[D66] Rust in vrede?

R.O. jugg at ziggo.nl
Sat Sep 12 08:43:16 CEST 2020


(Debets kan z'n borst nat maken...)

trouw.nl:
12/9

Kapitalisme van de aandeelhouder (1970-2020): rust in vrede
Economie

Vijftig jaar nadat Milton Friedman in The New York Times het 
bedrijfsbelang boven alles plaatste, is het hoog tijd om het 
aandeelhouderskapitalisme te begraven, betogen Harry Hummels en Tom van 
der Lubbe.

HARRY HUMMELS
TOM VAN DER LUBBE

Marie-Antoinette schijnt te hebben geantwoord op de mededeling dat het 
volk geen brood had: 'Dan eet het toch brioche'. Of de Franse koningin 
het heeft gezegd is irrelevant. Het citaat blijft in herinnering, omdat 
het toont hoe de heersende klasse zichzelf had losgezongen van de 
samenleving. Het volk leefde aan de vooravond van de Franse Revolutie in 
bittere armoede, terwijl het Ancien Régime verder feestte. Het citaat 
vormt daarmee de onbedoelde aankondiging van de Franse Revolutie. De 
geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde wijze. Maar het gebrek aan 
inzicht, empathie en adequaat handelen door de klassieke elite is van 
alle tijden. Het is zondag vijftig jaar geleden dat Milton Friedman in 
The New York Times zijn beroemde artikel 'The Social Responsibility of 
Business is to Increase its Profits' publiceerde. In het artikel 
bekritiseert Friedman managers van bedrijven die claimen maatschappelijk 
verantwoord te moeten handelen. Een manager, zo stelt de econoom, heeft 
maar één verantwoordelijkheid: handelen in het belang van de eigenaren 
van de onderneming. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is 'een 
socialistische doctrine' die managers verandert van private werknemers 
in publieke ambtenaren die hun maatschappelijke voornemens realiseren op 
kosten van hun private werkgevers. Dat leidt tot een tweeledig falen: ze 
zijn niet gekozen om politiek te bedrijven en ze verzaken de belangen 
van de eigenaren te dienen.

Friedmans artikel markeerde het begin van het aandeelhouderskapitalisme 
dat de belangen van medewerkers, toeleveranciers en andere stakeholders 
als niet relevant afdeed. Daarbij kreeg de econoom steun van 
regeringsleiders zoals Reagan en Thatcher, die zijn doctrine gebruikten 
om de invloed van de staat, de vakbonden, de werknemers en 
maatschappelijke groeperingen op de onderneming te reduceren. Zo werd 
een bedrijfsdoctrine geleidelijk aan ook een maatschappelijke doctrine: 
de samenleving en de overheid werden ondergeschikt gemaakt aan de 
belangen van het bedrijfsleven om haar winsten te vergroten. Daarbij 
legde de Nobelprijswinnaar een beperking op: bedrijven en hun managers 
dienden te handelen binnen de grenzen van de wet en het fatsoen. 
Integriteit, respect voor de wet en het vermijden van schade toegebracht 
aan anderen waren de hoekstenen van zijn doctrine.

Binnen deze kaders verzette Friedman zich tegen inperkingen van ieders 
individuele vrijheid om zijn of haar leven in eigen hand te nemen. De 
vrije ondernemingsgewijze economie, zo schrijft hij, vormt een 
noodzakelijk tegenwicht tegen een almachtige overheid. In onze tijd is 
dat niet langer het geval. Door mondialisering zijn de spelregels zo 
veranderd, dat het maximeren van de winst geen grenzen meer kent. Het 
toezicht op de onderneming is weggevallen evenals de tegenkrachten 
vanuit de medewerkers, de overheid en de samenleving. Op internationaal 
niveau ontbreekt een corrigerende staat.

Talrijke groepen in de samenleving voelen daarmee aan dat het systeem 
uit balans is. Op langere termijn overleven economieën, samenlevingen en 
de natuur alleen als ze in balans zijn. Na de financiële crisis en de 
huidige Covid-19-crisis is duidelijk dat het evenwicht meer dan broos 
is. Er is dringend behoefte aan een nieuw tegengewicht - en daarmee een 
nieuw evenwicht. Friedman zou dat zelf aanmoedigen. Hij zou eisen dat er 
een einde komt aan de almachtige invloed van managers en bedrijven op 
politiek en bestuur en de klemmende greep die zij op de samenleving 
hebben. Het bedrijfsleven is een bedreiging geworden van de vrijheid.

Toenemend populisme en jongeren die opstaan voor strengere 
klimaatmaatregelen zijn allemaal tekenen van een te machtig 
bedrijfsleven. De politiek komt niet langer op voor hun belangen en 
behoeften, onder andere omdat het bedrijfsleven te veel invloed heeft op 
onze politieke leiders. Het is tijd voor een gelijk speelveld voor alle 
partijen in de samenleving en dat eist het onvermijdelijke einde van het 
aandeelhouderskapitalisme. Natuurlijk juichen wij het toe als die 
verandering goedschiks verloopt. Een andere afloop is echter niet uit te 
sluiten. We weten allemaal wat er met het Ancien Régime is gebeurd en 
waar Marie Antoinette uiteindelijk is geëindigd.


More information about the D66 mailing list