede manier. Zodat de mensen in de zorg zich konden 
concentreren op het geven van zorg en aandacht.'


Dat klinkt alsof een nieuw kabinet de zorg heel anders moet gaan 
organiseren, los van corona.

'Er is zelfs nog een derde les. Gezondheid en preventie moeten veel meer 
centraal komen te staan. Veel jongere mensen die met corona op de ic 
belandden, hadden leefstijlgerelateerde ziekten. Maar in ons zorgstelsel 
wordt preventie niet vergoed, we rekenen af op behandelen van ziekte in 
plaats van het voorkomen ervan. Een gemeente die nu investeert in een 
gezonde buurt, die stookt voor de buren. De financiele voor­delen zijn 
voor de verzekeraar. Dat is scheef. Bevorderen van gezondheid en gezonde 
leefstijl moeten we tot het hart maken van de gezondheidszorg.'


Een nieuwe minister gaat binnenkort de ­coronacrisis bezweren. Of hebt u 
zelf belangstelling?

'Als je het nu vraagt, zeg ik: ja, ik ben ­beschikbaar. Maar ik heb er 
nauwelijks over na kunnen denken. Ik sta nog volop in de crisisstand, 
net als de mensen in de zorg, de ambtenaren op het departement, de 
wetenschappers bij het RIVM, de medewerkers van de GGD'en. Deze enorme 
klus doe ik met hart en ziel, en vaak ook met huid en haar. Het vraagt 
veel. Wat hierna komt, daar heb ik mezelf nog weinig ruimte voor gegund 
om over na te denken. Ik ga die vraag beantwoorden als hij komt.'

--------
(c) 2021 DPG Media B.V.


More information about the D66 mailing list