[D66] ‘Jacquerie’

A.O. jugg at ziggo.nl
Mon Dec 10 16:47:29 CET 2018


https://libertaireorde.wordpress.com/2018/12/09/de-gele-hesjes-en-de-lessen-van-de-geschiedenis/


De Gele Hesjes En De ‘Lessen Van De Geschiedenis’
09/12/2018
tags: gele hesjes, Jacquerie, klassenstrijd

‘Alle sociale bewegingen sinds de Middeleeuwen zijn het onderwerp
geweest van een intense strijd tussen het dominante en het gedomineerde.
Daarbij werd het woord ‘jacquerie’ gebruikt om de opstanden te
beschrijven van de boeren, die door de elites ‘jacques’ werden genoemd.
Het betrof een term waarmee iets verachtelijks tot uitdrukking kwam en
die wees op het zich gedragen als ‘een plompe en domme boer’.’ Aan het
woord is hier de Franse kritische historicus Gérard Noiriel die zich als
hoogleraar aan een Parijse universiteit vooral bezighoudt met sociale
geschiedenis, immigratieproblematiek en machtsrelaties in de 19deen
20steeeuw. Die geschiedenis beschreef hij recent nog in zijn boek
Histoire populaire de la France(2018).  Hij wijst erop dat de term
‘jacquerie’ heden met name wordt gebruikt door (extreem) rechtse figuren
in uiteraard rechtse, dat wil zeggen door enkele miljardairs beheerste
media (zoals de Figaro en bepaalde Franse televisiekanalen).

De eerste grote sociale beweging die de naam ‘jacquerie’ kreeg, deed
zich voor in het midden van de 14e eeuw, toen de boeren van Ile de
France in opstand kwamen tegen hun heren. De belangrijkste bron daarvoor
was de historicus van de rijken in die tijd (Jean Froissart). Die gaf in
de loop van de jaren 1360 met de term een ongunstige betekenis aan de
boerenopstanden. Daarmee werd een klasse-minachting tot uitdrukking
gebracht. Dit noemt Noiriel ‘een constante in de geschiedenis van
volksbewegingen’. Hij voegt daar aan toe:

‘De commentatoren die het woord ‘jacquerie’ gebruiken om te verwijzen
naar de beweging van de ‘gele hesjes’ willen een onbetwistbaar feit
benadrukken: het spontane en ongeorganiseerde karakter van dit sociale
conflict. Ook al is dit woord ongepast, het is waar dat er toch
gemeenschappelijke punten zijn tussen alle grote volksopstanden die
elkaar in de loop der tijd hebben opgevolgd. Op basis van de vele
berichten in de media over gele hesjes heb ik verschillende elementen
genoteerd die deze duurzaamheid illustreren’.

‘Het belangrijkste betreft het oorspronkelijke doel van de claims: de
afwijzing van de nieuwe brandstofbelastingen. De anti-fiscale strijd
heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de volksgeschiedenis van
Frankrijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beweging van de gele
hesjes werd ingegeven door de weigering van nieuwe brandstofbelastingen.
Deze vorm van anti-fiscale strijd heeft altijd zijn kookpunt bereikt
wanneer de mensen het gevoel hadden dat ze moesten betalen zonder er
iets voor terug te krijgen. Onder het Ancien Régime werd bijvoorbeeld de
weigering van de tiende [tiendrecht; een afdracht aan kerk of heer, in
geld of goederen (deel van de oogst); in de 8steeeuw ook ingevoerd als
‘sociale belasting’] vaak in verband gebracht met het in diskrediet
brengen van priesters die hun religieuze missie niet meer volbrachten.
Ook waren het regelmatig de heren die de boeren niet langer bescherming
boden, waarna de boeren weigerden nieuwe aanslagen te betalen. Het is
dan ook geen toeval dat de beweging van de gele hesjes vooral wordt
gevolgd in regio’s waar de terugtrekking van de openbare diensten (post,
medische zorg, onderwijs, openbaar vervoer) het duidelijkst zichtbaar
is. Het wijdverbreide gevoel dat belastingen worden gebruikt om een
kleine kaste van de ultra-rijken te verrijken, voedt een diep gevoel van
onrechtvaardigheid in de arbeidersklasse’. Hier is dus het verband
tussen de beweging van de gele hesjes en klassenstrijd te ontwaren. [Dat
staat dus ook ver verwijderd van (extreem)rechts en (neo)fascisme, want
die stromingen stellen zich juist vijandig op tegenover klassenstrijd.]

