[D66] Paideia in de grot

A.O. jugg at ziggo.nl
Thu Apr 5 15:43:34 CEST 2018


https://www.vn.nl/carel-peeters-populisme-denker-des-vaderlands/

Met Het volk in de grot manoeuvreert Denker des Vaderlands René ten Bos
zich met filosofische middelen in het vaarwater van de populistische
waarheid- en feitenontkenners.

Voer voor discussie in mei, de Maand van de Filosofie.
Carel Peeters
Door Carel Peeters

10 tot 12 minuten leestijd

Waar is het volk gebleven? Je hoort er al lang niets meer van. Een heel
enkele keer duikt het wel eens op bij iets officieels, in een toespraak
bij een staatsbanket of wanneer de minister-president iets namens heel
Nederland moet zeggen. Maar ook dan wordt er wijselijk van het
‘Nederlandse volk’ gesproken, in de zin van ‘bevolking’ of ‘iedereen’.

In Nederland zijn nog genoeg verschillen, maar van een ‘volk’ dat minder
zou zijn dan de rest van Nederland is geen sprake meer. Je moet vreemde
bedoelingen hebben om het nog over ‘het volk’ te hebben. Nederland is
een tamelijk ‘inclusief’ land, om eens een modieus woord te lenen. Dat
wordt alleen gebruikt in verband met nieuwkomers en vluchtingen, niet om
een niet meer bestaande ‘volk’, er bij te laten horen. Iedereen hoort erbij.
We interviewden René ten Bos eerder: ‘De wereld is een puriteins
bordeel.’ Lees verder

Verbazingwekkend dan ook dat de Denker des Vaderlands René ten Bos in
zijn nieuwe boek ‘het volk’ een prominente plaats heeft gegeven, tot in
de titel Het volk in de grot toe. Ten Bos heeft het over iets dat heel
pijnlijk is wanneer het waar zou zijn: er zou sprake zijn van een al
tweeduizend jaar durende ‘legendarische minachting voor het volk’ door
filosofen, zelfs van een ’bodemloze minachting voor het volk’, en van
‘onbegrip en minachting van de elite voor het volk.’
De behoefte om het volk te verheffen

Dit is geen kleinigheid, temeer wanneer Ten Bos die minachting voor het
volk laat beginnen bij Plato (427-347 v. Chr.) en Socrates (469-399 v.
Chr.). Dit is minachting met een geschiedenis. Het is een snoeihard
verwijt in het gezicht van mensen die van denken hun werk hebben
gemaakt, de filosofen, de intellectuelen en wat Ten Bos de ‘elite’
noemt. Een flink deel van de mensheid zou eeuwenlang door hen in de
miezerige marge van de geschiedenis zijn weggeduwd.

Het is zeer de vraag of het de filosofen en de intellectuelen zijn
geweest die zo onverschillig zouden hebben gestaan tegenover ‘het volk’
en niet eerder de meeste mensen die het materieel beter hadden (de adel,
de rijken, de bourgeoisie, de middenstand). De ‘minachting’ die de
filosofen c.s. zouden hebben voor het volk heeft te maken met iets dat
je niet verwacht: volgens Ten Bos is dat de behoefte van de filosofen om
‘het volk’ te verheffen. Ze wilden met die verheffing het volk
intelligenter maken, minder volk, terwijl het volk dat volgens Ten Bos
misschien helemaal niet wilde.

Het volk moest van die onwetendheid ‘genezen,’ want onwetendheid is in
de ogen van de filosofen c.s. ‘de wortel van het kwaad.’

‘Het volk’ vond zichzelf goed genoeg, dat had het paternalisme van de
‘elite’ niet nodig. De filosofen zouden ‘verheffingsfantasieën’ op het
volk projecteren. Ze wilden het volk de weg wijzen uit de onwetendheid.
Het volk moest van die onwetendheid ‘genezen,’ want onwetendheid is in
de ogen van de filosofen c.s. ‘de wortel van het kwaad.’ Ten Bos vindt
dat ‘genezen’ van ‘minachting’ getuigen: het volk is niet dom.
Plato’s grot

Het tweede dat in Het volk in de grot verbazing wekt is dat Ten Bos zijn
tirade tegen de filosofen, intellectuelen en ‘de elite’ baseert op een
tendentieuze interpretatie van de allegorie van de grot in de Politeia,
het traktaat van Plato over de rechtvaardige inrichting van de
samenleving, ook wel De staat of De republiek genoemd. Hij zegt een
‘nauwgezette reconstructie van de grotallegorie’ te geven, maar ik zou
het eerder een postmoderne vervalsing willen noemen. Ten Bos laat zich
niets gelegen liggen aan wat Plato schrijft.

