Strafrecht VS moet niet in Europa gelden

Cees Binkhorst cees at BINKHORST.XS4ALL.NL
Wed May 7 23:39:47 CEST 2003


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Het onderstaande artikel geeft de bezwaren tegen het aanstaande verdrag uit de optiek
van _onze_ rechterlijke macht.
Waar ik verbijsterd over ben is dat:
- De EU het initiatief genomen heeft hierin (er zijn dus krachten in Europa werkzaam,
die het Amerikaanse recht veel beter vinden dan het onze).
- Dit soort zaken mogelijk zijn in volstrekte geheimhouding, die kan worden
afgedwongen door de VS
- Kennelijk op geen enkele manier is overlegd met andere Europese stakeholders, zoals
rechterlijke macht, openbaar ministerie, rechterlijke adviesorganisaties, etc.

Ik stel dan ook voor dat de onderhandelaars als eerste worden uitgeleverd (in een
proefproces vooraf) om te kijken of het loopt zoals wij willen.

http://www.nrc.nl/opinie/artikel/1052284014681.html
Een mogelijk besluit over onderlinge uitlevering van verdachten tussen de VS en Europa
heeft grote juridische nadelen, meent R. Blekxtoon. Zo vervalt de verplichting een
summier overzicht van het vergaarde bewijs over te leggen.

Stonden in de Irak-oorlog de Verenigde Staten en een deel van de Europese Unie
diametraal tegenover elkaar, als het gaat om het uitleveren van verdachten, wil Amerika
beschouwd worden als een EU-lidstaat. Zoals NRC Handelsblad gisteren meldde, zijn
geheime onderhandelingen tussen de EU en de VS over vereenvoudiging van onderlinge
uitlevering en ingrijpende uitbreiding van justitiële samenwerking (waarbij onder meer
het inzetten van gezamenlijke opsporingsteams met verregaande bevoegdheden mogelijk
wordt) in een cruciaal stadium beland.

Als het Amerika lukt om op uitleveringsgebied beschouwd te worden als een EU-staat,
zal het Europese Aanhoudingsbevel ook tussen de EU en de VS gelden. Een aantal EU-
lidstaten heeft daar in februari bezwaar tegen aangetekend, als gevolg waarvan de
onderhandelingen zijn opgeschort. De planning voorziet in overeenstemming op uiterlijk
5-6 juni, en het is de bedoeling dat de overeenkomsten worden getekend op de
Amerikaans-Europese top van 25 juni.

Het bezwaar van de EU-lidstaten (welke dat zijn is niet bekend) spitst zich toe op het feit
dat de VS niet zijn onderworpen aan de Europese regelgeving: het Europese Verdrag
voor de Rechten van de Mens (dus ook het Europese Hof in Luxemburg) en de regels
betreffende de bescherming van de privacy.

Het huidige uitleveringsverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten voorziet in de
verplichting een summier overzicht van het vergaarde bewijs over te leggen, waarop het
arrestatiebevel en het verzoek tot uitlevering steunen. Die verplichting vervalt indien het
Europees Aanhoudingsbevel van kracht wordt.

Dan geldt dat het stellen van een strafbaar feit voldoende is. De te verstrekken gegevens
zijn tot een minimum beperkt. De procedure moet binnen negentig dagen zijn afgerond,
zodat een rechtsmiddel de facto niet meer mogelijk is. Te vrezen valt ook dat het
opvragen van aanvullende gegevens op weerstand zal stuiten bij de VS, die nu al
geïrriteerd raken als de rechtbank aanvulling vraagt.

Dat zou allemaal niet zo erg zijn, ware het niet dat om een aantal redenen uitlevering aan
de VS van een fundamenteel andere orde is dan wanneer iemand aan een EU-lidstaat
wordt uitgeleverd.

