<html>
<head>
<meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=UTF-8">
</head>
<body>
<br>
<ul class="art-meta">
<li>23 Nov 2020</li>
<li>NRC Handelsblad</li>
<li>Door onze redacteur Cosette Molijn</li>
</ul>
<h1>Straathandel is het laatste vangnet in Mexico-Stad<a
class="button b-translate b-exp"><span></span></a><span
class="slider"><span></span></span></h1>
<div class="clear">
<div class="art-layout-a-2x" id="testArtCol_a">
<h2>Tussen de talrijke straatverkopers in Mexico-Stad is nog
amper plek beschikbaar voor de nieuwe coronawerklozen. „De
straat rekt helaas niet op.”</h2>
<p class="art-annotation">Straatverkooporganisaties vechten soms
dodelijke ruzies uit over territorium</p>
<p>
Vanaf ’s ochtends vroeg is er van alles te eten en drinken op
de Calle Génova: taco’s, quesadilla’s, broodjes,
vruchtensapjes. Op karretjes staan complete fornuizen met
pannen vol gebakken vlees en gefrituurd deeg. Verkopers
proberen het eten elke dag te slijten aan de vele forenzen,
die in de wijk Juárez van de metrohalte naar hun kantoren
lopen. </p>
<span class="art-object art-mainimage" id="artObjectWrap"
style="height: 54.4em;"><a><img
src="https://i.prcdn.co/img?regionguid=24b6990f-b4a7-419a-b864-15317b93bdd7&scale=212&file=32112020112300000000001001®ionKey=zyi%2bt6Aq4oULn029u3TrqA%3d%3d"
id="artObject" width="358" height="452"></a></span>
<p>
In de metropool Mexico-Stad werken heel veel van die
straatverkopers, of ambulantes. Onduidelijk is exact hoeveel,
volgens schattingen ging het in 2019 om enkele
honderdduizenden tot meer dan een miljoen. Wel staat vast dat
hun aantal groeit. Volgens het nationaal statistiekbureau
neemt het aantal Mexicanen dat terugvalt op werk in de
informele sector hard toe in het hele land door de economische
crisis die volgde op de pandemie. Vrijdag passeerde Mexico als
vierde land ter wereld de grens van honderdduizend
coronadoden. </p>
<p>
Een van die nieuwelingen in de informele sector is Luis
Alberto Romero. Sinds drie maanden fietst hij elke dag met een
tas vol verse maïstaco’s naar dit gedeelte van de stad. „Voor
de vulling kun je kiezen uit vlees, aardappels, bonen of
worst.” Hij werkte jarenlang als kok in een taqueria, een
tacorestaurantje. Dat overleefde de gedeeltelijke lockdown van
het voorjaar niet, en dus kwam Romero op straat te staan. „Ik
maak 150 taco’s, en verkoop ze voor 3 pesos per stuk. Een paar
maanden geleden verkocht ik er soms maar dertig, nu gaat het
beter.” </p>
<p>
Van de 18 euro die hij op een goede dag verdient, gaat de
helft op aan inkoop. Zijn vorige werk was al geen vetpot, zegt
Romero, maar nu is het echt moeilijk om de huur te betalen.
Toch blijft hij dit voorlopig doen. „Ik heb altijd taco’s
gemaakt, ik weet niet beter. Als het kan, en donã Diana blijft
ons steunen, dan blijf ik graag.” </p>
</div>
<div class="art-layout-b-2x" id="testArtCol_b">
<p>
Kleding, elektronica en drugs </p>
<p>
Ook Diana Marbelin Garda Rodriquez, die een paar straten
verderop bij een stalletje staat, is die andere Diana, de
doña, dankbaar dat ze werk heeft. „Tot maart werkte ik in een
champignonfabriek. Die ging dicht door de coronacrisis. Mijn
tante werkte al op straat en zei: ‘Ga eens met doña Diana
praten’.” Tot haar opluchting kreeg Rodriquez dit plekje op
een hoek van een druk kruispunt aangewezen. Ze maakt en
verkoopt er quesadilla’s met haar tante en neef. „Diana heeft
ons ook enorm geholpen met de kar, en alle spullen.” </p>
<p>
Doña Diana – of Diana Sánchez Barrios – is de leider van een
van de grotere, vakbond-achtige organisaties met als leden
duizenden straatverkopers uit het centrum van Mexico-Stad. Op
een paar na worden ze allemaal gerund door vrouwen die al heel
lang op straat werkten. Barrios, die zelf als kind snoepjes en
chocola op straat verkocht, ontvangt in haar kantoor op het
