[D66] Deconstructie kapitalistische logica

J.N. jugg at ziggo.nl
Mon Mar 21 15:48:22 CET 2016


https://www.groene.nl/artikel/beter-dit-socialisme-met-al-zijn-gebreken

woensdag 16 september 2015
Cuba: De nieuwe goudmijn
‘Beter dit socialisme met al zijn gebreken’

Nu Cuba en Amerika weer vrienden zijn, maken sterren, politici en
zakenlieden van heinde en verre hun opwachting in Havana. Wat ook
terugkeert: het kapitalisme. Sommigen vrezen een eiland vol dure hotels,
golfbanen en shopping malls.

door Cees Zoon

Als u zich had voorgenomen ooit nog een keer naar Cuba te gaan, dan
wordt het tijd dat u een beetje opschiet. Tenminste als u nog met eigen
ogen die retro-wereld van de jaren vijftig wilt bekijken met zijn
fantastische antieke auto’s. Of die eng lege winkels, het handelsmerk
van het communisme klassieke stijl. Of als u meer ideologisch bevlogen
bent (geweest) en nog een keer wilt genieten van het revolutionaire
paradijs voor dit definitief ten onder gaat. Rennen, hoor, want binnen
afzienbare tijd is dit allemaal verdwenen en is Cuba omgevormd tot een
doorsnee tropisch vakantie-eiland.

Er is een complete invasie van Cuba op gang gekomen nu de relatie met de
VS weer bijna normaal aan het worden is. Kunstenaars, ­politici en
zakenlieden van heinde en verre maken hun opwachting in Havana. Niemand
lijkt de boot te willen missen nu het ­kapitalisme op het punt staat
zijn herintrede te doen. Tegelijk overspoelen de Amerikaanse toeristen
het eiland, waar ze een halve eeuw niet naartoe mochten van hun eigen
regering. En dit is nog maar het begin.

Frank del Río, de Cubaans-Amerikaanse president van Norwegian, een van
de grote cruisebedrijven in de Verenigde Staten, belooft dat het niet
lang meer duurt voor zijn schepen Cuba opnemen als een vaste
aanlegsteiger op de Caribische cruises: ‘Cuba is geschapen voor
cruiseschepen, want het heeft alle natuurlijke voor­delen en de cultuur
om tienduizenden reizigers te ontvangen.’ Er moet uiteraard nog wat
gedaan worden aan de infrastructuur van de havens en de hotelcapaciteit,
maar die komen vanzelf.

Er liggen al een paar jaar van die varende megahotels uit andere landen
in de dokken vlak achter La Habana Vieja, het oude koloniale hart van de
hoofdstad, maar het feest begint natuurlijk pas echt wanneer de
Amerikanen komen. Carnival Corp, de grootste cruiseonderneming ter
wereld, heeft aangekondigd vanaf mei 2016 op Havana te gaan varen. Die
trips zullen worden uitgevoerd door Fathom, het curieuze nieuwe
vlootonderdeel dat gespecialiseerd is ‘in cruises voor mensen die op de
plaats van bestemming vrijwilligerswerk gaan doen’. Op deze manier
omzeilt het bedrijf de nog altijd van kracht zijnde economische blokkade
op grond waarvan het Amerikaanse burgers verboden is simpelweg als
toerist naar Cuba te gaan.

Het vrijwilligerswerk van de nieuwkomers zal waarschijnlijk beperkt
blijven tot het vrijwillig geld uitgeven tijdens een of meer etmalen
sightseeing in die tropisch-socialistische retro-wereld. Voor de deur
van Hotel Nacional, het emblematische hotel aan de rand van de Malecón,
staan de Cadillacs uit de jaren vijftig, gespoten in glimmend turquoise
en kauwgomroze, klaar voor een tour terug in de tijd voor 25 dollar per uur.

