[D66] Terugkijken: Hoe Nederland zijn vaccinkennis grotendeels ontmantelde (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #102)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Fri Apr 3 18:07:17 CEST 2020


Bron:   De Groene Amsterdammer (#14)
Datum:  1 april 2020
Auteur: Belia Heilbron en Karlijn Kuijpers
URL:    
https://www.groene.nl/artikel/je-gaat-toch-ook-de-brandweer-niet-verkopen
Opm:    Zaterdag 4 april, 14:00-15:00, besteedt Argos op NPO Radio 1
         aandacht aan de uit Nederland verdwenen vaccinkennis


Investico onderzoek: Hoe Nederland zijn vaccinkennis grotendeels
ontmantelde
----------------------------------------------------------------
'Je gaat toch ook de brandweer niet verkopen?'

Vaccinontwikkeling is een taak van de overheid. Toch heeft Nederland de 
vaccinproductie verkocht aan een groot farmabedrijf, dat niet in 
onderzoek investeert. 'Als we toen waren doorgegaan hadden we nu veel 
sneller een coronavaccin gehad.'

(...)

Minister Els Borst van Volksgezondheid geeft in oktober 2001, een maand 
na de terroristische aanslagen, de Nederlandse staatsvaccinfabriek de 
opdracht om voor de hele Nederlandse bevolking een pokkenvaccin te 
maken. Ruim een half jaar later liggen de twintig miljoen spuitjes 
klaar.

Wat minister Borst kon, kan minister Hugo de Jonge nu niet meer. De 
staatsvaccinfabriek is verkocht. Toen het coronavirus zich over de 
wereld verspreidde was De Jonge zelfs bezig om ook het laatste onderdeel 
van het vaccininstituut te verkopen.

Wanneer die privatisering rond is, heeft Nederland in minder dan tien 
jaar tijd de productie en het grootste deel van het onderzoek naar 
vaccins uit handen gegeven. 'De kennisinfrastructuur over vaccins is 
weggevallen', zegt Ben van der Zeijst, hoogleraar vaccins en vaccinaties 
aan de Universiteit Leiden en voormalig wetenschappelijk directeur van 
het Nederlands Vaccin Instituut. Ook andere Europese landen verkochten 
hun vaccininstituten aan grote farmabedrijven. De industrie is echter 
niet geinteresseerd om te investeren in onderzoek naar nieuwe vaccins. 
Daarom moeten we nu nog beginnen aan het onderzoek naar een 
coronavaccin, en duurt het nog zeker een jaar voordat een vaccin voor 
dit type corona op de markt is.

Nederland ontmantelde zijn vaccinkennis zonder zich werkelijk in te 
zetten voor een goed internationaal alternatief. Een Noord-Europese 
alliantie voor het ontwikkelen van nieuwe vaccins faalde door 
geldgebrek, en het Europese Centrum voor Infectieziektepreventie en 
-bestrijding werd niet meer dan een tam informatiecentrum. 'Ik heb 
regelmatig gepleit voor internationale samenwerking, maar het ministerie 
zei steeds: 'Dat bekijken we later nog wel eens'', zegt Van der Zeijst.

Hans de Goeij, voormalig directeur-generaal Volksgezondheid, die in 
opdracht van het ministerie de publieke belangen bij privatisering 
onderzocht, waarschuwde de Kamer in 2015 dat Nederland na privatisering 
onvoldoende is voorbereid op epidemieen. 'Je gaat toch ook de brandweer 
niet verkopen?' zegt hij nu. Maar zijn rapport vond geen enkel gehoor: 
de privatisering werd stug en in alle stilte doorgezet.

Hoe kan het dat minister na minister bevestigt dat vaccinproductie en 
-ontwikkeling een taak van de overheid is, maar dat die taak desondanks 
werd ontmanteld? Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico 
reconstrueerde voor De Groene Amsterdammer, mede voor radioprogamma 
Argos, hoe de vaccinkennis uit Nederland verdween.

