Van Gogh en Ayaan, strafbaar in Engeland?

Martin Lentink martinlentink at D66GELDERLAND.NL
Mon Dec 20 16:19:49 CET 2004


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Henk Elegeert wrote:
> REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
>
> Ger wrote:
>
>>> Je kan wel aangifte doen van laster, smaad, aanzetten tot haat,
>>> dreiging, dwang onder dreiging, geweld enzovoort...
>>> Vaak wordt smaad wel belediging genoemd, maar smaad en laster zijn
>>> strafbaar, belediging op zich niet, wel helaas smadelijke
>>> godslastering, want god kan geen aangifte doen want hij bestaat
>>> niet eens.
>>
>> Fijn te horen Fritz dat belediging niet strafbaar is, ik mag dus elke
>> ambtenaar, politie ed, rustig de huid vol schelden als ik het er
>> niet mee eens ben.
<...>

Art 261.

Smaad(schrift).
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door
telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan
ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde
categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen,
verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften
waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als
schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld
tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat
het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging
eiste.
(Sr 111 v., 118 v., 423)

Art 262.

Laster.
1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te
last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan
laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete
van de vierde categorie.
2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1 en 2, vermelde
rechten kan worden uitgesproken. (Sv 338; Sr 423)

Art 265.

Bewijskracht vonnis.
1. Indien de beledigde aan het te last gelegde feit bij rechterlijk gewijsde
onherroepelijk is schuldig verklaard, is veroordeling wegens laster
uitgesloten.
2. Indien hij van het te last gelegde feit bij rechterlijk gewijsde
onherroepelijk is vrijgesproken, wordt dat gewijsde als volkomen bewijs van
de onwaarheid van het feit aangemerkt.
3. Indien tegen de beledigde wegens het hem te last gelegde feit een
strafvervolging is aangevangen, wordt de vervolging wegens laster geschorst
totdat bij gewijsde onherroepelijk over het te last gelegde feit is beslist.
(Sr 423; Sv 14 v.)

Art 266.

Eenvoudige belediging.
1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of
smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of
afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door
feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of
afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede
categorie. (Sr. 111 v., 118 v., 423)
2. Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe
strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en
die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan
uit die strekking voortvloeit.

Art 267.

Belediging bijzondere organen en functionarissen.
De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen
kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan
aan:
1.   het openbaar gezag, een openbaar lichaam of een openbare instelling;
(Sr 131 v.)
2.   een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn bediening; (Sr 84, 180)
3.   het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat. (Sr 87a,
118)

Art 268.

Lasterlijke aanklacht.
1. Hij die opzettelijk tegen een bepaald persoon bij de overheid een valse
klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift doet brengen,
waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als
schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1 en 2, vermelde
rechten kan worden uitgesproken. (Sr 188, 423; Sv
160 v.)

Art 269.

Belediging als regel klachtdelict.
Belediging, strafbaar krachtens deze titel, wordt niet vervolgd dan op
klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd, behalve in de gevallen
voorzien in artikel 267, aanhef en onder 1 en 2. (Sr 423)


mvg,



Martin Lentink

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list