[D66] Hoe het vertrouwen in het beleid afbrokkelde (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #301)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Mon Aug 31 13:39:10 CEST 2020


Bron:   De Groene Amsterdammer #35
Datum:  26 augustus 2020
Auteur: Jop de Vrieze
URL:    
https://www.groene.nl/artikel/je-moet-erbovenop-zitten-om-de-controle-te-houden


De eerste golf: Hoe het vertrouwen in het beleid afbrokkelde
------------------------------------------------------------
'Je moet erbovenop zitten om de controle te houden'

De Nederlandse aanpak van het coronavirus is er de afgelopen maanden op 
gericht geweest de eenheid te bewaren. De vraag is hoe lang dat nog 
lukt. Waar het land vooral behoefte aan heeft is helderheid en 
doortastendheid.

Het is begin april wanneer sectiehoofd gezondheidseconomie Xander 
Koolman aanklopt bij twee van zijn leidinggevenden aan de Vrije 
Universiteit in Amsterdam. 'Ik ga erin. Ik ga met respect het debat in, 
maar ik ga wel zeggen dat het fout gaat.'

Koolman heeft lang getwijfeld, al eerder met zijn collega's overlegd en 
tot nu toe alleen achter de schermen wat contact gehad met een aantal 
journalisten en Kamerleden. Hij heeft tot dan toe tv-optredens 
afgehouden. Hij wil niet onnodig onrust zaaien en het bekritiseren van 
beleid zou weleens gevolgen kunnen hebben voor toekomstige 
onderzoeksfinanciering, en daarmee zijn onderzoeksgroep. Maar hij ziet 
geen andere mogelijkheid meer. 'Er is geen aandacht voor de economische 
gevolgen van een rondwarend coronavirus. En dat kan enorme gevolgen gaan 
hebben.'

Het coronavirus is op dat moment officieel net iets langer dan een maand 
in Nederland, hoewel later zou blijken dat het al tijdens carnaval in 
Brabant en Limburg om zich heen had gegrepen. Door het snel stijgende 
aantal besmettingen en de te nauwe testcriteria waarmee de GGD'en 
werkten (koorts, luchtwegklachten en een directe link met een gebied 
waar het virus is gesignaleerd) is het bron- en contactonderzoek al snel 
vastgelopen en opgegeven. Het RIVM en het Outbreak Management Team (OMT) 
adviseerden twee weken na de eerste officiele besmetting de doelstelling 
om het virus direct de kop in te drukken los te laten.

De strategie is vanaf dan 'mitigatie' - de schade beperken, de 
zorgcapaciteit niet overschrijden. Er zouden nog kostbare dagen verloren 
gaan voor het kabinet zich realiseert dat zelfs dit zonder ingrijpende 
maatregelen niet gaat lukken. Wanneer premier Mark Rutte op 16 maart de 
bevolking uitlegt dat het virus een groot deel van de Nederlanders zal 
besmetten en we de kwetsbaren zullen moeten beschermen, zijn de reacties 
lovend. Moedig, eerlijk en helder, constateren de gelegenheidsanalisten 
bij De wereld draait door. Groepsimmuniteit, ook zonder vaccin, zal ons 
naar het einde van de tunnel leiden. Een week later is de 'intelligente 
lockdown' een feit.

Nederlanders geven in die periode massaal opvolging aan de adviezen en 
maatregelen. De verleiding is niet groot, met gesloten horeca, kantoren 
en beperkt openbaar vervoer en veel mensen lijken de afweging van Rutte 
en co te waarderen: zo goed mogelijk het virus te lijf, met zo min 
mogelijk maatschappelijke en economische gevolgen. Maar in de maanden 
die volgen zal de kritiek verder toenemen: kabinet en OMT staren zich zo 
lang blind op de mitigatie en groepsimmuniteit dat ze niet de regie 
terugpakken maar achter de feiten aan blijven lopen. Het afschermen van 
kwetsbaren faalt, het relatief aantal zieken en doden is lager dan in 
Belgie en Groot-Brittannie, maar flink hoger dan in onder meer Duitsland 
en Denemarken. De economie krimpt in het tweede kwartaal met 8,5 
procent, al is dat lager dan het gemiddelde van twaalf procent in de 
eurozone (de prognose is wel relatief slecht). Nu Nederland zich met 
vallen en opstaan opmaakt voor het najaar, is het tijd om terug te 
blikken: wat heeft de Nederlandse aanpak tot nu toe gekenmerkt? En hoe 
houdbaar is die aanpak nog?

