Groene, Paarse en Gele periode van D66: Hermes geeft antwoord op vragen die de kerk ontloopt

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at COMBIDOM.COM
Sun Oct 21 15:16:08 CEST 2007


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:   Trouw
Datum:  8 februari 2007
Auteur: Cokky van Limpt
URL:    http://www.trouw.nl/deverdieping/religie_filosofie/article623286.ece/Hermes_geeft_antwoord_op_vragen_die_de_kerk_ontloopt
Ref:    Alles over dit dossier staat op,
        http://www.fluks.combidom.com/peilingen/d66_geel.htm


Hermes geeft antwoord op vragen die de kerk ontloopt - Hermetische filosofie
----------------------------------------------------------------------------
Hermetische literatuur geniet een brede belangstelling. Volgens vertaler
Roelof van den Broek sluit de hermetische visie op God, mens en kosmos beter
aan op moderne vragen dan de christelijke dogmatiek.

Kerkhistoricus prof. Roelof van den Broek en de vorig jaar overleden prof.
Gilles Quispel vertaalden sinds 1990 alle tot nu toe bekende religieus-
filosofische hermetische teksten in het Nederlands. Die boeken slaan aan,
van het Corpus Hermeticum bijvoorbeeld zijn al 12.000 exemplaren verkocht.

We praten erover met prof. Van den Broek, die met 'Hermes Trismegistus'
- een verzameling teksten die geen van alle eerder in een wetenschappelijke
Nederlandse vertaling zijn verschenen - het vertaalproject onlangs afrondde.

'Het succes van deze boeken duidt erop dat hermetische literatuur niet
alleen de aandacht trekt van godsdiensthistorici, filosofen en mensen die in
de klassieke oudheid zijn geinteresseerd. De belangstellingssfeer is breder.
Deze niet-christelijke teksten hebben, zo merk ik ook steeds opnieuw bij
mijn lezingen her en der in het land, een boodschap die veel, vooral de wat
van de kerk vervreemde - 'halve' - christenen aanspreekt.'

Dat heeft volgens hem een algemeen religieuze reden. 'De tijd is voorbij
dat mensen zich door de kerk laten voorschrijven wat ze moeten geloven. Ze
willen zélf denken en geloven, zélf authentiek religieus of spiritueel
bezig zijn met de wortels van het bestaan.'

Bovendien blijft de kerk, die deze nieuwe interesse onvoldoende in de gaten
heeft, in gebreke. 'Levend in een wereld die globaliseert en waar de evolutie
gemeengoed is, evenals andere ideeen die haaks staan op wat traditioneel
christelijk geloofd wordt, zien mensen zich geconfronteerd met vragen over
hun bestemming, over hoe de wereld in elkaar zit en hoe ze God daarmee kunnen
verbinden. Bij deze moderne vragen staat de kerk met lege handen. De theologen
geven veel antwoord op vragen van het verleden. Natuurlijk gaat het hun om
'eeuwige waarden', maar die zal je dan zodanig moeten vertolken dat het
mensen aanspreekt. Op vragen waar intellectuele christenen mee zitten, zoals
hoe de historische Jezus zich verhoudt tot de traditionele leer van de Chris-
tus van het geloof, en hoe je God de Schepper moet verbinden met de evolutie,
geeft de kerk onvoldoende antwoord; die vragen worden ontlopen.'

Het filosofisch-hermetische gedachtegoed is voor het zoeken naar antwoorden
op dit soort vragen volgens Van den Broek aantrekkelijk, en voor moderne
mensen een rijkere inspiratiebron dan de kerkelijke dogma's. 'Het hermetisme
was geen gesloten systeem, maar een religieuze beleving van de werkelijkheid
om ons en in ons. Het huldigde een holistische visie, waarbij het individuele
bestaan werd ervaren als ingebed in een grote kosmische samenhang. God,
kosmos en mens werden niet los van elkaar gezien, maar als onlosmakelijk met
elkaar verbonden. God is de bron van alles, geen persoon maar een eeuwig
scheppend Iets. De kosmos, die 'zijn zoon' wordt genoemd, komt voort uit God
en binnen die kosmos ontstaat de mens, 'de kleinzoon van God' zeggen de herme-
tische teksten.'

Juist dit hermetische holisme sluit volgens hem aan bij hoe velen tegenwoor-
dig willen geloven. 'God als bron van al het zijnde, de mens die participeert
in God, en de eenheid van het Al zijn gedachten die je gemakkelijk kunt
verbinden met de evolutietheorie. De gedachte dat je onderdeel uitmaakt van
de wereld maakt je er ook verantwoordelijk voor: jouw persoon en houding zijn
van belang om die wereld te dienen en vruchtbaar te maken in plaats van uit
te buiten.'

