[D66] De twee petten van het RIVM (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #384)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Thu Oct 22 11:51:10 CEST 2020
Bron: Groene Amsterdammer #43
Datum: 21 oktober 2020
Auteur: Jop de Vrieze
URL: https://www.groene.nl/artikel/nog-meer-inzichten
De twee petten van het RIVM - Nog meer inzichten
------------------------------------------------
Het RIVM is aangaande corona verantwoordelijk voor wetenschappelijk
advies en beleid. Deze dubbelrol knelt, vindt een groep vooraanstaande
wetenschappers. Ook moeten andere disciplines, zoals gedragswetenschap,
meer ingeschakeld worden.
Vanuit het donker klinkt een mannenstem . 'Stay healthy.' 'Stay
healthy!' Terwijl de man de woorden uitspreekt, lichten er groene
flitsen op. Het zijn vrijkomende speekseldruppeltjes, zichtbaar gemaakt
met een laserstraal. Het filmpje gaat door: nu draagt de persoon een
geimproviseerd mondmasker, gemaakt van een vaatdoek en een lint. En nu
komen er, in elk geval op het oog, vrijwel geen druppels vrij. 'Cover
your mouth, stop the spread of Covid-19', eindigt de video.
Het filmpje is eind maart op YouTube gezet door de Nederlandse
biofysicus Ad Bax, die al sinds de jaren tachtig in de Verenigde Staten
werkt. De besmetting van zijn dochter, eind februari, was te herleiden
tot een grote biotechmeeting in Boston die later een superspreading
event bleek te zijn geweest. Ze verbleef ruim een week bij haar ouders,
met klachten, uitgerust met het geimproviseerde mondmasker. 'We zijn
niet besmet geraakt, ook al deelden we per ongeluk een paar keer een
koffiekopje', vertelt Bax vanuit Washington D.C.
Het effect van mondbedekking is wat Bax betreft zulke basale kennis over
luchtwegvirussen dat hij op dat moment niet eens overweegt om er in een
vakblad over te publiceren. Op aandringen van de redactie van The New
England Journal of Medicine doet hij dat in mei toch. In juni publiceert
zijn team in het wetenschapsblad PNAS een artikel waarin ze laten zien
dat bij spraak vrijgekomen druppeltjes in een afgesloten ruimte
minutenlang blijven hangen. Bax is ervan overtuigd dat spraak een
belangrijke rol speelt bij de verspreiding van het virus, met name door
mensen met weinig tot geen klachten: 'Al die oude kennis over
druppeltjes lijkt vergeten en is in elk geval niet doorgedrongen tot de
medische gemeenschap.'
Veel medici veronderstellen nog altijd dat alleen druppeltjes kleiner
dan vijf micrometer doorsnee in de lucht blijven zweven. Maar inmiddels
staat vast dat grote druppels die vrijkomen bij hoesten of spreken heel
snel uitdrogen en krimpen tot een honderdste millimeter groot, en er ook
vele minuten over doen voor ze neerdalen. Ondertussen kunnen ze
afhankelijk van luchtstromen vele meters afleggen (zo blijkt ook uit een
recente overzichtsstudie die TNO uitvoerde in opdracht van het
ministerie van Economische Zaken).
Ook voor de kleinere druppels geldt dat de blootstelling dicht bij de
bron het grootst is, omdat de wolk met druppeltjes snel uiteendrijft.
Vandaar dat afstand houden zin heeft en het dragen van een mondmasker,
dat de grotere druppels vangt voordat ze uitdrogen, helpt. Maar in
binnenruimtes kunnen vrijgekomen zwevende druppeltjes ophopen waardoor
de anderhalve meter niet altijd voldoet en ventilatie belangrijk wordt.
Juist die kleinste druppeltjes dringen het makkelijkst door tot diep in
de longen, waardoor de kans op een ernstig beloop toeneemt, zegt Bax.
'Het is ook gewoon logisch: luchtwegvirussen moeten om symptomen te
veroorzaken nestelen in de luchtwegen.'
In de statements en voorschriften van zowel de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ziet Bax van deze kennis weinig terug.
'Het RIVM en het OMT stellen net als de WHO dat nog onduidelijk is of
aerogene verspreiding een relevante rol speelt', schrijft Alvin Bartels,
adviseur infectiepreventie bij het RIVM in antwoord op vragen van De
Groene. Het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention
(CDC)stelde recent dat er toenemend bewijs is dat druppeltjes in de
lucht kunnen blijven en langere afstanden kunnen afleggen, bijvoorbeeld
tijdens kooroefeningen.
Een van de redenen voor de twijfel over aerogene verspreiding die het
RIVM aanhaalt is dat het virus veel minder besmettelijk is dan het
mazelenvirus, waarvan aerogene verspreiding wel is vastgesteld. Maar de
verklaring daarvoor is eenvoudig, zegt Bax: 'Mazelenvirusdeeltjes zijn
erg goed in het landen in onze luchtwegen. Van het coronavirus zijn vaak
meer deeltjes nodig voor er een goed terecht komt. Maar dat sluit niet
uit dat het kan, onder de juiste omstandigheden.'