'De Nederlandse regering koos in beginsel voor een pragmatische 
benadering', zegt Arjen Boin, hoogleraar publieke instituties en 
openbaar bestuur aan de Universiteit Leiden en medeoprichter van 
crisisadviesbureau Crisisplan BV. In een analyse van de crisisrespons 
tot aan mei van dit jaar concluderen Boin en collega's dat het kabinet 
niet principieel op volksgezondheid of economie inzette, maar steeds op 
basis van de dan beschikbare informatie ('varen op zicht', aldus premier 
Rutte) besloot of er meer maatregelen nodig waren. 'Dat klinkt 
verstandig, maar er kleefden nadelen aan', zegt Boin. 'Doordat het 
effect van maatregelen weken op zich liet wachten was er nauwelijks 
feedback. Dus een aanpak die normaal bestuurlijk verstandig is, sloeg nu 
in feite nergens op.'

Hoofdmodelleur Jacco Wallinga omschrijft de Nederlandse strategie 
inderdaad als 'stapje voor stapje'. 'Het gevaar van een strategie 
gebaseerd op een grote visie is dat als je gelijk hebt, het heel mooi en 
heel kies is, maar als je ernaast zit heb je een groot probleem. Voor 
beleid wil je iets wat robuust is en ook gewoon werkt als je verkeerde 
veronderstellingen hebt gemaakt. Wat wij als modelleurs hebben gedaan 
was heel praktisch, berekeningen aanleveren van de snelheid waarmee de 
epidemie uitbreidt, hoeveel moeite we moeten doen om die te beteugelen 
en met welke maatregelen. En dat heeft eigenlijk vrij goed gewerkt, als 
je kijkt naar hoe snel de afname ging in Nederland.'

Wat die aanpak ook riskant maakte: de verspreiding van een virus 
verloopt exponentieel, waardoor traag handelen hard wordt bestraft. En 
juist de deskundigen van het Outbreak Management Team, die het kabinet 
daarop hadden kunnen wijzen, zijn in die beginfase nog behoudender dan 
het kabinet zelf.

Zo adviseert het OMT op donderdag 12 maart de scholen open te houden. 
Sluiting zou grote maatschappelijke gevolgen hebben en de verspreiding 
nauwelijks reduceren (plus: op de achtergrond leeft de hoop dat 
besmetting van kinderen en hun ouders zou kunnen bijdragen aan 
groepsimmuniteit). Onder maatschappelijke druk besluit het kabinet drie 
dagen later toch de scholen voorlopig te sluiten.

Ook de horeca hoeft op 12 maart van het OMT nog niet dicht, wat het 
kabinet op diezelfde zondag mede door de toestroom van Belgische 
bezoekers alsnog doet. 'De rol van het OMT is steeds geweest: wat is het 
bewijs?' zegt Boin. 'Maar het kabinet kwam er al snel achter dat het OMT 
heel weinig wist. Van begin af aan besloot het kabinet het OMT meerdere 
keren te overrulen.'

Kritiek is er in die periode weinig. Hoogleraar besturen van veiligheid 
Ira Helsloot van de Radboud Universiteit vraagt zich nog wel hardop af 
of de maatregelen in verhouding staan tot de schade door het virus, maar 
door de beelden uit China en Italie en de ontwikkelingen in Brabant 
klinken zijn relativerende woorden simpelweg onverantwoord. Prominenter 
is de kritiek op de keuze om niet al het mogelijke te doen om de 
verspreiding te stoppen en vooral de inzet op 'groepsimmuniteit'. In 
Nieuwsuur bevestigt Marion Koopmans, OMT-lid en hoogleraar virologie in 
het Erasmus MC, dat een strategie die uitgaat van 
groepsimmuniteitsopbouw veertig- tot tachtigduizend doden tot gevolg zou 
kunnen hebben, uitgaand van de geschatte sterftecijfers van dat moment. 
OMT-voorzitter Jaap van Dissel haast zich de volgende dag te zeggen dat 
de groepsimmuniteit 'geen doel op zich is' en de kwetsbaren afgeschermd 
zullen worden.

Voor de meeste media en de linkse oppositie is daarmee de angel uit de 
strategiediscussie. Zij stellen zich in die beginperiode opvallend mild 
op. Tot verbijstering van Jaap Stronks. De media-ondernemer, die in het 
dagelijks leven digitale progressieve campagnes opzet, voelt zich in de 
steek gelaten door de partijen waar hij zich normaal zo bij thuis voelt. 
Hij ziet de verklaring van Van Dissel als niets meer dan een 
woordenspel: de strategie is immers niet gewijzigd. Hoe kunnen zij 
meegaan in de constatering dat een groot deel van de bevolking het 
coronavirus zal oplopen? Hoe gaan we die kwetsbaren in hemelsnaam 
afschermen? Bovendien weten we nog heel weinig over wat het virus bij 
verder gezonde mensen kan aanrichten.

