Speech in het Vlaams Parlement tijdens de hoorzitting over de Europese Grondwet

Henk Elegeert HmjE at HOME.NL
Sat Dec 24 06:52:23 CET 2005


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Democraten,

Voor allen die verlegen zaten om wat leesvoer, en het daaraan gekoppeld
denkwerk ..... maar laat u zich niet afhouden van de feestelijkheden. ;)

Desondanks, wat is de mening van (de) D66(-er) en vooral ook
(transparant) waarom?


http://vl.attac.be/article682.html

"
Speech in het Vlaams Parlement tijdens de hoorzitting over de Europese
Grondwet

Hoorzitting over Europese Grondwet voor de Commissie voor Europese
Aangelegenheden
door Eric Goeman

Op 17 november 2005 hoorde de Commissie voor Buitenlands Beleid,
Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme in een
tweede sessie van de reeks aangekondigde hoorzittingen betreffende de
stemming voor de Europese Grondwethet vertegenwoordigers van het
maatschappelijk middenveld. Eric Goeman vertolkte het standpunt van
Attac Vlaanderen en probeerde ook een stem te geven aan de
andersglobalistische bezorgdheden over de gang van zaken in de Europese
Unie.


Geachte heer Voorzitter, Geachte volksvertegenwoordigers,
Geachte leden van de civiele samenleving,

Eerst en vooral bedankt dat ik hier mag spreken vandaag en in het
bijzonder dank ik de Groene Fractie die mij heeft voorgedragen en dan
gaat het helemaal niet om mijn persoon, maar ik sta hier als
woordvoerder van Attac Vlaanderen en ik probeer ook een stem te geven
aan de andersglobalistische bezorgdheden over de gang van zaken in de
Europese Unie. Ik bedank ook de 15.000 ondertekenaars van de petitie
Georges Debunne. Zonder hun inspanningen had ik hier nooit gestaan. En
natuurlijk ook Georges Debunne, Jef Sleeckx en Lode Van Outrive, drie
burgers die hun verantwoordelijkheid hebben genomen tegenover de
samenleving.

Attac Vlaanderen betreurt de goedkeuring van het ontwerp van
grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie door onze parlementen
zonder noemenswaardig politiek parlementair debat en zonder breed
maatschappelijk democratisch debat. Alleen het Vlaamse parlement kan nog
een democratisch maatschappelijk debat organiseren Dit Verdrag vertoonde
in zijn eerste versie al een schromelijk democratisch tekort.

Toch bevatte het ontwerp van de Europese Conventie een aantal merkelijke
punten van vooruitgang in vergelijking met de bestaande verdragen. De
onderhandelingen, achter gesloten deuren, van de nationale regeringen
hebben veel van die vooruitgang weer teniet gedaan, ondanks het feit dat
diezelfde regeringen de tekst van de Europese Conventie hadden
goedgekeurd. Het democratisch tekort wordt weer groter.

Deze ondemocratische en ontransparante gang van zaken moet worden
aangeklaagd. Attac Vlaanderen is van mening dat het hoogdringend is om
ook de Europese Unie volledig aan een democratische besluitvorming te
onderwerpen. Vlaanderen, België en de Europese Unie hebben vooral
behoefte aan een open, transparante democratische werking.

Attac-Vlaanderen roept de Vlaamse politici op om over dit ontwerp van
grondwettelijk verdrag een volksraadpleging te houden. Wij doen dit niet
vanuit een anti- Europese of Eurosceptische houding, wel integendeel.

Wij zijn ervan overtuigd dat de Europese Unie een krachtig wapen kan -
en zou moeten - zijn tegen een neoliberale mondialisering.

Bewonderaars van de Europese Unie herinneren graag aan het volslagen
verdeelde Europa van vóór 1940, waarin staten erop uit waren elkaars
grondgebied en economische hulpbronnen in te pikken, en waarin
grensregio’s onleefbaar werden door verwaarlozing, afvalbergen,
militaire versterkingen, slechte voorzieningen en moeilijk te passeren
douaneposten. Dat we dat verdeelde Europa achter ons laten, is van groot
belang.

Vandaag de dag moeten we echter oppassen dat we niet doorslaan naar een
Europese Unie, waarin de belangen van burgers en volken in het nauw
komen door toedoen van grote ondernemingen en puur economische belangen,
en waarin van boven opgelegd beleid mensen vervreemdt van politieke
besluitvormingsprocessen.

Deze ontwerp-grondwet werd nooit besproken door de volken waarvoor hij
nochtans is bedoeld. We weten nochtans dat de Europese Unie een alsmaar
grotere invloed heeft op het (politieke, sociale en democratische) leven
van alle burgers.

