Parlementaire zelfreflectie: Parlement is op hol geslagen

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at COMBIDOM.COM
Thu Dec 6 10:03:30 CET 2007


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:   De Pers
Datum:  5 december 2007
Auteur: Kustaw Bessems
URL:    http://www.depers.nl/binnenland/139478/Help-het-parlement-is-op-hol-geslagen.html


Help! het parlement is op hol geslagen
--------------------------------------
Kamerleden doen zo hard hun best om het volk te plezieren, dat zij zichzelf
volledig voorbij lopen.

Als het 's ochtends nog donker en verlaten is in het voormalig ministerie van
Justitie, waar de CDA-fractie huist, scharrelt Jan Schinkelshoek al rond. Hij
woont dicht bij de Tweede Kamer, komt fietsend of lopend. Die nabijheid heeft
ook een nadeel. 'De neiging is om bij elke kleinigheid naar de Tweede Kamer te
rennen', vertelt hij in een schemerig kantoor.

Rennen bij elke kleinigheid. Het is - in een notendop - het thema van de
gesprekken. Met Schinkelshoek. En met zijn collega's Charlie Aptroot van de VVD
en Paul Kalma van de PvdA. Gedrieen namen ze dit voorjaar het initiatief tot
'parlementaire zelfreflectie'. De Tweede Kamer moet gaan nadenken over het eigen
functioneren.

In leeftijd zijn de drie mannen niet de jongste Kamerleden, maar veteranen in de
nationale politiek zijn ze ook niet. Aptroot was ondernemer en politicus in
Wassenaar. Hij zit in zijn tweede termijn in de Kamer. Voor Schinkelshoek en
Kalma is dit de eerste periode. Beiden cirkelden wel al om het Binnenhof heen.
Kalma als directeur van het wetenschappelijk bureau van de PvdA, de Wiardi
Beckman Stichting. Schinkelshoek als journalist en later CDA-adviseur.

Schinkelshoek had geen gunstige indruk van de manier waarop het Nederlandse
parlement werkt. 'Na mijn eerste ervaringen als Kamerlid bleek dat beeld te
kloppen. Het parlement is in toenemende mate op hol geslagen. Er is een explosie
van politiek activisme. Er zijn ogenschijnlijk geen grenzen. Het totale gezag
van de Kamer wordt ondermijnd.'

'Ik werkte bij de Rabobank toen ik mensen om me heen vertelde dat ik in de
politiek ging. Ze vroegen met opengevallen mond of ik gek was geworden.'
Opiniepeilingen, rapporten, beschouwingen: keer op keer wordt gewezen op het
tanende gezag van de Kamer. Schinkelshoek: 'Het cynisme is groter geworden. Dat
meen ik te voelen. Kijk naar de journalistiek. Ik zie daar de houding: wat doet
het ertoe? Een voortdurend schouderophalen. Het is schrikken dat ook onder het
denkende deel van de natie het geloof in het instituut van de parlementaire
democratie wegebt.'

De voornaamste oorzaak is volgens Schinkelshoek dat Kamerleden doordraven in hun
verlangen om 'het volk' te plezieren. 'Natuurlijk moet je goed luisteren. Maar
vervolgens moet je filteren en beslis je in een sfeer van onafhankelijkheid. Het
Kamerlid is niet de stroman van de kiezer. We schieten allemaal tekort daarin.
Ik ook. Oh de verleiding is enorm!'

De verleiding om al te gauw te grijpen naar parlementaire instrumenten: vragen
aan de regering, debatten, moties. Drie jaar geleden werd de regel voor
spoeddebatten aangepast. Niet langer was een Kamermeerderheid nodig om er een op
de agenda te krijgen. Dertig leden was genoeg. Nu konden, zo was de gedachte,
ook de oppositie- en kleine partijen snel iets in de Kamer laten bespreken.

Een mooi idee, maar Schinkelshoek zegt: 'Het instrument van spoeddebatten is nu
al sleets. Net als moties. In de jaren zestig, zeventig was je onder de indruk
van elke motie. Nu worden er op de dag voor het zomerreces 185 moties door
gejast. Waar zijn we mee bezig? Kamervragen. Niemand die er nog naar kijkt. We
zitten op een hellend vlak. Elke regel wordt uitgewoond.'

