[D66] De waanzin schuilt in de massa

J.N. jugg at ziggo.nl
Sun May 31 11:08:10 CEST 2015


http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/32319_de_waanzin_schuilt_in_de_massa/

De waanzin schuilt in de massa
Vrijheid en waanzin, collectiviteit en veiligheid, literatuur en PVV

Bij de Vrijheidslezing vrijdagavond in het (beveiligde) Humanity House
in Den Haag sprak A.H.J. Dautzenberg onderstaande tekst uit. De
Vrijheidslezing is een initiatief van debatcentrum De Balie in
samenwerking Amnesty International waar vrijheidsdenkers centraal staan.
Hoofdgast was dit jaar de Azerbeidjaanse journalist en dissident Emin Milli.

Voor Volk en Vaderland
Om te beginnen wil ik mij verontschuldigen voor het feit dat ik mijn
tekst in het Nederlands voordraag. Dat is geen nationalistisch
statement, verre van, maar mijn steenkolenengels wil ik u en mezelf niet
aandoen. Maar gelukkig is er een vertaling beschikbaar.

Ik begin mijn lezing bij de Boekenweek die eerder dit jaar werd gevierd.
En dan meer in het bijzonder bij het ludieke thema dat de feestvreugde
(en de omzet) moest verhogen: waanzin. Dat thema – en vooral de
invulling daarvan – schildert het prototype van de ideale Nederlandse
schrijver: hij is een clown, een charlatan, een gek, een Jan Klaassen
die we absoluut niet serieus moeten nemen. En laat hem vooral niet uit
zijn rol stappen. Iets wat de nodige schrijvers dan ook niet doen, bang
als ze zijn om te mishagen.

Aan buitenlandse schrijvers stellen we overigens andere eisen: die
moeten juist wél geëngageerd zijn, koene ridders van het vrije woord die
het onrecht te paard en te zwaard verdedigen. Vurige schrijvers in een
onveilig land, maar dan wel op een veilige afstand, dat soort romantiek.
Maar daarover later meer.

De CPNB bedacht niet alleen het thema, maar presenteerde ook enkele
auteurs die dit thema verbeelden. En zo kwam Jan Arends na enkele
decennia weer in de etalages van de boekwinkels te liggen. Niet als een
bevlogen schrijver, maar als een malle eppie. De boekhandel nam het
stigma uit publicitaire overwegingen gretig over en de media gaven de
meest bevlogen cartoonisten opdracht om Arends manische blik uit te
vergroten – en dat deden de cartoonisten maar al te graag, vloeibaar als
ze zijn.

In Jan Arends verhaal De Kranteneter wordt een man uitgenodigd voor een
etentje bij een bevriend gezin. Eenmaal aan tafel krijgt hij een oude
krant – 'Hier! Eet jij die maar op!' Terwijl het gezin zich tegoed doet
aan de maaltijd, begint de man de krant op te eten, want hij wil niet
ondankbaar overkomen. Hij doet graag wat anderen van hem willen. Hij eet
de krant op om zijn vrienden een plezier te doen.

Ik lees in dit verhaal een metafoor voor het leven van Jan Arends. De
mensen zagen hem als een gek, dus ging hij zich als een gek gedragen. U
vraagt, wij draaien. De krant staat symbool voor de eensgezinde
buitenwereld, voor de meningen van de 'normale' mens. De man eet de hem
aangeboden krant op in de hoop erbij te kunnen horen. Hij probeert zich
met de vijandige buitenwereld te verenigen door alle meningen letterlijk
tot zich te nemen. En om de tragiek nog groter te maken: het was de
zaterdagkrant.