Waar gaat die beroemde allegorie van de grot dan over? Over Plato’s
Ideeënleer. Daar heeft Plato het wel vaker over in zijn dialogen (zoals
in de Protagoras en de Parmenides), maar de grotallegorie is een van de
meest aansprekende varianten. In een grot zit een groep vastgeketende
gevangen mensen recht voor zich uit te kijken. Ze kunnen hun hoofd niet
bewegen. Recht voor ze uit zien ze op een wand schaduwen van figuren
bewegen, veroorzaakt door poppen en het vuur achterin de grot. Omdat ze
niet beter weten houden ze die schaduwen voor de werkelijkheid. Een van
de geketende mensen weet uit de grot te ontsnappen. Nadat hij aan het
helle licht buiten is gewend en van zijn verwarring is bekomen staat hij
oog in oog met de échte werkelijkheid.

‘De waarheid is dat het volk misschien helemaal geen waarheid wil. En
ook geen feiten,’ zegt Ten Bos.

Het denken van de ontsnapte gevangene heeft tijdens zijn tocht uit de
grot naar het licht een proces doorgemaakt. Hij heeft zich van de
veranderlijke wereld van de schaduwen afgedraaid in de richting van het
stralende ‘onveranderlijke.’ Dat is de wereld van het Goede en van de
Ideeën. Het denken heeft bij de ontsnapte geleid tot verdieping en tot
inzicht in de essentie van de dingen. Iedereen – ‘elk mens,’ zegt Plato
– heeft dit vermogen tot ‘goddelijk schouwen’, maar de ‘meest
begaafden’, de ontwerpers van de maatschappij, zijn er het beste voor
uitgerust. De allegorie van de grot gaat over het door denken ontstaan
van eeuwige Ideeën als het Goede, het Rechtvaardige, het Schone, de
Waarheid. Het zijn ideaalbeelden waarop men zich kan richten in zijn gedrag.

René ten Bos maakt iets heel anders van de grotallegorie. Hoewel de
tekst van Plato daar geen enkel handvat toe geeft vat Ten Bos de grot op
als een toevluchtsoord waarin de gevangenen geen gevangenen zijn, maar
een volk dat zich daar veilig en thuis voelt. Het wil niet uit de grot
om zich met denken te verheffen tot de kennis van de eeuwige Ideeën en
het verlangen naar waarheid.

‘De waarheid is dat het volk misschien helemaal geen waarheid wil. En
ook geen feiten,’ schrijft Ten Bos. Hij is het eens met de Duitse
filosoof Hans Blumenberg (op wie hij zich geregeld beroept) dat het volk
het recht heeft in de grot in een schijnwereld te leven. Mensen hebben
recht op hun illusies. Plato had zijn verheffingsfantasieën, maar
volgens Ten Bos ‘spoken’ die tot in onze tijd door.
Een uit de duim gezogen interpretatie

Ten Bos geeft een geheel verkeerde voorstelling van zaken van Plato’s
bedoeling met de grotallegorie. Ten Bos is als filosoof natuurlijk op de
hoogte van Plato’s Ideeënleer, maar hij brengt die niet in verband met
de allegorie, ook al vraagt de tekst erom. Daarmee doet Ten Bos wat hij
in het hele boek doet: de waarheid niet meer zo serieus nemen. De grot
als een toevluchtsoord presenteren staat haaks op Plato’s allegorische
bedoeling. Ten Bos geeft er een uit de duim gezogen interpretatie van,
maar schrijft ook dat hij filosofisch niet helemáál met de waarheid wil
breken. Als hij dat meent (maar Ten Bos zwalkt nogal), dan had hij eerst
uiteen moeten zetten wat Plato écht bedoelde.

