[D66] Volgens Bruno Latour bereidt de coronacrisis ons voor op klimaatpolitiek
Antid Oto
jugg at ziggo.nl
Fri May 8 12:18:19 CEST 2020
groene.nl:
Volgens Bruno Latour bereidt de coronacrisis ons voor op klimaatpolitiek
By
groene.nl
13 min
View Original
<https://getpocket.com/redirect?url=https%3A%2F%2Fwww.groene.nl%2Fartikel%2Fde-wegkijkmens%3Futm_source%3DDe%2BGroene%2BAmsterdammer%26utm_campaign%3D3f54f0f5e9-Dagelijks-2020-05-08%26utm_medium%3Demail%26utm_term%3D0_853cea572a-3f54f0f5e9-72142005>
Filosoof en jurist Martijn Stronks geeft de komende weken college aan
zijn studenten in quarantaine over moderne mobiliteit. Hoe moeten we
daar nu over denken, in tijden van corona? Een serie essays filosofie in
actie. Deel 5: Klimaatpolitiek.
Toen in het jaar 1665 de grote pestepidemie Londen teisterde, zonderde
de 23-jarige student Isaac Newton zich af bij zijn familie en begon daar
aan zijn grote natuurkundige ontdekkingen. Volgens de legende bedacht
hij de wet van de zwaartekracht nadat er een appel uit de boom op zijn
hoofd viel. Ook zou hij van zijn slaapkamer een laboratorium hebben
gemaakt om allerlei proeven met licht te kunnen doen. Het verhaal gaat
dat hij licht zijn kamer liet binnenvallen via een klein gaatje in zijn
gordijnen, dit ving hij vervolgens op in twee prisma’s waarmee hij de
lichtbreking berekende. Ook concludeerde hij dat kleuren geen
veranderingen van wit licht zijn, maar dat licht alle kleuren van het
spectrum bevat.
Zijn afzondering van de samenleving was met andere woorden uiterst
belangrijk voor onze kennis van de natuur, maar ook voor de
natuurwetenschap in bredere zin. Met enig gevoel voor dramatiek kunnen
we stellen dat Newtons quarantaine een van de beginpunten is van de
moderniteit. Met Newton begon de moderne opvatting over natuur en mens,
maar met hem kunnen we vooral ook de cruciale rol van afzondering in de
moderniteit uitlichten.
Maar nu we zelf ook in quarantaine zitten tijdens een epidemie, kunnen
wij wellicht op onze beurt – met eenzelfde hyperbool – stellen dat met
Newtons ontdekkingen een manier van denken aanving die met onze
coronaquarantaine definitief failliet moet worden verklaard. Tenminste,
dat zouden we met de Franse socioloog en filosoof Bruno Latour kunnen
stellen. Met de coronacrisis wordt voor eens en altijd zichtbaar dat de
moderne opvatting over de verhouding van de mens tot de natuur geen
stand kan houden. De natuur treedt naar voren als actor op het politieke
toneel. En daarmee wordt niet alleen het verband met de klimaatcrisis
zichtbaar, maar zet deze crisis vooral ons hele moderne wereldbeeld op
zijn kop.
‘Toch een geluk dat het de afgelopen tijd zulk mooi weer is geweest!’
zei mijn buurvrouw afgelopen week toen ik voor ons huis in het zonnetje
zat. En dat was inderdaad prettig; onze kinderen in quarantaine konden
af en toe naar buiten en dat scheelt een hoop. Maar ik biechtte eerlijk
op dat ik me ook wel zorgen maak om de droogte en dat ik tegenwoordig
niet onverdeeld gelukkig van de zon kan genieten. ‘Ja, zo kan je altijd
wel ergens over zeuren’, voegde ze me lachend toe. En ja, het was zonder
meer een zure reactie van me. Toch kan de goedbedoelde opmerking van
mijn buurvrouw dienen als illustratie van de moderne opvatting over de
verhouding tussen mens en natuur. En het is die moderne manier van
denken over die verhouding die we bij Newton kunnen laten beginnen.