Het laatste stuk eet hij op in de tuin, want hij voelt zich niet goed,
hij heeft buitenlucht nodig. Op het groene grasveld eet hij door, uit
plichtsbesef. Wanneer hij klaar is loopt hij terug naar het huis, maar
de gordijnen zijn dicht en hij hoort geen stemmen. Hij belt aan, maar
niemand doet open. Hij schaamt zich dat hij het blijkbaar weer verkeerd
heeft gedaan en loopt het tuinpad af, de eenzaamheid in…

Jan Arends schreef gedichten, verhalen, novellen en toneel. Bovendien
vertaalde hij werk van Simenon. En toch was Jan Arends gek, was de
heersende opvatting. Arends had daar last van en begon zich meer en meer
aan te stellen. En dus kwam hij zo nu en dan in een psychiatrische
instelling terecht. Zoals de hoofdpersoon in De Kranteneter deed hij wat
anderen van hem wilden. En die contingentie had de nodige consequenties.
Arends pleegde uiteindelijk zelfmoord.

Non-conformisme
De waanzin manifesteert zich niet in het individu, niet in de schrijver.
Het is juist de mee loeiende massa, het is de collectiviteit die de
waanzin definieert, accelereert en vervolgens uit een soort van
decadente angst weer probeert uit te roeien.

In het handboek van de psychiatrie, DSM (Diagnostic and Statistical
Manual of Mental Disorders) is non-conformisme en vrijdenken opgenomen
als geestesziekte – en ik verzin dit niet, helaas. De ziekte heeft zelfs
een naam gekregen: ODD, Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis.
Symptomen zijn: gezag in twijfel trekken, negativiteit, opstandigheid en
bekvechten.

Het aantal psychische aandoeningen is in de afgelopen vijftig jaar
verdrievoudigd. Het leven moet geobjectiveerd worden – er zijn
behandelingen beschikbaar.

En het griezelige is dat deze constructies vervolgens massaal worden
opgevolgd. Ook in ons land hanteren beleidsmakers, verzekeraars en,
jawel, psychiaters de nieuwe normen. En dus is non-conformisme en
vrijdenken een onwenselijke aandoening. En dus worden
non-conformismisten en vrijdenkers meer en meer buiten de samenleving
geplaatst. Ze worden als controversieel bestempeld en kunnen vervolgens
bedreigd en ontslagen worden zonder dat dit tot al te grote beroering
leidt. Zoals ik al zei: het is de collectiviteit die de waanzin
vertegenwoordigt.

Terug naar het handboek voor de psychiatrie en naar de psychiaters die
hun oren laten hangen naar deze populistische richtlijnen. Befehl ist
Befehl. Nee, die woorden zijn in dit verband niet te groot. De
psychiatrie laat zich gebruiken, nee mísbruiken om mensen buiten spel te
zetten. Mensen die niet voldoen aan de heersende sociale conventies
moeten weg, want dat vindt de meerderheid wel zo prettig. En de
meerderheid beslist.

In het verre verleden werden 'gekken' nog gezien als mensen die een
bepaald soort wijsheid bezitten. Als mensen die ons een andere waarheid
kunnen laten zien. Als dissidenten die het leven kunnen verrijken. Dus
niet als psychiatrische patiënten die zo ver mogelijk uit de buurt
moeten blijven van 'gewone' mensen.

En er is altijd wel een psychiater te vinden die zijn paraaf zet onder
de geestdodende documenten – en dat adjectief mag u letterlijk nemen, de
geest moet gedood worden, de opstandige geest. De wetenschap laat zich
wel vaker voor het karretje spannen van sociale wensen. Negers werden
uitvoerig door antropologen bestudeerd en uitermate geschikt bevonden
voor slavernij. De Judenfrage is door de nodige wetenschappers van een
kennistheoretische en vooral ook logistieke basis voorzien en vervolgens
succesvol in uitvoering genomen. De gevolgen zijn bekend. In de jaren
vijftig zaten de homoseksuelen in de weg, en hop, een paar
wetenschappelijke onderzoeken ter morele rechtvaardiging en castreren
maar – de schrijver Jan Hanlo was een van de ongelukkigen. Wat er in
deze tijd met pedofielen gebeurt, kunt u allemaal volgen – en ja, de
meesten van de hier aanwezigen zijn het daar volop mee eens. Zoals ik al
eerder zei: de waanzin schuilt in de collectiviteit.