In dat licht vervaagt, zegt hij, veel van de traditionele christelijke dogma-
tiek, waarin God, kosmos en mens van elkaar gescheiden zijn. 'De kosmos valt
eigenlijk weg in de christelijke traditie. Het is de mens tegenover God, in
een vrij 'neutrale' wereld, waar de mens eerder tegenover staat dan onderdeel
van uitmaakt, terwijl daarin de meest verschrikkelijke dingen gebeuren, die
talloze vragen oproepen.'

Ook het optimisme van de hermetische stroming spreekt velen aan, vermoedt
Van den Broek. 'Hermetici bewonderen de schoonheid van de kosmos en de fraaie
doelmatigheid van het menselijke lichaam en verheerlijken de schepper van dit
al. Zelfs kan de hermeticus, via een proces van inwijding, opstijgen tot God
en in God opgaan.'

Zo'n benadering wordt in het nogal dualistisch denkende traditionele christen-
dom niet aangetroffen. 'De meeste theologen kunnen de sprong niet maken om
anders dan volgens de traditionele dogma's te kijken naar de schepping en God
en naar de verhouding tussen die twee', constateert hij.

Behalve bij het brede publiek is er ook in de geleerde wereld een hernieuwde
belangstelling voor de hermetica. 'Er is een andere visie op deze geschriften
gekomen en dat heeft geleid tot veel nieuwe vertalingen in de jaren negentig.
Vanaf het midden van de vorige eeuw was de gangbare theorie dat de inhoud van
de hermetica een beetje gedegeneerde, zeer populaire, niet goed begrepen
filosofie was met een religieus tintje. Bovendien zag men deze geschriften
als louter producten van de schrijftafel, waarachter geen levende religieuze
beweging schuil ging. De ontdekking, in de Koptische handschriftenvondst in
Nag Hammadi (1945), van de 'Inwijding in de achtste en negende sfeer', bracht
die visie aan het wankelen.'

Deze, volgens Van den Broek belangrijkste filosofisch-hermetische tekst die
in de twintigste eeuw is ontdekt, 'beschrijft hoe de mens via inwijding
geestelijk kan opstijgen tot God. De gebeden, hymnen en sacrale vegetarische
maaltijden die erin beschreven worden, wijzen erop dat er een soort cultus-
gemeenschap geweest is.'

Deze tekst, in combinatie met een betere kennis van het religieuze milieu in
Egypte rond het begin van de jaartelling, levert volgens hem het overtuigende
bewijs dat er in de eeuwen rond het begin van de jaartelling wel degelijk
kleine, wat elitaire hermetische gemeenschappen hebben bestaan en dat daarin
onderricht, gebeden, rituelen en ook inwijdingen voorkwamen.

De hermetische gedachtewereld is ontstaan in het syncretistische milieu van
Alexandrie in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling. 'Joodse
gedachten, Griekse filosofie, vooral platonisme en Stoa, en Egyptische voor-
stellingen hebben daarin een rol gespeeld, en er is iets uit voortgekomen -
het hermetische denken of geloven - wat noch Egyptisch is, noch Griekse
filosofie noch jodendom, maar van een eigen orde. De oudste geschriften zijn
op zijn minst uit de eerste eeuw na Christus, misschien ook wel daarvoor.
Want ook voor het hermetisme geldt natuurlijk dat het niet als een bliksem-
flits uit de heldere hemel is komen zetten. Daaraan is een ontwikkeling voor-
afgegaan.'

Van een merkbare invloed van het vroege christendom op de hermetica is geen
sprake, zegt Van den Broek, maar van het omgekeerde wél. Zo kondenhermetici,
platonisten en christenen elkaar over het algemeen goed vinden in hun gods-
beeld. 'De christelijke auteur Lactantius (310) bijvoorbeeld heeft een herme-
tisch godsbeeld meegekregen dat hij gewoon blijft omarmen: God die altijd
schept, niet mannelijk is en niet vrouwelijk maar tegelijkertijd eigenlijk
dat allebei.'

Ook riepen christenen Hermes Trismegistus wel als getuige aan voor de waarheid
van het christendom: Hermes, een heidense wijze uit de Egyptische oudheid, had
de christelijke leer ook al onderwezen. Dat gaf het christelijk geloof een
universeel aspect en kon het bezwaar wegnemen dat het christendom een nieuwe
religieuze beweging was in een tijd dat alleen oud en vertrouwd telde.

'Wij maken wel de fout', zegt Van den Broek, 'door te zeggen dat vroege
christenen als Lactantius 'gebruikmaakten' van Grieks-Romeinse denkbeelden.
Dat klopt natuurlijk niet. Zij wáren Grieken en Romeinen, diein die wereld
leefden en het christendom verbonden met de hun bekende beelden en ideeen.
Je kunt er daarom van uitgaan dat veel gecultiveerde christenen dachten zoals
Lactantius.'