Zijn ‘volk’ wil in zijn eigen bubbel van bier en voetbal blijven, ver
weg van wat ‘netjes’ is.

Het volk in de grot is in een tijd van waarheidcrisis en feitenvrijheid
een bewust provocatief essay tegen de waarheid en realiteitsprincipe in
de filosofie. Plato wil dat de mensen in de grot opstijgen naar het
licht van het inzicht en de realiteit. Dat is Ten Bos veel te
verstandelijk, veel te sturend, veel te paternalistisch, veel te
conformistisch, veel te homogeniserend, veel te veel hang naar harde
waarheid.

Zijn ‘volk’ wil daar niet aan meedoen. Dat wil in zijn eigen bubbel van
bier en voetbal blijven, ver weg van wat ‘netjes’ is. Ten Bos gaat er in
zijn inleiding vanuit dat zijn ‘volkskunde’ wel niet ‘netjes’ gevonden
zal worden. Dat is een verraderlijke manier van schrijven: wanneer je
het niet met hem eens bent, ben je meteen ‘netjes.’
De filosoof als gewone jongen met een hekel aan ‘de elite’

Ten Bos, hoogleraar in de filosofie in Nijmegen en schrijver van
verschillende boeken die ik hier positief heb besproken, bedient zich
dit keer van een tamelijk schampere toon: die van de filosoof die een
gewone jongen van de gestampte pot wil blijven. Niks poeha. Zo heeft hij
het over de hedendaagse ‘elite’ waar hij niets van moet hebben: die
elite is ‘vandaag de dag niet langer rijk of van adel, maar
multicultureel, hoogopgeleid en tevreden.’

Dit is een simplistische typering van een flinke bevolkingsgroep,
afkomstig van een filosoof die even later zegt dat ‘complexiteit’ het
belangrijkste kenmerk van de hedendaagse samenleving is. Van hetzelfde
kaliber zijn de opmerkingen over ‘de liberale democraat, die net doet
alsof hij luistert naar het volk maar niets zozeer vreest als de
populaire intelligentie.’

‘Populaire intelligentie’? Wat zou dat zijn? Nergens staat wat hij daar
onder verstaat, maar in Het volk in de grot zijn hier en daar wel
indirecte aanwijzingen te vinden voor wat het zou kunnen inhouden. Als
we mogen aannemen dat die populaire intelligentie bij ‘het volk’ hoort
dan heeft die populaire intelligentie ‘een enorme afkeer van uiterlijk
vertoon en opgeblazen ego’s.’ Ik weet niet of dit nu zo kenmerkend is
voor het volk, maar ik weet dan ook niet precies wie ‘het volk’ is.

Ten Bos wil een minimalistische filosoof zijn die zo min mogelijk met
zijn verstand doet.

Te vergaand anti-rationalisme

Een ander kenmerk van de ‘populaire intelligentie’ leren we kennen via
de filosoof Descartes, een van de rationalistische opvolgers van Plato.
Descartes kwam tot de waarheid door ‘het verstand’. De waarheid werd
zogezegd door het verstand ‘geproduceerd.’ Dat vindt Ten Bos, niet
geheel ten onrechte, te beperkt. De populaire intelligentie werkt niet
met het verstand. Bij de populaire intelligentie is iets heel speciaals
aan de hand: daar dient de waarheid ‘zichzelf aan’, ‘manifesteert
zichzelf’, schrijft Ten Bos. Of nog anders gezegd: de waarheid komt
‘opborrelen’, ‘alsof zij zich aankondigt of openbaart’. Dit is nogal
magisch, maar zo ging het volgens Ten Bos ook in de Middeleeuwen.

Het anti-rationalisme van Ten Bos gaat ver. Te ver. Voor Ten Bos schijnt
de wijsheid en de kennis van het volk vanzelf te moeten komen, zonder
onderwijs. Ten Bos heeft ook een broertje dood aan het Griekse paideia
en het Duitse Bildung, dat is onderwezen worden en kennis verwerven
volgens een bepaald programma of methode: ‘het grote doel van alle
paideia is’, schrijft Ten Bos: ‘mensen weerbaar maken tegen illusie,
vervoering, verlokking.’