De Cubanen staan te trappelen van ongeduld in de hoop dat met de komst
van Amerikaanse toeristen en Amerikaanse bedrijven ook eindelijk de
consumptiegoederen aan land komen die al een halve eeuw schitteren door
afwezigheid. De consumptiemaatschappij zal onvermijdelijk haar intrede
doen, en tegelijk zal de toch al groeiende sociale ongelijkheid
duidelijker aan de oppervlakte komen. En de oude Fidel Castro (hij is
vorige maand 89 geworden), die weliswaar na zijn opstappen wegens ziekte
terug­getrokken leeft maar nog altijd een flinke invloed op zijn broer
Raúl heeft, mag het allemaal nog mee­maken: de terugkeer van het
kapitalisme. Al blijft hij wel mokken, zoals onlangs bleek in een van
zijn geregeld gepubliceerde ‘overpeinzingen’: ‘Ik vertrouw de politiek
van de VS niet en ik heb ook geen woord met ze gewisseld.’

De nu op gang gekomen invasie is een soort omgekeerde van die begin
jaren zestig toen intellectuelen aller landen het wonder van de verse
Cubaanse revolutie kwamen aanschouwen en ondersteunen. Toen Cuba werd
platgelopen door de Sartres en de Mulishen om de nieuwe linkse helden
Fidel Castro en Che Guevara te ontmoeten. De huidige invasie heeft
inhoudelijk misschien meer gemeen met die van de jaren vijftig, toen
Cuba het belangrijkste uitgaans­centrum van de Amerikanen was, met zijn
casino’s, nachtclubs, cabarets, drugs en hoeren.

De Cubamania is opgelaaid als in die vervlogen dagen. Wie laten zoal hun
gezicht zien op het eiland? De om onbekende reden wereld­beroemde Paris
Hilton, die zich liet fotograferen voor het Habana Libre, het voormalige
Hilton Hotel dat door haar opa was geopend in de tijd van dictator
Fulgencio Batista. Beyoncé en Jay Z waren er om de verjaardag van hun
huwelijk te vieren (en kregen thuis bijna een proces aan de broek wegens
illegaal bezoek aan een vijandelijke natie). Tv-presentator Conan
O’Brien nam onlangs in Havana de eerste Amerikaanse late night show in
een halve eeuw op en beklemtoonde dat hij deel uitmaakte van ‘de eerste
golf’ van Amerikaanse reizigers naar Cuba. La Guarida, een van de
beroemdste paladares van Havana, geeft een beknopt overzicht. Het
halletje van het immens populaire privé-restaurant in een bouwvallig
pand is behangen met foto’s van wereldsterren die er aten: Jodie Foster,
Will Smith, Danny Glover, Kevin Spacey, Naomi Campbell en Jack
Nicholson, om er maar een paar te noemen.

Het zijn echter niet alleen de sterren uit de amusementssector die het
eiland plat lopen. De politici blijven niet achter. Er gaat bijna geen
week voorbij zonder dat er Amerikaanse senatoren als Patrick Leahy of
afgevaardigden als ex-House-voorzitter Nancy Pelosi worden gesignaleerd.
Om te voorkomen dat hun bezoek onopgemerkt blijft, paraderen ze steevast
even door de fotogenieke straatjes van La Habana Vieja waar ze altijd
wel door een toevallig aanwezige fotograaf worden betrapt.

    De Solomon Eilanden, die veel verdacht geld uit de hele wereld
huisvesten, hebben al een ambassade geopend

