Wat kunnen we van Hein verwachten....?

Mark Giebels mark.giebels at GMAIL.COM
Thu Apr 27 15:14:42 CEST 2006


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Hein schreef op de Ongehoord discussielijst na de verkiezingsnederlaag
in 2003 het onderstaande inspirerende stuk.

Groeten,
Mark Giebels


Tien vernieuwingsstappen voor D66
-------------

Door Hein van Meeteren, maandag 24 februari 2003

D66 is het vervoermiddel van progressief liberale politiek in
Nederland. Zij is het politieke dak van hen die het beste uit de
liberale traditie willen koppelen aan een ontwikkeld sociaal geweten.
Het vervoermiddel heeft sinds 1998 te kampen met
slijtageverschijnselen. Indien niet gezwind een aantal reparaties
wordt verricht, dan verdwijnt het vervoermiddel op het kerkhof. En dan
verdwijnen tegelijkertijd de progressief liberalen in dit land in een
politieke diaspora. De trein van D66 moet dus weer gaan rijden, en
snel ook. Op naar de werkplaats!

Tien vernieuwingsstappen voor D66.

Van autisme naar lerende organisatie.

Toelichting: D66 is teveel in zichzelf gekeerd. Bij interne
verkiezingen worden steevast de bekende gezichten gekozen ("je weet
wat je hebt…"), en vernieuwingskandidaten hebben het nakijken. Er
heerst een sfeertje van "wij hebben gewoon gelijk, en de kiezers
moeten dat maar inzien". Signalen uit de omgeving dringen te weinig
door tot de besluitvormende partijorganen en soms lijkt het wel of de
kiezer gezien wordt als een dom blondje dat de brille van D66 niet
vermag in te zien. Deze houding is desastreus voor een democratische,
open partij en is reeds bij drie verkiezingen afgestraft. Je kan niet
de buitenwereld de schuld blijven geven van intern falen. Dus weg met
die gesloten en zelfingenomen houding en open die ramen, deuren en
communicatielijnen.


Van elitaire naar breed gedragen partij.

Toelichting: Er is weinig mis met hoogopgeleide, genuanceerd denkende
en pratende, beschaafde dames en heren. Nederland zou een bende worden
als we geen geestelijke en maatschappelijke elite hadden. Maar deze
groep is te klein om er een politieke partij op te grondvesten. D66
teert teveel op een kleine groep, en moet dus leren contact te maken
met andere groepen in de samenleving. Het progressief liberalisme is
interessant voor een brede schakering aan doelgroepen, bijvoorbeeld:
kleine zelfstandigen, professionals, kooplieden, leerkrachten,
allochtone en autochtone middenstanders, buschauffeurs,
aandeelhouders, wao-ers, senioren, studenten, schoolverlaters,
ziekenhuispatiënten…De boodschap van eigenzinnigheid, zelfbestemming
en directe invloed op de eigen leefomstandigheden spreekt méér mensen
aan dan D66 nu bereikt.


Van abstracte naar concrete taal.

Toelichting: de verkiezingen van 2003 hebben we onder meer verloren
doordat we de kiezer niet hebben kunnen bereiken met die imposante
term "kenniseconomie". Onze genuanceerde betogen over gekozen
burgemeester en bestuurlijke vernieuwing maken kennelijk te weinig los
bij mensen. We sluiten dus niet aan bij de ervaringswereld van hen die
we willen bereiken. Elke marketingmanager weet het: je moet van buiten
naar binnen werken, en niet van binnen naar buiten. Het verkopen van
je product door een vlotte babbel met de voet tussen de deur werkt
niet. Je verkoopt pas als je aansluit bij een bestaande behoefte, en
die behoefte zal je eerst moeten kennen. Ernaar vragen is het minste
dat je kan doen. Maar dan moet je ook nog antwoord geven, en dat
antwoord moet zijn afgestemd op de luisteraar. We verkopen onze partij
niet meer aan de kiezer, want we spreken zijn/haar taal niet. Veel
kiezers willen geen abstracte verhalen, maar concrete oplossingen voor
concrete problemen.


