Klimaatgekte: Elsevier publiceert lijst van IPCC oplichting
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at COMBIDOM.COM
Fri Feb 12 12:55:58 CET 2010
REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
Bron: Elsevier
Datum: 11 februari 2010
URL: http://beleginwater.nl/nieuws/nieuwsbericht/02190
Hoe klimatologen hun krediet verspelen
--------------------------------------
Wetenschappers zijn net mensen. Ze maken fouten, ze hebben oogkleppen en
ze hebben hypotheken. Hierover zijn allerlei geleerde beschouwingen
geschreven (de Amerikaanse natuurkundige en filosoof Thomas Kuhn
bestempelde de oogkleppen van de wetenschapper bijvoorbeeld
tot 'paradigma's'), en ze nebben allemaal als boodschap: wetenschap is
mensenwerk. Dat bewijst ook de recente reeks schandalen rond het
klimaatpanel IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change).
Deels vallen die fouten in de categorie 'ach, iedereen laat weieens een
steekje vallen'. Zoals de aanname dat 55 procent van Nederland beneden de
zeespiegel zou liggen (moet 26 procent zijn). Ook de in 2035 gesmolten
gletsjers van de Himalaya worden zo vergoelijkt: er had 2350 moeten staan,
mag niet gebeuren, tikfout.
Bedrijfsongelukjes. Sterker, teken van het zelfreinigend vermogen van de
wetenschap. Zoals Maarten Hajer, PvdA-planoloog en directeur van het
Planbureau voor de Leefomgeving (die van partijgenoot minister Jacqueline
Cramer het IPCC-rapport mag onderzoeken), zei: 'Het is maar een krasje.'
Maar dat is te makkelijk.
Het gaat hier over een druistige, jonge discipline die zich buigt over een
complex probleem. Klimatologen zouden moeten zeggen: 'Sorry, politici, we
doen onze stinkende best, maar voorlopig gaat het klimaat ons boven de pet.'
Maar onder een gigantisch groen vergrootglas (we moeten nu actie
ondernemen, want anders vergaat de planeet) is dat onmogelijk. Er gaat
bovendien zo veel geld om in de klimaatsector, dat de verleiding groot is om
te overdrijven en aldus subsidies veilig te stellen.
Milieuminister Cramer zou het liefst 'blind willen varen' op de wetenschap, zo
heeft ze gezegd. Welnu, dat lijkt niet verstandig. Er vallen serieuze
vraagtekens te plaatsen bij de betrouwbaarheid van zowel de klimatologen als
hun wetenschap. Elsevier heeft de drieduizend pagina's van de vier
IPCCrapporten uit 2007 nog eens doorgenomen en zet de belangrijkste
conclusies op een rij.
1. Het IPCC is niet altijd even wetenschappelijk.
Het moet gezegd, het merendeel van de pak 'm beet twintigduizend studies
waar het IPCC naar verwijst, betreft bladen als Nature, Science en het
International Joumal of Climatology. Peer reviewed-literatuur zoals dat heet:
je zendt een artikel naar een tijdschrift, dat stuurt het naar een anonieme,
gerenommeerde deskundige (een peer), en die checkt of alles deugt.
Maar soms zit er een vreemde eend in de bijt. 'Grijze' literatuur, zoals het
heet. Niet in het meest gedegen rapport (van werkgroep l, zie 'Betwist IPCC'
op deze pagina). Maar gaandeweg de drieduizend pagina's wordt het steeds
gekker. Zo heeft het IPCC de afstudeerscriptie van een Zwitserse student
geografie aangehaald. Het klimaatpanel blijkt zich verder te baseren op het
blad Climbing Magazine. Elsevier fronste ook de wenkbrauwen bij een niet-
gepubliceerde afstudeerscriptie van een Ethiopische student, een niet-
gepubliceerde afstudeerscriptie van een Egyptische student, een brochure van
Save the Children, het blad Tourism Management, de Argentijnse krant La
Nación, The New York Times, The Wall Street Joumal, BusinessWeek, de
Rocky Mountain News, het persbureau AP, The Seattle Times en het
jaarverslag van de internationale skimotor-associatie.