Stronks leest dat er elders in de wereld heel anders tegen het virus 
wordt aangekeken. Onder meer Singapore en Zuid-Korea hielden het virus 
na de eerste uitbraken behoorlijk onder controle door volop inwoners te 
testen en het snel opsporen van besmettingshaarden, zonder het land op 
slot te gooien. En dichter bij huis was Duitsland bezig de 
testcapaciteit razendsnel op te schroeven. 'Ik kreeg een soort 
kortsluiting in mijn hersenen, omdat mijn perspectief ineens buiten de 
in ons land algemeen geaccepteerde en gedeelde werkelijkheid was komen 
te staan', zegt Stronks.

Op 22 maart verschijnt op de website van De Groene een interview met de 
in het UMC Groningen werkzame arts-microbioloog Alex Friedrich. 
Friedrich vertelt dat hij in zijn regio tegen het landelijke beleid in 
massaal zorgpersoneel en hun familieleden laat testen en trekt de 
capaciteitsproblemen in twijfel. Collega-microbiologen en OMT-leden en 
minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge reageren furieus - al wordt 
de lijn van Friedrich enkele weken later landelijk. 'Het waren drie 
zware dagen', zegt Friedrich, 'maar het was het waard. Het zou normaal 
moeten zijn dat wanneer je het ergens niet mee eens bent, je dit kunt 
zeggen.'

Een dag na het interview richt Stronks de website 
http://testentestentesten.nl op. Die zou later uitgroeien tot 
Containment.nu - een actiegroep en online platform, verwijzend naar de 
strategie die volgens hen humaner en effectiever is: het virus 
elimineren of in elk geval indammen zodat er zo min mogelijk 
besmettingen optreden en ook kwetsbaren relatief veilig over straat 
kunnen.

Containment.nu vergaart een schare actieve volgers. Maar in de media 
krijgen ze hun boodschap nauwelijks over het voetlicht. Toch vliegen de 
activisten er op sociale media regelmatig hard in, spelen regelmatig op 
de persoon en steken hun wantrouwen jegens RIVM, OMT en kabinet niet 
onder stoelen of banken. Maar internationaal gezien zijn hun 
inhoudelijke analyses en standpunten weinig controversieel. Zo pleiten 
ze al vroeg voor meer testen, beter contactonderzoek, voor het dragen 
van mondkapjes in publieke (binnen)ruimtes en voor extra maatregelen om 
de scholen veilig te kunnen openen. 'Wij kregen het verwijt paniek te 
zaaien, terwijl we juist kritiek hadden op de overheidsstrategie om 
vooral geen paniek te veroorzaken', zegt Stronks. 'Dat geeft namelijk 
een vrijbrief om transparantie en eerlijkheid van de communicatie op dat 
doel aan te passen.'

De discussie rond het testbeleid zou kenmerkend blijken voor het 
Nederlandse coronabeleid tijdens de hele eerste golf: critici roeren 
zich in de media over het gevoerde beleid, leden van het Outbreak 
Management Team en van het kabinet weerspreken de kritiek of ontkennen 
simpelweg het probleem. Onder druk komen ze schoorvoetend en tergend 
traag de critici tegemoet. Het zou gebeuren rond het testbeleid, rond 
het opschalen van het bron- en contactonderzoek door de GGD'en, rond de 
invulling van datzelfde bron- en contactonderzoek en rond de 
ventilatievoorschriften voor gebouwen.

Het is die dynamiek die Xander Koolman begin april doet besluiten zich 
te mengen in het publieke debat. 'We hebben in Mark Rutte geen leider 
maar een uiterst bekwame volger', zegt Koolman. 'Het doel van dit 
kabinet is steeds geweest de boel bij elkaar te houden. Draagvlak is 
nodig om de bevolking mee te krijgen. Maar wanneer je steeds maar op 
zoek bent naar de grootste gemene deler, bied je de bevolking geen 
perspectief, geen visie. Doen anderen dat ook niet, dan valt de boel 
alsnog uit elkaar.'

Op dat moment vlakt de Nederlandse coronagroeicurve voorzichtig af en al 
snel ontspint zich de discussie: gooien we de boel weer zo snel mogelijk 
open of houden we de lockdown langer vol? Koolman schuift op 6 april aan 
bij Nieuwsuur en pleit voor het laatste, ook vanuit economisch 
perspectief. 'De mitigatiemaatregelen zouden we tot diep in 2021 moeten 
volhouden. Dringen we het virus verder terug, dan kunnen we het daarna 
onder controle houden door nieuwe uitbraken snel op te sporen en uit te 
doven. Dan zou de economie snel kunnen herstellen.'