Bax stoort zich aan de houding van de organisaties. En dus was er voor
hem weinig overredingskracht nodig om zich te scharen achter een oproep
aan het RIVM om zijn beleidsadviezen op een bredere wetenschappelijke
basis te baseren dan alleen de medisch-epidemiologische.
Naast de opstellers, onder wie de aerosol-onderzoekers Daniel Bonn van
de Universiteit van Amsterdam en Detlef Lohse van de Universiteit
Twente, tekenden ruim 35 prominenten van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen (KNAW), onder wie theoretisch fysicus Robbert
Dijkgraaf, biofysicus Nynke Dekker en de genetici Hans Clevers en Cisca
Wijmenga.
De oproep verscheen op maandag 12 oktober in de NRC onder de titel
'RIVM, laat wetenschapsadvies zien en maak dan pas beleid'. De
oorspronkelijke titel is fermer: 'Stop de vermenging van
wetenschapsadvies en beleidsadvies'. 'De relatief slechte prestaties van
Nederland in het anticiperen en bestrijden van de tweede golf van de
pandemie zijn naar onze mening voor een deel te wijten aan het feit dat
wetenschappelijke inzichten over de verspreiding van Covid-19, die in de
wetenschappelijke wereld inmiddels algemeen aanvaard zijn, in Nederland
te laat en te weinig het beleid hebben bepaald', schrijven de auteurs.
Initiatiefnemer van de brief is Daan Frenkel, emeritus hoogleraar chemie
aan de Universiteit van Cambridge in het Verenigd Koninkrijk. Samen met
de vorige KNAW-voorzitter, theoretisch natuurkundige Wim van Saarloos,
maakt hij zich al een paar maanden druk over de dubbelrol die het RIVM
en het Outbreak Management Team (OMT) tijdens deze crisis spelen: ze
adviseren over het beleid en leveren de wetenschappelijke onderbouwing
ervan. 'Als je bewijs gaat mengen met je adviezen krijg je verwarring',
zegt Frenkel.
Het RIVM is een onderdeel van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en is daardoor zelfs op papier niet onafhankelijk. En
dat wringt. In de wetenschap, zegt Frenkel, is een hypothese een
reflectie op basis van bewijzen. 'Politici zien het meer als: een
positie innemen en daarbij bewijzen verzamelen. Daarom wil je dat
verzamelen van bewijzen en het verdedigen van een standpunt zo veel
mogelijk loskoppelen.'
Met een collega in Cambridge startte Frenkel al in het voorjaar een
forum op dat 'wetenschappelijke crowdsourcing' rond de pandemie moest
faciliteren: experts die de bestaande en nieuwe literatuur uitkamden en
beoordeelden om zo relevante publicaties aan te leveren. Dat doen ze
sindsdien met steun van de Britse academie, de Royal Society.
Dit platform hoopt Daan Frenkel nu uit te breiden naar Nederland. De
oproep is in deze tijd van oplopende spanningen nadrukkelijk geen aanval
op het RIVM en het OMT, benadrukt hij. 'Ik snap dat ze niet staan te
juichen als weer een club roept dat het anders moet. Ik hoop dat ze zich
zullen realiseren dat we hen niet aanvallen maar kennis aanreiken,
waardoor zij kunnen zeggen: dit is waar we ons op baseren.'
Bij het RIVM, benadrukt Frenkel, zitten uitstekende wetenschappers en ze
hebben ook heel belangrijke artikelen gepubliceerd tijdens de
coronacrisis. Zo lieten RIVM-onderzoekers in juli in een nog niet
gepeerreviewd artikel zien dat sommige mensen met corona uitzonderlijk
veel virusdeeltjes uitscheiden, genoeg om mogelijk over langere afstand
anderen te besmetten. 'Maar deze onderzoekers komen in een spagaat
terecht als hun wetenschappelijke conclusies niet stroken met de
officiele lijn van het RIVM.' (Een op 15 oktober online gezette, nog
niet door collega's beoordeelde overzichtsstudie bevestigt de resultaten
van de RIVM-studie. De auteurs waaronder Marion Koopmans, hoogleraar
virologie in het Erasmus MC en OMT-lid, stellen dat die 'supershedders'
inderdaad wel over langere afstand via aerosolen anderen kunnen
besmetten door te spreken, zingen of ademen. Dit zou verklaren waarom
het virus relatief weinig besmettelijk is en soms toch in een keer veel
mensen kan treffen.)
Niet alleen de dubbele pet van het RIVM en het OMT wringt wat betreft de
briefschrijvers, ook de smalle samenstelling. De Britse Scientific
Advisory Group for Emergencies (SAGE) bijvoorbeeld bevat ook onder meer
economen, ingenieurs, chemici, natuurkundigen en gedragswetenschappers.