Newton die, al denkend over het wezen van de natuur, ontdekte hoe deze
in de kern functioneert, dat is een prachtig voorbeeld van de moderne
mens. Het voorbeeld verraadt een fundamentele tegenstelling tussen mens
en natuur die kenmerkend is voor de moderniteit. De wetten van de natuur
staan vast en kunnen door middel van experimenten door de mens worden
ontdekt. De natuur is met andere woorden niet onze constructie, maar
gaat ons te buiten. Wel kan er kennis van worden verkregen, door middel
van experimenten en deductie. De kennis van de natuur moet dan wel
worden overgelaten aan natuurwetenschappers, zoals de slimme Newton.
Anderen mogen zich buigen over het statuut van de samenleving en over
politiek, maar in de moderne opvatting moeten deze domeinen strikt van
elkaar worden gescheiden.
Natuur is de gemene deler van objecten en de natuurlijke feiten, en dit
moet niet worden verward met de wetenschap van de samenleving waarin
juist menselijke activiteiten maar ook waarden en interpretaties
centraal staan. Wie zich richt op de samenleving, houdt zich niet bezig
met de natuur, en wie de natuur bestudeert, heeft niets van doen met
menselijke interactie. De crux in dit onderscheid is negeren en
wegkijken van wat niet tot de eigen discipline behoort. Nee, een
gemeenschap die harde wetenschappelijke kennis en cultuur, samenleving,
religie en ethiek door elkaar gooit, zo’n samenleving is niet modern.
De invloed en betekenis van dit schema kunnen moeilijk worden overschat.
De wetenschappelijke manier van denken over de natuur heeft de
geïndustrialiseerde samenlevingen geen windeieren gelegd. Maar de
reikwijdte gaat nog veel verder, het ligt aan de grondslag van een
manier van denken over de geschiedenis en de ordening van de wereld. Met
het schema in de hand kon een onderscheid worden gemaakt tussen modernen
en zij die achterbleven, de premoderne samenlevingen. Wij modernen gaan
vooruit door onze steeds grotere beheersing en begrip van de natuur. Op
de pijl van dit verlichtingsdenken bewegen wij modernen vooruit met een
steeds grotere snelheid, terwijl landen die er een primitiever beeld
over de verhouding tussen natuur en cultuur op nahouden onherroepelijk
achterblijven.
Het prefix ‘pre’ in premodern vertelt hier het hele verhaal, net als een
begrip als ‘ontwikkelingsland’. Het gaat om landen die achterlopen in de
geschiedenis. Op basis van een schijnbaar neutrale en objectieve
vaststelling van de verhouding tussen natuur en cultuur ontstaat zo een
geschiedsopvatting die stilletjes een moreel oordeel velt over de
indeling van de wereld.
De moderne mens wendt ondertussen zijn blik af van wat er in de
achtergebleven gebieden gebeurt en wat de gevolgen zijn van zijn
economische greep op de wereld. Zo behoort wegkijken opnieuw tot de kern
van deze moderne conditie. Sinds 2007 staat in de Van Dale het woord
‘wegkijkcultuur’, als omschrijving van een sociale cultuur die zich
kenmerkt doordat mensen doen alsof misstanden niet bestaan, zodat ze er
niets tegen hoeven te ondernemen. Wegkijkcultuur is een passende
omschrijving van de moderne menselijke conditie.
Maar nu worden we opeens met onze neuzen op de feiten gedrukt. Het
coronavirus is het gevolg van onze moderne levensstijl. Het virus is
vermoedelijk overgeslagen van dier op mens via voedselmarkten in China.
Een risico dat ook met virussen zoals de vogel- of varkensgriep
levensgroot is, met name in de bio-industrie. Maar de razendsnelle
mondiale verspreiding van het coronavirus is vooral het gevolg van
moderne globale verhoudingen, van het vloeibare kapitalisme. In een
wereld waarin bepaalde mensen zich razendsnel over de globe kunnen
verplaatsen, is het ondenkbaar dat een virus kan worden buitengesloten.
Maar waarom zou de komst van het coronavirus ook tot een andere
opvatting over de natuur leiden?
‘Ik opper de hypothese, zoals velen met mij, dat de gezondheidscrisis
ons aanzet, ons aanspoort, om ons voor te bereiden op
klimaatverandering’, zo stelde Bruno Latour op 25 maart in /Le Monde/.