Attac Vlaanderen meent dat een dergelijk belangrijke tekst onmogelijk
tot hoogste wet kan worden verheven zonder dat de burgers er zich hebben
kunnen over uitspreken. Wat men over deze ontwerp-grondwet ook denkt,
het zou goed zijn mocht het Vlaamse parlement die deze tekst nog moet
ratificeren - maar niet kan wijzigen - ook weten hoe de bevolking erover
denkt.

De democratisering van de Europese Unie hangt niet enkel af van de
institutionele afspraken, maar in eerste instantie van het openbare
debat dat over de basistekst en het beleid op ruime schaal kan worden
gevoerd.


De Europese Unie verkeert in een crisis

Die crisis is echter niet het gevolg van de Franse en de Nederlandse
neen tegen de EU grondwet zoals een aantal voorstanders ons willen doen
geloven, maar wel van het gebrek aan visie en politieke wil bij een deel
van onze ‘leiders’. Het is vooral de neoliberale vlucht vooruit met
liberaliseringen, privatiseringen en vrijhandelsgesprekken die de
Europese burgers én de arme landen de das om doen. Met een
begrotingsdiscipline die uiteindelijk ook de Europese begroting zelf
volledig blokkeert. Zonder een degelijk sociaal beleid.

Wij moeten nu onze verantwoordelijkheid opnemen. De grondwet is dood. We
moeten niet achteruit kijken maar vooruit kijken en zorgen voor
alternatieven. Attac Vlaanderen heeft daarom voorstellen gelanceerd om
de grondwet verteerbaar te maken, ideologisch neutraal zoals dat hoort
voor een grondwet. Wij willen een democratische ruimte waarbinnen wij
onze ideeën verder kunnen verdedigen en waarmee wij kunnen werken aan
een andere wereld. Meer of minder Europa?

Meer Europa is nodig om allerlei vormen van grensoverschrijdende
milieuvervuiling, fiscale onrechtvaardigheid, fiscale fraude,
werkloosheid en toenemende sociale ongelijkheid te overwinnen. Wij
geloven in het belang van een sterke Europese Unie die een Europese stem
kan laten horen op wereldvlak. Wij geloven in een sterke Europese Unie
met een sociaal beleid dat mensen beschermt tegen de allesoverheersende
markt met de allesvernietigende concurrentie. Wij geloven in een sterke
Europese Unie die meer kan doen dan de extreme armoede met de helft
verminderen in de arme landen, maar die een economische en sociale
ontwikkeling op gang kan brengen. Wij geloven in een sterke Europese
Unie die in haar beleid ook rekening houdt met de ecologische
draagkracht van de planeet. Wij geloven in een sterke Europese Unie die
ook aan een mondiaal herverdelingsbeleid kan werken, bv met mondiale
belastingen zoals een Tobintaks.

Om dat te bereiken hebben we democratische instellingen nodig. Het is
dank zij het referendum in Frankrijk en Nederland dat burgers de kans
hebben gekregen om neen te zeggen. Attac Vlaanderen zal zich blijvend
inzetten voor een democratisering van de Europese Unie. Het Europees
Parlement moet niet alleen wetgevende initiatieven kunnen nemen en bij
alle beleidssectoren worden betrokken, het moet een echte Constituante
worden. De Raad moet in alle openbaarheid vergaderen, de Commissie moet
worden verkozen, de bevoegdheden van de Centrale Bank moeten worden
uitgebreid tot een bevordering van de werkgelegenheid.


Waarom een democratisch deficit?

    1. Een grondwet moet opgesteld worden door een verkozen
Constituante. Dat is hier niet gebeurd. Daarom is dit voorstel tot
grondwet geen GRONDWET, maar een INTERNATIONAAL VERDRAG (net als eerdere
europese verdragen), een GRONDWETTELIJK VERDRAG (zoals Maastricht, en
Nice). Alleen bundelt het alle vorige verdragen in een grondwettelijk
verdrag. Alhoewel deze “grondwet” niet is opgesteld volgens de regels
van de moderne democratie was het toch de bedoeling om dit
“grondwettelijk verdrag” als “de europese grondwet” te gebruiken, want
het gaat wel degelijk over de rechten van Europese burgers en de
verdeling van macht in de Europese rechtsruimte.