2. Er is belangenverstrengeling.
De Indiase onderzoekers Rajendra Pachauri en Syed Hasnain profiteerden
van de voorspelling dat de gletsjers van de Himalaya in 2035 gesmolten
kunnen zijn. Op basis van die fout zijn er miljoenen euro's subsidie gevloeid
naar het instituut waar Pachauri directeur is en Hasnain een groep leidt. Deze
inteelt is geen uitzondering, maar een systeemfout. Alle onderzoekers die
door het IPCC worden uitgenodigd om expert reviewer of lead author te zijn,
hebben baat bij de subsidies die vrijkomen door de commotie over
opwarming van de aarde.
Neem de Nederlandse delegatie voor het IPCC. Die bestaat uit mensen die
werken bij instituten als het ECN, RIVM, KNMI, PBL en PCCC (zie 'Het IPCC in
Nederland' op pagina 71) - allemaal organisaties die gedijen bij de
klimaathype. Dat betekent niet dat ze bewust de boel verdraaien - de
gemiddelde wetenschapper is hoogstwaarschijnlijk fatsoenlijker dan de
gemiddelde autoverkoper - maar daardoor ontstaat een groepsdenken dat
elke nieuwe studie, elk nieuw feit navlooit op het eigen gelijk: zie je nou wel,
de wereld warmt op.
De Amerikaanse klimatoloog Stephen Schneider, bij elk nieuw IPCC-rapport
weer hoofdauteur, heeft eens gezegd: 'ledere klimaatwetenschapper moet de
optimale balans zien te vinden tussen eerlijkheid en effectiviteit.' Verzoek aan
de lezer: laat deze zin over de tong rollen als een slok Carmenare.
3. Het IPCC doet aan stemmingmakerij.
In zijn afstudeerscriptie over afnemende opdrachten voor berggidsen in de
Alpen noemde de student geografie als belangrijkste oorzaken de recessie en
destijds hoge koers van de Zwitserse frank. Zijn verklaring is niet door het
IPCC overgenomen, de koppeling aan opwarming wel. Het IPCC-rapport
citeert uit een studie dat opwarming leidt tot grote verliezen in onroerend
goed. Het oorspronkelijke rapport van het Britse bureau Risk Management
Solutions concludeerde: 'Wij vinden onvoldoende aanwijzingen om te claimen
dat er een relatie is tussen de toename van de temperatuur en catastrofale
verliezen.' Veelvuldig doet het IPCC aan cherry picking, selectief winkelen.
Wanneer het op pagina 231 van rapport 3 over ijsberen gaat, komen diverse
kommer-en-kwelstudies aan de orde. Niet vermeld wordt dat het totale aantal
ijsberen groter is dan enkele tientallen jaren geleden, dankzij een beperking
van de jacht. De kaders op pagina 332 en 377 van werkgroep 2 gaan over de
desastreuze uitwerking van de orkaan Katrina in 2005. Feitelijk gaat het IPCC
hier niet de fout in. Het kader op pagina 332 begint immers met de zin: 'Waar
een individuele orkaan niet aan klimaatverandering kan worden
toegeschreven, kan die wel dienen als illustratie van. Volgt een litanie over
hoeveel mensen hun leven hebben verloren, hoe de natuur is aangetast en
hoeveel geld alle ellende heeft gekost.
Ook bij de voorspelling dat de gletsjers in de Himalaya al in 2035 gesmolten
konden zijn, werd overdreven ten behoeve van de goede zaak. Het IPCC
heeft de kritiek van een gletsjerdeskundige genegeerd en vervolgens aan het
vermoeden dat de gletsjers zullen smelten het predicaat 'zeer waarschijnlijk'
(groter dan 90 procent kans) toegevoegd. Een van de verantwoordelijken, de
Indier Murari Lal, gaf toe dat dit politiek was: 'We dachten dat dit
beleidsmakers zou aanzetten tot het nemen van maatregelen.'