Je zou kunnen zeggen dat Ten Bos wil dat meer gebruik wordt gemaakt van
natuurlijk aanwezige intelligentie – ook al noemt hij het zelf nergens
zo. Hij wil geen kennis die geleerd moet worden, hij wil aangeboren
kennis. Ten Bos wil een minimalistische filosoof zijn die zo min
mogelijk met zijn verstand doet. Zijn volk moet niet denken, dat moet
doen, op zijn Nijmeegs, niet op zijn Rotterdams.
Het volk als edele wilden

Er is zoals gezegd volgens Ten Bos in tweeduizend jaar niets veranderd
ten aanzien van ‘het volk.’ Nog steeds dezelfde minachting en
onderschatting van het volk. Zou het? Het is een zwaktebod om nu nog met
een nog steeds geminacht ‘volk’ te schermen, terwijl iedereen toegang
heeft tot alles, en op talloze manieren in de gelegenheid is om een stem
al of niet te laten horen.

Ten Bos verdedigt het goed recht van ‘het volk’ om niet mondig te zijn,
om (om het in zijn geest te formuleren) niet mee te doen aan de liberale
weldenkende ratrace van goedgeïnformeerdheid. Dan zou dat volk in de
ogen van Ten Bos te veel een product van de verlichte verheffing zijn,
wordt dan te veel ‘gelijkgeschakeld.’ Blumenberg citerend zegt hij: ‘Is
het niet altijd ongehoord als jij geweld wilt gebruiken tegen tevreden
mensen om hun zo een geluk op te leggen dat ze niet kennen en dat niet
van hen is?’ Ten Bos’ volk krijgt op deze manier veel weg van edele wilden.

Volgens de populistische filosofie is het waarheidsbegrip
‘overgeïntellectualiseerd’.

Uit Het volk in de grot is met weinig moeite een filosofie te
distilleren met populistische trekken. Daarin maakt men zich sterk voor
een ‘volk’ waarvan niet duidelijk is wie er onder moet worden verstaan.
Dat blijft in het vage, maar des te krachtiger door Ten Bos retorisch
demagogisch geponeerd. De populistische filosofie zet zich af tegen
rationalisme, alsof dat er nog in zuivere vorm zou zijn buiten het
zakenleven en technologische wereld.

Volgens de populistische filosofie is het waarheidsbegrip
‘overgeïntellectualiseerd’: ‘geen wonder dat het volk van de wetenschap
vervreemd is.’ Met de ‘naakte waarheid’ valt in Ten Bos’ filosofie niet
te leven. We hebben onheil afwerende middelen nodig, zoals mythes en
religie. Net als de alt-right beweging heeft de populistische filosofie
moeite met de waarheid en met de feiten. Het is niet vanzelfsprekend het
volk te verheffen via de waarheid en objectief feitenmateriaal.
‘De zelfverklaarde weldenkenden’ versus de zombies

De populistische filosofie wil niets weten van ‘verheffing’ en denkt dat
de rede helemaal niet nodig is voor geluk. Je hoeft niet te weten hoe de
zon werkt om te genieten van zijn warmte. Volgens de populistische
filosofie zouden mensen wel eens goede redenen kunnen hebben zich ‘niet
over te geven aan wetenschap en journalistiek.’ Die willen, net als
Plato en Socrates, de mensen ook alleen maar verheffen.

De populistische filosofie vraagt zich af waarom de lezer van een
kwaliteitskrant denkt dat hij iets beters leest dan de lezer van De
Telegraaf of Story. Volgens de populistische filosofie heeft politieke
correctheid zich meester gemaakt van de ‘weldenkende open-minded
burger’. De populistische filosofie heeft geen vertrouwen meer in
experts. Gegeven de ‘overweldigende complexiteit van het leven’ heeft
het voor de gemiddelde burger helemaal geen zin ‘om zich aan de genade
van de intellectuele elites uit te leveren.’
Een essay van René ten Bos: 'Nepnieuws in een wereld die geen feiten
wil.' Lees verder

Het volk leest geen kranten, want dan zou het tot het ‘weldenkende
publiek’ gaan behoren en ‘het is nog maar de vraag of dat het volk is,’
schrijft Ten Bos: ‘We zien de zelfverklaarde weldenkenden zo voor ons:
mensen die zichzelf al lezend voortdurend de maat nemen en zich aan de
bittere realiteit blootstellen. Mooi hoor, maar zit het “volk” hierom te
springen?’ Krijgen de mensen die tot Ten Bos’ volk behoren langzamerhand
niet iets van zombies?

