[D66] NRC: Straathandel is het laatste vangnet in Mexico-Stad

R.O. jugg at ziggo.nl
Mon Nov 23 17:25:13 CET 2020


  * 23 Nov 2020
  * NRC Handelsblad
  * Door onze redacteur Cosette Molijn


  Straathandel is het laatste vangnet in Mexico-Stad


    Tussen de talrijke straatverkopers in Mexico-Stad is nog amper plek
    beschikbaar voor de nieuwe coronawerklozen. „De straat rekt helaas
    niet op.”

Straatverkooporganisaties vechten soms dodelijke ruzies uit over territorium

Vanaf ’s ochtends vroeg is er van alles te eten en drinken op de Calle 
Génova: taco’s, quesadilla’s, broodjes, vruchtensapjes. Op karretjes 
staan complete fornuizen met pannen vol gebakken vlees en gefrituurd 
deeg. Verkopers proberen het eten elke dag te slijten aan de vele 
forenzen, die in de wijk Juárez van de metrohalte naar hun kantoren lopen.

In de metropool Mexico-Stad werken heel veel van die straatverkopers, of 
ambulantes. Onduidelijk is exact hoeveel, volgens schattingen ging het 
in 2019 om enkele honderdduizenden tot meer dan een miljoen. Wel staat 
vast dat hun aantal groeit. Volgens het nationaal statistiekbureau neemt 
het aantal Mexicanen dat terugvalt op werk in de informele sector hard 
toe in het hele land door de economische crisis die volgde op de 
pandemie. Vrijdag passeerde Mexico als vierde land ter wereld de grens 
van honderdduizend coronadoden.

Een van die nieuwelingen in de informele sector is Luis Alberto Romero. 
Sinds drie maanden fietst hij elke dag met een tas vol verse maïstaco’s 
naar dit gedeelte van de stad. „Voor de vulling kun je kiezen uit vlees, 
aardappels, bonen of worst.” Hij werkte jarenlang als kok in een 
taqueria, een tacorestaurantje. Dat overleefde de gedeeltelijke lockdown 
van het voorjaar niet, en dus kwam Romero op straat te staan. „Ik maak 
150 taco’s, en verkoop ze voor 3 pesos per stuk. Een paar maanden 
geleden verkocht ik er soms maar dertig, nu gaat het beter.”

Van de 18 euro die hij op een goede dag verdient, gaat de helft op aan 
inkoop. Zijn vorige werk was al geen vetpot, zegt Romero, maar nu is het 
echt moeilijk om de huur te betalen. Toch blijft hij dit voorlopig doen. 
„Ik heb altijd taco’s gemaakt, ik weet niet beter. Als het kan, en donã 
Diana blijft ons steunen, dan blijf ik graag.”

Kleding, elektronica en drugs

Ook Diana Marbelin Garda Rodriquez, die een paar straten verderop bij 
een stalletje staat, is die andere Diana, de doña, dankbaar dat ze werk 
heeft. „Tot maart werkte ik in een champignonfabriek. Die ging dicht 
door de coronacrisis. Mijn tante werkte al op straat en zei: ‘Ga eens 
met doña Diana praten’.” Tot haar opluchting kreeg Rodriquez dit plekje 
op een hoek van een druk kruispunt aangewezen. Ze maakt en verkoopt er 
quesadilla’s met haar tante en neef. „Diana heeft ons ook enorm geholpen 
met de kar, en alle spullen.”

Doña Diana – of Diana Sánchez Barrios – is de leider van een van de 
grotere, vakbond-achtige organisaties met als leden duizenden 
straatverkopers uit het centrum van Mexico-Stad. Op een paar na worden 
ze allemaal gerund door vrouwen die al heel lang op straat werkten. 
Barrios, die zelf als kind snoepjes en chocola op straat verkocht, 
ontvangt in haar kantoor op het dakterras van een bazaar in het centrum. 
Ze is een opvallende verschijning in een zwart broekpak met zilveren 
vraagtekens erop geborduurd.

„Mijn moeder verkocht ananassen, en mijn vader werkte ook op straat. 
Toen ik zag hoe de agenten mijn ouders in elkaar sloegen, wist ik dat ik 
hard moest werken om mijn familie verder te helpen.” De organisaties 
ontstonden uit de duizenden straatverkopers die in het centrum vorige 
eeuw rap in aantal toenamen. Samen staan ze sterker tegenover afpersende 
kartels, bestuurders en politie. De organisaties treden op als 
onderhandelaars en spreken met politie en gemeente af waar, wat en 
wanneer de ambulantes mogen verkopen. In ruil voor die bescherming 
betalen de verkopers een maandelijks bedrag van enkele tientallen 
euro’s. De managers die een straat of wijk onder hun hoede hebben, 
controleren hun gebied streng.

Wijken zoals Tepito, net boven het historische centrum, staan niet 
alleen bekend om de enorme markten met kleding, elektronica en goedkope 
spullen, maar ook om de handel in gestolen en imitatieproducten en – 
minder zichtbaar – narcotica en wapens. De kartels zijn er bovendien 
nooit ver weg.

Ook onderling raken de organisaties weleens slaags. Zo zat Alejandra 
Barrios, de moeder van Diana en leider van een andere grote organisatie, 
twee jaar in de cel omdat ze betrokken was bij een vuurgevecht met de 
straatverkooporganisatie in Tepito. Het conflict ging over 
verkoopplekken in de stad en de echtgenoot van de leider van de 
rivaliserende organisatie, werd daarbij gedood.

‘Stierenvechters’

Net als Diana Barrios zegt ook Hermelinda Rodriquez Salazar, die een 
deel van de markt in Tepito bestuurt, dat de vraag naar verkoopplekjes 
is gestegen door de nieuwe coronawerkelozen . „Ik heb er 140 nieuwe 
verkopers bij gekregen. Het zit nu echt vol, we mogen niet verder dan 
die gele lijn. En de straat rekt helaas niet op.”

Zelfs wanneer de organisatie wél een plekje voor je heeft, is dat voor

sommige verkopers niet zeker gesteld. Vlak bij het Paleis voor Schone 
Kunsten staan een stuk of vijftien mensen die op kleedjes uitgestalde 
zonnebrillen, slippers en speelgoed verkopen. Ze worden toreros, 
stierenvechters, genoemd omdat ze meerdere keren per dag halsoverkop hun 
waar in het kleedje moeten vouwen, om zich voor de politie uit de voeten 
te maken. Wie achterblijft riskeert klappen, inbeslagname van spullen en 
een boete zo hoog als de dagopbrengst.

De 28-jarige Sarahid Hernandez verkoopt hier telefoonhouders. Haar twee 
kinderen van drie en acht jaar oud zijn mee, want de scholen in het land 
zijn dicht vanwege corona en er is niemand om op te passen. Voor 
miljoenen mensen als Hernandez is de coronacrisis wellicht ‘slechts’ een 
extra hindernis, die ze elke dag maar weer moeten zien te nemen. „Als de 
politie komt, dan helpen mijn kinderen de spullen opruimen en rennen we 
weg”, vertelt ze met tranen in haar ogen. Haar dochtertje hangt aan haar 
been en vraagt om aandacht. „Mijn zoontje zegt dan: ‘Maak je geen zorgen 
mama.’ Maar ze raken ervan overstuur. Ze zouden dit niet moeten meemaken.”

-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20201123/1ff189c8/attachment.html>


More information about the D66 mailing list