Ook Koolman valt het op dat dit pleidooi voor het indammen van het virus 
in Nederland zo moeilijk tractie krijgt, ook nu dit alsnog binnen 
handbereik komt doordat de intelligente lockdown effectiever uitpakt dan 
de modelleurs zelf verwacht hadden. 'Het discours in ons land is zo 
anders dan in landen om ons heen. Ik begrijp gewoon niet waar dat door 
komt.'

Het door Koolman gehoopte scenario komt niet uit: onder grote 
maatschappelijke druk voert het kabinet de versoepelingen toch versneld 
door, waardoor het virus net niet ver genoeg is teruggedrongen. Ook 
hebben de GGD'en de tijd niet gebruikt om zich voor te bereiden op het 
testen van iedereen met klachten en om elke besmetting op te volgen met 
bron- en contactonderzoek.

Toch lijkt er iets veranderd in het debat over het Nederlandse 
coronabeleid. Verschillende experts vinden openlijk de advisering van 
het OMT en de richtlijnen van het RIVM veel te behoudend en hekelen het 
gebrek aan transparantie en inspraak vanuit andere expertises. Bovendien 
hebben ze allerlei vraagtekens bij het beleid zelf. Wat zijn nu de 
plannen na de lockdown? Wat gaat er gedaan worden om het virus onder 
controle te houden? Of blijft het gewoon bij 'net genoeg doen om de 
ziekenhuizen niet te overbelasten' - waardoor het virus blijft rondgaan 
en de kans groot is dat er een hoge tweede golf komt met wederom 
duizenden ernstig zieken en doden?

Voor het eerst beginnen ook Kamerleden, die in nauw contact staan met de 
critici, zich hierover uit te spreken. Op 7 mei vindt er voor het eerst 
een Kamerdebat plaats over die strategie, waarbij de linkse oppositie 
onder leiding van PVDA-voorman Lodewijk Asscher aandringt op veel 
actiever indammen, met name door het bron- en contactonderzoek door de 
GGD'en op te schroeven. Hugo de Jonge zegt toe dit te gaan doen en 
gebruikt half mei zelf de term 'brandjes uittrappen'. Vanaf 1 juni zal 
iedereen met klachten getest kunnen worden en er komt net als in 
Duitsland een dashboard met signaalwaarden om op tijd in te kunnen 
grijpen bij een opleving. Maar intussen is ook vanuit andere hoek de 
kritiek aangezwollen.

Wanneer opiniepeiler en sociaal geograaf Maurice de Hond zich begin dit 
jaar begint te verdiepen in de verspreiding van het coronavirus, doet 
hij dat puur vanuit eigen interesse. Via Twitter leest hij over de 
uitbraak in China en als cijferfanaat gaat hij als vanzelf op zoek naar 
patronen. Maar tot zijn verbazing zijn de patronen die hij ziet heel 
anders dan wat hij leest in berichten van de 
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het RIVM. Het zijn met name de 
minuscule druppeltjes en zwevende virusdeeltjes, aerosolen, die De Hond 
met zijn blogs in Nederland op de kaart zou zetten. Het OMT is net als 
de WHO niet overtuigd van het substantiele belang van aerosolen bij de 
verspreiding van het virus, maar dat geldt zeker niet voor alle 
wetenschappers.

De OMT-deskundigen weten maar moeilijk raad met De Hond. Hij houdt zich 
niet aan de academische mores en schroomt niet fel uit te halen. 
Bovendien koppelt hij zijn betoog over aerosolen en het belang van 
ventilatie (dat veel van de critici delen) aan een andere boodschap: wat 
hem betreft kan de anderhalvemeterregel bij het grofvuil en kunnen we 
ook weer gewoon handen schudden en stoppen met oppervlakken schoonmaken. 
De grote druppels waarvoor die afstandsregels zijn afgekondigd spelen 
wat hem betreft geen rol van betekenis (iets waarin wetenschappers die 
het belang van aerosolen benadrukken minder stellig zijn). 'Door die 
regels veranderen we de hele samenleving volledig, met grote sociale, 
economische en maatschappelijke consequenties', zegt De Hond. 'Ik denk 
dat de anderhalve meter niet adequaat is voor de bestrijding van het 
virus en dat we ergens een bepaald risico moeten accepteren.'