Nationalisme
Een van de eerste Nederlandse schrijvers die dit niet alleen
signaleerde, maar ook bekritiseerde, is de in 1881 geboren Carry van
Bruggen. Al in het begin van de twintigste eeuw verhief ze haar stem
tegen het opkomende nationalisme en antisemitisme. Ze wees impliciet op
het gevaar dat in het collectivisme schuilt – dat deed ze in haar romans
en in haar filosofisch werk.

Rond het fin de siècle zette de secularisatie van de samenleving in
verhoogd tempo door. Mensen gingen massaal op zoek naar een nieuwe vorm
van zingeving, de metafysische leegte moet nu eenmaal gevuld. Een
voedingsbodem dus voor nieuwe ideologieën. Van Bruggen zag dat het door
enkelen gepropageerde nationalisme, patriottisme en antisemitisme wel
eens massaal op bijval zou kunnen rekenen. Ze waarschuwde voor de ge- en
verboden die kritiekloos nagevolgd zouden kunnen worden.

In 1916 publiceerde ze een essay waarin ze erop wijst dat
vaderslandsliefde ware mensenliefde belemmert. Patriottisme is niets
anders dan gesublimeerde eigenliefde, het staat naastenliefde in de weg.
Gemeenschapsidealen dienen nergens anders toe dan tot het in stand
houden van de collectiviteit, van de superiéure collectiviteit. En ze
draaien altijd uit op onderdrukking van minderheden. Altijd, sla de
geschiedenisboeken er maar op na.

Volgens Van Bruggen was Het Goede dan ook anti-maatschappelijk,
oppositioneel ten opzichte van de massa, dit alles om ook het individu
ademruimte te verschaffen.

De collectiviteit kiest daarentegen altijd voor het behoud van de
grootste gemene deler. Alles wat anders is, wat afwijkt, moet worden
uitgeschakeld – en als dat gebeurt onder het mom van nationaal belang
hoeft er geen verantwoording te worden afgelegd. 'Voor volk en
vaderland', die woorden duiken altijd op als een dubieuze daad
vergoelijkt moet worden. Voor volk en vaderland…

Van Bruggen verzette zich een eeuw geleden zoals gezegd als een van de
eersten hevig tegen het oprukkende nationalisme. Ze was helaas een
roepende in de woestijn, ook de intellectuelen bleven tot haar
ontzetting zwijgen. Het antisemitisme nam ondertussen schrikbarende
vormen aan, en Van Bruggen leed daar zwaar onder, als intellectueel en
als Jood. In 1932 stierf ze aan een overdosis slaapmiddelen.

Pas na de Tweede Wereldoorlog werd haar werk op waarde geschat.
Achteraf, het kwaad was al geschied. En ironisch genoeg werd haar werk
ge- nee mísbruikt om te laten zien dat de Nederlanders destijds niet
allemáál kritiekloos achter de populistische ideeën aanliepen. Om te
laten zien dat de Nederlanders niet allemáál makke schapen waren. En
zoals dat vaak gaat bij geschiedschrijving: het verleden wordt gebruikt
als zelffelicitatie, als collectieve zelfophemeling. Zo vieren we elk
jaar op 4 en 5 mei de vrijheid, om te laten zien dat we nu wél deugen,
en daar maken we volop muziek bij, in alle opzichten.