4. Het IPCC weert andersdenkenden.
Er is klimaatwetenschappers veel aan gelegen tegenstanders monddood te
maken. Zij wijzen er vaak op dat deze sceptici niet in die collegiaal getoetste,
peer reviewed-literatuur publiceren. Maar uit de onderschepte mails van
Climategate (zie 'PCC-schandalen' op pagina 72) blijkt dat dit wellicht een
andere oorzaak heeft. Phil Jones van het IPCC: 'Kevin en ik zullen hen
erbuiten weten te houden, zelfs als we moeten herdefinieren wat peer
reviewer-literatuur is.' In een van de mails uit Climategate zegt Phil Jones,
directeur van de klimaatresearchafdeling van de Britse universiteit van East
Anglia, dat hij liever zijn gegevens vernietigt, dan ze vrijgeeft. Hij zegt
gelukkig te zijn dat sceptici nog niet hebben ontdekt dat er een wet is die
ambtenaren verplicht om informatie vrij te geven.
5. De grens tussen IPCC en milieubeweging is vaag.
Het IPCC heeft in zijn klimaatrapporten uit 2007 achttien keer een rapport
van het Wereld Natuur Fonds en acht keer een rapport van Greenpeace
aangehaald. Dat zou misschien acceptabel zijn als het IPCC daar open over
was. Dan krijg je zoiets als: 'Wij hebben geen objectieve gegevens over de
aantasting van koraalriffen ("bleken" in het jargon) door opwarming kunnen
vinden, maar in een Greenpeace-rapport staat het volgende:...' Maar nee, wat
schrijft het IPCC op pagina 321 van rapport 3? 'Belangrijke
bleekgebeurtenissen deden zich voor in 1982-1983,1987,1988 en 1994-1995
(Hoegh-Guldberg, 1999).' Dat klinkt wetenschappelijk. Maar wie in de
literatuurlijst kijkt, ontdekt dat het gaat om een Greenpeace-rapport uit 1999.
Vooral in werkgroep 3, over klimaatbeleid, wemelt het van de expert
reviewers uit de milieubeweging. De Nederlandse delegatie telt er al vier:
Donald Pols (Milieudefensie), Steve Sawyer (Greenpeace), Sven Teske
(Greenpeace) en Arjette Stevens (Natuur en Milieu). Sawyer heeft op
actieschepen meegevaren (wat volgens sommigen grenst aan
milieuterrorisme) en wordt omschreven als een van de beste lobbyisten van
Greenpeace.
Zo bont als Nederland maken andere landen het niet, maar ook onder hun
afgevaardigden zijn 'deskundigen' uit de groene hoek. Zoals Gabriela von
Goerne van Greenpeace Duitsland, die door het IPCC werd benoemd tot
hoofdauteur van een hoofdstuk over de ondergrondse opslag van C02 (in
Barendrecht geven ze de schuld aan Shell en minister Cramer, maar ze weten
nu dus bij wie ze moeten zijn). Of Andy Rowell, voormalig campagneleider bij
Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds. Hij schreef in een rapport dat 40
procent van het Amazonegebied kan verdwijnen door opwarming. Dit kwam in
het IPCC-rapport terecht, en staat onder sceptici bekend als Amazongate.
Ach, zeggen de IPCC-verdedigers, dit is maar werkgroep 3. Maar werkgroep
3 gaat over het klimaatbeleid! Daarin gaat nog meer geld om dan in de
subsidies voor onderzoek.
Het IPCC laat de milieubeweging meepraten over beleid dat door de
milieuministers (in sommige landen, waaronder Nederland, afkomstig uit de
milieubeweging) wordt overgenomen, waarvan vervolgens de milieubeweging
profiteert.
6. Het IPCC begrijpt weinig van het klimaat.
Al sinds 1998 stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer. Fijn voor
degenen die vrezen dat de planeet vergaat, maar vervelend voor hen die
hopen een slaatje uit de opwarming te slaan. In een van de Climategate-mails
schrijft een IPCC-onderzoeker: 'Het is een feit dat we niet in staat zijn om het
huidige gebrek aan opwarming te verklaren en het is absurd dat we dat niet
kunnen.'