De politici komen hand in hand met de zakenmensen, want die zien Cuba
als een potentiële goudmijn voor de nabije toekomst en willen de boot
niet missen nu de mogelijkheid bestaat dat het Amerikaanse embargo tegen
de enige overgebleven communistische staat van het westelijk halfrond
wordt opgeheven. In feite wordt er al een hele hoop handel gedreven
tussen Cuba en de VS en is het embargo vooral nog een verbale kwestie,
vooral voor de politieke diehards in de VS van Cubaanse afkomst zoals de
bijzonder rechtse Republikeinse presidentskandidaten Marco Rubio en Ted
Cruz. Sinds enkele jaren geleden de directe vluchten vanuit enkele
Amerikaanse steden geïntroduceerd werden, brengen de Cubaanse Amerikanen
ladingen consumptieartikelen mee wanneer ze hun familie komen opzoeken.
In de oude aankomsthal van het vliegveld José Martí arriveren ze met
vrachtladingen platbeeldtelevisies en andere elektronica. De
autoriteiten vinden het best, er moet bij de uitgang alleen een
excessieve invoerbelasting betaald worden.

Maar sinds 17 december, toen Barack Obama en Raúl Castro bekend maakten
dat de betrekkingen hersteld zouden worden, is het hek van de dam.
Rodrigo Malmierca Díaz, minister van Buitenlandse Handel en
Investeringen, raakt overwerkt door alle buitenlandse delegaties die hem
willen spreken. De ene dag is het ­Andrew Cuomo, de gouverneur van New
York, met een forse groep Amerikaanse zaken­mensen, de andere dag de
Spaanse ­staatssecretaris van ­Handel. Spanje heeft vooral op het gebied
van toerisme in de voormalige kolonie al een forse voorsprong op de
concurrentie. De VS-­ambassade is heropend en ook de Verenigde Arabische
Emiraten hebben een ambassade geopend, net als de Solomon Eilanden, een
van die ministaatjes die veel verdacht geld uit de hele wereld
huisvesten. De Franse president François Hollande maakte in het voorjaar
zijn opwachting in Havana, een paar dagen na de Nederlandse minister
Bert Koenders.

De Cubanen in de diaspora ruiken ook hun kans. Ze sturen aanzienlijke
sommen geld naar familie op het eiland om grond en huizen te kopen. Die
hopen ze binnen afzienbare tijd met een dikke winst aan Amerikanen door
te verkopen. Officieel kunnen Cubanen uit het buitenland niets kopen op
het eiland, maar ze gebruiken familieleden als stroman.

De ‘dooi’ of ‘détente’, termen uit de eindtijd van de Koude Oorlog,
vindt alom plaats en je moet wel gek zijn om niet de mogelijkheden te
gaan onderzoeken. Sommigen spreken zelfs over Cuba als het nieuwe El
Dorado, waar de jacht op goud gaat beginnen. Dat klinkt raar want er
valt helemaal niets te halen in Cuba. Maar des te meer valt er te
brengen. Het eiland van de revolutie is feitelijk een maagdelijk gebied,
waar voor iedereen geld te verdienen valt: er is zo goed als niets. De
steden staan op instorten, alleen het koloniale Habana Vieja is
opgeknapt, het ernaast gelegen centrum van de hoofdstad biedt de aanblik
alsof het gisteren is gebombardeerd. De winkels zijn leeg, voorzieningen
bestaan niet.

En er is geen geld. Alleen het deel van de Cubanen dat met het
buitenlandse toerisme in contact komt, heeft geld, convertibele pesos
(de plaatselijke variant van de dollar) of Amerikaanse dollars. Plus de
Cubanen die altijd mochten reizen en geld in deviezen verdienden:
sporters, kunstenaars, diplomaten, artsen, die hebben wat kunnen sparen
en willen nu investeren. Maar over de hele linie is er geen intern
spaartegoed. Het regime raamt dat voor de allereerste ontwikkeling zeker
twee miljard dollar per jaar aan buitenlandse investeringen en leningen
nodig zijn.