En wel vanwege ‘het plotselinge en pijnlijke besef dat de klassieke
definitie van de samenleving – mensen onder elkaar – geen betekenis meer
heeft’. Daar hebben we het, de samenhang tussen de coronacrisis en
klimaatverandering, die tussen het virus en de achteloze opmerking van
mijn buurvrouw.
De samenhang tussen de coronacrisis en klimaatverandering is met andere
woorden een kritiek op het modernistische onderscheid tussen natuur en
samenleving. Zowel in de coronacrisis als in de klimaatcrisis kunnen we
niet langer volhouden dat de natuur een object is dat we buiten ons zelf
kunnen houden. Nee, volgens Latour laten beide crises zien dat natuur
geen object is, maar een actor. /‘Nature strikes back’,/ zou de titel
van een bijpassende Hollywood-film kunnen zijn.
We zullen moeten accepteren dat ons menselijk samenleven op veel
verschillende manieren afhankelijk is van niet-menselijke interactie,
betoogt Latour. Natuurlijk we wisten al dat virussen en bacteriën een
belangrijk onderdeel uitmaakten van ons leven sinds de Franse bioloog
Louis Pasteur ons daar in de negentiende eeuw op wees. Maar toch kon dit
nog altijd worden opgevat als het functioneren van de natuur, en niet
als onderdeel van ons samenleven. Met het coronavirus kunnen we er niet
meer omheen dat de natuur ons samenleven volledig kan ontregelen.
Het is niet toevallig dat Latour deze verstrengeling van natuur en
cultuur naar voren brengt in reactie op het coronavirus. Dit was al
lange tijd een van zijn vaste stokpaardjes. Al in zijn boek /We zijn
nooit modern geweest/ uit 1991 stelde hij dat er altijd al iets vreemds
was in de moderne voorstelling van zaken. Want om het strikte
onderscheid tussen natuur en cultuur in stand te houden, was er voor
modernen voortdurend werk aan de winkel. De gedachte mocht dan hebben
postgevat dat de natuur ons constructievermogen te buiten ging,
ondertussen was het ‘natuurkundig’ en ‘biologisch’ onderzoek wel
degelijk gebaseerd op een volledig geconstrueerde vorm van natuur.
In zijn antropologische onderzoek in het laboratorium liet Latour zien
dat wat doorgaat voor natuur zich volledig afspeelt in geconditioneerde
omgevingen waarin onderzoekers de gegevens uit petrischaaltjes omzetten
in statistieken. Deze statistieken worden vervolgens vertaald naar
artikelen die verwijzen naar reeds bestaande literatuur en worden
gepubliceerd in de tijdschriften waarin de auteurs van deze literatuur
de dienst uitmaken. Wat doorgaat voor het eureka-moment van de
wetenschappelijke ontdekkingen is zo bezien een bij uitstek sociaal
proces. Dit terwijl de moderne wetenschap nu juist wordt voorgesteld als
objectief en niet afhankelijk van menselijke interactie en interpretatie.
Maar, geheel volgens de wetten van de moderniteit, wordt deze
wetenschappelijke arbeid vervolgens weggezuiverd en verkocht als de
briljante waarneming van het genie. Het genie dat voor even inzicht
heeft in het functioneren van de natuur, als ware de natuur een
lichtstraal door het gat in zijn gordijnen. De moderne mens negeert de
hybride verhouding tussen natuur en cultuur en kijkt weg van zijn eigen
rol in de constructie van natuur en de betekenis van natuur in de
samenleving.
Voor Latour is het duidelijk dat het moderne wereldbeeld in feite al
vanaf het begin gebruikmaakt van hybride vormen. Van geconstrueerde
natuur, maar net zozeer van niet-menselijke aspecten van het samenleven.
Dat laatste kan dan gaan om bacteriën, virussen, maar net zo goed om
techniek, genetisch gemodificeerde organismen en ga zo maar door. Als de
scheiding tussen natuur en mens dan een constructie is, duidelijk mag
zijn dat het negeren daarvan, het wegkijken, de kern blijft van de
moderne conditie.