    2. De Scheiding der machten is fundamenteel voor onze politieke
democratie. Het was de belangrijkste vooruitgang van de Verlichting en
vormt volgens ons nog steeds de basis van de westerse democratie. John
Locke, Montesqieu en vooral de Amerikaanse filosoof James Madison, een
van de founding fathers van de Amerikaanse Grondwet in 1787, hebben de
scheiding der machten tot fundament van de politieke democratie
verheven. Is de Europese Unie gebaseerd op de scheiding der machten?
Stel je voor dat de gouverneurs van de Verenigde Staten de regering
zouden vormen naast de regering? Dat is op dit ogenblik de Europese
situatie, het zijn de Blairs, Chirac’s en Verhofstadts die zowel de
wetgevende als de uitvoerende macht vormen. De scheiding der machten is
het meest wezenlijke leerstuk van de moderne staatkunde.

    3. De Eurocommissarissen zijn in theorie onafhankelijk. In
werkelijkheid onderhouden ze zeer nauwe banden met hun nationale
regeringen. Officieel is de Europese Commissie de enige instelling die
initiatieven voor nieuwe Europese wetgeving kan nemen. In werkelijkheid
geven de Europese regeringsleiders de Commissie steeds vaker opdracht om
bepaalde initiatieven te nemen. De Commissie krijgt steeds meer het
karakter van een secretariaat van de lidstaten.

    4. O ja, er komt nu een Minister van Buitenlandse Zaken, is dat dan
geen democratische vernieuwing? Het is een surrealistische term voor een
functionaris die gewoon mag uitvoeren waarover de Ministers van
Buitenlandse zaken van de lidstaten het eens zijn.

    5. Het Europees parlement heeft

1. geen recht tot initiatieven voor Europese Wetgeving.
2. over belangrijke politieke zaken zoals buitenlandbeleid, defensie en
fiscaliteit niets te vertellen.
3. beperkt begrotingsrecht
4. beperkte controlerende bevoegdheid
5. beperkte bevoegdheid om wetten en beleid af te wijzen.


Is er dan geen vooruitgang?

Jawel, de commissievoorzitter zou verkozen worden door het Europees
Parlement, maar wel op voordracht van de nationale regeringsleiders.

Het Parlement krijgt medezeggenschap, maar geen volledige
medezeggenschap. Als er namelijk van een conflict tussen het Parlement
en de Europese Commissie sprake is, dan heeft het Parlement uiteindelijk
een drievijfde meerderheid nodig om haar zin door te kunnen zetten. Dat
is in strijd met de elementaire democratische regel dat uiteindelijk een
parlementsmeerderheid het laatste woord heeft.
Europese parlementairen horen deze kritieken niet graag en hebben het
liever over hun verworvenheden. Dat is normaal. We moeten tenslotte ook
kunnen toegeven dat zelfs met alle beperkingen heel wat
europarlementairen keihard werken en zo goed mogelijk hun job proberen
uitoefenen. Daarom alleen al verdienen ze meer parlementaire bevoegdheden.

De structuur van de Europese Unie moet volgens ons volledig
gedemocratiseerd worden, wat inhoudt dat het Europees Parlement alle
bevoegdheden krijgt die een volksvertegenwoordiging behoort te hebben.
Het Europees Parlement krijgt alle rechten die een parlement hoort te
hebben (het recht op enquête, het recht op initiatief en het recht op
amendement en het laatste woord over wetgeving en begroting).

Europa heeft een echt parlement en een politiek verantwoordelijke
regering nodig!
De uitvoerende macht moet een echte regering zijn, aangeduid door de
parlementaire meerderheid op politieke basis, en door haar afzetbaar.


De rol van de Europese Centrale Bank

De Europese Centrale Bank zou volgens ons voortaan verantwoording moeten
afleggen aan het Europees Parlement. Nu worden vitale economische
beslissingen niet langer genomen door ministers die verantwoording
moeten afleggen aan de bevolking maar door de directieraad van een
ongekozen Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt. De aanstelling van
de leden van de ECB, die een geweldige invloed hebben op het beleid ten
aanzien van inkomens, collectieve voorzieningen en milieu , dient door
het Europees Parlement bekrachtigd te worden. Het beleid van de ECB
dient gestuurd en gecontroleerd te worden door het Europees Parlement.
De Europese Centrale Bank houdt zich vooral bezig met de
“prijsstabiliteit” en de “begrotingsdiscipline” zonder zich
verantwoordelijk te moeten voelen voor hoge werkloosheid en stijgende
sociale ongelijkheid. In dit Europa zou John Maynard Keynes een
ongewenste vreemdeling zijn.

Tot de kern van dit grondwettelijk verdrag behoren nieuwe punten die we
niet graag aan onze eigen grondwet zouden willen toevoegen, zoals de
nadruk op vrije ’onvervalste’ concurrentie en liberalisering van
diensten. Of de verplichting voor EU-lidstaten om steeds ’beter’ te
bewapenen, nauw met de NATO samen te werken en te berusten in militaire
interventies buiten EU-gebied. Zulke regels kunnen, eenmaal binnen de
“grondwet” opgenomen, worden gebruikt als keiharde argumenten tegen
milieumaatregelen, sociale maatregelen, bescherming van de publieke
diensten en internationale solidariteit.

