Sociologie-Economie-Debat: I

Ad Huikeshoven adhuikeshoven at WANADOO.NL
Sun Mar 24 19:48:36 CET 2002


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Henk en Joris,
 
Economen kunnen wat van sociologen leren. Sociologie is groot geworden,
of ontstaan, op de twee Atlantische vraagstukken, immigratie en macht.
Het huidige maatschappelijke debat gaat juist daarover, over immigratie
en macht. Het gaat óók over emotie en ratio. De maatschappelijke emotie
is door Henri Beunders treffend verwoord in zijn artikel “Nieuwe
nostalgie; De Januskop van Pim Fortuyn” in het Zaterdags Bijvoegsel van
de NRC het Handelsblad van zaterdag 23 maart 2002. Het artikel van Jos
de Beus, “Herover het speelveld op Pim Fortuyn; de balans van paars”, op
de Opinie pagina van diezelfde krant, is veeleer een analyse van de
maatschappelijke ratio, geschreven door een hoogleraar politiek theorie.
 
Psychologen onderkennen vier basisemoties (in alfabetische volgorde:)
bang, blij, boos en verdrietig. “Angst”, de versterkte emotie ‘bang”, zo
leert het spreekwoord, is een slechte raadgever. Paranoïde angst – en
daar lijdt Fortuyn aan - is echter een psychiatrische stoornis. Een
dergelijke angst kan manifest worden tijdens een manische psychose van
iemand die lijdt aan een bipolaire stoornis. 
 
Henri Beunders laat zien dat Fortuyn in zijn manisch-depressiviteit
lijdt aan een bi-polaire stoornis. Vergeet niet dan een daadwerkelijke
bi-polaire stoornis levenslange behandeling vergt met
stemmingsstabilisatoren als Lithium of Haldol. Eenmaal gediagnosticeerd
door een psychiater met ‘cliënt lijdt aan een bi-polaire stoornis’ dan
heeft die psychiater een levenslang vonnis geveld. De bi-polaire
stoornis is een ongeneeslijke ziekte.
 
Wie bekend is met de richtlijnen voor de psychiatrische diagnostiek weet
dat eerst uitgesloten dient te zijn dat iemand lijdt aan een ‘organische
psychose’ alvorens een diagnose te stellen in het brede spectrum van
psychiatrische stoornissen, of die nu gezocht worden in de primaire
stemmingsstoornissen, het schizofrene spectrum, de niet-psychotische
emotionele stoornissen of de persoonlijkheidsstoornissen. Bij organische
psychose kun je denken aan delier, dementie of amnestisch syndroom. Ik
zou eerst wel eens uitgesloten willen zien dat Fortuyn middelen als
coke, pep, xtc of anderszins heeft misbruikt alvorens hem het etiket
‘manisch-depressief’ op te plakken. Overigens kan een manische psychose
ook nog zijn oorzaak vinden als bijwerking van het gebruik van (sommige)
anti-depressiva. Henri Beunders is geen psychiater, ik ook niet. Laten
we bij onze leest blijven en het stellen van de diagnose van Fortuyn’s
persoonlijke problemen overlaten aan zijn huisarts, eventueel met
adviezen van een specialist, zoals een psychiater, voor zover Fortuyn
zelf thans de behoefte professionele hulp te zoeken voor zijn
persoonlijke problemen.
 
Henri Beunders diagnosticeert vervolgens ook nog eens de gehele
Nederlandse maatschappij als zijnde manisch-depressief. Helaas trekt hij
daaruit nog niet de conclusie dat de maatschappij in het achterna hollen
van één persoon in een toestand van massapsychose is of zal geraken. Op
aanraden van mijn scheikunde-leraar heb ik 22 jaar geleden één boek
geheel in het Duits gelezen, de roman ‘Die gerettete Zunge’ van de
Roemeense Nobelprijswinnaar Literatuur Elias Canetti. Canetti heeft ook
Massa und Macht geschreven, een samenvatting daarvan is te lezen op
http://user.online.be/cd02251/elias_canetti.htm . Die scheikunde leraar
van toen, is, als goed leerling van Cornelis Verhoeven, thans hoogleraar
antieke filosofie in Nijmegen. Hij las ‘Massa und Macht’ 22 jaar geleden
al en liet niet na om destijds de scheikunde lessen meermalen te laten
voor wat ze waren en op het belang van dát werk van Canetti te wijzen.
Een samenleving in een toestand van massapsychose bevind zich in een
zeer gevaarlijke toestand. De remedie is bekend. Doen wat in 1933 is
nagelaten om te doen.
 