dakterras van een bazaar in het centrum. Ze is een opvallende
verschijning in een zwart broekpak met zilveren vraagtekens
erop geborduurd. </p>
<p> „Mijn moeder verkocht ananassen, en mijn vader werkte ook op
straat. Toen ik zag hoe de agenten mijn ouders in elkaar
sloegen, wist ik dat ik hard moest werken om mijn familie
verder te helpen.” De organisaties ontstonden uit de duizenden
straatverkopers die in het centrum vorige eeuw rap in aantal
toenamen. Samen staan ze sterker tegenover afpersende kartels,
bestuurders en politie. De organisaties treden op als
onderhandelaars en spreken met politie en gemeente af waar,
wat en wanneer de ambulantes mogen verkopen. In ruil voor die
bescherming betalen de verkopers een maandelijks bedrag van
enkele tientallen euro’s. De managers die een straat of wijk
onder hun hoede hebben, controleren hun gebied streng. </p>
<p> Wijken zoals Tepito, net boven het historische centrum,
staan niet alleen bekend om de enorme markten met kleding,
elektronica en goedkope spullen, maar ook om de handel in
gestolen en imitatieproducten en – minder zichtbaar –
narcotica en wapens. De kartels zijn er bovendien nooit ver
weg. </p>
<p> Ook onderling raken de organisaties weleens slaags. Zo zat
Alejandra Barrios, de moeder van Diana en leider van een
andere grote organisatie, twee jaar in de cel omdat ze
betrokken was bij een vuurgevecht met de
straatverkooporganisatie in Tepito. Het conflict ging over
verkoopplekken in de stad en de echtgenoot van de leider van
de rivaliserende organisatie, werd daarbij gedood. </p>
<p> ‘Stierenvechters’ </p>
<p> Net als Diana Barrios zegt ook Hermelinda Rodriquez Salazar,
die een deel van de markt in Tepito bestuurt, dat de vraag
naar verkoopplekjes is gestegen door de nieuwe
coronawerkelozen . „Ik heb er 140 nieuwe verkopers bij
gekregen. Het zit nu echt vol, we mogen niet verder dan die
gele lijn. En de straat rekt helaas niet op.” </p>
<p> Zelfs wanneer de organisatie wél een plekje voor je heeft,
is dat voor </p>
<p> sommige verkopers niet zeker gesteld. Vlak bij het Paleis
voor Schone Kunsten staan een stuk of vijftien mensen die op
kleedjes uitgestalde zonnebrillen, slippers en speelgoed
verkopen. Ze worden toreros, stierenvechters, genoemd omdat ze
meerdere keren per dag halsoverkop hun waar in het kleedje
moeten vouwen, om zich voor de politie uit de voeten te maken.
Wie achterblijft riskeert klappen, inbeslagname van spullen en
een boete zo hoog als de dagopbrengst. </p>
<span class="art-object" id="artObjectWrap2"><span
class="art-moreimages clear" id="artObject2"><a><img
src="https://i.prcdn.co/img?regionguid=8e030d9f-8c3a-4fca-991f-e21140eef7bc&scale=33&file=32112020112300000000001001®ionKey=cxoukFmhuAFvlTiyoov2SA%3d%3d"></a><a><img
src="https://i.prcdn.co/img?regionguid=b07596ae-453c-4bdc-9b8c-d61c0e93df01&scale=35&file=32112020112300000000001001®ionKey=A0RpSln64q6hajhsRdrfiw%3d%3d"></a><a><img
src="https://i.prcdn.co/img?regionguid=83ca9caa-f42a-410e-83c8-fb67606de3c7&scale=32&file=32112020112300000000001001®ionKey=Nv65n2CCISW6h9CXU0qPeg%3d%3d"></a></span></span>
<p> De 28-jarige Sarahid Hernandez verkoopt hier
telefoonhouders. Haar twee kinderen van drie en acht jaar oud
zijn mee, want de scholen in het land zijn dicht vanwege
corona en er is niemand om op te passen. Voor miljoenen mensen
als Hernandez is de coronacrisis wellicht ‘slechts’ een extra
hindernis, die ze elke dag maar weer moeten zien te nemen.
„Als de politie komt, dan helpen mijn kinderen de spullen
opruimen en rennen we weg”, vertelt ze met tranen in haar
ogen. Haar dochtertje hangt aan haar been en vraagt om
aandacht. „Mijn zoontje zegt dan: ‘Maak je geen zorgen mama.’
Maar ze raken ervan overstuur. Ze zouden dit niet moeten
meemaken.” </p>
</div>
</div>
</body>
</html>