Van bekende mensen naar nieuwe gezichten.

Toelichting: D66 heeft het moeilijk als het gaat om vervanging van
mensen. We vinden elkaar namelijk zo aardig, en dat is nog terecht
ook. Maar de politiek is niet alleen maar aardig. Kamerleden die vier
termijnen dienen kunnen nog zo aardig, vaardig, kundig en geïnformeerd
zijn, ze zitten wel héél erg lang. Te lang, naar mijn idee.
Bestuursleden die jaren en jaren op dezelfde post zitten kunnen nog zo
vriendelijk, menselijk en handig zijn, ze zitten wel heel erg lang. Te
lang, naar mijn idee. Onze partij kent een circuit van mensen dat
zichzelf in stand houdt (iemand noemde het ooit het "zoencircuit").
Dit is niet gezond. Nieuwe mensen moeten nieuwe gedachten en nieuwe
vormen brengen. De kiezer wacht daarop, sterker, eist het van d66.
Zolang we steeds opnieuw recruteren uit dezelfde vijver, zal de partij
langzaam doodbloeden. Nieuwe talenten, nieuwe gedachten, nieuwe
stijlen van werken krijgen dan geen kans. Het is van levensbelang dat
ook op personeel vlak vernieuwd gaat worden. Als dit gepaard gaat met
enige spanning dan moet dat maar. Elke vernieuwing gaat ten koste van
gevestigde belangen. Maar uiteindelijk wint iedereen erbij.


Van de achteruitkijkspiegel naar vooruit kijken.

Toelichting: Altijd opnieuw die jaren zestig. Die naam D66 gaat ons
nog eens de das omdoen. Natuurlijk zijn we een anti-regentenpartij,
voortgekomen uit de rebellie van '66. Maar wie zijn de regenten van nu
en de komende jaren? Zijn we zèlf niet ook een ietsepietsje regentesk
geworden. Wat doen we eraan? Natuurlijk zijn we voor onze traditionele
kroonjuwelen: de direct gekozen burgemeester en mp, voor
districtenstelsel en het referendum. Maar wat betekent de directe
democratie in het húidige en toekomstige tijdsgewricht? Hoe krijg je
mensen wèrkelijk betrokken bij de politiek? Hoe herstel je de band
tussen kiezer en gekozene? In plaats van romantisch blijven genieten
van je eigen inzichten en heldendaden in het verleden, moet D66 gaan
leren stevig in dèze maatschappij te staan en de toekomst recht in de
ogen te kijken. Onderwijs is inderdaad belangrijk, maar ook het midden
-en kleinbedrijf, de verdediging van democratische waarden, de
veiligheid op straat en het respectvolle en zorgvuldige
integratieproces van vreemdelingen.


Van overheidsdenken (topdown) naar burgerdenken (bottom up):

D66 is een partij van bestuurders en beroepspolitici aan het worden.
Het wordt gewoonte om van de JD zó over te stappen naar betaalde
partijbanen, om vervolgens na een paar jaar volksvertegenwoordiger te
worden. Of van een ambtelijke functie zó over te stappen naar de
Tweede Kamer. De mensen die dit doen bedoelen het goed, zonder
twijfel, maar ze vergeten dat we een partij zijn die ooit uit
kritische búrgers is opgebouwd. Wat we in 1966 regenten noemden, dat
waren nu juist die mensen die hun hele leven lang in de politieke
stolp verbleven, de band met "gewone mensen" verloren hadden en blind
werden voor de concrete problemen in de samenleving. Het waren mensen
die met hun rug naar de burgers gingen staan. D66 moet nu juist die
burgers weer ruimte geven, binnen de partij en buiten de partij. Het
volksvertegenwoordigerschap mag dan ook niet meer dan twee termijnen
duren, en nieuwe mensen moeten gewoonweg een faire kans krijgen. D66
moet bùrgers, en niet beroepspolitici naar de vertegenwoordigende
lichamen sturen. Alleen als je maatschappelijke ervaring hebt, als je
levenservaring hebt (en dus niet alleen politieke en/of bestuurlijke
ervaring), mag je hoog op lijsten komen te staan, is mijn voorstel.
Alleen een goed werkende stem-advies-commissie, of een goed opgezet
stelsel van voorronden (primaries) kan zo'n soort rekrutering en
selectie garanderen. Wanneer dit gebeurt dan krijgen we minder
ambtenaren en beroepspolitici en meer kritische en talentvolle burgers
in de politiek. Dan wordt de sfeer van de partij anders. En de
inhoudelijke accenten verschuiven van overheids-denken naar
burger-denken.