'Het was state of the art, anders was ik er niet gaan werken.' 
Microbioloog Ben van der Zeijst is trots wanneer hij in 1997 na een 
lange academische carriere wetenschappelijk directeur wordt van de 
sector vaccins van het RIVM, die later opgaat in het Nederlands Vaccin 
Instituut. 'Het was een prestigieuze instelling, we waren internationaal 
koploper.'

Die positie dankt het instituut aan een lange geschiedenis. In het 
Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de 
Volksgezondheid werd al sinds 1901 onderzoek gedaan naar onder meer 
cholera, difterie, tuberculose, tyfus, syfilis en de Spaanse griep. 
Nederlandse vaccinonderzoekers konden in hun laboratoria aan de rand van 
de bossen bij Bilthoven alle kindervaccins zelf produceren. Ze leverden 
miljoenen pokkenvaccins aan de Wereldgezondheidsorganisatie en vonden 
als eersten een manier om het poliovaccin tien keer goedkoper te maken, 
een uitvinding waar het RIVM nog steeds trots op is. Ongeveer een derde 
van alle huidige vaccins wereldwijd is gebaseerd op techniek uit 
Bilthoven.

Maar enkele jaren nadat Van der Zeijst aantreedt, is van die 
internationale allure weinig meer over en valt zijn instituut van het 
ene schandaal in het andere. Volgens de Inspectie voor de 
Gezondheidszorg is het personeel onvoldoende opgeleid en deugen de 
schoonmaakprocedures in sterilisatieafdelingen niet. Materialen die 
besmet kunnen zijn met levende organismen blijken buiten te worden 
opgeslagen in een niet-afgesloten en vervuilde container. De Inspectie 
concludeert in 2005 dat het Nederlandse vaccininstituut niet voldoet aan 
de eisen. 'Amateuristisch', volgens inspecteur-generaal Herre Kingma, 
die dreigt de fabriek te sluiten als het niet binnen drie maanden is 
verbeterd.

Het rijk investeert miljoenen om de boel op orde te krijgen en te 
voorkomen dat de fabriek moet sluiten. Dit komt bovenop een fout, een 
jaar eerder, met de dop op de flesjes van het kinkhoestvaccin waardoor 
de voorraad vaccins onbruikbaar was geworden.

De echte genadeslag is het DKTP-vaccin, tegen difterie, kinkhoest, 
tetanus en polio. Dat vaccin wordt afgekeurd omdat het te veel 
bijwerkingen zou hebben, waardoor een duur alternatief bij een Canadees 
farmaciebedrijf moet worden ingekocht. Van der Zeijst en zijn collega's 
waren bezig om een nieuw vaccin te ontwikkelen, maar dat duurde veel 
langer dan gepland. Wanneer het eindelijk de markt op kan, wordt het tot 
zijn verbazing afgekeurd. Jaren aan onderzoek gaan zo de prullenbak in 
en minister Ab Klink van Volksgezondheid besluit het onderzoek stil te 
leggen: 'Uitgebreide aanvullende klinische studies zouden vereist zijn 
zonder garantie op een positief resultaat', meldt hij aan de Kamer.

Het is niet zozeer dat het vaccininstituut ineens al zijn kunde was 
verloren; het was de wereld om het instituut heen die was veranderd. 
Regels werden in rap tempo strenger en fouten konden dankzij 
voortschrijdende technologie steeds sneller en beter worden opgespoord. 
Om aan de hoge veiligheidseisen te voldoen werd schaalvergroting 
onvermijdelijk. Wereldwijd klonterden farmaciebedrijven samen om hun 
productie rendabel te houden, en landen als Zweden, Denemarken en Spanje 
verkochten hun rijksvaccininstituten.

Ook voor het kleine Nederlandse vaccininstituut zijn de kosten 
nauwelijks nog op te brengen. 'Hoe weinig je ook produceert, je hebt 
toch honderd mensen nodig voor een kwaliteitssysteem. Dat wordt erg 
duur', zegt Van der Zeijst. 'Uiteindelijk konden we nieuwe vaccins niet 
maken met het tempo waarin de grote industrie dat kan.'