‘Deze economische factoren vormen een van de belangrijkste oorzaken van
de beweging. Toch moeten we voorkomen dat de aspiraties van de mensen
worden gereduceerd tot louter materiële claims’, meent Noiriel. Want, zo
zegt hij: ‘De gele hesjes roepen wel in koor: ‘Ik heb fiscale pijn’,
maar in plaats daarvan kunnen zij roepen: ‘Ik heb overal pijn’. Want
natuurlijk is niet te ontkennen dat economische kwesties absoluut
noodzakelijk zijn om op te voeren, omdat ze een doorslaggevende rol
spelen in het dagelijks leven van de gedomineerde klassen. Toch is het
voldoende om naar de getuigenissen van de gele hesjes te luisteren om de
frequentie te horen van de uitspraken die een algemeen onbehagen
uitdrukken. In een van de reportages die BFM-TV op 17 november [2018]
heeft uitgezonden, wilde de journalist absoluut dat de geïnterviewde zei
dat hij tegen belastingen vocht, maar deze activist bleef herhalen: ‘we
zijn er ziek van’, ‘er ziek van’, ‘alles zit ons tot hier’.’

‘‘Overal pijn hebben’ betekent ook gekrenkt zijn in je waardigheid.
Daarom keert de veroordeling van de minachting van de machtigen bijna
altijd terug in de grote volksstrijd. En die van de gele hesjes heeft de
regel alleen maar bevestigd. Er zijn veel commentaren geweest die een
gevoel van vernedering uitdrukken, wat de sterke wrok tegen Emmanuel
Macron aanwakkert. ‘Voor hem zijn we gewoon een hoop stront’, kan men
horen. De president van de republiek ziet dus het etnocentrisme van de
klasse dat ik (Noiriel) in mijn boek heb geanalyseerd, terugkomen als
een boemerang’.

Hoewel er overeenkomsten zijn tussen de verschillende  sociale
strijdbewegingen, zijn er ook verschillen. Noiriel behandelt er enkele
waarbij hij het kenmerkende verschil beschrijft tussen heden en
verleden. Dat verschil is sterk gekoppeld aan de gebruikte middelen om
de acties te coördineren. ‘Het waren niet de politieke en
vakbondsorganisaties die het met eigen middelen voor elkaar hebben
gekregen, maar de ‘sociale netwerken’. Nieuwe technologieën maken het
dus mogelijk om de verbinding te herstellen met oude vormen van ‘directe
actie’, maar dan wel op een veel bredere schaal, omdat ze mensen die
elkaar niet kennen met elkaar verbinden. Facebook, twitter en
smartphones verspreiden onmiddellijk berichten (SMS) en vervangen de
schriftelijke correspondentie, met inbegrip van folders en de militante
pers, die tot nu toe het belangrijkste middel waren voor organisaties om
collectieve actie te coördineren; het onmiddellijke karakter van de
uitwisselingen herstelt gedeeltelijk de spontaniteit van face-to-face
interacties uit het verleden’.

Noiriel wijst daarbij ook op de rol die journalisten in het geheel
spelen. ‘Echter, sociale netwerken alleen hadden nooit zo’n grote
invloed kunnen hebben op de gele hesjesbeweging. Journalisten belichten
deze ‘sociale netwerken’ voortdurend om de rol te maskeren die de
journalisten zelf spelen bij het vormgeven van de publieke actie. Meer
bepaald is het de complementariteit tussen sociale netwerken en continue
nieuwskanalen die deze beweging van meet af aan haar nationale dimensie
heeft gegeven. De popularisering ervan is grotendeels het resultaat van
de intense ‘propaganda’ die de afgelopen dagen door de reguliere media
werd georkestreerd. Vertrekkend vanuit de basis, eerst verspreid binnen
kleine netwerken via Facebook, werd het evenement onmiddellijk opgepikt
door de grote media die het belang ervan aankondigden nog voor het
plaatsvond. De actiedag van 17 november werd gevolgd door de doorlopende
nieuwszenders vanaf het begin, minuut tot minuut, ‘live’ (een term die
nu een equivalent is geworden van communicatie op afstand van
gebeurtenissen die zich voordoen). Journalisten die vandaag de dag
populisme (in de ware zin van het woord) belichamen, zoals Eric Brunet,
die zowel op BFM-TV als RMC actief is, hebben niet geaarzeld om in het
openbaar een geel hesje te dragen en zijn zo de zelfbenoemde
woordvoerder van de mensen in de strijd. Daarom presenteerde het kanaal
dit sociale conflict als een ‘ongekende beweging van de zwijgende
meerderheid’.’ Noiriel stelt een stap verder te gaan en legt de volgende
vraag voor:

‘Een van de kwesties die nog niemand heeft aangeroerd over gele hesjes
is deze: waarom zijn er nu private mediakanalen in handen van een
handvol miljardairs, die dit soort volksbewegingen aanmoedigen? De
vergelijking met voorgaande eeuwen leidt tot een voor de hand liggende
conclusie. We leven in een veel vredelievender wereld dan in het
verleden. Hoewel tijdens de gele hesjes-dagen enkele mensen de dood
vonden, werden ze niet door de politie doodgeschoten [inmiddels is een
persoon door politiegranaatscherven overleden]. Het was merendeels het
gevolg van ongelukken veroorzaakt door de conflicten tussen de
blokkerende en de geblokkeerde mensen’.