René ten Bos manoeuvreert zich met filosofische middelen in het
vaarwater van de populistische waarheid- en feitenontkenners.

De grot als vluchtoord: ‘de realiteit is zo fijn nog niet’

Ten Bos ontwikkelt tussen alles door ook nog een grotfilosofie. De kern
daarvan is dat de ‘bittere realiteit’ buiten de deur wordt gehouden. Een
grot is een vluchtoord. Daar vlucht je naartoe als je, zoals de leden
van Ten Bos’ volk, bang bent voor de realiteit. Alle vormen van
bescherming tegen die realiteit zijn goed: de grot, de bubbel, de sfeer,
de cocon, de pilaar, de drank: ‘de realiteit is zo fijn nog niet’,
schrijft ten Bos, ‘we komen allemaal uit de geborgenheid en willen er
steeds weer naar terug.’

Vandaar dat de ‘gevangenen’ in Plato’s grot in de ‘interpretatie’ van
Ten Bos niet uit de grot willen. Ze zijn bang voor het licht. Ze willen
niks leren. Ten Bos haat Plato omdat hij de gevangenen juist uit de grot
naar het licht, het inzicht en de realiteit wil brengen. Het heeft iets
aandoenlijks, zoveel afkeer van de realiteit, maar meer ook niet.

Met Het volk in de grot manoeuvreert René ten Bos zich met filosofische
middelen in het vaarwater van de populistische waarheid- en
feitenontkenners. Daarbij raken de zegeningen van het rationalisme uit
het zicht en houden we een zombie-achtig volk over dat zich tevreden
voelt met de eigen opborrelende en zich vanzelf manifesterende
waarheden. Voor dat volk geldt dat ‘kennis’ de mens scheidt van het ‘zijn’.

Er is veel voor te zeggen dat ‘realiteitszin’ niet alles is en dat de
gevangenen in Plato’s grot daar misschien beducht voor zijn, maar Ten
Bos maakt van zijn volk angstige wezens die niet tegen het licht kunnen.
Ze zoeken zo snel mogelijk onheil afwerende middelen en vluchten in
grotten, bubbels en cocons. Ze zoeken verlichting in de duisternis.