Toch vindt Van der Zeijst het een slecht idee om de boel dan maar te 
verkopen. 'Het kost geld, maar de grote farmaceuten zijn niet 
geinteresseerd om vaccins voor noodsituaties te ontwikkelen. Dus 
overheden moeten het wel doen.' Het is een bekend fenomeen: omdat het 
ongewis is welke epidemieen wanneer de kop opsteken, is het voor 
farmaceutische bedrijven economisch onaantrekkelijk om te investeren in 
vaccinonderzoek. 'Marktgedreven innovatie geeft onvoldoende prikkels 
voor de private sector om in onderzoek en ontwikkeling van vaccins te 
investeren', schrijft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). En 
universiteiten doen wel vaccinonderzoek, maar waar academici ophouden, 
begint het voor farmaceuten pas. Het overgrote deel van de 
vaccinontwikkeling, zoals klinische tests, licenties, veiligheid en 
productie wordt door universiteiten niet gedaan.

De WHO waarschuwt al sinds 2003 voor nieuwe pandemieen, en roept 
overheden dan ook op om te investeren in nieuwe vaccins. Van der Zeijst 
wijst het ministerie rond 2009 op de risico's. 'Maar dat vond men niet 
zoveel hout snijden. 'Je weet toch nooit wanneer zo'n ramp komt', zeiden 
ze. Het werd gezien als een hobby van mij die je niet al te serieus 
moest nemen.'

Van der Zeijst probeert te redden wat er te redden valt, 'maar 
uiteindelijk waren er te veel problemen in korte tijd, het vertrouwen 
verdween'. Ook binnen het RIVM krijgt Van der Zeijst geen steun. Roel 
Coutinho, op dat moment directeur van het Centrum voor 
Infectieziektebestrijding van het RIVM, ziet geen toekomst meer voor het 
vaccininstituut. 'Die tijd is voorbij', zegt hij in een interview met De 
Groene Amsterdammer. 'Een overheidsorganisatie is daar te log voor. Het 
is een te grote investering, waar veel te veel risico's aan verbonden 
zijn. Dat is nu eenmaal de realiteit op dit moment.'

Begin 2009 besluit minister Klink de vaccinfabriek te privatiseren. 'Het 
is voor een kleine producent als het Nederlands Vaccin Instituut niet 
haalbaar om te voldoen aan de steeds strenger wordende kwaliteitseisen', 
schrijft hij. 'Ik zie geen mogelijkheden meer om als overheid tegen 
acceptabele kosten vaccins te blijven produceren.' Politieke discussie 
levert het nauwelijks op. Het zijn de nadagen van de bankencrisis en een 
meerderheid in de Kamer is het erover eens dat de overheid moet krimpen.

Nico Oudendijk moet de boel gaan verkopen. 'Het was een klein, 
niet-functionerend fabriekje', zegt de man die jarenlang op het 
ministerie van Volksgezondheid werkte. 'Ze maakten met pijn en moeite 
tien miljoen vaccins per jaar en maakten twintig miljoen euro verlies. 
Het was een ambtelijke club die matig functioneerde.' Verkoop was de 
enige optie, is zijn overtuiging.

Maar dan moet er wel een geschikt bedrijf worden gevonden dat tegen een 
redelijke prijs ook minder rendabele vaccins wil blijven produceren. 
'Wel verkopen, maar niet verpatsen', noemt Oudendijk dat. Een aantal 
bedrijven wordt de deur gewezen, tot het Serum Institute of India, een 
van de grootste vaccinproducenten ter wereld, om de hoek komt kijken. 
Eigenaar en oprichter Cyrus Poonawalla is geen vreemde in Bilthoven - 
hij liep nog stage bij het RIVM. Poonawalla wil de fabriek overnemen om 
zich helemaal te gaan richten op de productie van vaccins voor polio, 
een ziekte die dan bijna is uitgeroeid en alleen nog in Afrika en Azie 
heerst.

Van der Zeijst is opgelucht met de komst van het Serum Institute. 'Het 
besluit om te privatiseren zorgde voor grote verslagenheid, maar het 
Serum Institute haalde de kou wat uit de lucht. Het is een goed bedrijf, 
daar hebben we enorm geluk mee gehad.'