‘Deze pacificatie van de machtsverhoudingen stelt de dominante media in
staat om het register van geweld veilig te gebruiken om de emoties van
hun publiek te mobiliseren. Want de belangrijkste reden voor hun steun
aan de beweging is niet politiek maar economisch: om publiek te
genereren door een show te tonen. Vroeg in de ochtend meldde BFM-TV
‘incidenten’ en hamerde vervolgens herhaaldelijk op het drama van de
vrouw die door een automobilist werd verpletterd die weigerde te worden
geblokkeerd. Een bijkomend voordeel voor deze kanalen, die vaak worden
bekritiseerd vanwege hun obsessie met diverse feiten, misdaden en
moraal: door de beweging van gele hesjes te steunen, wilden ze laten
zien dat ze op geen enkele manier ‘sociale’ kwesties verwaarloosden’.

          Weg met de koning en president

‘Naast deze economische kwesties heeft de heersende klasse er uiteraard
belang bij om een beweging te bevorderen die wordt voorgesteld als
vijandig tegenover vakbonden en partijen. [..] Maar…: ‘Deze weigering om
op de politiek terug te vallen, kan echter ook worden gezien als een
voortzetting van de strijd, die de arbeidersklasse sinds de Franse
Revolutie heeft gevoerd om een concept van burgerschap op basis van
directe actie te verdedigen. De gele hesjes, die de wegen blokkeren door
elke vorm van herstel van politieke partijen te weigeren, plaatsen zich
op die manier een beetje in de traditie van de Sans-culottes in 1792-93,
de burger-strijders in februari 1848, de communards in 1870-71 en de
anarchosyndicalisten van de Belle Epoque’.

‘Het is altijd de uitvoering van dit  volksburgerschap dat het mogelijk
heeft gemaakt dat er in de openbare ruimte woordvoerders opduiken, die
sociaal voorbestemd waren om in de schaduw te blijven. De beweging van
gele hesjes heeft geleid tot de opkomst van een groot aantal van
dergelijke woordvoerders. Opvallend is de diversiteit van hun profiel en
in het bijzonder het grote aantal vrouwen, terwijl voorheen de functie
van woordvoerder het vaakst voorbehouden was aan mannen. Het gemak
waarmee deze volksleiders zich nu voor de camera’s kunnen uitdrukken is
een gevolg van een tweeledige democratisering: de verhoging van het
schoolniveau en het doordringen van audiovisuele communicatietechnieken
in alle segmenten van de samenleving. Deze bekwaamheid wordt vandaag de
dag volledig ontkend door de elites; dit versterkt het gevoel van
‘minachting’ onder de mensen. Hoewel de werknemers nog steeds 20% van de
beroepsbevolking uitmaken, is geen van hen vandaag de dag aanwezig in de
(Franse) Kamer van Afgevaardigden. Men moet deze massale discriminatie
in gedachten houden om te begrijpen hoezeer het volk de politiek van
politici afwijst’. Daar zit ook een addertje onder het gras, want je
moet eens opletten hoe de media weglopen met deze woordvoerdersopstelling:

‘Dit soort analyse raakt zelfs niet eens de ‘professionals van het
openbare woord’, dat wil zeggen de journalisten van de ononderbroken
nieuwszenders. Zij zenden bijvoorbeeld in de vorm van een ‘cirkel’ de
verklaringen van de betogers uit, verklaringen die bevestigen dat ze
weigeren om ‘opgeëist’ te worden door de vakbonden en partijen. Daarmee
zetten die ‘professionals’ (de journalisten dus) hun eigen strijd voort
om bemiddelende instanties te verwijderen waarmee zij zich vestigen als
de legitieme woordvoerders van de volksbewegingen. Maar tegelijk steunen
zij in die zin het liberale beleid van Emmanuel Macron, dat er ook op
gericht is de collectieve structuren die de arbeidersklassen in de loop
der tijd hebben ontwikkeld in diskrediet te brengen’. [..]

‘De geschiedenis toont echter aan dat een volksstrijd nooit helemaal
tevergeefs is, zelfs niet wanneer deze wordt onderdrukt. De gele
hesjesbeweging plaatst vakbonden en linkse partijen voor hun
verantwoordelijkheid. Hoe kunnen we ons aanpassen aan de nieuwe
realiteit van de ‘publieke democratie’ om ervoor te zorgen dat dit soort
sociale conflicten – die zich naar verwachting vaker zullen voordoen –
worden geïntegreerd in een bredere strijd tegen ongelijkheid en
uitbuiting? Dit is een van de belangrijkste vragen die zij zullen moeten
beantwoorden.’

Gérard Noiriel (vertaald en bewerkt door Thom Holterman. De tekst van
Noiriel is integraal op Internet te lezen, klik HIER.)


More information about the D66 mailing list