[D66] Perec, de machine

A.OUT jugg at ziggo.nl
Wed Sep 18 11:14:44 CEST 2019


https://www.youtube.com/watch?v=pu6TACgAdTI

Georges Perec - Die Maschine (WDR 1968) / Science Fiction Hörspiel
12.278 weergaven
•Gepubliceerd op 24 nov. 2014
53
14

Der Erzähler
5,44K abonnees

Categorie
Mensen & blogs

On 18-09-19 10:55, A.OUT wrote:
> Goethe gefileerd
> By
> geendagzonderboek.com
> 4 min
> View Original
> 
> Behalve schrijver, essayist, film- en documentairemaker was Georges
> Perec (1936-1982) een meester in literaire experimenten. Zo schreef hij
> onder meer een palindroom van maar liefst vijfduizend letters en een
> hele roman waarin de letter e niet één keer werd gebruikt (La
> disparition; ’t Manco). Samen met Raymond Queneau en Italo Calvino
> maakte Perec deel uit van de Oulipo-groep. Deze groep schrijvers en
> wiskundigen wijdde zich aan allerlei uitzonderlijke literaire
> experimenten met als doel een geheel nieuwe esthetica te scheppen ter
> aanscherping van inspiratie en vakmanschap bij schrijvers. De
> onderliggende gedachte was dat alleen door de taal strenge beperkingen
> op te leggen, de verbeelding een vrije vlucht kan nemen en literaire
> grenzen kunnen worden verlegd. Aldus zouden een nieuwe manier van
> schrijven en een meer aandachtige, meer betrokken manier van lezen ontstaan.
> 
> Zo’n literair experiment was Die Maschine (oorspronkelijk in het Duits,
> jawel), het resultaat van een samenwerking tussen Georges Perec en Eugen
> Helmlé, dat zopas schitterend en vakkundig vertaald en bewerkt werd door
> Jan H. Mysjkin. De machine is opgevat als een hoorspel (‘een spel voor
> de oren’) en werd in 1968 voor het eerst uitgezonden door de
> Saarländische Rundfunk. Het had dermate veel succes dat het ook vandaag
> nog regelmatig opnieuw geprogrammeerd wordt.
> 
> Uitgangspunt van De machine is het eenvoudige, achtregelige Wandrers
> Nachtlied, een van Goethes bekendste gedichten. In De machine legt Perec
> het gedicht (uit 1780) ter analyse voor aan een computer, bestaande uit
> drie processors, aangestuurd door een controle-eenheid. Alle
> noodzakelijke data voor een grondige analyse zijn in de processors
> geprogrammeerd. De computer zal achtereenvolgens vier protocollen moeten
> volgen om tot een eindresultaat te komen. De controle-eenheid geeft
> bevelen, de processors voeren uit. Het hoorspel is de integrale weergave
> van het werkproces van de machine, als het ware een gesprek tussen de
> processors en de controle-eenheid.
> 
> Net als de sprekende supercomputer HAL in Stanley Kubricks 2001: A Space
> Odyssey, ontwikkelt Perecs machine gaandeweg een zelfbewustzijn. Dankzij
> de overvloedig beschikbare data en een zeker zelflerend vermogen is de
> machine in staat tot een uitputtende literaire analyse. Ontwaren we hier
> een schijn van individualiteit? Perec exploreert een alternatief voor
> Descartes’ ‘Cogito ergo sum’: de machine ‘is’, want ze onderscheidt
> zich. Vanaf dat moment wordt ze als het ware menselijk, staat zichzelf
> toe fouten te maken.
> 
> Het eerste protocol omvat een technische, cijfermatige analyse. We
> krijgen een overzicht van het aantal woorden en versvoeten, van de
> frequentie van letters en de verdeling van leestekens. In de twee
> volgende protocollen wordt het gedicht taalkundig en semantisch ontleed
> en gereconstrueerd. Het nachtlied wordt tot vraag en antwoord
> getransformeerd, onderworpen aan ontkenning, klankverwisseling,
> verspreekwoordelijking, paragram, permutatie, en zo meer. Soms zijn de
> ingrepen bijzonder pijnlijk. Tot huilens toe ben je getuige van alle
> mogelijke verminkingen. Na enige tijd hangt dan ook de tong uit de bek
> van het geteisterde gedicht.
> 
> Stilaan wordt duidelijk dat poëzie, door toepassing van stijlfiguren en