Geenszins wil ik de zorgen van velen in onze maatschappijen
bagatelliseren. Hoewel eerder ‘emoties’ dan de ‘ratio’ de boventoon
voert, kan bij die zorg die gevoed is vanuit de emotie ‘bang’ op geen
enkele rationele wijze die angst verminderd worden. Luisteren en
geruststellen, net zoals de huisarts in negen van de tien gevallen doet,
is het meest aangewezen en het meest effectief. Het gaat allemaal
vanzelf weer over. En als het over zes weken nog niet over is, kom dan
nog maar eens terug. Ik wil hier een parallel trekken met de Brede
Maatschappelijke Discussie Kernenergie van begin jaren tachtig. De
uitkomst daarvan was dat zolang een zeer groot deel van de maatschappij
‘angst’ heeft voor kernenergie en ‘angst’ voor het afvalprobleem, zolang
is het niet mogelijk om ook maar voor te stellen het gebruik van
kernenergie in Nederland uit te breiden. Sterker nog, is het eerder
aangewezen het gebruik van kernenergie te verminderen.  
 
Laten we het hebben over de ‘angst’ van velen in onze samenleving voor
mensen met een andere huidskleur. Laten we kijken naar hoe de sociologie
als wetenschap is ontstaan in de Verenigde Staten van Amerika, hét
immigratieland bij uitstek in onze wereld. Eind negentiende eeuw vroeg
men zich daar af hoe lang het mogelijk zou zijn steeds nieuwe golven
(vrijwillige) immigranten te absorberen in het land van de onbegrensde
mogelijkheden. De eerste sociologen ontdekten een aantal opvallende
zaken. De vrijwillige immigranten waren allemaal gelukzoekers. Dat kwam
mooi uit met een constitutie waarin de ‘pursuit of happiness’ als
grondrecht was verankerd. De immigranten leerden allemaal in een razend
tempo Amerikaans Engels. 
 
Hoewel de immigranten uit heel veel verschillende landen kwamen, met
heel veel verschillende talen en culturen, bleek de jonge Amerikaanse
samenleving te werken als een grote ‘melting pot’. Alle immigranten
werden snel Engels sprekende Amerikanen. Sociologen hebben bovendien
keer op keer vastgesteld dat iedere nieuwe golf immigranten uit een
bepaald land het keer op keer sociaal-economisch veel beter doen dan
alle voorgaande golven immigranten uit dat bepaalde land. De eerste
generatie immigranten uit een bepaald land werken als ‘pioniers’ en
‘wegbereiders’ – door het ontwikkelen van een sociale infrastructuur –
voor de volgende golven immigranten. 
 
De ‘melting pot’ is de Engelstalige Jip-en-Janneke taal voor een
assimilatie-proces.
 
Begin twintigste eeuw stokte de ‘melting pot’ in Amerika. Nieuwe groepen
immigranten – bijvoorbeeld Italianen en Grieken - leerden niet zo snel
Engels als hun voorgangers uit Noord-West Europa. ‘Segregratie’ was het
noodlottige gevolg voor deze groepen immigranten. Nu vele generaties
later is Little Italy in Manhattan nagenoeg verdwenen. De jongste
generaties Italianen in Amerika spreken allen uitstekend Engels, en de
meesten nauwelijks of geen Italiaans. Met enige vertraging zijn ook de
Italianen in Amerikaanse samenleving geassimileerd.
 
De voortdurende segregatie van een belangrijk deel van de
Afro-Amerikanen doet weinig aan bovenstaande analyse af: zij zijn
nakomelingen van onvrijwillig geïmporteerde slaven en geen nakomelingen
van vrijwillige immigranten. ‘Roots’ spelen nogal altijd hun rol. De
burgerrechtenbeweging in de jaren zestig onder leiding van Martin Luther
King jr., die er voor koos om te marcheren in plaats van te
onderhandelen, heeft het tij enigszins ten gunste van de Afro-Amerikanen
kunnen keren, gelijke rechten zijn immers bevochten, maar de sporen van
segregratie zijn overal in Amerika zichtbaar.
 