Van Krönjuwelen naar levende onderwerpen.

Toelichting: Het is fout geweest dat D66 de protestgolf die de LPF aan
de macht bracht, heeft gemist. We kunnen rapporten gaan schrijven en
uitgekiende analyses gaan maken, maar daar lossen we het probleem nog
niet mee op. Hoe vertalen we de écht levende onderwerpen in de
samenleving naar een écht levendig, aansprekend partijprogramma, dat
ook nog eens het duidelijke karakter heeft van progressief
liberalisme? Door af te stappen van ons voetstuk, door de ivoren toren
af te breken, door actief te luisteren, door op onderzoek uit te gaan.
Door mensen die gewone taal spreken serieus te nemen. Ik pleit niet
voor jofel pratende D66-Jan Schäfers. Onze vertegenwoordigers en
bobo's mogen best een pietsje Brinhorstiaans blijven (tenslotte sprak
den Uyl ook netjes), maar dat subtiele geringschatten van het gewone
volk moet afgelopen zijn. D66 is een partij voor álle progressief
liberalen in dit land. En dat zijn hoogleraren en marktkooplieden,
topconsultants en zuivelwinkeliers, bestuursvoorzitters en eenpitters,
klm-piloten en buschauffeurs. Daarom: die kroonjuwelen waren mooie
symbolen voor democratisering en doorbreking van machtscircuits. Maar
ze zijn ook de teddyberen geworden van de partij-elite. Het openstaan
voor ándere onderwerpen gaat misschien ten koste van de juwelen, en
misschien ten koste van posities, maar het opent wel de deur naar
nieuwe leden, kiezers en achterbannen.


Van Calimero naar David.

Toelichting: Er waart een vrees door de partij, een vrees die
parasiteert op 8 jaar paars. Deze vrees gaat ervanuit dat we in de
oppositie groeien en in de regering op onze donder krijgen. Dat we
onze identiteit verliezen in een coalitie met twee reuzen. Dat we
slechts kunnen terugkomen vanuit de oppositie, en niet vanuit een
regeringsdeelname. Naar mijn idee is deze vrees ongegrond en gebaseerd
op fabels. De werkelijke oorzaak van ons verlies is niet het feit dat
we in een regering zaten (tussen '94 en '02) maar dat we niet in staat
waren onze ware identiteit met verve en kracht neer te zetten. Ook in
een regering kan je de tanden ontbloten, ook in een regering kan je
zeggen: "Tot hier en niet verder". Maar we hebben behoorlijk gepapt en
nat gehouden. We hebben geknikt, gelikt, geslikt en gebogen. We leden
aan subassertiviteit. En in de oppositie tijdens balk I groeiden we
geen centimeter.
Het is te makkelijk om de schuld te leggen bij externe factoren. Het
is gemakzuchtig en ontwijkend om naar buiten te wijzen, naar
historische omstandigheden, politieke constellaties en/of externe
krachten. Je kan je handen dan in onschuld wassen en zelfreiniging
ontlopen. Dit praten vanuit je kleinheid, je gebrek aan zelfvertrouwen
en je zwakte houdt de negatieve spiraal levend. Precies wat we al die
jaren al hebben gedaan (en met name na de nacht van Wiegel). We moeten
leren onszelf kritisch, meedogenloos zelfs, te bekijken. We moeten
leren een heldere en doortastende sterkte-zwakte analyse te maken, en
bij onze kracht ook de juiste mensen te plaatsen. Kortom, we dienen
een grondige transformatie in te zetten, en die begint bij je
(potentiële) kracht, niet bij je zwakte. En we moeten ná de analyse
tot daden overgaan. Eerst denken, dan lullen, maar dan ook echt
poetsen, zoals onze Rotterdamse partijgenoten het zo treffend zeggen.