Het lastige aan de anderhalvemeterregel is dat deze aan de ene kant 
inderdaad voortkomt uit aannames over de reikwijdte van grote druppels 
afkomstig uit de mond van een besmette persoon, waar op basis van 
recente inzichten het nodige op aan te merken is. Maar aan de andere 
kant wordt de maatregel al tientallen jaren met succes toegepast in de 
infectieziektenbestrijding en herbergt deze een belangrijk principe: het 
voorkomen dat er te veel mensen te dicht op elkaar komen. Het klopt dat 
er weinig besmettingen buiten plaatsvinden, maar het is twijfelachtig of 
die vlieger ook opgaat voor bijeenkomsten waar mensen opeengepakt staan. 
En 'een risico accepteren' betekent in het geval van een epidemie al 
snel: het risico op een grote nieuwe uitbraak.

Het betoog van De Hond groeit voor velen in Nederland uit tot 'het 
alternatieve geluid'. En dan is daar op 29 mei een ander boegbeeld van 
de weerstand tegen de coronamaatregelen: oud-promovendus en dansleraar 
Willem Engel. Zijn interview bij het burgerjournalistieke Cafe 
Weltschmerz wordt in korte tijd tienduizenden en in de paar maanden erna 
honderdduizenden keren bekeken. Engel gaat daarin verder dan De Hond: 
volgens hem is de (op dat moment al grotendeels opgeheven) lockdown een 
schande en gebruikt de overheid de coronacrisis om de burger allerlei 
individuele vrijheden te ontnemen. Hij shopt selectief in cijfers en 
statistieken om onder meer de dodelijkheid van het virus (op dit moment 
geschat op 0,5 procent van de besmettingen) en het nut van coronatesten 
omlaag te praten.

In eerste instantie beveelt De Hond de Weltschmertz-video nog van harte 
aan, maar wanneer Engel zich met zijn beweging Viruswaanzin steeds meer 
tot een complotdenker ontpopt en onder meer een vergelijking maakt 
tussen de coronamaatregelen en de jodenvervolging, tempert De Hond zijn 
enthousiasme. Ondertussen krijgt Viruswaanzin (inmiddels: Viruswaarheid) 
heel wat aandacht in de media. Op 19 juni schuift Engel zelfs aan in 
talkshow Beau op RTL4. Engel vertegenwoordigt een bredere beweging van 
sceptici die vinden dat iedereen zelf moet beslissen wat-ie wil doen 
tegen het virus - in weerwil van het feit dat een epidemie op basis van 
individuele afwegingen niet te bestrijden valt.

Dat deze beweging in Nederland meer tractie krijgt dan bijvoorbeeld het 
humanitair georienteerde Containment.nu verbaast hoogleraar 
internationaal gezondheidsrecht Brigit Toebes van de Rijksuniversiteit 
Groningen niet. Ook in juridische kringen merkt ze dat in discussies 
over het coronabeleid de aan persoonlijke levenssfeer gerelateerde 
grondrechten de boventoon voeren. Met name grondrechtenspecialisten 
maken zich druk, over de coronawet die minister De Jonge wil invoeren, 
maar ook in meer algemene zin over de coronamaatregelen. 'Het is goed 
dat ze dat doen, maar ze gaan volledig voorbij aan het recht op 
gezondheid', zegt Toebes. 'Dat verplicht de overheid maatregelen te 
treffen ter bevordering van de volksgezondheid.'

Ze vermoedt dat dit te maken heeft met onze sterke hang naar autonomie, 
al vraagt ze zich af of die echt zo typisch is voor Nederland. 'Ik zou 
daar weleens sociologisch onderzoek over willen zien. Het kan net zo 
goed het gevolg zijn van een paar decennia VVD-beleid.'

De juridische kaders die als gevolg van dit beleid in Nederland bestaan, 
lijken de Nederlandse corona-aanpak niet in absolute zin te hebben 
beperkt - zodra het kabinet van een beleidsmaatregel overtuigd was, 
vonden ze wel een juridische uitweg. Maar ze vormen wel barrieres die 
het beleid mede hebben gevormd, aldus Toebes. 'Feit is dat de 
coronacrisis het spanningsveld blootlegt tussen het beschermen van 
gezondheid en het respecteren van vrijheden.'

Terwijl in mei de versoepelingen een voor een worden doorgevoerd, dringt 
ook tot de oppositiepartijen door dat het gevoerde coronabeleid niet als 
vanzelf uit 'de wetenschap' voortkomt. Er ontstaan twee fronten waarbij 
populistisch rechts, dat eerst nog op een harde lockdown had 
aangedrongen, zich steeds meer schaart achter De Hond en Engel en links 
pleit voor het proactief indammen van het virus.