Op de motie die tot het parlementaire zelfonderzoek moet leiden kreeg Schinkels-
hoek twee typen reacties. 'De jongste en de oudste Kamerleden waren zeer
positief. Onder, zeg maar, de middenmoters overheerste: 'dat is hopeloos'. En:
'het is zo vaak geprobeerd'. Of: 'we dachten dat je wijzer was'.'

'Die middengroep maakt er dag in dag uit ploeterend het beste van. De jongeren
lopen met dezelfde verbazing rond als ik. De ouderen denken aan een vroeger tijd
die beter was.'

'Ik weet dat het een misbruikt woord is, maar toch: er is een cultuuromslag
nodig. Dat we de vraag stellen: doen we het nou wel goed? Ik zou willen zeggen
tegen de fractievoorzitter van de dierenpartij: beste Marianne, ben je nu wel
effectief?'

Hij doelt op Marianne Thieme, een van de Kamerleden die de meeste vragen
stellen. Maar Schinkelshoek heeft zoiets nooit tegen haar gezegd. Tegen anderen
ook niet. 'Nee, er is hier geen cultuur om elkaar aan te spreken.'

Geboren en getogen in Wassenaar, is Charlie Aptroot. 'Het dorp', noemt hij het.
Sinds zijn zestiende VVD-lid. Met zijn broer bouwde hij een familiehandel in
fournituren uit tot een internationaal bedrijf.

Het was wennen in de Kamer. 'Als ondernemer ben ik gewend om problemen op te
lossen zodra je die ziet. Maar de Kamer is daar niet op gericht. Die is bezig
met politiek scoren. We doen daar allemaal aan mee en het geeft ons allemaal
ongenoegen. Je proeft het in de hele Kamer.'

'Hier werken mensen zich een slag in de rondte om iets goeds te doen voor het
land. Toch lopen de vergaderingen uit de hand, ze gaan over flauwekul en hypes.
Elkaar vliegen afvangen, alsof het dáár om gaa'

Trots vertelt Aptroot hoe harmonieus het verliep toen Schinkelshoek, Kalma en
hij hun bezinningsmotie indienden. 'We hebben er helemaal niet moeilijk over
gedaan wiens naam bovenaan kwam te staan op de motie. Ik zei: we doen het gewoon
op grootte van partij, dus Jan eerst.' Bij andere moties, wil Aptroot maar
zeggen, kan dat een twistpunt zijn.

Aptroot had pas een spoeddebat over de sluiting van de Unileverfabriek. Eerst
zou een gewoon debat worden gevoerd. Daarvoor is een Kamermeerderheid nodig.
Maar toen losten Unilever en de bonden hun geschil op. Aptroot vond het debat
niet meer nodig en trok zijn steun in. De meerderheid was weg. Gauw verzocht
SP-leider Jan Marijnissen toen een spoeddebat, waar maar dertig stemmen voor
nodig zijn. 'Zo heb ik met spoed gedebatteerd over iets dat geen haast had, waar
de Kamer niets over heeft te zeggen en dat al is opgelost door degenen die er
wel iets over te zeggen hebben. Het is misbruik van parlementaire instrumenten.'

'Er is geen zelfbeperking meer. De Partij voor de Dieren heeft al dertig,
veertig moties ingediend. Er is best wat te verbeteren aan de positie van
dieren. Maar dien dan drie heel goede moties in, dan leest iedereen die en dan
gebeurt er wat mee.' De Kamer als geheel veroorzaakt 'een tsunami aan moties',
meent Aptroot.

'Ik merk in het land dat over sommige politici niet meer met respect wordt
gesproken. Ik merk dat ook bij mezelf. Sommige Kamerleden... Agnes Kant van de
SP en Marianne Thieme van de dierenpartij stellen een paar Kamervragen per dag.
Die neem ik niet meer serieus.'

Dit jaar werd twee maanden voor de feestdagen al 'het kerstregime' ingesteld,
wat betekent dat - om tijd te sparen - bij bepaalde 'debatten' geen toelichting
op moties meer mag worden gegeven. De druk op de agenda van de Tweede Kamer is
zo groot dat het anders achter elkaar door nachtwerk wordt. 'Ik vind dat heel
erg', zegt Aptroot. 'Het is zo uit de hand gelopen, dat we geen tijd meer
hebben voor de basis van de democratie: argumenten uitwisselen.'