In de eerste plaats zal het vooral gaan om min of meer georganiseerde criminaliteit,
zoals terrorisme, drugshandel, witwassen en mensenhandel. In dat soort gevallen plegen
de VS altijd (ook) conspiracy (samenspanning) ten laste te leggen, soms naar
Nederlands recht overeenkomend met 'medeplegen', een enkele keer met het 'deel
uitmaken van een criminele organisatie'. En daarmee hebben de VS dan universele
rechtsmacht indien een deel der handelingen op het grondgebied van de VS gepleegd of
tegen de belangen van de VS gericht is. Dat betekent dat iedereen die in het kader van die
conspiracy uitvoeringshandelingen heeft gepleegd, bijvoorbeeld in Nederland,
uitgeleverd kan worden naar de VS om daar terecht te staan, al is hij of zij daar nog nooit
geweest.

De VS hanteren een veel ruimer begrip van toegelaten 'uitlokking' dan de EU. In de VS is
het voldoende als je 'disposed' (genegen) bent gebleken een feit te plegen. In de EU
moet je opzet al op het feit gericht zijn voordat undercovers aan de slag mogen.
Bovendien zijn de opsporingsautoriteiten in de VS (DEA, FBI, grenscontrole) zéér pro-
actief, waarbij ook op grote schaal criminele infiltranten worden ingezet in het kader van
een plea agreement (akkoord over strafvermindering), wat onder meer zéér grote
strafkortingen kan opleveren. Daarbij is zeker niet uit te sluiten dat dergelijke criminele
infiltranten ook zonder toestemming op Nederlands grondgebied opereren. Dan is
iedere controle illusoir, en naar Amerikaans recht zal dat zeker zijn toegestaan. In geval
van een plea-agreement komt de kwestie zelfs niet aan de orde.

Bij uitlevering naar de VS verliest de verdachte zijn bescherming onder het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens (ERVM). Iemand die op Nederlands grondgebied
een strafbaar feit pleegt moet kunnen rekenen op opsporing en berechting onder de
paraplu van het Hof in Straatsburg. Die bescherming verliest hij bij uitlevering aan de
VS. Weliswaar heeft een Nederlands onderdaan het recht op teruglevering naar
Nederland, waarbij de straf naar Nederlandse maatstaven neerwaarts mag worden
bijgesteld, maar dat verhelpt het probleem van mogelijke onrechtmatige
opsporingshandelingen niet.

Het desbetreffende verdrag voorziet niet in een nadere toetsing aan Art. 6 EVRM (recht
op een eerlijk proces). Bovendien zal Nederland praktisch niet in de mogelijkheid zijn
de opsporingsmethoden te toetsen, gelet op het VS-systeem; 'plea agreement' of 'judge
and jury' (juryrechtspraak). Een Amerikaans vonnis geeft geen bewijsconstructie, een
plea agreement evenmin.

Aannemelijk is dat zo'n verdrag niet alleen betrekking heeft op de verhouding met de
federale justitie maar ook met die van de afzonderlijke staten. (Dat geldt in elk geval
voor het huidige verdrag). Dat maakt de zaak nog moeilijker omdat algemeen bekend is
dat die afzonderlijke staten zéér uiteenlopende strafrechtssystemen hebben.

De enige manier voor de Nederlandse rechter een indruk te krijgen in de gehanteerde
opsporingsmethoden is juist het overzicht van de bewijsvoering dat thans nog moet
worden overgelegd. Tussen de regels is daar nog wel eens wat uit op te maken, wat
aanleiding kan zijn voor het vragen van aanvullende informatie.

Het door de VS gewenste resultaat komt er eigenlijk op neer dat in alle zaken, waar de
VS een nationaal belang menen te zien het Amerikaanse strafrecht, zowel materieel als
formeel, óók in Europa geldt, óók ten aanzien van niet-Amerikanen. Dat lijkt me, om het
zacht te zeggen, geen vooruitgang.


Mr. R. Blekxtoon is strafrechter in Amsterdam.

Groet,

Cees Binkhorst - cees at binkhorst.xs4all.nl

Thucides (on Secr. Powel's desk): "Of all the manifestations of power, restraint impresses men the most."

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list