Met deze moderniteitskritiek in het achterhoofd kan het voor de
Latour-kenner niet als een verrassing komen dat hij in reactie op het
coronavirus benadrukt dat het moderne samenleven verweven is met de
natuur. Het strikte onderscheid tussen cultuur en natuur mag dan een
geforceerd theaterstuk zijn geweest, nu het coronavirus ten tonele is
verschenen moet toch ook voor de grootste modernist het doek zijn
gevallen, zo lijkt Latour te denken. Maar waarom is dat nu zo van
belang? Staat er meer op het spel dan louter een verheven filosofische
discussie? Ja, wel degelijk, dit is de kern van een nieuwe vorm van
politiek, die Latour introduceert naar aanleiding van klimaatverandering.
In een kleine bundel uit 2017, in het Nederlands verschenen als /Waar
kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime,/
betoogt Latour dit al. Met het Klimaatakkoord van Parijs werd in 2015
voor eens en altijd duidelijk dat er een vorm van politiek bestaat die
streeft naar economische vooruitgang die het vermogen van deze planeet
te buiten gaat. Landen realiseerden zich volgens Latour in 2015 ‘ontzet
dat als ze hun respectievelijke moderniseringsplannen stuk voor stuk
voortvarend in de praktijk zouden brengen, er geen planeet was die nog
aan hun ontwikkelingsverwachtingen kon voldoen. Ze zouden ettelijke
planeten nodig hebben – ze hebben er maar één.’
Trump is misschien wel het beste voorbeeld van zo’n economische
opvatting die zich niets gelegen laat liggen aan het klimaat of de
natuur. Zo bezien is Trump dé modernist par excellence; zijn drift om de
economie te maximaliseren en de gevolgen daarvan te negeren, is uiterst
modern. Maar in plaats van Trump te presenteren als de kwade genius in
het klimaatdebat, prijst Latour hem om het feit dat hij Amerika heeft
teruggetrokken uit het akkoord van Parijs. En waarom? Het lukt Trump om
met een paar pennenstreken een nieuwe politieke tegenstelling centraal
op het mondiale podium te plaatsen. En wel de tegenstelling tussen zij
die het klimaatprobleem ontkennen en simpelweg zoeken naar
maximalisering van hun economische wensen, en zij die zoeken naar een
manier om op deze aarde te blijven leven.
Het is dit onderscheid dat Latour aanvoert om een nieuwe politiek te
enten op het klimaatvraagstuk. En het moet inderdaad worden gezegd dat
het een prestatie van formaat is geweest van Trump om het
klimaatvraagstuk zo centraal op de politieke agenda te zetten; decennia
van klimaatactivisten kregen dit niet voor elkaar. Het klimaat is zo een
politieke actor geworden, die het spectrum verdeelt tussen hen die het
vraagstuk ontkennen en zij die ‘zoeken naar een plek om te landen’.
Maar waarom bereidt de coronacrisis ons dan voor op klimaatpolitiek,
zoals Latour lijkt te hopen? Welnu, dat is eenvoudig, omdat de
coronamaatregelen in belangrijke mate klimaatmaatregelen zijn. Op 2
maart twitterde Latour twee kaarten van Noordoost China waarop de
luchtvervuiling was aangegeven vóór en na de coronacrisis, en het
verschil is schrikbarend. De luchtkwaliteit is door de maatregelen
dramatisch verbeterd. Het vermoeden bestaat zelfs dat het aantal mensen
dat in China tijdens de coronaquarantaine aan corona overleed lager ligt
dan het aantal mensen dat anders vanwege de slechte luchtkwaliteit zou
zijn overleden. De drastische vermindering van de mobiliteit van mensen
en kapitaal heeft evidente onmiddellijke effecten op het klimaat. Veel
klimaatactivisten lijken dan ook hoopvol gestemd over hoe de
coronacrisis de mogelijkheden van klimaatactie aan het licht brengt.
Toch is er vooralsnog weinig reden om hoopvol te zijn, ben ik bang. In
China schijnt het luchtvervuilingspeil al weer op het oude niveau te
zijn, luchtvaartmaatschappijen houden hun hand op bij overheden om maar
te overleven, Schiphol bereidt zich voor om zo snel mogelijk weer naar
het normale niveau terug te keren, overheden stellen de invoering van de
vliegtaks en andere klimaatmaatregelen uit en ook de mondiale
klimaatconferentie in Glasgow is uitgesteld. En iedere noorderling lijkt
dermate terug te verlangen naar zijn vrijheid van mobiliteit dat er vast
een ware run op vakanties en vluchten ontstaat zodra het weer mag.