7. Het is de vraag of de metingen kloppen.
Alle wetenschappers, politici en journalisten die het IPCC verdedigen, stellen
dat de fouten vooral bij de werkgroepen 2 en 3 vandaan komen. Werkgroep l,
die de klimaatwetenschap zelf representeert, wordt beschouwd als een
lichtend voorbeeld van hoe eigenlijk alle wetenschap moet functioneren. Maar
ook het rapport van die werkgroep is dubieus.
De belangrijkste conclusie van het IPCC is dat de temperatuur de afgelopen
100 jaar met 0,7 graad (0,74 plus of min 0,18 -ja, ja, dit is echte
wetenschap!) is gestegen en dat dit waarschijnlijk komt door de mens. Maar
klopt die 0,74 plus of min 0,18 wel? Van de aarde is 70 procent met water
bedekt. De cijfers daarover zijn notoir onbetrouwbaar. Honderd jaar geleden
werd de temperatuur gemeten door schepen die met een houten of canvas
emmer water omhoog haalden, tegenwoordig meten robotboeien de
temperatuur. Die totaal verschillende metingen zijn onderling moeilijk
vergelijkbaar.
Ook over de grondmetingen bestaat onduidelijkheid. Er zijn verschillen tussen
wat de grondmeetstations, de satellieten en de boomringen aangeven. Zo
sporen de gegevens van de meetstations in de tweede helft van de twintigste
eeuw niet met de boomringen. Het IPCC gaat ervan uit dat de meetstations
kloppen. Sterker, ze proberen de boomringgegevens zo te manipuleren dat
die wel een opwarming aantonen, blijkt uit de Climategate-mails. 'Ik heb net
de truc van Mike uit Nature gebruikt om (...) de afname te verbergen.' Op de
jaarvergadering van het Amerikaanse geologisch genootschap presenteerde
een Amerikaanse onderzoeker in oktober een studie over Russische
boomringen. Die geven een afkoeling sinds 1960 aan, maar in het IPCC-
rapport is deze studie weggemoffeld.
Midden december waarschuwde het Russische Instituut voor Economische
Analyse dat slechts een kwart van alle Russische data door de Engelse
HadCRUT-meetreeks wordt meegenomen. Het instituut meende dat aldus een
virtuele opwarming van 0,64 graden in Rusland ontstond.
In januari meldden de twee Amerikaanse onderzoekers Joe D'Aleo en E.
Michael Smith dat er iets grondig mis is met de meetreeksen van het National
Climatic Data Center (NOAA-NCDC) en de NASA (NASA GISS). Dit zijn de
twee grondmeetreeksen, naast die van de universiteit van East Anglia
(HadCRUT), waarop het IPCC zich baseert.
De meetreeksen hebben stations in koudere en niet-stedelijke gebieden laten
vallen, waardoor een virtuele opwarming van onbekende grootte ontstaat.
Wereldwijd waren er in 1975 nog 6.000 meetstations, tegenwoordig maar
l .500 (zie 'Een virtuele opwarming' op pagina 70). Ter illustratie: als je uit de
gemiddelde temperatuur in Europa ineens de metingen uit Scandinavie
verwijdert, lijkt het alsof de temperatuur sterk is gestegen.
Een wezenlijk vraagstuk blijft verder in hoeverre de metingen op de grond
worden vertekend door het oprukken van steen en beton. De Bilt was
honderd jaar geleden een plattelandsdorp en is nu een randgemeente van
Utrecht. Dus kan er in de metingen van De Bilt een virtuele opwarming zitten,
niet omdat de aarde opwarmt, maar omdat de warmte van de stad Utrecht op
de deur klopt.
Volgens het IPCC is dit urban heatislandeffect niet zo belangrijk. Die scepsis
stoelt op een studie die Phil Jones, van de universiteit van East Anglia, in 1990
in Nature publiceerde. Welnu, die studie is al twintig jaar omstreden. Jones
werkte samen met Wei Chyung Wang van de universiteit in Albany (New
York). De twee onderzoekers concludeerden dat de opwarming in China
nauwelijks werd beinvloed door de dichterbij komende steden.