'Toen ik in januari 2003 voor de eerste keer in die zaal op zo'n blauwe stoel
ging zitten, kreeg ik een heel bijzonder gevoel hoor. Dan ben je een van de
honderdvijftig die heel veel bepalen voor het leven van de Nederlanders. Een
grote verantwoordelijkheid. Maar we weten dat niet over te brengen door de
idiote manier waarop we achter iedere hype aan rennen. Natuurlijk, als een
Kamerlid een tijd niet in de publiciteit is, wordt er gezegd: werk je nog wel in
de Tweede Kamer? Maar intussen groeien door ons gedrag het Binnenhof en de rest
van het land uit elkaar.'

'Om een stevige Kamer te worden moeten we durven dingen niet te doen. Ons gedrag
veranderen. Of we doen dat zelf, of de wal keert het schip. Mensen zien al dat
hier door sommigen alleen maar kabaal wordt gemaakt, dat er niets positiefs
gebeurt. Kiezers zijn hartstikke slim.'

Aptroot is niet verbaasd dat een en dezelfde kiezer kan twijfelen tussen Geert
Wilders en Jan Marijnissen, politici met heel andere programma's. Veel draait
immers, ziet hij, om uitstraling. En dat het electoraat beweeglijker is dan
vroeger, vindt de hondstrouwe VVD'er op zich ook niet slecht. 'Vroeger was vanaf
je geboorte duidelijk op welke partij je zou stemmen. Dat past eigenlijk niet
bij een democratie. Je hoort elke vier jaar echt een afweging te maken.'

'Maar wat ik wel echt gek vind is dat zo veel mensen pas beslissen op de laatste
dag, soms in het stemhokje. Dan heb je toch niet een duidelijk beeld van wat
elke partij waard is?' Met zorg volgt hij de verkruimeling in de politiek. 'De
twee grootste partijen hebben nu samen al geen meerderheid meer. Dat is heel
lang niet gebeurd. Ze hebben een extreem partijtje nodig om te regeren. Als de
peilingen uitkomen, moeten we straks een vierpartijenkabinet vormen. Dat is niet
prettig. Niet goed voor de bestuurbaarheid van het land.'

'Ik zie niets in de versnippering van partijen', zegt Aptroot. En met een
verwijzing naar Trots op Nederland van Rita Verdonk, het kanon dat hij zo graag
voor de VVD had behouden: 'Ik geloof niet in bewegingen. Waar een iemand alles
bepaalt.'

'Bij jezelf blijven en af en toe durven afwijken', dat is volgens Aptroot de
beste manier voor zijn VVD - en trouwens ook andere partijen - om te reageren op
de macht van het beeld, op het doordraven van parlementariers. 'Wij hebben het
best gescoord onder Frits Bolkestein. Iedereen zei: dat wordt niks. Een oudere
man met een grijze kop en een bekakt accent. Hij was geleerd, maar ook in staat
het aan iedereen uit te leggen.'

Als 'durven afwijken' het devies is, is Paul Kalma goed op streek. Als enige van
zijn fractie stemde hij onlangs voor het verlengen van de financiering voor
Ayaan Hirsi Ali's beveiliging in het buitenland. En als een van de weinige
PvdA'ers zou hij een wetsvoorstel uit de Tweede Kamer voor een referendum over
het nieuwe Europees Verdrag steunen.

Over Hirsi Ali was hij het 'principieel oneens' met zijn fractie. Over het
referendum zegt hij: 'De PvdA had het referendum in het verkiezingsprogramma
staan en heeft daarna nog een paar keer expliciet gezegd dat we het zouden
steunen. Dan kun je niet je steun terugtrekken en volhouden dat je volstrekt
consistent bent. Dat is niet geloofwaardig.'

Zulke verdeeldheid is niet per se schadelijk, vindt Kalma. 'Vaak wordt gedacht
dat je als partij de meeste invloed hebt wanneer je rust uitstraalt. Dat is niet
waar. Je hebt juist invloed als je onenigheid af en toe ook laat zien. Dat maakt
het boeiend voor mensen. Je zag dat bij de neoconservatieve beweging in Amerika.
Dat was geen monolithisch blok, die denkers vochten elkaar de tent uit en dat
vinden mensen spannend. Vergelijkbaar waren in Nederland de jaren van Joop den
Uyl.'