Wij zijn vóór politieke en economische samenwerking in Europa. Maar niet
op de manier zoals dat nu gebeurt. Het Europa dat wij voor ogen hebben
is sociaal, vreedzaam, democratisch en solidair met andere delen van de
wereld. Het voorstel tot Europese Grondwet voert ons daar alleen maar
verder van weg.

Zo bepaalt artikel 3 van de Grondwet dat de economie van Europa
gebaseerd moet zijn op vrije, onvervalste concurrentie. Daarmee wordt
een keuze gemaakt voor een economisch model dat leidt tot lagere lonen,
slechtere arbeidsomstandigheden, afbraak van publieke voorzieningen en
lage belastingen voor bedrijven en veelverdieners. Vooral ongeschoolden,
veel vrouwen, jongeren en migranten zijn daar de dupe van. Ook voor het
milieu, voedselveiligheid, volksgezondheid en het welzijn van dieren is
de keuze voor een onbeperkte vrije markt erg schadelijk.


Rare doelen

De grondwet stelt als eerste doel voor de Europese Unie "een interne
markt waarin de mededinging vrij en onvervalst is". Ook al ben je een
liefhebber van een goed werkend mechanisme van vraag en aanbod, waarom
moet dit in de grondwet staan? Als één van de allereerste doelen nota
bene? Waar in de wereld doen ze dat nog meer? Van een grondwet verwacht
je dat die begint bij de burgers in plaats van bij de economie. Zoals de
Amerikanen in hun grondwet openen met: “We, the people”. Wij vinden dat
burgers via vrije verkiezingen invloed moeten kunnen hebben op
fundamentele keuzes over het economische beleid. Die mogen nooit via een
Europese Grondwet van bovenaf worden opgelegd.


Vrije markt met onvervalste concurrentie

In artikel I-3 is inderdaad sprake van een sociale markteconomie en
volledige werkgelegenheid. Maar wel een sociale markteconomie "met een
groot concurrentievermogen". Bovendien spreekt lid 2 van dit artikel
over een Unie met "een interne markt, waarin de mededinging vrij en
onvervalst is". Hoe een sociale markteconomie kan samengaan met een
markteconomie waarin de concurrentie vrij en onvervalst is, wordt
nergens uit de doeken gedaan. In de rest van het bijna 500 pagina’s
tellende grondwettelijk verdrag komt de sociale markteconomie niet meer
voor. Het gaat verder alleen nog maar over een "open martkeconomie met
vrije mededinging" (art. III-177). Ook de volledige werkgelegenheid komt
nergens meer terug. In het vervolg van het verdrag gaat het uitsluitend
nog over een "hoog werkgelegenheidsniveau" (art. III-205), waarnaar
gestreefd moet worden. Dat doel is echter wel ondergeschikt aan de
"globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de
Unie". Nergens wordt uitgelegd waar we bij die richtsnoeren aan moeten
denken.


Het Handvest van de Grondrechten dan?

De artikelen in het dunste deel van het verdrag, het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, klinken op zich niet onaardig. Het
Handvest bevat echter niets dat niet al in de Belgische grondwet of die
van andere EU-landen staat. De formulering van allerlei rechten is zelfs
zwakker of vrijblijvender dan bijvoorbeeld in de Europese Conventie
inzake Mensenrechten of de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens van de Verenigde Naties. Een aantal elementaire sociale rechten
ontbreekt zelfs geheel. Het recht op arbeid, het recht op een
minimuminkomen, het recht op een uitkering bij werkloosheid en het recht
op huisvesting staan er niet in, net zo min als het stakingsrecht. Wel
wordt gesproken over "het recht om te werken en een vrijelijk gekozen of
aanvaard beroep uit te oefenen". In plaats van recht op sociale
zekerheid is sprake van "het recht op toegang tot sociale
zekerheidsvoorzieningen". Individuele burgers kunnen geen beroep doen op
het Handvest. Wel moeten de Europese instellingen er bij nieuwe
wetgeving rekening mee houden en kunnen lidstaten het Handvest gebruiken
als toets bij het omzetten van Europese in nationale regels.


Economische ratrace boven duurzaamheid

Nog gekker wordt het wanneer de grondwet vervolgens stelt dat de
Europese Unie zich inzet voor een "duurzame ontwikkeling, op basis van
een evenwichtige economische groei en van prijsstabiliteit, een sociale
markteconomie met een groot concurrentievermogen". Ook al voegen de
opstellers daar aan toe dat dat gepaard moet gaan met een hoog niveau
van bescherming van het milieu, hier wordt het begrip ’duurzame
ontwikkeling’ gekaapt door neoliberale ideologen.