Maar er zijn allerlei problemen met de 84 meetstations in China. Zo zijn
sommige stations in de loop van de tijd een paar kilometer verhuisd. Een
extra complicatie is dat Jones niet in staat of bereid is zijn data ter
beschikking te stellen. Dat hoeft geen kwade wil te zijn. De database in het
Britse East Anglia is een chaos. In een van de Climategate-mails schrijft de
verantwoordelijke programmeur: 'Dit hele project is zo'n enorme troep. Geen
wonder dat ik in therapie moet.' Zelfs de Amerikaanse metingen deugen niet.
Weerman Anthony Watts heeft de afgelopen jaren met 600 vrijwilligers alle
meetstations in de Verenigde Staten afgestruind. Van de 1.000 voldeden er
900 niet: vlak bij huizen of vliegvelden (soms zelfs in het verlengde van de
vliegtuiguitlaat).
Ten slotte passen de klimaatonderzoekers software toe die de neiging heeft
om opwarming te versterken. Het meetstation in Darwin Zero, Australie,
registreerde de afgelopen 100 jaar 0,7 graad afkoeling, maar in de IPCC-
database wordt dit een opwarming van 1,2 graad (zie 'Betrapt!' op pagina 72).
Idem voor het meetstation in Central Park, midden in New York. Dat zou met
dank aan de computermodellen van het IPCC 2 graden warmer zijn
geworden. Deze door de computer geïntroduceerde opwarming heeft zich
voorgedaan vanaf 1990. Laat dat nou net het jaar zijn dat global warming
politiek hot werd.
Voor alle duidelijkheid: een en ander betekent niet dat de mens geen invloed
heeft op de mondiale temperatuur. Wel dat niet duidelijk is hoe groot dat
effect is. Het betekent evenmin dat beleid overbodig is: ook als de claims van
alarmisten op drijfzand blijken te rusten, blijven fossiele brandstoffen eindig.
Maar de kunstmatige druk die nu op de ketel is gezet - als de wiedeweerga
windmolens plaatsen en elektrische auto's aanschaffen, en als dat tientallen
miljarden euro's per jaar kost, nou ja, dan kost het maar tientallen miljarden
euro's per jaar - kan eraf. We hebben de tijd om uit te zoeken hoe het echt zit
met het klimaat.
8. IPCC Geen multinational, maar een internationaal netwerk
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (TPCC) is een netwerk van
tweeduizend deskundigen en ambtenaren dat onder de vleugels van zowel de
Verenigde Naties als de Wereld Meteorologische Organisatie eens in de
vijfjaar rapporten uitbrengt over de staat van de klimaatwetenschap, en
aanbevelingen doet over klimaatbeleid.
Sinds de oprichting in 1988 is het IPCC in kleine kring (onder meer in dit
weekblad) bekritiseerd, maar de laatste maanden is sprake van een snel en
breed eroderend vertrouwen in de organisatie, die in 2007 nog de Nobelprijs
voor de Vrede mocht delen met de Amerikaanse ex-vicepresident Al Gore.
Het IPCC bestaat uit een klein bureau in Zwitserland en leunt op
meteorologische instituten (de KNMI' s), milieu-instituten en de klimaaten
milieuafdelingen van universiteiten. De regering van een land wijst de
nationale deskundigen aan die aan de IPCCberaadslagingen mogen meedoen
en betaalt hun reis- en verblijfskosten.
Het laatste rapport dateert van 2007 en beslaat drieduizend pagina's. Het
eerste deel is een samenvatting voor beleidsmakers. Het tweede is een
beschrijving van de stand van de wetenschap en is gemaakt door werkgroep
1. Het derde deel (van werkgroep 2) gaat over de gevolgen van opwarming,
het vierde (van werkgroep 3) over het klimaatbeleid.