On 03-04-18 18:51, A.O. wrote:
> https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/denker-de-vaderlands-misschien-wil-het-volk-geen-waarheid~a8743678/
>
> 
> 
> 
> Denker des Vaderlands: Misschien wil het volk geen waarheid Religie 
> en Filosofie Henk Steenhuis– 16:02, 29 maart 2018
> 
> www.trouw.nl View Original
> 
> Om grip te krijgen op dat waarheidsbegrip, keerde Ten Bos terug tot 
> een van de oerteksten van de westerse cultuur: de grotallegorie van 
> Plato, die hij opnieuw, en grondig, herlas. In Plato's grot zitten
> de bewoners geketend met hun rug naar het licht. De schaduwen op de 
> grotwand beschouwen ze als de werkelijkheid. Op een gegeven ogenblik 
> gaat iemand met de naam Socrates op zoek naar de lichtbron, om
> daarna de mensen in de grot te vertellen wat hij zag.
> 
> Sindsdien denken filosofen dat ze licht kunnen brengen in de 
> duisternis van de grot, om zo mensen te behoeden voor schijnkennis.
> 
> "Maar Plato vraagt zich niet af of het volk in de grot wel wat heeft 
> aan die kennis", zegt Ten Bos. "Wij geloven sterk dat als je mensen 
> ertoe kunt aanzetten, ze allemaal kunnen en willen leren. En door 
> opleiding kunnen we ze uit de wereld van onwetendheid halen. Dat is 
> het klassieke idee van paideia. Toch zijn we daar misschien te 
> optimistisch over. Als je Plato goed leest, blijkt dat hij ook 
> getwijfeld heeft over dat idee van paideia. Het is altijd de
> enkeling die omhoogklimt, de grot uit. Het is nooit een groep die het
> licht ziet. De groep blijft beneden. En als die enkeling, nadat hij
> het licht gezien heeft, terug moet, blijkt hij daar beneden helemaal
> niet meer welkom. Degenen die geketend naar de schaduwen kijken op
> de wand, hebben geen behoefte aan iemand die de waarheid komt
> brengen."
> 
> Zegt Plato hiermee dat het volk geen behoefte heeft aan scholing?
> 
> "Plato is cynisch over de mogelijkheden het volk te verheffen. De 
> essentie van zijn paideia is namelijk niet dat iedereen zich uit die
>  grot weet te bevrijden zodat deugd en rechtvaardigheid bereikt 
> zullen worden. De scholing blijkt bij Plato een selectiemechanisme
> om de ideale staat goed in te kunnen richten. Voor de meesten is
> deze scholing niet weggelegd."
> 
> Zou je padeia kunnen vergelijken met de huidige Bildung?
> 
> "Bildung vond oorspronkelijk plaats op Duitse kostscholen: jongetjes 
> van rijke komaf leren er gedichten van Goethe uit hun kop. Zo werd
> de nieuwe bovenlaag gekweekt. Opvoedingsfantasieën of 
> opleidingsfantasieën hebben altijd de schijn van een 
> selectiemechanisme, en dus van geweld. Bij Plato lees je voortdurend 
> hoeveel pijn het doet om je te verheffen."
> 
> Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden. Misschien geldt iets 
> vergelijkbaars voor verheffen.
> 
> "Nee. We pompen er bij leerlingen met geweld theorieën in waaraan ze
>  niets hebben. Sommigen passen niet in deze methode. Lastig lerende 
> kinderen, anders lerende kinderen - allemaal eufemismen. Misschien 
> gaat het om kinderen die gewoon een hekel aan school hebben en zich 
> tegen het systeem verzetten. Hebben ze altijd ongelijk? Een 
> schooldirecteur van een middelbare school zei mij eens: 'Scholen
> zijn er op gericht leerlingen langzamer te laten leren.' Dat maakt
> ook onderdeel uit van de discipline die Plato er al in wilde
> stampen."
> 
> Verheffen is in onze traditie het leren zien van een theoretische 
> waarheid. Dit is een pijnlijk en elitair proces. Geldt dat alleen 
> voor onderwijs?
> 
> "Ook wetenschappers en journalisten zien zich graag als hoeders van 
> de waarheid. Wij tonen de waarheid, dat is de valorisatie van de 
> wetenschap. Wij beschrijven de waarheid, daarmee laten journalisten 
> zien dat ze maatschappelijk relevant zijn."
> 
> Niets tegenin te brengen, toch?
> 
> "Die waarheid kun je lang niet altijd achterhalen. Neem het conflict
>  tussen journalist Jelle Brandt Corstius en tv-maker Gijs van Dam
> die hij van aanranding of erger beticht. Van Dam ontkent, en beticht 
> Brand Corstius van smaad en laster. Hoe moeten wij, lezers, er nu 
> achter komen wat daar is gebeurd? Je gelooft de een of de ander. 
> Waarheid wordt zo een geloofsetiket."