> fonologische processen, op uitputtend veel manieren gelezen en begrepen
> kan worden. Wanneer de controle-eenheid het bevel geeft elke versvoet
> door een nog poëtischer uitdrukking te vervangen, komen de processors
> niet verder dan herhaling van het oorspronkelijke gedicht. Waarmee Perec
> fijntjes de superieure kwaliteit van Goethes nachtlied suggereert.
> 
> De reconstructie wekt een eerste creatieve impuls op bij de processors.
> Soms lijkt het of de machine balorig, bij wijlen zelfs schunnig wordt.
> Nu en dan kramen de processors iets tegendraads en onlogisch uit, of
> beginnen door elkaar heen te spreken, waarna de controle-eenheid hen ter
> orde roept. Er ontstaat humor! Hoe verklaar je dat? Een machine die op
> creatieve wijze humor voorbrengt? Zijn creativiteit en humor dan niet
> exclusief menselijk? Zijn ze misschien een onlogisch effect van een
> logisch proces? Dat leidt er vreemd genoeg toe dat je sympathie begint
> te koesteren voor de – nochtans levenloze –  machine.
> 
> In het derde protocol onderzoekt de computer de verhoudingen tussen
> gedicht en auteur. Associaties en quotes passeren de revue. De computer
> stelt zich kritisch op. Wanneer de controle-eenheid de associatie
> ‘Goethe en Schiller’ als commando geeft, slaan de processors op hol en
> herhalen eindeloos ‘Goethe en Schiller’ tot de controle-eenheid ‘STOP’
> roept. In het laatste protocol krijgen de processors de ruimte om vrij
> te associëren door het gedicht met poëzie uit de wereldliteratuur te
> confronteren. Hier zal de essentie van dichtkunst aan de oppervlakte
> verschijnen.
> 
> Chaos impliceert orde; analyse verwarring. Reconstructie leidt tot
> fouten, tot menselijkheid en dus tot humor, creativiteit. Zoeken,
> hakkelen, terugkeren, corrigeren, herhalen, opsommen, samenvatten: zo
> ontstaat poëzie uit poëzie. Perec tranformeert de machine tot een
> zelfbewust, twijfelend, kritisch, lyrisch, ja zelfs humoristisch wezen.
> Gepast mondt het hoorspel uit in gemurmel, daarna stilte. De processors
> manen elkaar aan tot rust, vrede, stilte, waarop de controle-eenheid het
> laatste bevel geeft: ‘pst!’ Dan stopt het.
> 
> Het hoorspel simuleert niet alleen de werking van een computer, Perec
> verschaft ook inkijk in de systematiek van het creatieve brein en het
> mechanisme van poëzie. Vertalend en bewerkend beweegt Jan H. Mysjkin
> soepel mee in het werkproces dat Perec aanreikt. Hij integreert niet
> alleen zijn vertaling van Goethes gedicht, hij programmeert ook poëzie
> uit de wereldliteratuur in de computer en voert enkele subtiele ingrepen
> uit om de processors mee aan te sturen. De machine is als een
> Gesamtkunstwerk: een samenspel tussen schrijver, vertaler, bewerker en
> machine.
> 
> De door ordening, inventarisering en puzzels geobsedeerde Perec kon zich
> ongetwijfeld zonder veel moeite inleven in het methodische brein van een
> computer. Hij dwingt ook de lezer om systematisch aan het werk te gaan.
> Hij reikt formules aan waarmee je aan de slag moet, wil je orde
> aanbrengen in chaotische materie. Perec schopt je een onderzoekende
> geest, leert je beter naar de wereld kijken, doet je de werkelijkheid
> anders ervaren. Hij opent oneindig veel deuren, zodat je jezelf oneindig
> veel levens toewenst om al die kamers te kunnen exploreren.
> 
> Oorspronkelijk verschenen op Mappalibri:
> http://mappalibri.be/?navigatieid=61&via_navigatieid=17&recensieid=8192
> 
> Georges Perec: De machine, Vleugels, Bleiswijk 2019, 64 p. Vertaling en
> bewerking van Die Maschine door Jan H. Mysjkin. ISBN 9789078627814
> _______________________________________________
> D66 mailing list
> D66 at tuxtown.net
> http://www.tuxtown.net/mailman/listinfo/d66
> 


More information about the D66 mailing list