Het is vanwege die smalle samenstelling dat ook Carsten de Dreu,
hoogleraar sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden,
de oproep ondertekende. 'In een acute crisis is het goed dat een team
van medici de regering adviseert. Maar inmiddels is in toenemende mate
duidelijk geworden dat het bestrijden en indammen van de pandemie voor
een groot deel een kwestie is van sociaal gedrag.'
Als voorbeeld noemt De Dreu dat mensen een heel basale behoefte hebben
om bij elkaar te komen. Dan kun je ze wel uit elkaar drijven, maar dat
lukt maar kort. De vraag is dus: hoe hou je een maatschappij redelijk
open terwijl je de groepsvorming zo veel mogelijk beperkt houdt? Daar
komt mijn expertise van pas.'
Het RIVM erkent het belang van gedragswetenschap: het riep in het
voorjaar een corona-gedragsunit in het leven die inmiddels vijftig
medewerkers telt en wordt geadviseerd door zo'n vijftien hoogleraren. De
unit publiceerde onder meer begin september een literatuuroverzicht over
social distancing. Maar volgens De Dreu is volstrekt onduidelijk wat de
rol, taak en invloed is van die gedragsunit. 'In de praktijk is het
beleid en de communicatie erover nog altijd zeer sterk medisch
geinformeerd. Er wordt niet veel meer gezegd dan doe maar dit en dat.'
Frustratie over die beperkte invloed van de gedragsunit bij betrokkenen
zelf sijpelde recent door op Twitter. Reint Jan Renes, lector
psychologie aan de Hogeschool van Amsterdam en betrokken bij de unit,
erkende het verschil tussen 'aan de tafel zitten' en 'inzichten
aandragen' te voelen en vroeg zich af waarom ze nog niet de opdracht
hebben gekregen naast het virus ook het gedrag te gaan modelleren.
Het initiatief van Daan Frenkel zal niet direct de medische expertise
van de troon stoten, maar hij hoopt wel dat er een bredere blik ontstaat
op het probleem en de relevante wetenschappelijke literatuur. 'In mei
hoopten we de adviesstructuur in een keer op te zetten, nu beginnen we
met de minder controversiele stap: het opzetten van een site waarop we
recente door experts beoordeelde literatuur delen. Hopelijk kunnen we
daarna de laag ertussen ook aanbrengen, van wetenschappers die de kennis
gaan bundelen en aanreiken.'
Hij hoopt complementair te kunnen werken aan het RedTeam van experts die
het kabinet en het OMT een spiegel voorhouden. 'Ook voor hen heb ik veel
respect. Alleen is hun rol anders doordat ze partij in de
beleidsdiscussie zijn geworden.'
Het nieuwe initiatief verschilt ook van het RedTeam omdat het vanuit de
gevestigde orde komt. Alle opstellers en ondertekenaars van de oproep
zijn verbonden aan de KNAW. Verschillende Europese academies voor
wetenschappen spelen een prominente rol tijdens de coronacrisis. Zo
publiceert de Zwitserse academie onder meer informatie voor ouders en
kinderen, beheert de Oostenrijkse academie een online portaal met feiten
over het virus en deelde de Duitse Leopoldina-academie al verschillende
statements en adviezen.
De KNAW zelf is tijdens deze coronacrisis, op enkele vakinhoudelijke
symposia na, vrijwel onzichtbaar. En dat terwijl de academie een
officieel erkende adviesfunctie heeft, rechtstreeks aan de regering. 'De
KNAW heeft argumenten waarom ze zich niet met elk wissewasje willen
bemoeien', zegt Frenkel. 'Maar dit is geen wissewasje.'
In een officiele reactie laat de KNAW weten 'te pleiten voor de
verbreding van de wetenschappelijke advisering, bijvoorbeeld door de
instelling van een team in aanvulling op het werk van RIVM en OMT. Via
dit team kan andere wetenschappelijke expertise worden ontsloten die kan
bijdragen aan het bestrijden van het virus: bijvoorbeeld over gedrag,
onderwijs, economie, recht, cultuur en communicatie.'
Ondertussen gaan de drie aerosol-onderzoekers door met hun studies die
de discussie verder moeten brengen. Detlef Lohse doet dat onder meer
door samen met het team van microbioloog Alex Friedrich te onderzoeken
hoelang de virusdeeltjes in de lucht infectieus blijven, Daniel Bonn
publiceerde recent onder meer het inzicht dat ziekenhuisliften waarin ze
een hoest simuleerden pas na een kwartier weer enigszins vrij waren van
de vrijgekomen aerosolen.
Wat Ad Bax betreft is de boodschap helder: drukke plekken, zoals kroegen
waar mensen geen mondkapje dragen, blijven wat hem betreft - helaas -
voorlopig no-goarea's. Draag zo veel mogelijk mondkapjes wanneer je in
binnenruimtes bent waar je met anderen spreekt, benadrukt hij. 'Als we
dat consequent doen, dan gaat de verspreiding als een raket omlaag.'
--------
(c) 2020 De Groene Amsterdammer
More information about the D66
mailing list