Het feit dat Obama Cuba heeft geschrapt van de lijst van
terrorismevriendelijke landen opent de deur naar leningen van de
Wereldbank. Zelfs de eerste functionarissen van het Internationaal
Monetair Fonds zijn op het eiland gesignaleerd. Fidel Castro keerde het
imf en de Wereldbank in 1964 de rug toe. Cuba kan niet terecht bij de
Interamerikaanse Ontwikkelingsbank omdat het in 1962 op instigatie van
de VS uit de Organisatie van Amerikaanse Staten is gezet. Terugkeer in
de schoot van de oas is nu denkbaar. Raúl Castro is met de dag meer
genoodzaakt nieuwe geldschieters op te sporen. Sinds de eeuwwisseling
was het de bijna gratis Venezolaanse olie van Hugo Chávez die de
Cubaanse economie redde van de verdrinkingsdood. Nu Venezuela zelf in
diepe crisis is beland, valt van die kant weinig meer te verwachten.

Eén belangrijk ding is er wel op het eiland: een zeer hoog opgeleide
bevolking. Taxichauffeurs, obers, nachtportiers, het is moeilijk er een
te vinden die niet een universitaire studie heeft afgerond. In Cuba
hebben zelfs de hoeren een academische graad, liet Fidel Castro zich
ooit ontvallen in een rechtstreekse tv-uitzending. De officiële lijn is
dat de revolutie prostitutie met wortel en tak heeft uitgeroeid, hoewel
iedereen weet dat het sekstoerisme al sinds de jaren tachtig een van de
schaarse bloeiende sectoren is.

Decennia lang waarschuwde het regime voor de op handen zijnde invasie
van de imperialisten, die de mislukte landing in de Varkensbaai van 1961
nog eens dunnetjes over wilden doen. Nu de invasie werkelijkheid is
geworden ziet die er totaal anders uit. Die komt over het net,
bijvoorbeeld. Netflix is al present, met een maandabonnement voor zeven
euro. Dat is alleen goed voor mensen die thuis een internetverbinding
hebben, en dat zijn er nog maar weinigen, zo’n drie procent van de
bevolking. Maar de gelukkigen delen hun positie graag en maken van hun
huis een soort straatbioscoop. En de handel in illegale dvd’s is allang
massaler dan in bijvoorbeeld Mexico, dat een naam heeft op dit gebied.

    Veel Cubanen vrezen dat de dictatuur van het proletariaat domweg
wordt vervangen door die van de markt

Bovendien is een betere toegang tot het internet heel langzaam onderweg.
Er zijn zelfs wifi-punten geopend in zestien steden, waar iedereen voor
twee dollar per uur het net op kan. Dat is extravagant gezien het
gemiddelde maand­inkomen van twintig dollar. Steeds meer Cubanen
ontvangen echter niet alleen geld van familie in de VS, maar ook
smartphones en tablets.

Iedereen wil naar Cuba. Sinds begin dit jaar is het aantal Amerikaanse
toeristen met bijna vijftig procent gestegen en uit de rest van de
wereld met twintig procent. Dat zal nog groeien, want veel mensen
beschouwen het als de laatste kans om het Cuba zoals dat nu bestaat te
zien. Voor je het weet zit ook op Cuba op iedere straathoek een Burger
King en een Starbucks.

Meer dan een derde van de Amerikaanse toeristen moet ook nu nog via
derde landen als Canada of Mexico reizen om de reisbeperkingen van
Washington te omzeilen. Officieel blijft reizen naar Cuba voor
toeristische doel­einden verboden, maar het ministerie van Financiën,
dat gaat over de reisrestricties, knijpt een oogje dicht sinds de door
Obama afgekondigde détente. Het is nu veelal afdoende dat de reizigers
op een speciaal formulier verklaren dat ze een ander doel hebben dan
toerisme, zoals ‘ik ga de Cubaanse bevolking helpen’, ‘professioneel
onderzoek’ of ‘familiebezoek’. Wat de regering-Obama in feite wil is dat
er zoveel mogelijk Amerikanen naar Cuba reizen ‘to open up’ het
communistische regime.