In geval van crisis zou de Nederlandse overheid ook na de verkoop nog 
wel over de productiefaciliteiten van het bedrijf kunnen beschikken om 
vaccins te produceren, belooft de minister de Kamer in 2012. Maar 
wanneer we het bedrijf nu, acht jaar later, bellen om te vragen of dat 
nog steeds geldt, blijkt er weinig over van die belofte. 'Die afspraak 
is er niet, wij zien zo'n overeenkomst in onze stukken niet terug', zegt 
een woordvoerder van het Serum Institute. 'En als we nu de productie van 
het poliovaccin zouden stopzetten om een coronavaccin te produceren, 
hebben we over twee jaar een enorme polio-uitbraak in 
ontwikkelingslanden. Dat wil je ook niet.'


Het RIVM: onderzoek en productie

Het huidige RIVM begint in 1909 als het Centraal Laboratorium ten 
behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, waarin onderzoek 
wordt gedaan naar besmettelijke ziekten als cholera, difterie, 
tuberculose, tyfus. Tien jaar later wordt het Rijks-Serologisch 
Instituut opgericht dat zich richt op de ontwikkeling van vaccins. De 
twee centra fuseren in 1934 en gaan verder als het Rijksinstituut voor 
de Volksgezondheid. Het instituut produceert en ontwikkelt decennialang 
vaccins. In 2003 wordt de vaccinproductie en het onderzoek in een aparte 
organisatie ondergebracht, het Nederlands Vaccin Instituut, om ook 
diensten te kunnen gaan verkopen aan private partijen, iets wat onder 
het dak van het RIVM niet zou kunnen. Het RIVM hield ook toezicht op de 
kwaliteit van de vaccins en ook om die reden is het beter om de 
instituten te splitsen. De productietak wordt in 2012 geprivatiseerd, en 
wanneer in 2013 wordt besloten om ook het vaccinonderzoek te 
privatiseren, gaan de onderzoekers die werkten aan het 
Rijksvaccinatieprogramma terug naar het RIVM. Het RIVM onderzoekt de 
werking en uitbreiding van het Rijksvaccinatieprogramma en immuniteit 
tegen vaccins.

Wanneer minister Klink besluit om de fabriek te privatiseren, benadrukt 
hij dat de onderzoekstak in overheidshanden moet blijven. 'Ik zie dat de 
farmaceutische industrie ontwikkelingen laat liggen die voor de 
volksgezondheid van belang zijn, omdat onvoldoende winst verwacht 
wordt', schrijft hij in 2009. Hij wil de onderzoeksafdeling, die 
inmiddels Intravacc is gaan heten, behouden 'om in het publieke belang 
vaccins te ontwikkelen of te verbeteren, daar waar de industrie dat laat 
liggen'.

Maar zijn opvolger Schippers denkt daar anders over en besluit om ook 
het vaccinonderzoek te gaan privatiseren. Aan Nico Oudendijk opnieuw de 
taak om de verkoop te regelen. Hans de Goeij, oud-directeur-generaal van 
het ministerie van Volksgezondheid, brengt op verzoek van Oudendijk in 
de zomer van 2015 de gevolgen in kaart. Hij is helder: privatisering van 
het onderzoek is een te grote aantasting van het publieke belang. 'Bij 
dreigingen van virusuitbraken of calamiteiten wil de overheid gebruik 
kunnen blijven maken van een niet-commerciele organisatie', schrijft hij 
in 2015. Hoewel het RIVM veel kennis in huis heeft, beschikt specifiek 
Intravacc over de mogelijkheden 'om snel informatie over vaccins in de 
pipeline in de wereld op te sporen, of vaccins te kunnen laten 
(door)ontwikkelen en zo adequaat te kunnen handelen'. Hij vergelijkt het 
met een waakvlam: in tijden van nood moet de overheid de vlam direct op 
full speed kunnen zetten.