Duurzame ontwikkeling betekent volgens deze grondwet meedoen in de
ratrace met andere economische blokken, met alle transport en aanslagen
op natuurlijke hulpbronnen die daar onvermijdelijk bijkomen. Dat een
beetje minder wereldhandel soms veel duurzamer kan zijn is niet meer aan
de orde. Hier ligt de grondwettelijke basis van de zo vaak aangehaalde
Lissabon-agenda, die van Europa de meest concurrerende economie moet
maken, en die groei als doel op zichzelf centraal stelt. De gevolgen van
zo’n inzet - meer klimaatverandering, ontbossing en verlies aan
biodiversiteit - zullen niet te overzien zijn. Op die manier wordt vrije
concurrentie tot het allerhoogste doel verheven. Zo dwingt de Europese
Unie tot privatisering van overheidsbedrijven en het wegbezuinigen van
overheidstaken.

De Europese Grondwet sluit naadloos aan bij de Lissabonagenda door de
onvoorwaardelijke keuze voor vrije en onvervalste concurrentie.

De combinatie Europese Grondwet en Lissabonagenda betekent ruim baan
voor het bedrijfsleven, met alle consequenties vandien, zoals
bezuinigen, dereguleren en privatiseren. De lasten van de
Lissabonstrategie komen voor rekening van de werkende mensen, de lusten
komen ten goede aan de multinationals die Europa als uitvalsbasis
hebben. Kwetsbare groepen zoals werklozen, ouderen en
arbeidsongeschikten zijn het kind van de rekening. De omstreden
dienstenrichtlijn van Bolkestein is daarbij een huiveringwekkende
voorbode van een toekomstig Europa waarin diensten van algemeen belang
zoals onderwijs en gezondheidszorg kunnen worden uitgekleed. Voor veel
mensen, zowel werkenden als niet-werkenden, komt de kwaliteit van leven
in het gedrang als publieke diensten in de uitverkoop worden gedaan.

Met het grondwettelijk vastpinnen van het streven naar
vrijemarkteconomie met onbeperkte concurrentie binnen de Europese
Grondwet wordt de keuze voor de invulling van het economisch beleid
onttrokken aan normale democratische procedures. Bij aanname van het
grondwetsvoorstel dreigt de Lissabonstrategie richtinggevend te worden
en sociaal beleid, gericht op het bevorderen van werkgelegenheid,
fatsoenlijke minimumlonen en kwalitatief hoogwaardige sociale
voorzieningen op een tweede plan te worden gezet. Het wegstemmen van de
Europese Grondwet zou een goede eerste stap zijn om uiteindelijk te
komen tot een Europese economie waarin de belangen van de meerderheid
van de bevolking van de lidstaten centraal staan.

Inflatiebestrijding belangrijker dan werk en milieu Het prominente doel
van ’prijsstabiliteit’ is ook een vreemde figuur in een grondwet.
Natuurlijk zit niemand te wachten op inflatie, maar in de praktijk van
de nu grondwettelijke Europese Monetaire Unie en vastgelegde macht van
de Europese centrale bank betekent de beoogde prijsstabiliteit dat
inflatiebeperking altijd boven werkloosheidsbestrijding (en milieu) gaat.


Het mes in de overheid

Staatssteun mag niet volgens de grondwet. Dat is mooi, kun je denken.
Maar het is ook funest voor een overheid die, bijvoorbeeld, zijn
biologische landbouw wil stimuleren. De grondwettelijke plicht van
begrotingsdiscipline beperkt overheden ook nog eens in hun mogelijkheden
om een Keynesiaans stimuleringsbeleid (investeren in kenniseconomie
bijvoorbeeld) te voeren, mochten ze dat economisch verstandig en
duurzaam vinden.

Tegenover al deze redenen voeren de voorstanders van de grondwet onder
meer aan dat het Europarlement meer te vertellen krijgt in Europa, en
dat vergroot de mogelijkheden om te strijden voor sociale
verworvenheden. Zo mag het Europarlement als medewetgever
wetsvoorstellen op terreinen als landbouw, visserij en handel amenderen
en verwerpen. Nu nog besluit de Raad van Ministers daarover, achter
gesloten deuren. Maar tegenover deze parlementaire uitbouw staat een
verzwakking van het recht om begrotingen te verwerpen. Als nieuwe
democratische verworvenheid wijzen voorstanders van de grondwet ook op
het ’burgerinitiatief’. Volgens dit recht kunnen burgers die een miljoen
handtekeningen ophalen in "een aanzienlijk aantal lidstaten" een
onderwerp op de ’Brusselse agenda zetten’. Niet meer en niet minder. De
Europese Commissie is niet verplicht met wetgeving te komen.