Bij de invasie heeft zich ook een trekpleister van superformaat
aangesloten: paus Franciscus. De paus wordt beschouwd als een van de
drijvende krachten achter het herstel van de betrekkingen van Cuba met
de VS. De Argentijnse Jezuïet valt goed bij de op Jezuïeten­scholen
opgevoede communistische president Raúl Castro, die bijzonder in zijn
nopjes was na zijn bezoek aan het Vaticaan in mei: ‘Als deze paus zo
doorgaat, ga ik weer bidden en keer ik terug in de kerk. En dat is geen
grap.’ Franciscus komt op 19 september naar Havana en een dag later
draagt hij de mis op op het enorme Plaza de la Revolución, het heilige
plein dat decennia lang was gereserveerd voor El Comandante Fidel en
zijn onmenselijk lange toespraken. Tijdens de mis zal de paus oog in oog
staan met het gigantische portret van zijn landgenoot Che Guevara.

Veel Cubanen, ook binnen de gematigde oppositie, ventileren al jaren als
hun grote angst een complete kapitalistische invasie waarin
buitenlanders, de Miami-Cubanen voorop, alle geprivatiseerde huizen,
ziekenhuizen en universiteiten opkopen en de dictatuur van het
proletariaat domweg wordt vervangen door de dictatuur van de markt.

De sociale utopie is al met rasse schreden aan het veranderen in de
utopie van het kapitaal. ‘Het castrisme gaat naar de beurs’, grapt de
dissident Manuel Cuesta Mora, woordvoerder van de sociaal-democratische
partij Arco Progresista. ‘Mondiaal revolutionair links verlaat Cuba
bijna in het geniep en weigert de strijd aan te binden met het
binnenvallende kapitalisme.’ Cuesta heeft zijn bedenkingen. Wat staat te
dringen is het grootkapitaal, en dat is niet noodzakelijkerwijs
geïnteresseerd in democratie.

Raúl Castro voelt wel wat voor het Chinese of het Vietnamese model die
economisch kapitalisme paren aan communistische democratie: ‘Chinese
bewijzen te over om aan te tonen hoe de afwezigheid van rechten
verandert in een basisvoorwaarde voor de intense en snelle bloei van een
bepaald soort kapitalisme.’ Cuesta verwijst naar het eerste experiment
van de Cubaanse overheid, samenwerking met buitenlands kapitaal
halverwege de donkere jaren negentig: ‘Met dat eerste
consumptiekapitalisme vestigden kapitaal en regering een model van
economische apartheid. Dat was de tijd dat de Cubanen geen enkel hotel
mochten binnengaan.’

Het is wellicht de droom van veel Amerikaanse zakenmensen die Cuba nu
platlopen: een eiland vol dure hotels, golfbanen en shopping malls.
Zoals zoveel andere eilanden in de Cariben. Misschien zelfs een kopie of
een bijkantoor van Miami, zoals in de jaren voor de revolutie.

Maar die droom houdt veel Cubanen juist uit hun slaap. Natuurlijk
snakken ze naar consumptiegoederen en een verbetering van de treurige
levensstandaard. Maar tegelijk maken ze zich zorgen over het mogelijk
verdwijnen van de sociale verworvenheden als gratis onderwijs en
gezondheidszorg. Cuesta spreekt ook over de angst dat het nieuwe Cuba
uiteindelijk gewoon niet meer zal zijn dan al die andere arme landen in
de wereld: ‘De Cubanen weten dat als wij ten prooi vallen aan het
kapitalistische systeem, wij zullen zijn als de Dominicaanse Republiek
of Mexico, niet als Zweden, niet eens als Spanje. Met dat perspectief
voor ogen is mijn conclusie eenvoudig: beter dit socialisme met al zijn
gebreken.’