> 
> Journalisten zullen zeggen: moet je beter uitzoeken hoe het
> werkelijk zit.
> 
> "Zeker, maar ik denk ook dat journalisten eerder moeten leren 
> accepteren dat ze de waarheid niet altijd boven tafel krijgen, want 
> die waarheid is er vaak niet. Als ik iets leer van bijvoorbeeld de 
> boeken van Frank Westerman, dan is het dit wel. Lees zijn 
> 'Stikvallei' maar.
> 
> "Wij leven in tijden waarin de mens gedwongen wordt beslissingen te 
> nemen op basis van vermoedens; op basis van waarschijnlijkheden in 
> plaats van op basis van onbediscussieerbare zekerheden."
> 
> Zitten wij zelf in de grot?
> 
> "We zeggen dat we in onze eigen bubbel leven. Die bubbel is onze 
> grot. Veel belangrijker dan te zoeken naar de waarheid, zoals 
> Socrates die de grot uitgaat, is te zoeken naar verbindingen tussen 
> de verschillende grotten."
> 
> Doen we dat niet?
> 
> "Dat vinden we moeilijk, we zijn geneigd mensen die het niet met ons
>  eens zijn dom te vinden. Ik maak dat ook om me heen mee. Vrienden 
> van mij uit het voormalig linkse Nijmeegse kamp noemen in discussies 
> over Trump, Thierry Baudet, neo-conservatieven hun tegenstanders
> snel dom. Zo sluiten ze de anderen uit. "
> 
> Waarom doen we dat?
> 
> "Wij vinden het moeilijk buiten de eigen grot te kijken. Die grot 
> beschermt ons, dat is ook wat Plato vertelt. Degene die de grot uit 
> wil om met andere ideeën te komen, vormt een gevaar. Daar heeft het 
> volk goede redenen voor.
> 
> "Ik beroep mij in 'Het volk in de grot' uitgebreid op de Duitse 
> filosoof Hans Blumenberg (1920-1996). Een van de vragen die hij
> stelt is: waarom zou de werkelijkheid er voor de mens moeten zijn?
> Het antwoord is dat hij het ook niet weet. De werkelijkheid is er
> niet voor ons. Ze is onaangenaam, onverschillig, afstandelijk. Daarom
> is het ook heel begrijpelijk dat wij ons ervan afwenden."
> 
> Het is dus goed dat we in onze bubbel blijven zitten.
> 
> "'Begrijpelijk', zei ik, dat is hier niet hetzelfde als verstandig, 
> wijs of goed. Als de werkelijkheid er niet is om ons te behagen, dan 
> hoeft het geen verbazing te wekken dat we een sluier van illusie en 
> schijn creëren en in stand houden om ons tegen haar te wapenen. De 
> waarheid is dat het volk misschien helemaal geen waarheid wil."
> 
> En ook geen feiten?
> 
> "Het volk, zo luidt Blumenbergs these, is in elk geval hardleers. 
> Zeker voor filosofen, maar ook voor wetenschappers en journalisten 
> die maar niet willen begrijpen dat hun waarheden niet zonder meer 
> worden overgenomen, heeft Blumenberg een verontrustende suggestie: 
> het volk heeft misschien wel goede argumenten als het zich afwendt 
> van de werkelijkheid. Blumenberg kiest voorzichtig partij voor de 
> mensen in de grot van Plato. Daarmee heeft hij een vrij unieke 
> positie in de filosofie.
> 
> "En u, kiest u partij voor de mensen in de grot? Mensen vluchten weg 
> in bubbels, in hun eigen sferen, in drank of in iets anders. De 
> realiteit is zo fijn nog niet. We komen allemaal uit de geborgenheid 
> en willen er steeds weer naar terug.
> 
> "Er is een verhaal over de oude Griekse filosoof Thales van Milete. 
> Het is een soort tegenhanger van de grotallegorie. Toen Thales een 
> keer 's nachts naar de sterren liep te turen, tuimelde hij in een 
> put. Een vrouw die hem had zien vallen zei: 'O Thales, hoe denk jij 
> de wereld te kunnen begrijpen als je niet ziet wat er voor je voeten 
> ligt?'
> 
> "Haar lachen zou je gemeen en cynisch kunnen noemen. Ik vind die 
> vrouw wel leuk. Ze ziet heel goed dat de man die in de put tuimelt 
> een idioot is die zich niet om het volk bekommert en 's nachts, als 
> bijna iedereen ligt te slapen, er zo nodig op uit moet om dingen te 
> zien die gewone mensen niets aangaan. Die gewone mensen vinden 
> loyaliteit aan elkaar belangrijker dan loyaliteit aan de waarheid.
> Om daardoor heen te prikken moet je in ieder geval leren accepteren
> dat jouw wijze lessen over de waarheid niet zo maar voor zoete koek 
> worden geslikt." _______________________________________________ D66 
> mailing list D66 at tuxtown.net 
> http://www.tuxtown.net/mailman/listinfo/d66


More information about the D66 mailing list