De PvdA heeft een traditie in 'het organiseren van tegenspraak', weet Kalma,
maar de laatste tijd ziet ook hij steeds minder ruimte voor kleurrijke figuren.
Hij heeft een rotsvast vertrouwen in het instituut politieke partij en ook in
zijn PvdA. Maar dan moeten leden in die partijen weer wat te zeggen krijgen. 'Nu
zijn ze niet meer dan een klankbord'. Als het daar bruist en bubbelt, trekt dat
ook weer de dwarse types die de politiek soms nodig heeft. Die brede groepen
aanspreken en tóch niet met alle winden meewaaien.

Kalma vindt dat politici zich te veel gedragen als ambtenaren: ze houden zich
bezig met uitvoeringsdetails en niet met politieke hoofdlijnen en principiele
discussies. De dagen worden gevuld met talloze vergaderingen van Kamercommissies
die verregaand zijn gespecialiseerd. Kalma: 'Wat gebeurt er met de grensover-
schrijdende vraagstukken? Wat is voor de PvdA nu de plaats van marktwerking in
de publieke sector? Waar baseer je je normen en waarden op? Wat is de betekenis
van nationalisme in een geglobaliseerde wereld?

Natuurlijk, af en toe raakt hij met fractiegenoten wel eens spontaan aan de
praat over dat soort vragen. En soms nodigen zij sprekers van buiten uit om de
hoofden fris te houden. 'Maar de druk van het dagelijkse bedrijf is te groot.'

Kalma noemt het 'zuigkracht'.

Aan de ene kant de 'beleidsmachine' die plannen op het Kamerlid afvuurt. 'Wij
moeten als volksvertegenwoordiging eens iets durven terugsturen, in plaats van
er altijd een mening over te vormen. Zeggen: hier zijn we niet in geinteresseerd'

Aan de andere kant zuigen honderden journalisten aan het Kamerlid. Ze willen
weten wat hij vindt. Me-teen. 'Nog geen mening hebben, wordt gezien als een
zwakte.'

En als de mening eenmaal is geuit, zie daar dan nog maar iets aan te veranderen.
'Eigenlijk hoort bij de democratie dat je kunt worden overtuigd, je ook eens
wíl laten overtuigen. Het gebeurt zelde', signaleert Kalma. 'Het wordt niet
gezien als een grote heldendaad om te zeggen: bij nader inzien ben ik
overtuigd', weet ook Schinkelshoek. Liever moffel je in een debat een verloren
punt een beetje weg. Verantwoordelijkheid tegenover de fractie, zegt hij.
Aptroot wijst op de vrees om te worden beschuldigd van 'draaien'.

Kalma: 'De socialisatie gaat heel snel. Het is moeilijk om je er als individu
tegen te verzetten.'

Wat de drie gemeen hebben is hun oproep om als Kamerleden steviger in de
schoenen te staan. Tegenover de regering, de pers en - jazeker - ook tegenover
het volk. 'Er is een kloof tussen burgers en politiek', zegt Kalma. 'Maar
paradoxaal genoeg denk ik dat je die kleiner maakt door de afstand juist te
vergroten.' Die opmerking komt niet van een regent. Kalma is pro-referendum en
pro-gekozen burgemeester. 'Maar we hebben te zeer de neiging - vooral de
gevestigde partijen - om alleen maar mee te bewegen. We verbleken. We moeten
durven zeggen: kies ons of iemand anders, maar dit is wat we vinden'

Aptroot en Kalma wijzen er onafhankelijk van elkaar op dat de lessen van Pim
Fortuyn in Den Haag niet goed zijn begrepen. Volgens Aptroot denken te veel
politici dat zij het succes van de vermoorde LPF-voorman kunnen imiteren door
net als hij het establishment te overladen met kritiek. 'Vergeten wordt dat
Fortuyn niet alleen kritiek had, maar ook een reeks alternatieven waar hij al
jaren over nadacht.' Kalma ziet zijn collega's veinzen dat ze alle problemen van
iedereen kunnen oplossen. 'Fortuyn zei helemaal niet tegen kiezers: ik ga alles
doen wat u zegt. Hij erkende bijvoorbeeld dat hij files helemaal niet kon
oplossen. Hij gaf grenzen aan. Dat maakt iemand geloofwaardig.'

Het is vandaag donderdag 6 december. Jan Schinkelshoek begint zijn dag met een
procedurevergadering van de commissie Binnenlandse Zaken. Charlie Aptroot heeft
een algemeen overleg over de liberalisering van de postmarkt. Paul Kalma leest
vanmiddag rapporten ter voorbereiding op een overleg over corporate governance.
Nog twee weken, dan is het kerstreces.

--------
(c) 2007 De Pers

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list