[D66] ‘Misschien is God toch een ironische entiteit’
Antid Oto
jugg at ziggo.nl
Wed May 13 11:14:21 CEST 2020
parool.nl:
Opinie
Arnon Grunberg: ‘Misschien is God toch een ironische entiteit’
De Deense filosoof Søren Kierkegaard heeft geworsteld met het
mensenoffer dat God van Abraham vraagt: Isaak. Hoe kan God zo’n offer
vragen? Hoe kan Abraham gehoorzamen? In zijn Abraham Kuyperlezing gaat
Arnon Grunberg na wat de relevantie is van Kierkegaards worsteling én
dit Bijbelse verhaal.
Arnon Grunberg13 mei 2020, 9:32
Er is een verband tussen het gedrag van de inwoners van Sodom en hun
straf, de vernietiging van stad en inwoners. Over de strafmaat, over de
redelijkheid ervan, is discussie mogelijk, ook met de opperste rechter,
ook met God. Het gaat erom dat de schuldigen van de onschuldigen worden
gescheiden.
Als het om Isaak gaat, is dat verband er niet. Isaak wordt ook niet
geofferd omdat hij of Abraham iets verkeerds heeft gedaan, maar omdat
God het van hem vraagt, omdat God alles kan vragen. Er is geen redelijke
grond waarop die onderhandelingen gevoerd kunnen worden. Het gaat niet
om schuld of onschuld, maar om de erkenning dat God iets vraagt omdat
hij dat kan vragen, omdat voor hem alles mogelijk is. Abraham heeft twee
keuzes: offeren of niet offeren, gehoorzaamheid of opstandigheid.
Of had hij kunnen zeggen: “God, kunt U niet genoegen nemen met de
linkerpink van Isaak? Altijd als ik zijn verminkte hand zie, zal ik
herinnerd worden aan mijn liefde voor U?” Had Abraham dat kunnen zeggen?
Waarom vroeg God eigenlijk niet om een pink of een oor? Waarom vroeg hij
om alles? Omdat hij niet van verminkte mensen houdt allicht, wij weten
het antwoord niet, het denken stuit op de muur die God is. Hier begint
het waarlijke geloof, waarover Kierkegaard schrijft dat het de ‘hoogste
hartstocht’ van de mens is.
Deze hoogste hartstocht kan ons stervelingen kennelijk tot moordenaar
maken, waaruit het geloof ons vervolgens redt. Maar wat als de engel
níet verschijnt? Is die vraag stellen de vertwijfeling van het niet-geloven?
Hoe kan ik het absurde vertrouwen opbrengen te moorden zonder een
moordenaar te worden? Wat moet ik beginnen met de grootste hartstocht
als die hartstocht mij voert naar het punt waar ik om zeep ga brengen
wat ik het meest liefheb? Hooguit kan ik zeggen dat ik het inzicht heb
verkregen dat mijn hoogste hartstocht altijd weer potentieel
vernietigend is, dat het vernietigende zich uiteraard juist ook daar
bevindt, in die hoogste hartstocht, in die pure liefde. Als ik zeg: ‘Ik
houd van jou zoals ik nog nooit van iemand heb gehouden, ik houd van jou
met heel mijn ziel en heel mijn hart en heel mijn lichaam, ik houd van
jou dwars door alles heen,’ dan zeg ik ook, dan moet ik beseffen: ‘Mijn
liefde is jouw dood.’ Zoals de staat, die seculiere God, tegen zijn
burgers zegt: ‘Ik ben de staat die het meest van jullie houdt, daarom
zal ik als de noodtoestand daar is enkelen van jullie offeren. Maar het
offer zal rationeel zijn en wetenschappelijk verantwoord. En waar het
onverhoopt toch misgaat, zullen er onderzoekscommissies in het leven
worden geroepen om na te gaan waarom burgers zijn geofferd die helemaal
niet geofferd hadden mogen worden.’
Al het mogelijke
Kierkegaard schrijft over het toch wat merkwaardige feit dat Abraham
Isaak niet inlicht over zijn lot. Hij noteert: ‘Zijn antwoord aan Isaak
heeft de vorm van ironie, want het is altijd ironie als ik iets zeg en
toch niets zeg.’
Een sleutelzin, wat mij betreft.
Misschien is God, die al het mogelijke is en die buiten de menselijke
rede valt, toch een ironische entiteit, iemand die iets en
tegelijkertijd niets zegt. Misschien spreekt God niet meer met ons,
misschien is dat de noodsprong.
Wat redt mij van het inzicht dat Abraham een moordenaar is, en dus
verloren? Dat ik in het zwijgen van God geen menselijke stem moet
ontwaren die mij beveelt? In het aangezicht van de ironische God, voor
wie ik alleen als eenling en enkeling kan staan, los van alle andere
mensen, in het aangezicht van deze God, die iets zegt en toch niets
zegt, ben ik volledig op mijzelf teruggeworpen.
Dit is een ingekorte versie van de Abraham Kuyperlezing die Arnon
Grunberg zal houden als afsluiting van zijn gastschrijverschap aan de
VU. Donderdag is de hele lezing te volgen op www.vu.nl/akl.
More information about the D66
mailing list