Waren christenen en hermetici het min of meer eens over God, dat ging mis
als het om Jezus ging. Van den Broek: 'Vooral latere christelijke auteurs,
zoals Cyrillus van Alexandrie (430), proberen de hermetische filosofie op
een manier te verbinden met de christelijke theologie, die resulteert in
staaltjes van christelijke inlegkunde. De hermetische 'zoon' - kosmos - wordt
dan bijvoorbeeld gekoppeld aan de christelijke 'logos' - de Zoon die alles
schept - en hermetische begrippen als geest, licht en levensgeest worden
soepeltjes toegeschreven naar de christelijke dogma van de Drie-eenheid van
Vader, Zoon en Heilige Geest.'

Wie de hermetische teksten in de vertaling van Van den Broek leest, komt tot
de ontdekking dat er overeenkomsten zijn tussen hermetische en vroeg-christe-
lijke gebruiken. Zoals leerlingen in het hermetisme elkaar onderling 'broe-
ders' noemden, spraken gemeenteleden elkaar toen - en in sommige christelijke
kringen nog steeds - aan als 'broeder' en 'zuster'. Ook het beeld van Hermes
Trismegistus als 'geestelijke vader', en zijn leerlingen als zijn 'kinderen',
vind je terug in het vroege christendom. De apostel Paulus bijvoorbeeld noemt
de christenen in Corinthe zijn 'kinderen'.

De ingewijde in het hermetische mysterie krijgt een 'nieuwe naam', die geheim-
gehouden wordt voor de niet-ingewijden. Ook dat is een voorstelling die in
het vroege christendom is terug te vinden. In de Openbaring van Johannes
bijvoorbeeld, hoofdstuk 2, vers 17: 'En ik zal hem een witte steen geven met
daarop een nieuwe naam geschreven, die niemand weet dan die hem ontvangt'.

Overigens, merkt Van den Broek op, heeft dit gebruik de eeuwen overleefd.
Want tot op de dag van vandaag ontvangt wie intreedt in een religieuze orde
een nieuwe naam, een gewoonte die ook in veel esoterische genootschappen,
bij de inwijding, gebruikelijk is.


Roelof van den Broek: Hermes Trismegistus. Inleiding, Teksten, Commentaren;
Amsterdam: In de Pelikaan, 2006 (Pimander. Texts and Studies published by
the Bibliotheca Philosophica Hermetica 15), ISBN 9071608220, 366 pag.,
37,50 euro.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Wie was Hermes Trismegistus?
----------------------------

Uit antieke geschriften (o.a. Herodotus, Plato) blijkt dat de mythische
figuur Hermes Trismegistus ('Driemaal grootste') in werkelijkheid Thot was -
de Egyptische god van het schrift, kunsten en wetenschappen, magie en de
kosmische orde, boodschapper van de goden en begeleider van de doden naar de
onderwereld. De oude Grieken stelden hun eigen god Hermes gelijk aan Thot.
In de laatste eeuwen voor de christelijke jaartelling volgde ook nog een
'interpretatio judaica', die Thot vereenzelvigde met Mozes.

Maar, was Thot een god, in de Grieks-Romeinse wereld werd Hermes Trismegistus
in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling vooral gezien als een
goddelijk geinspireerd mens, als een gezaghebbende leraar van goddelijke
wijsheid uit de grijze Egyptische oudheid. Ook onder christenen was veel
waardering voor deze voorchristelijke leraar.

Hermes Trismegistus werd kennis toegedicht van vele wetenschappen. Op zijn
naam was een groot aantal geschriften in omloop: astrologische beschouwingen,
magische bezweringen, alchemistische recepten - veelal de technische of prak-
tische hermetica genoemd - en religieus-filosofische verhandelingen, die de
neerslag zouden zijn van Hermes' spirituele onderwijs.


Roelof van den Broek

Roelof van den Broek (1931) studeerde theologie in Utrecht - Nieuwe Testament
en kerkgeschiedenis; in 1972 promoveerde hij bij prof. Gilles Quispel. Na zijn
studie was hij negen jaar leraar bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het
christendom in Nijmegen en daarna enige jaren studentendecaan in Amsterdam.
Vanaf 1970 werkte hij in verschillende functies aan de faculteit theologie in
Utrecht, de laatste jaren voor zijn emeritaat als hoogleraar kerk- en dogmen-
geschiedenis. Van 1990 tot 1997 was hij tevens predikant in het Betuwse Ravens-
waaij.

Van den Broek deed veel bestuurlijk werk; hij was onder meer zeven jaar
rector van de opleiding voor vrijzinnig pastoraat. Zijn laatste bestuurlijke
functie, tot 1 januari van dit jaar, was die van voorzitter van het curatorium
van de kerkelijke opleidingen van het theologisch-wetenschappelijk instituut
van de Protestantse Kerk in Nederland, waaronder de predikants-opleidingen van
Leiden en Utrecht vielen. Met de oprichting, in januari, van de Protestantse
Theologische Universiteit, zijn de afzonderlijke curatoria opgeheven.

--------
(c) 2007 PCM

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list