Al met al zijn het democratische pasjes vooruit, maar te weinig om het
gapende democratische gat in Europa te dichten. Pasjes ook die schril
afsteken tegen de grote hoeveelheid tekst die ons wil opstuwen in de
economische ratrace en de wereld minder duurzaam zal maken.


Het Franse en het Nederlandse referendum

Een eerste punt is zeker dat ondanks alle verklaringen van onze politici
over de moeilijkheidsgraad van het verdrag, de Fransen en de
Nederlanders toch wel goed op de hoogte waren. Zeer veel mensen hadden
het verdrag gelezen, en er was een debat. Ze wisten waar het over ging.
We mogen zeggen dat ze zich met kennis van zaken hebben uitgesproken.

Ten tweede mogen we zeggen dat het grootste deel van de ‘neen’-stemmen
een pro-Europese stem was, maar wel een duidelijke stem tegen het
neoliberalisme. Het is trouwens geen toeval dat deze campagne op gang
was getrokken door Attac Frankrijk, een deel van de
andersmondialiseringsbeweging die zich ook duidelijk voor democratie en
tegen het neoliberalisme opstelt. Wat de voorstanders van het verdrag
ook zeggen, dit was geen nationalistisch ‘neen’, dit was geen weigering
van verandering of hervorming, wel een vraag om bescherming.

Ten derde geeft de Franse en Nederlandse ‘neen’ stem duidelijk de
pijnpunten van het neoliberale beleid aan. De maatschappij en de
economie zijn veranderd de afgelopen vijftig jaar. Niemand ontkent dat
het beleid zich moet aanpassen. Maar de linkerzijde weigert wel de
afbouw van de moeizaam verworven sociale rechten, de privatisering van
de openbare diensten, een gedereguleerde arbeidsmarkt, de erosie van de
inkomens van gewone mensen terwijl de elites zich schaamteloos
verrijken. Het is die sociale malaise die in deze ‘neen’-stem werd
vertaald. Dit is geen Franse malaise, maar een wereldwijde schreeuw van
mensen die niet willen uitgeleverd worden aan een wereldwijde
concurrentie. De revoltes in de Franse banlieues getuigen ervan, maar
ook bij ons het militante vakbondsverzet tegen de Bolkestein-richtlijn
en het “generatiepact”. Trouwens, ook veel stemmen voor extreem-rechts
getuigen van diezelfde angst, maar zij sluiten zich op in een benepen
nationalisme en in vreemdelingenhaat hetgeen nooit tot duurzame
oplossingen kan leiden.

Ten vierde: de meeste politici hebben die sociale malaise onderschat en
hebben gedacht nog steeds een ‘Europa’ te kunnen verkopen zonder
democratisch debat. Men is voor de Europese Unie of ertegen. Het idee
dat men voor de Unie maar tegen een neoliberaal beleid kan zijn, is bij
velen nog niet doorgedrongen.

Ten vijfde kan in dit debat ook duidelijk worden verwezen naar de
mondialisering. Attac is niet tegen maar voor een andere mondialisering,
zoals we niet tegen maar voor een andere Europese Unie zijn. Een
hervorming van het beleid, van de sociale zekerheid, van de
arbeidsmarkt, van de openbare diensten, van het fiscaal beleid, van de
handel, enz. is slechts mogelijk in een Europese en mondiale context.
Het is juist wegens die mondialisering dat de Europese Unie zo
belangrijk is. Het is in een Europese context dat aan een nieuwe sociale
bescherming kan worden gewerkt, dat het sociaal beleid geharmoniseerd
kan worden, dat sterke openbare diensten kunnen uitgebouwd worden, dat
aan een rechtvaardig handelsbeleid gewerkt kan worden en dat een
vredesbeleid kan worden gevoerd. Kortom, wij vragen een coherent
‘Europees sociaal model’.

Het besluit om tegen dit ontwerp van grondwettelijk verdrag te ageren
hebben wij niet lichtzinnig genomen.

Vroeger was het duidelijk: de regeringen onderhandelden zo geheim
mogelijk met onverschilligheid tegenover democratische procedures. De
syndicale beweging hield het vooral bij het nationaal kader en kwam niet
tot een echte europese constructie en bleef daardoor veel te lang weg
uit de europese arena. Bij uiterst links werd ritueel het europa van het
kapitaal gehekeld en een virtueel internationalisme beleden. Bij uterst
rechts werd vooral gehamerd op nationale souevereiniteit en nationale
identiteit.