Ingegeven door experts als Xander Koolman en veldepidemioloog Amrish 
Baidjoe dwingen PVDA en SP op 4 juni door middel van een motie een 
inhoudelijke evaluatie af van de eerste coronagolf door tientallen 
deskundigen van buiten het OMT en het RIVM.

In diezelfde periode heeft gezondheidseconoom Xander Koolman contact met 
het ministerie van Volksgezondheid in Den Haag. Hij heeft een aantal 
hoge ambtenaren net uitgelegd wat volgens hem het probleem is: de 
Nederlandse overheid heeft steeds geprobeerd een balans te vinden tussen 
het beheersen van het virus en het verstoren van de samenleving, maar 
juist de aanwezigheid van dat virus legt een enorme druk op de 
samenleving en economie. Zelfs nu het virus behoorlijk ver is 
teruggedrongen en er al flink is versoepeld, blijft het gehoopte herstel 
achter. Koolman wijt dat aan een gebrek aan consumenten- en 
producentenvertrouwen dat zich maar niet herstelt.

'Hoe denk je dat we dat vertrouwen weer omhoog kunnen krijgen?' vraagt 
een van de ambtenaren hem. 'Door het virus weg te werken', antwoordt 
Koolman, verwijzend naar Australie, waar het consumentenvertrouwen na 
indamming wel terugveerde. 'Is er geen andere manier om dat voor elkaar 
te krijgen?' vraagt een ambtenaar.

Daarna ziet Koolman dat het kabinet stopt met de regelmatige 
persconferenties, het RIVM publiceert geen dagelijkse updates meer, 
politici en adviseurs gaan op vakantie en stralen uit dat de 
Nederlanders dat ook kunnen doen. 'Het was een kwestie van vertrouwen 
uitstralen om vertrouwen terug te krijgen. Ik baalde daarvan, want dat 
zou het vertrouwen waarschijnlijk juist niet terugbrengen.'

Nederlanders geven massaal gehoor aan de vakantieoproep en gaan weer 
volop naar cafes, restaurants en andere gelegenheden. Hoewel de cijfers 
niet te vergelijken zijn met die van maart, neemt begin augustus het 
aantal besmettingen veel sneller toe dan verwacht. GGD'en in Rotterdam 
en Amsterdam kunnen al snel het contactonderzoek niet meer aan.

Gedragsjurist Benjamin van Rooij van de Universiteit van Amsterdam 
waarschuwde ten tijde van de eerste versoepelingen al: de naleving 
tijdens die eerste fase kwam vooral doordat er weinig gelegenheid was 
tot overtreden. Hij vergelijkt het met een crashdieet: dat werkt voor 
korte tijd door wilskracht, maar vooral ook doordat je de verleidingen 
weg hebt gehouden door niets lekkers in huis te halen. Inmiddels is de 
norm verschoven en is er volop gelegenheid tot contact. Dan is 
zelfdiscipline duidelijk te veel gevraagd. Uit allerlei studies blijkt 
bijvoorbeeld dat in het dagelijks leven de anderhalve meter nog 
nauwelijks een rol speelt.

Oliedom, noemt crisisbeheersingsadviseur Gertjan Ludden de zomerstop van 
kabinet en OMT. Vanaf dat moment is er geen urgentiebesef meer en raakt 
het kabinet volledig de regie kwijt. 'We zitten midden in de zwaarste 
crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en dan schalen het kabinet en de 
veiligheidsregio's de crisisstructuur af.'

Volgens Ludden is het de Nederlandse aanpak niet ten goede gekomen dat 
er geen echte crisismanagers aan het roer stonden. 'Dat zouden 
generalisten moeten zijn, geen specialisten zoals in het OMT, 
generalisten met praktijkervaring bovendien, waardoor ze operationeel 
kunnen denken.'

Hij is niet de enige die zich afvraagt of het OMT wel met de juiste 
crisismentaliteit opereert. De cultuur in Nederland is om dit soort 
advisering heel zorgvuldig te doen, vandaar ook die eindeloze 
mondkapjesdiscussie, zegt hoogleraar Arjen Boin.