Het IPCC wordt geleid door de Indiase econoom Rajendra Pachauri, die geen
blad voor de mond neemt. Hij vergeleek de Deense criticus van het
klimaatbeleid Bjorn Lomborg al eens met Adolf Hitler, en vindt dat mensen die
twijfelen aan een door de mens veroorzaakte global warming net zo fout zijn
als ontkenners van de jodenvernietiging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
9. Het IPCC in Nederland Ruim honderd alarmisten en slechts een zielige
scepticus
De redactie van Elsevier heeft de Nederlandse delegatie geturfd die heeft
bijgedragen aan de IPCC-rapporten van 2007. De meesten komen van het
Energieonderzoeks Centrum Nederland ECN (vroeger actief in kernenergie,
nu propagandist voor alternatieve energie), het KNMI (het Koninklijk
Nederlands Meteorologisch Instituut) en het RIVM (het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu). Veel van die deskundigen en ambtenaren zijn ook
betrokken bij het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving - afsplitsing uit 2008
van het Ruimtelijk Planbureau en het RIVM, gehuisvest op hetzelfde terrein
als het RIVM) en het PCCC (het Platform Communication on Climate Change -
sterk gelieerd aan het KNMI, dat ook de leiding heeft). Verder zitten er in de
Nederlandse delegatie mensen van universiteiten en de milieubeweging.
Hoofdleverancier is het ECN met veertien afgevaardigden. Op de voet gevolgd
door het KNMI en het RIVM, met elk elf deskundigen. Het
natuuronderzoekscenttum Alterra had er zes. De Nederlandse milieubeweging
leverde er vier, consultants die dicht tegen de milieubeweging aanhangen nog
eens vier. Van de Nederlandse universiteiten kwamen er 31 (met Delft en
Wageningen als koplopers). Van de Nederlandse kennisinstituten, zoals TNO,
zes, van de ministeries zeven. Daarbij nog wat los spul zoals het Rode Kruis,
NESCO, Cordaid, het bedrijf Ecofys en het IPCC zelf.
Alles bij elkaar opgeteld, heeft Nederland met 110 mensen aan de
beraadslagingen van het IPCC bijgedragen. Van die 110 kunnen er 109 tot
het klimaatalarmistische kamp worden gerekend. Er was een zogenoemde
klimaatscepticus bij: VVD-econoom Hans Labohm.
10. De IPCC-schandalen. Er komt maar geen eind aan reeks 'Climategates'
De afgelopen tijd is et sprake van een reeks IPCC-schandalen. Sommige
daarvan worden 'gate' genoemd, verwijzend naar de inbraak in het
gebouwencomplex Watergate in Washington, waardoor de Amerikaanse
president Richard Nixon ten val kwam.
Een overzicht:
2003-Hockeystickgate: Twee Canadese statistici tonen aan dat de
Amerikaanse onderzoeker Michael Mann heeft gesjoemeld met een grafiek in
de vorm van een hockeystick: vlak en op het laatst omhooglopend. Daardoor
lijkt het alsof het in duizend jaar niet zo warm is geweest als nu.
2007-Goregate: In oktober 2007 constateerde het Britse hooggerechtshof dat
in de film An Inconvenient Truth van At Gore onjuistheden zitten.
November 2009 - Climategate: Elsevier 13-02-2010 Duizenden e-mails van de
Britse University of East Anglia worden ontvreemd (gehackt).
Januari 2010 - Gletsjergate: De stelling dat de gletsjers van de Himalaya in
2035 gesmolten kunnen zijn, blijkt gebaseerd op een telefonisch interview dat
via een rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) in het IPCC-rapport is
terechtgekomen.
Februari 2010 - Amazongate: Van het Braziliaanse regenwoud zou 40 procent
worden bedreigd door opwarming, een conclusie gebaseerd op een brochure
van het WNF Februari 2010 - Netherlandsgate: 55 procent van Nederland zou
onder de zeespiegel liggen. Foutje van het Planbureau voorde Leefomgeving:
had 26 procent moeten zijn.
Februari 2010 - Warmergate: Het IPCC heeft steeds minder meetstations in
koudere gebieden, waardoor het lijkt alsof het warmer wordt Ook weigert de
baas van het Britse KNMI de gegevens bekend te maken op basis waarvan hij
concludeerde dat de invloed van urbanisatie op de temperatuur niet belangrijk
is.
Februari 2010 - Africagate: De Afrikaanse landbouw zou in 2020 50 procent
minder opbrengen door verminderde regenval. Nattevingerwerk van
Marokkaanse hoogleraar.
--------
(c) 2010 Elsevier
**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********
More information about the D66
mailing list