Bij alle stappen die gezet werden moesten steeds twee tegengestelde
opvattingen verzoend worden:

    1. de federalisten die een Europese regering en een echt Europees
parlement willen en bereid zijn om zoveel mogelijk nationale
bevoegdheden af te staan aan een groter en hogere instantie
    2. diegenen die Europa beschouwen als een verbond van onafhankelijke
lidstaten, de soevereinisten.

Het is ontegensprekelijk zo dat er stappen vooruit zijn gezet in de
democratisering van de Europese Unie. Wie de Europese Unie vergelijkt
met een nationale lidstaat zal zeker een aantal tekortkomingen opmerken.
Hierbij mag echter niet vergeten worden dat de Europese Unie geen
superstaat is en dus ook geen ’normaal’ parlement kan hebben. Ook de
federalisten hebben inmiddels ingezien dat noch de nationale staten,
noch de nationale parlementen volledig terzijde kunnen geschoven worden.
Wie de Europese Unie echter bekijkt vanuit mondiaal oogpunt, staat
versteld van de vergaande graad van democratisering en van het absoluut
unieke karakter ervan. Niet ten onrechte zijn er heel wat volken uit de
derde wereld die dit met enige afgunst bekijken. De Europese Unie wordt
door sommige onderzoekers dan ook als voorbeeld gesteld van hoe een
mondiaal bestuur er zou kunnen uitzien.

In het voorstel van grondwettelijk verdrag heeft men gepoogd de inbreng
van de lidstaten te vergroten ten opzichte van de Europese instellingen
die ondanks alle mankementen enigszins een federaal karakter hadden.
Spijtig genoeg klampen nog teveel politici zich vast aan de illusie van
nationale soevereiniteit.
Er zijn dus zeker argumenten om, vanuit democratisch oogpunt, ja te
zeggen tegen deze ontwerp-grondwet.

En toch. De Raad blijft onnoemelijk veel macht bezitten en het Parlement
wordt in veel ernstige zaken gekortwiekt. Het kan de Commissievoorzitter
niet zelf verkiezen, het heeft geen inspraak in het buitenlandbeleid en
in de grote richtsnoeren voor economisch beleid, het wordt enkel gehoord
of slechts geraadpleegd voor de exclusieve bevoegdheden van
concurrentie, handel en monetair beleid. De institutionele setting met
een Commissievoorzitter, een Raadsvoorzitter en een Minister van
Buitenlandse Zaken zal niet voor de nodige externe duidelijkheid kunnen
zorgen. Het zou ook democratischer zijn geweest mocht het Europees
referendum voor de goedkeuring van de ontwerp-grondwet in de tekst zelf
zijn opgenomen.

Beleidsmatig zijn de problemen nog veel groter. Inhoudelijk verandert de
ontwerp-grondwet niet zo veel. Dat was ook niet de opdracht van de
conventie. Het betekent dat de neoliberale grondslagen van het Verdrag
van Maastricht behouden blijven en, via de spelregels van de
besluitvorming, in feite nog worden versterkt.

* De Europese Centrale Bank blijft onafhankelijk en de prijsstabiliteit
is nog steeds het enige doel;
* het stabiliteitspact, door de voorzitter van de Commissie zelf
’stupide’ genoemd, blijft bestaan;
* De economisch-monetaire unie blijft op één poot draaien;
* Er komt geen gemeenschappelijk economisch beleid.

Vooral het Handvest en de opdeling van de bevoegdheden in sociale zaken
geven de grenzen van dit neoliberaal programma aan. Zeker,er zijn heel
wat beleidsterreinendiepotentieel voor correcties kunnen zorgen, zoals
milieubeleid, consumentenbescherming en volksgezondheid. Maar het is
zeer opvallend hoe precies en gedetailleerd de teksten zijn over de
interne markt, het monetairebeleid, de concurrentie en het
handelsbeleid. Voor sociaal en economisch beleid wordt allesop slag veel
vager en onduidelijker.

Werkgelegenheid is een Europese bevoegdheid geworden. Volgens de
besluiten van de top van Lissabon in 2000 zijn de ’inzetbaarheid’ en de
’werkgelegenheidsgraad’ belangrijke doelstellingen geworden. Iedereen
moet aan het werk, ongeacht de mogelijkheden van de arbeidsmarkt.
Sociale rechten zijn geen vanzelfsprekendheid meer, men moet ze ’verdienen’.

Art. III-97 geeft de kern van het probleem aan: ’De Lidstaten en de Unie
streven ... naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor
de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de
scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en
arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen....’.