On 03/21/2016 02:59 PM, J.N.  wrote:
> http://wilderaven.nl/shop/featured-books/hoelang-pikken-we-het-nog/
> http://www.wilheeffer.nl/commentaren-en-standpunten-2/#_ftn18
> 
> Hoelang pikken we het nog?
> Author: Wil Heeffer
> 
> ISBN: 9789491736049
> Verschenen: 24-09-2015
> Taal: Nederlands
> Uitgever: Wilde Raven
> Aantal pagina's: 164
> €16,95
> 
> Hoelang pikken we het nog ontmantelt de logica van het hedendaagse
> kapitalisme en neoliberale beleid. Dat gebeurt tegen de achtergrond van
> een positief alternatief.
> 
> 
> De kapitalistische logica verspreidt zich naar alle domeinen van de
> samenleving. Menselijke relaties, zorg, onderwijs en wetenschap worden
> economische producten. Zelfs politiek wordt steeds meer economie. Dit
> leidt tot de teloorgang van gemeenschappelijkheid, politiek onbehagen en
> het verdwijnen van solidariteit.
> 
> Wil Heeffer ontmantelt de logica van het neoliberale kapitalisme en
> ontwikkelt een positief alternatief. Daarbij moderniseert hij Marx’
> kritiek dat de verwording van menselijke relaties tot producten een
> prijs heeft. Heeffer baseert zijn analyse op bekende Westerse denkers en
> introduceert de in Nederland nog onbekende Latijns-Amerikaanse
> bevrijdingsfilosofie. Hiermee levert Heeffer een unieke bijdrage aan het
> maatschappelijk debat.
> 
> Hoelang pikken we het nog confronteert ons met de noodzaak van een
> maatschappelijke heroriëntatie en biedt praktische handvatten om een
> nieuw begin te maken. De bijzondere waarde van dit boek ligt in de
> scherpe analyse van het op hol geslagen kapitalisme en de concrete
> beschrijving van een nieuw ethos dat mensen bindt.
> 
>> Wil Heeffer ¶ is essayist, prozaschrijver en dichter. Van zijn hand
> verschenen eerder o.a. het essay Tot elkaar veroordeeld en de romans Made
> in Havana en Het bitter van de rosse maan. Zijn belangstelling gaat bovenal
> uit naar het vraagstuk van solidariteit en sociale rechtvaardigheid.
> 
> Over Hoelang pikken we het nog?
> 
> “Hoelang pikken we het nog? is een stevig politiek pamflet dat de lezer
> tot keuzes dwingt. Accepteren we de sociale erosie die de grondvesten
> van onze
> gemeenschap aantast of kiezen we voor het herijken van onze betrokkenheid?
>> Harry van Bommel (Tweede Kamerlid SP) ¶
> 
> “In Hoelang pikken we het nog? gaat het om een deconstructie van de
> logica van het monetair kapitalisme. Een deconstructie is een vorm van
> kritiek tegen de achtergrond van een positief alternatief. Dat in het
> kapitalisme de menselijke verhoudingen tot de verhoudingen van waren
> worden, die een prijs hebben die betaald moet worden, laat zich van Marx
> leren.
> 
> De kern van het probleem is de erosie van de sociale cohesie. Wil
> Heeffer laat haarscherp zien dat het teloorgaan van de beheerfuncties de
> oorzaak hiervan is.
> Om hiertegen in te kunnen gaan is een nieuwe mentaliteit nodig, een
> nieuw ethos dat de mensen bindt. De verwezenlijking daarvan kan niet in
> één klap gebeuren. Maar zonder bereidheid lukt het nooit.
>> Prof. dr Heinz Kimmerle ¶
> 
> Hoe lang pikken we het nog? De schrijver stelt een aantal intrigerende
> vragen en laat niet na zinvolle oplossingen aan te dragen en herinnert
> ons eraan dat niemands leven wegens persoonlijk succes wordt geprolongeerd.
>> Prof. Ben de Pauw ¶
> _______________________________________________
> D66 mailing list
> D66 at tuxtown.net
> http://www.tuxtown.net/mailman/listinfo/d66
> 


More information about the D66 mailing list