De vraag aan de sociologen van nu in Nederland is hoe houden we een
draaglijke interculturele samenleving in standhouden of creëren waarin
nu een op de zestien inwoners geen jood of christen is, maar islamiet,
je weet wel dat derde geloof van de drie geloven van het boek. Beunders
flikt het te beweren, of de suggestie te wekken, dat al die islamieten
orthodox zijn. Er zijn wel degelijk orthodoxe islamieten, dat zal ik
niet ontkennen, maar ik schat relatief net zoveel als er orthodoxe
christenen zijn in Nederland. Met de dikke duim: 5% van iedere
religieuze beweging is orthodox. Oftewel, 95% is niet-orthodox. Laten we
het over die 95% niet-orthodoxen hebben, en die overige 5% zijn
zelfredzaam genoeg op in hun eigen sop gaar te koken.
 
De vraag aan de sociologen van nu in Nederland is hoe, gegeven de
immigratie van de afgelopen veertig jaar, we richting kunnen geven aan
onze interculturele samenleving, zonder sub-culturen te vernietigen -
door te ver door te schieten in gedwongen assimilatie – en dat uit
respect voor de aanwezige ethnische minderheden en zonder
sociaal-economische segregatie langs ethnische lijnen in stand te houden
of te creëren. Oftewel hoe gaan we vooruit in een interculturele
samenleving, met herstel van burgerlijke waarden en normen zonder
uitsluiting van een grote groep immigranten in onze samenleving. Kunnen
we nog respect opbrengen voor medemensen met een ander geloof? Pakweg
vierhonderd jaar geleden woedde er de Tachtig Jarige Oorlog in
Nederland, van 1568 tot 1648. Die Tachtig Jarige Oorlog bracht niet
alleen de Oranjes aan het bewind, maar bracht ons uiteindelijk ook
vrijheid van godsdienst. De Mayfair (q.v.) met een groep Engelse
Seperatisten aan boord, vertrok uit Leiden, weet je nog? En die landden
uiteindelijk in Plymouth, Massachusetts in Het Beloofde Land. Evenmin
als ik in ‘spinnen’ of ‘muizen’ een gevaar zie, zie ik een gevaar in de
aanwezigheid van een miljoen islamieten in Nederland.Of kan iemand me
uitleggen wat dat Islamitische Gevaar dan wel is. Na diepgravend
onderzoek heeft de BVD in Nederland niet meer, en eerder minder, dan een
handvol mensen in Nederland kunnen vinden die zo radicaal zijn in hun
politieke islam dat ze de Nederlandse samenleving, zoals we die nu
kennen, zouden willen omver werpen, desnoods met gebruik van geweld. Mij
lijkt dat wat dat betreft alles in Nederland onder controle is.
 
Het tweede sociologische kernvraagstuk gaat over ‘macht’. Hoe komt het
dat sommige mensen, veelal mannen, méér macht hebben dan andere mensen?
In een democratie, althans dat is het uitgangspunt, heeft geen enkel
individu meer macht dan welk ander individu. Fortuyn doet een poging,
als dominant mannetje, alle macht in Nederland naar zich toe te trekken.
Hoe kijken de sociologen van nu in Nederland naar de processen die er
toe leiden dat één individu veel meer macht kan vergaren dan alle andere
individuën in de samenleving bij elkaar? Misschien kan die hoogleraar
antieke filosofie in Nijmegen, hij heeft ‘Massa und Macht’ immers
tweeëntwintig jaar geleden reeds gelezen, daar het helderste antwoord op
geven. Wat de boer niet kent dat eet hij niet. Het is en blijft de angst
voor het onbekende. Beunders slaat de plank volledig mis wanneer hij
stelt dat de emancipatie in Nederland voltooid is. De emancipatie van
een miljoen islamitische medeburgers moet eigenlijk nog beginnen. En hoe
vervelend sommigen dat ook vinden, de oprichting van nog veel meer
islamitische basisscholen zou weleens het begin kunnen zijn van
daadwerkelijke emancipatie van die medeburgers. En we staan er allemaal
bij om dat in goede banen te leiden. Hoe kijken sociologen van nu
Nederland daar tegen aan? Of is het handiger om een psycho-analyticus te
vragen die al eens ‘Civilization and its discontents’ heeft gelezen, om
het ongenoegen en de onvrede van een beperkte groep kiezers – Fortuyn
trekt echt nog niet meer dan eenvijfde van het electoraat naar zich toe
- in dit land te begrijpen? Wie het weet mag het zeggen. 
 
Met vriendelijke groeten,
 
Ad Huikeshoven
Vondelstraat 33
2513 EN  's-Gravenhage
telefoon/fax +31(070)3608510
 

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list