Atheist vs agnost over art. 23 GW

Henk Vreekamp vreekamp at KNOWARE.NL
Sat Dec 3 07:12:43 CET 2005


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Echte democs,

Een interessante kwestie. In de VVD woedt een inwendige oorlog over de
vraag of de scheiding tussen religieus en openbaar onderwijs -
propagandistisch de "vrijheid van onderwijs" genoemd - moet worden
opgeheven. Bolkestein benoemde op Buitenhof-tv reeds beide vleugels: de
conservatieven hebben er zich bij neergelegd, de klassiek-liberalen willen
er van af. Wiegel versus Hirsi Ali.

Ook links-liberalen en sociaal-democraten (wat er nog van dit gedachtengoed
resteert) kennen deze kwestie. Deze rijen worden meestal bevolkt door
atheisten en agnosten. Wat doen resp. atheisten en agnosten met art. 23 GW?

1. De houding van een atheist = nadrukkelijk niet-erkennen, ontkennen van
het bestaan van enig religieus gevoel, van een godheid e.d.
2. De houding van een agnost = niet kennen en weten van enige
geloofskwestie of van enig godsbestaan, "gelovigen" zien als een (deel van
een) cultureel fenomeen rond normen en waarden.

Atheisten bestrijden art. 23 GW en zullen zich niet neerleggen bij het
historisch compromis uit de jaren 1910s, namelijk de mogelijkheid van
religieus onderwijs in ruil voor algemeen kiesrecht. Het koekoeksei van
rooms-katholieken en protestanten.

Bij agnosten ligt het wat ingewikkelder. Die zien de religieuze
"onderwijsvrijheid" als een vreemd geval binnen ons verlichte,
Napoleontische rechtsstelsel. "Vrijheid" als apologie voor godsdienst die
zegt vrij te maken binnen (religieuze) regels die op zich een
voorgeschreven beperking inhouden. Waarom doen mensen zich dat aan? Ook
wettelijk vormt art. 23 voor hen een Fremkoerper omdat de
godsdienstvrijheid hier consequenties heeft voor de staatsinrichting, iets
wat in de rest van de wetten eigenlijk niet voorkomt, geen parallel kent.
Kortom, een agnost zal de inbreuk op het rechtstelsel betreuren.

Een atheist bestrijdt art. 23 vanuit de inhoud van de religieuze
subcultuur, een agnost zal een vormeenheid in wetgeving nastreven. De
agnost zal zich wegens de niet-intrinsieke gevoelens minder heftig
verzetten tegen godsdienst an sich, maar wel betreuren dat er door toedoen
van religieuze instituties zulke rare dingen in de Grondwet staan.

Het einddoel is hetzelfde, de politieke route verschilt enigszins. De een
dreigt fanatisme (zie Van der Laan en haar campagne tegen Rome als staatje,
destijds in het Europese Parlement), de ander lokt een zich erbij neerleggen.

Overigens kunnen agnosten atheisten wel verwijten dat hun "fanatisme" qua
sociaal verschijnsel een duplex vormt van het theisme. Religieuzen en
ijveraars hebben gemeenschappelijke karaktertrekjes. Maar ja, evengoed kun
je agnosten lafheid of papzakkerigheid verwijten. Dus op dit vlak moeten we
ons maar niet begeven. Ik denk dat het logisch-analytische
Fremdkoerper-argument het gezamelijk optreden zal vormen.

En bedenk wel dat agnosten wel eens een grote aanhang (kunnen) hebben onder
de bevolking als geheel - is mede een kwestie hoe je bij een
opinieonderzoek de vraag ernaar formuleert...

Henk Vreekamp, Utrecht

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list