In plaats van tot versnelling lijkt de coronacrisis daarom juist tot
vertraging van de klimaatactie te leiden. En dat is ook niet
verwonderlijk, zo betoogt Ajay Singh Chaudhary in een vernietigend
artikel in /The Baffler/ met de veelzeggende titel /‘We’re Not in This
Together’./ Hij stelt dat voor de mondiale elite /business as usual/ nog
altijd het meest voor de hand liggende verdienmodel is. Het mag dan zijn
dat er miljoenen mensen zullen sterven als gevolg van
klimaatverandering, door ziektes, overstromingen, voedsel en
wateronzekerheid en oorlogen over leefbare grond; dat betekent niet dat
elites zich daar niet aan kunnen onttrekken.
We léven immers al in tijden van klimaatverandering; volgens schattingen
sterven er nu al 4,5 miljoen mensen per jaar als direct of indirect
gevolg van klimaatverandering. Ook een oorlog als die in Syrië valt niet
los te zien van vernietigende droogte, mislukte oogsten en
volksverhuizingen als gevolg daarvan. Zolang mondiale elites de directe
gevolgen van klimaatverandering niet merken, of mogelijkheden zien om
deze ook in de toekomst te ontlopen, zal vertraging van klimaatactie de
norm zijn. Nogmaals, wegkijken is de kern van de moderne conditie, en
daar zijn we niet zomaar vanaf.
Om de urgentie van de coronacrisis te laten overwaaien naar de
klimaatcrisis is er met andere woorden nog heel wat nodig. De scepsis
van Chaudhary ten spijt, toch geeft Latour wel degelijk een eerste
aanzet voor een vruchtbare klimaatpolitiek, en wel door zijn poging om
de moderniteitskritiek te verbinden aan het coronavirus en de
klimaatverandering. Cruciaal daarbij is de vraag naar mobiliteit, die
immers de verbinding vormt tussen de drie besproken elementen: het
coronavirus, de klimaatveranderingen en onze moderne conditie.
De onbegrensde mobiliteit van de mondiale elite was de oorzaak van de
razendsnelle verspreiding van het coronavirus. Chinezen op vakantie in
Europa, Nederlandse carnavalsvierders die terugkwamen van wintersport,
Amerikaanse zakenmannen die met de snelheid van het kapitaal de wereld
over vlogen; een virus is niet buiten te sluiten zolang de elite zich
razendsnel over de globe beweegt. Dat terwijl de immobiliteit in reactie
op het virus een uitstekend voorbeeld is van klimaatactie. De mobiliteit
van kapitaal en personen is immers naadloos verbonden met het moderne
leven en het gevolg daarvan is nu juist desastreus voor het klimaat. De
inperking van deze mobiliteit is niet alleen een goede reactie op het
virus, maar ook op het klimaatprobleem.
Met het coronavirus voegt de natuur zich onmiskenbaar als actor in de
politiek, dat is het beslissende punt van Latour. En dat is precies wat
ook in de klimaatcrisis noodzakelijk is. Ook daar zal de natuur als
politieke actor centraal moeten worden gesteld. Toch is het maar zeer de
vraag of het lukt, ziet u het al voor zich, een persconferentie waarop
Mark Rutte aankondigt dat niemand dit jaar op vakantie mag naar het
buitenland vanwege het klimaatprobleem? Dat iedereen moet thuiswerken om
de luchtvervuiling door autogebruik tegen te gaan? Nee, het coronavirus
mag de natuur onmiskenbaar als actor op het politieke toneel opvoeren,
de moderne mens weet precies hoe hij deze vervolgens weer moet negeren.
Maar toch, wil de hoop van Latour uitkomen dat de gezondheidscrisis ons
aanzet tot klimaatactie, dan zal onze immobiliteit toch tamelijk
permanente vormen moeten aannemen.
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://www.tuxtown.net/pipermail/d66/attachments/20200508/f978b961/attachment-0001.html>
More information about the D66
mailing list