De economie ’verandert’, de mensen ’passen zich aan’. Dat ook de
overheid de economie kan sturen mag blijkbaar niet worden gezegd. Het is
daarom verre van zeker dat gekwalificeerde meerderheisstemmingen voor
alle sociale zaken ook tot een progressiever beleid zouden voeren.

Voor ons is het duidelijk: deel III met het beleid moet uit de grondwet
worden gelicht. Beleid hoort niet thuis in een grondwet maar moet
permanent het voorwerp zijn van een democratisch debat en kunnen
gewijzigd worden in functie van de politieke meerderheden.

Niemand kan echt tevreden zijn met deze ontwerp-grondwet. Zijn grote
verdienste is dat de vele verschillende verdragen nu zijn herleid tot
één tekst. Voor de identiteit van de Europese Unie is dit een grote stap
vooruit. De leesbaarheid blijft voor de burgers echter een groot
probleem. Institutioneel en democratisch blijft er grote twijfel bestaan
over de gevonden oplossingen. Inhoudelijk is deze neoliberale
ontwerp-grondwet voor Attac Vlaanderen niet aanvaardbaar.

De enorme uitdagingen waar de Europese Unie voor staat met de
uitbreiding naar landen met een merkelijk lagere levenstandaard, de
vergrijzing en de verstedelijking van de bevolking, de migratiestromen,
de klimaatveranderingen, de sociale desintegratie... het zijn slechts
enkele voorbeelden van zaken die zeker zullen naar boven komen in de
nabije toekomst. Er zullen dan keuzen moeten gemaakt worden die nu
werden vermeden. De kans dat er dan een reële vraag ontstaat van sommige
landen om verder te gaan met een ’versterkte samenwerking’, met een
kleinere groep dan die van 25, is reëel.

Wij vragen aan het Vlaams parlement om tenminste volgende punten in het
politiek debat mee te willen nemen:

* verwijdering van deel III;
* schrapping van de interne markt en de vrije concurrentie als
doelstellingen van de Unie;
* verkiezing van de Europese Commissie door het Europees Parlement;
* openbaarheid van de beraadslagingen in de Raad;
* betrokkenheid van het EP bij zaken van BZ en defensie en fiscaliteit;
* Inschrijving van sterke openbare diensten als basisrecht in een
democratische maatschappij (en niet gelijk te stellen met ndernemingen);
* Mogelijkheid van versterkte samenwerkingen.

Daarnaast zal Attac Vlaanderen zich blijvend inzetten voor een
mobilisatie rond alle thema’s die haar na aan het hart liggen: tegen de
liberalisering en de privatisering van openbare diensten, tegen een
afbouw van de sociale zekerheid, tegen de Bolkesteinrichtlijn, voor de
invoering van een Tobintaks, voor de bestrijding van de fiscale
paradijzen en de fiscale fraude, voor een fiscale harmonisering en
fiscale rechtvaardigheid, voor ecologische duurzaamheid, enz.

Een andere wereld en een andere Europese Unie zijn mogelijk. Attac
Vlaanderen werkt eraan.

Joseph Conrad schreef in 1905: «Laten we hopen dat een werkelijk
vreedzame wereld op minder broze fundamenten dan economische belangen
zal worden gebouwd. We moeten echter toegeven dat het stedenbouwkundige
ontwerp van deze wereldstad onze verbeelding nog steeds te boven gaat en
dat de op het bouwterrein aanwezige jungle nog niet verwijderd is.»

Laten we met zijn allen de aanwezige neoliberale, antisociale en
ondemocratische jungle op het Europese bouwterrein verwijderen.

Ik dank u.
"

Grappig wel, in Nederland verwerpt men het idee van de maakbare
samenleving en de EU is het toonbeeld daarvan.

Overigens blijkt daar dat het wel maakbaar is als je er in slaagt het
tot een onleefbaar oort te maken, maar dat terzijde.

Naar de inhoud:
"
Deze ondemocratische en ontransparante gang van zaken moet worden
aangeklaagd. Het is hoogdringend om ook de Europese Unie volledig aan
een democratische besluitvorming te onderwerpen. Nederland en de
Europese Unie hebben vooral behoefte aan een open, transparante
democratische werking.
"
... er maar eens eentje uit te halen. En hoe willen we dat nu echt
bereiken?

Hoe kan het dat 1500 a 2000 arbeidsplaatsen er niet komen ondanks de
bemoeienissen van de diverse overheden, zo ook Europese?

Zijn daar(over) (geen) afspraken gemaakt? Zijn er (geen) subsidies
verstrekt? Door wie en hoeveel bedroegen die, of waarom niet? Op welke
wijze is daarover verantwoording afgelegd, en aan wie?

Henk Elegeert

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list