Van Den Haag naar de regio.

Toelichting: Kijk naar de kaart van Nederland na de verkiezingen van
januari 2003. Kleur de gebieden rood waar D66 meer dan 2% van de
stemmen kreeg. En zie dat we een randstad partij geworden zijn. Of
liever: we zijn weer teruggevallen op de randstad. We hebben de
landelijke gebieden, de regio's goeddeels verloren. Den Haag en
Amsterdam staan weer centraal, grofweg gesteld. Onze Tweede
Kamerfractie is ons boegbeeld geworden, alle ogen zijn op die zes
mensen gericht. Fout! Als iets duidelijk is geworden de laatste jaren
is het wel dat een landelijke partij ten gronde gaat als ze zich blind
staart op de Haagse kaasstolp. Alleen vanuit levende, actieve,
gemotiveerde afdelingen kan D66 uit het dal kruipen. Gelukkig gebeurt
dit al een beetje. Nieuwe leden melden zich aan en afdelingen worden
(weer) bevlogen. Dit proces moet krachtig worden ondersteund. De
regio's zijn niet alleen bestuurlijke centra van progresief liberale
vernieuwing, maar ook de voelhorens van politiek Den Haag. Vanuit de
regio kan en moet onze Haagse fractie gevoed worden. De informatie
moet dan ook van buiten naar binnen gaan, van beneden naar boven, van
periferie naar centrum. Als je althans vanuit het Haagsche redeneert.


Van voorzichtigheid naar lef.

Toelichting: de politiek stijl van D66 staat bekend als degelijk,
genuanceerd en doodsaai. Een heftig woord, een emotionele uiting, een
stevige woordenwisseling, oeps, daar houden we niet zo van. Laten we
vooral beschaafd en fa-tsoen-lijk blijven. In de politieke debatten
die we voerden en voeren gaan we alles steeds opnieuw goed en
doorwrocht uitleggen. Enerzijds en anderzijds, en "onderzoek toont aan
dat...". Eigenlijk heel correct, heel degelijk, en een garantie voor
stemmenverlies. Er moet dus meer lef in de club komen. We schrijven
een klein jaar geleden een mooi verhaal over de vuist op tafel, maar
wanneer is dat sekreet nu eigenlijk op tafel geslagen tijdens de
campagne? Ja, dat hoofd bleef wel koel, maar de essentie was toch die
klap op tafel? Laten we dat taboe op opwinding, passie en
meeslependheid nu maar laten varen. Zonder een partij van demagogen en
opgewonden standjes te worden. Als ons een kunstje wordt geflikt, dan
gáát die vuist op tafel, en stevig ook. Als we van iets overtuigd zijn
dan zorgen we ervoor dat de wereld dat weet. Duidelijk, direct, zonder
omhaal. Dat onderworpen gegrinnik, die slaafsheid vermomd als
beleefdheid, dat gebrek aan vechtlust dat zich hult in de kleren van
fatsoen, het moet maar eens afgelopen zijn. Een cultuuromslag dus,
daar pleit ik voor. En zij die daar bang voor zijn, of dat willen
tegengaan, moeten zich goed beseffen dat hun aanpak heeft gefaald de
laatste jaren.

Het is de hoogste tijd voor meer lef.

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list