Waar in een groot deel van de wereld het mondkapjesbeleid eerst nog 
gedicteerd werd door schaarste, zijn steeds meer landen, evenals de WHO 
en het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), 
opgeschoven richting veel ruimer gebruik van mondmaskers in de zorg en 
een mondkapjesplicht of -advies voor (besloten) publieke ruimtes, 
afhankelijk van de lokale situatie. Het OMT is nog altijd van mening dat 
mondkapjes voor niet-medisch gebruik amper meerwaarde hebben als de 
basismaatregelen worden gehanteerd. De RIVM-gedragsunit concludeerde nog 
wel dat mondkapjes mensen bewuster kunnen maken van het virus. Dit 
leidde tot de wonderlijke constructie dat het kabinet buiten het 
openbaar vervoer geen mondkapjes aan het algemene publiek aanraadt maar 
gemeenten wel de mogelijkheid biedt om te experimenteren met mondkapjes 
als 'gedragsinterventie'. Mocht het OMT op termijn alsnog mondkapjes 
aanraden, zal het lastig worden dit overtuigend te doen.

Roel Coutinho, voorganger van Jaap van Dissel als directeur van het 
Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, zegt op 7 augustus in 
Nieuwsuur dat het RIVM te vaak wacht op 'onomstotelijk bewijs' en te 
weinig openstaat voor nieuwe, minder hard bewezen inzichten over 
mondkapjes en de verspreiding van aerosolen. Alex Friedrich, die zelf 
regelmatig bij het OMT aanschuift, is van mening dat we door die 
terughoudendheid steeds het risico lopen om net te weinig te doen en zo 
het virus niet onder controle te krijgen. 'Wat mij betreft zetten we 
meer in op voorzorg.'

Wat Boin stoort is dat het Outbreak Management Team bij ingewikkelde 
kwesties niet zegt dat ze het niet weten, maar zich wanneer dat goed 
uitkwam liet verleiden tot: 'We denken dat het zo zit.' Voor het 
ontsmetten van winkelkarretjes en de keuze voor anderhalve (en niet een 
of twee) meter hoefde dus helemaal niet zoveel bewijs te zijn, voor 
ventilatie, mondkapjes en onderscheid tussen binnen- en buitenomgeving 
wel.

Ook voormalig hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) Wim 
Schellekens ziet de behoudende opstelling van OMT en kabinet als 
problematisch. Samen met Xander Koolman, Amrish Baidjoe en epidemioloog 
Arnold Bosman stuurt hij eind juli een brief aan het kabinet waarin ze 
oproepen tot snelle maatregelen zoals verplichte quarantaines voor 
reizigers uit risicogebieden, om een tweede golf van besmettingen te 
voorkomen. Op 10 augustus bundelen ze hun krachten met een aantal 
anderen en presenteren ze zich onder de naam Red Team. Red Teams worden 
in het bedrijfsleven ingezet om managers een spiegel voor te houden en 
zo groepsdenken en vooringenomenheden te lijf te gaan.

Het Red Team stelt zich nadrukkelijk constructief op, maar het Outbreak 
Management Team reageert niet hartelijk. 'Ik ben bang dat het Red Team 
onderdeel wordt van de onrust, door hoe de discussies nu verlopen', zegt 
hoogleraar virologie en OMT-lid Marion Koopmans. Zij vreest voor een 
afbrokkeling van het vertrouwen en een verdere politisering van het 
debat. 'De kritiek bevat goede punten, maar veel ervan is bekend en valt 
onder 'implementatieleed', wat niet zomaar is opgelost - bijvoorbeeld 
als het gaat over testen en bron- en contactonderzoek en de snelheid 
waarmee testresultaten arriveren. De vraag is dan: wat zijn de 
alternatieven en backup plans? Nu lopen we het risico dat iedereen naar 
elkaar wijst en niks beweegt.'

Koopmans stoort zich aan de steeds weer opgeworpen discussie over de 
Nederlandse coronastrategie - wat haar betreft is dat het virus zoveel 
mogelijk indammen. RIVM-hoofdmodelleur Jacco Wallinga is het met haar 
eens. 'De enige manier om te bereiken wat het kabinet wil, namelijk 
zicht houden op de verspreiding en de ziekenhuizen niet overbelasten, is 
de verspreiding zo laag mogelijk houden. Je moet er wel bovenop zitten 
om de controle te houden.'

De critici brengen daar tegenin dat dat 'erbovenop zitten' niet draait 
om mooie woorden, maar om daden. Containment.nu stelt daarom dat die 
ambitie een wassen neus is en dat het beleid nog altijd is gericht op 
mitigatie en groepsimmuniteit, inclusief het afwijzen van mondkapjes, 
omdat die verspreiding in de weg staan. Het Red Team houdt het erop dat 
het kabinet die schijn onvoldoende weet weg te nemen. En de afgelopen 
maanden hebben getoond dat rond die implementatieproblemen de schone 
schijn regeert. Pas wanneer deze in de media worden aangekaart, blijken 
ze ineens wel oplosbaar - de testcapaciteitsproblemen zijn daarvan het 
voorbeeld, evenals de opschalingsproblemen waar de GGD nog altijd mee 
kampt.