Veiligheidsfetisj
Laat ik u ter ontnuchtering wijzen op de laatste verkiezingspoll: De PVV
staat bovenaan. De über-nationalistische partij die buitenlanders in de
knie wil schieten, die een Anti-Polen-meldpunt initieerde, die een
kopvoddentaks wil invoeren, de partij die het volk 'meer, meer, meer'
laat scanderen om 'minder, minder, minder' emigranten toe te laten. En
de VVD, die andere grote partij, doet lekker mee, om het electoraat op
maat te kunnen bedienen: u vraagt, wij draaien. En de premier lacht de
bezwaren weg, met de duim optimistisch in de lucht. 'Dat is nu
democratie, mensen.'

Ik herhaal het nogmaals en waarschijnlijk voor de kat zijn kut: de
waanzin schuilt in de collectiviteit.

Net als een eeuw geleden waait er een rabiaat rechtse wind door ons land
– door heel Europa – en die zal voorlopig niet gaan liggen. Sterker nog,
die wind zal de komende jaren in kracht toenemen. De toverformule – nee,
de schaamlap – die wordt gebruikt om die koers te legitimeren is immers
onloochenbaar: veiligheid. Alles voor onze veiligheid. Het is in ons
land nog nooit zo veilig geweest als nu, maar toch voelen we ons
onveiliger dan ooit. Misschien is het een decadente uiting van
verveling? Of zijn we verdwaald in ons economisch denken: alleen
schaarse goederen hebben waarde – misschien heeft te veel vrijheid een
negatief effect op de marktprijs ervan? Of is het een indicatie dat we
zoveel vrijheid helemaal niet aankunnen, dat we letterlijk begrensd
willen worden?

Wie het weet mag het zeggen. Een van de groteske gevolgen van onze
veiligheidsfetisj is in elk geval dat we er alles aan doen om
vluchtelingen uit ons land te weren. Taal is daarbij een effectief
instrument – woorden worden door de overheid rücksichtslos misbruikt om
beleid te rechtvaardigen. Zo worden vluchtelingen vergeleken met
beroepscrimineel Willem Holleeder, door de leider van een
regeringspartij nog wel, waardoor het makkelijker wordt om dat zwarte
schorem uit te zetten. Of de vluchtelingen worden ineens bestempeld als
slachtoffers, niet van onderdrukking of van oorlog, stel je voor zeg,
nee, ze zijn het slachtoffer van heuse mensensmokkelaars. De oplossing
ligt daardoor voor de hand: de mensensmokkelaars moeten aangepakt
worden, opdat die arme Syriërs en Afrikanen niet meer tegen hun wil naar
Europa worden getransporteerd.

Het zijn overduidelijk de woorden van meedogenloze politici, van bange
opportunisten die het koloniale verleden van Nederland nog altijd niet
onder ogen durven zien, of beter gezegd: die het koloniale verleden niet
kunnen gebruiken in hun tijdlijn. Het zijn de woorden van keurig gekapte
carrièremakers die empathie een linkse hobby vinden.

En dus sluit Nederland zijn grenzen en roept het andere Europese landen
op om hetzelfde te doen. Veiligheid. Alles voor de veiligheid.

Maar omdat zich in de harten van veel Nederlanders toch ergens een
greintje gevoel verborgen houdt en omdat veel Nederlanders in de spiegel
graag een zelfverzekerde kanjer zien staan, exporteren we ter
compensatie volop goede bedoelingen en meningen naar het getroebleerde
buitenland – veelal vergezeld van een opgeheven wijsvingertje om de
goede bedoelingen en meningen kracht bij te zetten. De boodschap is
duidelijk: wij deugen wèl.

Om het nog scherper te stellen: onze economie draait voor een belangrijk
deel op de export van wapens. Maar worden die wapens door de inkopende
landen daadwerkelijk gebruikt, om wat voor reden dan ook, hoe durven ze,
dan klimmen we in de hoogste populier en roepen verontwaardigd boe en bah.

En ondertussen discussiëren we voor de vorm vurig over de vrijheid van
meningsuiting, al dan niet in het gezelschap van een buitenlandse
cartoonist of schrijver.


More information about the D66 mailing list