De Rekenkamer waarschuwt dat de minister na de verkoop geen invloed meer 
kan uitoefenen op de koers van Intravacc. Toch besluit minister 
Schippers de privatisering door te zetten. Ook in overheidshanden kan 
Intravacc de publieke zaak niet goed meer dienen, vindt de minister. Het 
is een gepasseerd station. Het bedrijf heeft door opeenvolgende 
bezuinigingen te weinig mensen en kennis 'om alle noodzakelijke taken 
goed te kunnen vervullen'. Viroloog Jan Hendriks, die zes jaar bij 
Intravacc werkte, bevestigt dat: 'Met het wegvallen van de 
vaccinproductie is het instituut verzwakt.'

Wat het instituut echt de das om deed, zegt Hendriks, is dat het 
inmiddels al zes jaar duurt om een geschikte koper te vinden. 'Veel 
ervaren medewerkers zijn teleurgesteld vertrokken.' Nico Oudendijk heeft 
opnieuw de taak een koper te zoeken die het instituut overeind kan 
houden. Maar vooralsnog heeft hij zo'n droomkandidaat niet gevonden.

In eigen land een vaccininstituut op de been houden blijkt ondoenlijk. 
Maar terwijl Nederland zijn eigen instituten verkoopt, doet het niets om 
te zorgen dat er een internationaal alternatief voor in de plaats komt. 
De 'waakvlam' wordt uitgeblazen en de lucifers weggegooid. De WHO 
waarschuwt al jarenlang dat landen moeten investeren in nieuwe vaccins 
om voorbereid te zijn op nieuwe epidemieen. Onderzoek naar 
coronavirussen staat al jaren op haar prioriteitenlijstje. Investeringen 
blijven uit, ondanks het feit dat de mers- en sars-uitbraken laten zien 
dat epidemieen zomaar de kop kunnen opsteken en veel slachtoffers kunnen 
maken.

Totdat in 2014 ebola toeslaat in West-Afrika. De epidemie kost aan meer 
dan elfduizend mensen het leven, maar leidt er ook toe dat de voorzitter 
van het Noorse RIVM erin slaagt een coalitie van filantropen en 
overheden bij elkaar te brengen om nieuwe vaccins te gaan ontwikkelen. 
Tijdens het World Economic Forum van 2017 in Davos wordt de Coalition 
for Epidemic Preparedness Innovation (CEPI) officieel gelanceerd.

'We hebben geluk dat er internationaal een oplossing is bedacht', zegt 
Ben van der Zeijst. Maar Nederland heeft daar niets aan bijgedragen. 
Verschillende Europese landen, waaronder Noorwegen, Duitsland, Belgie en 
het Verenigd Koninkrijk, legden al geld in. Nu de CEPI-coalitie om twee 
miljard dollar aan extra donaties vraagt om een coronavaccin te 
ontwikkelen, 'overweegt' het kabinet om 'extra middelen beschikbaar te 
stellen', schreef de minister vorige week aan de Kamer. Wat onderzoekers 
jarenlang niet lukte lijkt nu door een virusuitbraak wel mogelijk: 
publieke financiering van vaccinonderzoek staat weer hoog op de agenda.

De vraag is alleen voor hoelang. Wanneer een epidemie overwaait, is ook 
het gevoel van urgentie snel verdwenen, en krimpen de 
onderzoeksbudgetten. 'Het wordt al snel business as usual', zegt Huub 
Schellekens, hoogleraar medische biotechnologie aan de Universiteit 
Utrecht. Ook na de uitbraak van SARS en MERS bleek de aandacht snel 
verdwenen. 'Het hele medisch biologisch onderzoek wordt al jaren 
gedreven door winst en aandeelhoudersbelangen en niet door een medische 
noodzaak.'

Van der Zeijst beaamt dit. 'Na de SARS-uitbraak in 2003 deden wij 
onderzoek naar de ontwikkeling van een nieuw vaccin', zegt hij. 'We 
kregen geld uit Brussel, maar het werd steeds minder. Op een gegeven 
moment zei ik: hou het maar, met dit geld kan ik niks zinvols doen.' 
Jammer is het wel, zegt hij, want SARS lijkt sterk op corona. 'Als we 
toen waren doorgegaan hadden we nu veel sneller een vaccin gehad.'

--------
(c) 2020 De Groene Amsterdammer


More information about the D66 mailing list