Tegelijk met de druk om proactiever beleid te voeren, hebben de 
beleidsmakers en hun adviseurs te maken met geluiden vanuit sceptische 
hoek. Maurice de Hond publiceert op 21 augustus een 'alternatieve 
persconferentie' waarin hij voorstelt om in buitenomgevingen de 
anderhalvemeterregel af te schaffen en die voor binnen terug te 
schroeven naar een meter, gekoppeld aan allerlei maatregelen om de 
ventilatie van gebouwen op orde te brengen.

En ook dat geluid verbreedt. Adviesbureau Gupta noemt COVID in een 
rapport 'een koekoeksjong' dat disproportionele kosten en aandacht heeft 
opgeleverd ten opzichte van de reguliere zorg. Een groep van honderden 
artsen stuurde op 11 augustus een eind juni al online geplaatste 
brandbrief naar de Tweede Kamer, waarin ze hun zorgen uiten over de 
gevolgen van de maatregelen voor al die andere zorg en voor de 
maatschappij als geheel. In opdracht van de evenementensector 
publiceerde stichting Crisislab van hoogleraar Ira Helsloot op 24 
augustus een literatuuronderzoek. Conclusie: het besmettingsrisico voor 
evenementen zoals muziekfestivals is niet groter dan dat van reeds 
toegestane activiteiten.

Deze verschillende geluiden hebben geleid tot een gespleten publieke 
opinie: afgelopen week meldde het Algemeen Dagblad op basis van 
onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau Markteffect een verdubbeling 
van het aantal mensen dat meer maatregelen wil en van het aantal mensen 
dat juist minder wil, tot respectievelijk 43 en 33 procent van de 
ondervraagden.

'Ironisch genoeg wordt zowel indammen als rond laten gaan nu 
aantrekkelijker', zegt Koolman. 'We kunnen beter bestrijden en beter 
behandelen, al blijft indammen nog steeds beter voor volksgezondheid en 
economie. Dus juist nu wordt het belangrijk om de boel niet meer bij 
elkaar te houden door iedereen enigszins tevreden te houden, maar te 
kiezen voor wat echt de meest effectieve aanpak lijkt.'

Zo is er een duivels dilemma ontstaan: laat het kabinet z'n oren meer 
hangen naar de ene oppositie, dan krijgt het die andere fel tegen zich 
en vice versa. Maar niet kiezen is de slechtste optie van de drie. 
Koolman is er in elk geval niet gerust op dat er hard genoeg wordt 
ingezet op indammen. In het Algemeen Dagblad van 24 augustus oppert hij 
om in elk geval vast na te denken over hoe we dan straks wel de 
miljoenen kwetsbaren kunnen beschermen, wanneer het indammen wederom 
faalt. Ouderenbond ANBO pleit bijvoorbeeld voor een mondkapjesplicht in 
verpleeghuizen, Koolman doet de suggestie winkels, openbaar vervoer en 
uitgaansgelegenheden tijdelijk gescheiden te houden voor laag- en 
hoogrisicogroepen. Het is nogal de vraag hoe haalbaar die uitwerking 
gaat zijn, maar de discussie moet in elk geval gevoerd worden, vindt 
hij, al is het maar om het over die haalbaarheid te kunnen hebben.

Ondertussen lijkt in Den Haag nog altijd de reactieve poldermentaliteit 
te overheersen. In reactie op de vragen of scholen wel voldoende 
geventileerd zijn om virusuitbraken te voorkomen, stelt het kabinet 
voorzitter van Techniek Nederland Doekle Terpstra aan als hoofd van het 
team dat erop is gericht, zoals Terpstra het zelf op nieuwszender NPO 
Radio 1 toelicht, 'de rust op het dossier scholen en ventilatie te gaan 
creeren'.

Of dat de juiste instelling is voor de komende maanden, is sterk de 
vraag, vindt Arjen Boin. 'Tijdens de eerste persconferentie na de 
zomervakantie van Rutte en De Jonge op 6 augustus leek het wel of Rutte 
een oude grammofoonplaat had meegenomen. Hij verkondigde precies 
dezelfde boodschap als in maart en april: anderhalve meter afstand, 
thuisblijven bij klachten, de handen stuk wassen. Maar nu klonk die 
boodschap ineens ontzettend sleets. Als ze niet inzien dat er een nieuwe 
strategie nodig is, dan hebben we een probleem.'

--------
(c) 2020 De Groene Amsterdammer


More information about the D66 mailing list