Populisme onbekend

Bart Meerdink bmeerdnk at TELEKABEL2.NL
Wed Jun 12 13:18:54 CEST 2002


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Om nog even wat (illegale) reclame voor het NRC te maken, zodat iedereen
kennis kan nemen van het artikel van Lousewies vd Laan (11 juni 2002):

Neem bevolking serieus bij uitbreiding EU

Lousewies van der Laan

De uitbreiding van de Europese Unie dreigt in gevaar te komen door
afnemende publieke steun. Volgens Lousewies van der Laan krijgen de
Europese regeringen hiermee de rekening gepresenteerd van het
buitensluiten van de bevolking in het eenwordingsproces.



(foto)


Illustratie: Cyprian Koscielniak

De Europese Commissie heeft maar liefst 250 miljoen euro gereserveerd
voor een `voorlichtingscampagne' over de uitbreiding van de EU. Enkele
maanden voordat de toetreding van nieuwe landen een feit is, zullen de
inwoners van West-Europa worden gebombardeerd met propaganda over hoe
goed en nuttig de uitbreiding van de EU wel niet is.

De vraag is, of een dergelijke reclamecampagne jarenlang achterstallig
onderhoud van de publieke opinie kan compenseren. Onderzoek toont aan
dat de bevolking van West-Europa in beginsel positief staat tegenover de
uitbreiding. Toch hebben de regeringsleiders het nooit aangedurfd een
eerlijk en open debat te voeren, uit angst dat de schaduwzijde de steun
zou ondermijnen. In 2000 schreef ik op deze pagina dat juist die
geslotenheid rondom de uitbreiding populisten in de kaart speelt en riep
ik de regering op te investeren in draagvlak, ook als meer openbaarheid
in eerste instantie leidt tot een toename van de publieke scepsis. Daar
is niets van terechtgekomen en in veel landen zijn populisten er
inderdaad met de buit vandoor gegaan, mede doordat ze de
anti-Europakaart hebben uitgespeeld.

Europa is eigenlijk altijd een project geweest van de politieke elite,
waar normale mensen maar weinig over te vertellen hebben. Hoe meer
invloed Europa krijgt op het dagelijks leven, hoe onhoudbaarder die
situatie wordt. Aan de vooravond van de uitbreiding hebben kwesties als
de MKZ-crisis haarfijn duidelijk gemaakt dat Europa er wel toe doet,
maar dat de verantwoordelijkheden nogal diffuus zijn. Europa is daardoor
weinig populair, maar mensen hebben ook nog het gevoel dat hen in de
discussie over de uitbreiding zand in de ogen wordt gestrooid.
Begrijpelijk, want met de feiten wordt nogal eens creatief omgesprongen.

Zo is er de bewering dat de uitbreiding van de EU een enorme impuls zou
betekenen voor de Nederlandse economie. Echter, de meeste economische
voordelen van de uitbreiding zijn jaren geleden al binnengehaald met het
verdwijnen van tarifaire handelsbelemmeringen door de zogeheten Europa
Akkoorden. Onderzoeksbureau McKinsey becijferde onlangs dat de
uitbreiding de landen in West-Europa een zeer bescheiden extra
jaarlijkse groei van ongeveer 0,1 procent oplevert, minder dan de
foutmarge van het onderzoek. Indien onvoldoende vorderingen worden
gemaakt met bijvoorbeeld de hervorming van het landbouwbeleid, is het
zelfs goed mogelijk dat het economisch resultaat van de uitbreiding voor
Nederland negatief zal uitvallen.

Voor hen die alleen naar het financiële belang op de korte termijn
kijken, is dat feit al voldoende reden om sceptisch te staan tegenover
de uitbreiding. Wellicht zal het voor de nieuwe rechtse regering
inderdaad voldoende reden zijn om een veto tegen de uitbreiding uit te
spreken. Dat zou buitengewoon kortzichtig zijn. De uitbreiding van de EU
vereist een integrale afweging, waarin ook de politieke stabiliteit van
het continent in beschouwing moet worden genomen. Daarom is het van
cruciaal belang dat over de kosten en baten van de uitbreiding eerlijk
en op basis van feiten wordt gedebatteerd. Dat dit de laatste jaren
onvoldoende mogelijk was, blijkt uit de gang van zaken rondom het
Verdrag van Nice.

Volgens zowel de Europese Commissie als de Raad is ratificatie van
`Nice' een noodzakelijke voorwaarde voor de uitbreiding. Die bewering
heeft geen inhoudelijke of juridische basis, maar is slechts een
politiek drukmiddel om de lidstaten tot ratificatie te bewegen. Toen de
Ieren het verdrag per referendum afwezen, werd onder anderen door
minister Van Aartsen geopperd dat ze het referendum nog maar eens
moesten overdoen. Politici haastten zich te zeggen dat de Ieren
onvoldoende begrepen dat ze met Nice ook de uitbreiding afwezen.
Voorzover in het Verdrag van Nice zaken zijn vastgelegd die relevant
zijn voor de uitbreiding, kunnen deze gewoon worden geïncorporeerd in de
nieuwe toetredingsverdragen.

De politieke koppeling tussen Nice en de uitbreiding is bijzonder
gevaarlijk. Immers, mocht Nice opnieuw worden afgewezen door de Ierse
bevolking dan, kan het uitbreidingsproces in een onnodige crisis
terechtkomen. Dat was niet nodig geweest wanneer het verdrag als een
normaal, zakelijk stuk was beschouwd en niet als een prestigekwestie. Ik
vertrouw er desalniettemin op dat de regeringsleiders bij een
definitieve afwijzing van Nice alsnog terugkomen van hun dreigement om
zonder Nice de uitbreiding te blokkeren; dat zou namelijk onredelijk en
onverantwoord zijn.

Een ander knelpunt zit in de achteloze wijze waarop Europa's politieke
leiders hun eigen afspraken terzijde schuiven. In 1993 heeft de EU
besloten welke criteria bepalen wanneer een land lid kan worden van de
EU. De `toetredingsonderhandelingen' die de afgelopen jaren tussen de
huidige en toekomstige lidstaten plaatsvonden, gaan over de
overgangstermijnen waarbinnen nieuwe lidstaten aan de criteria moeten
voldoen. Daar is niets mis mee: als elk meteen aan alle details van de
Europese regelgeving moet voldoen, zou elke toetreding onmogelijk zijn.
De onderhandelingen gaan echter niet alleen over de ingrediënten van
chocola en hoe krom komkommers mogen zijn; ze gaan ook over zeer
wezenlijke zaken als democratie en rechtsbescherming.

Wie de rapporten van de Europese Commissie over de kandidaatlanden leest
(www.europa.eu.int/comm/enlargement) schrikt van de corruptie en
discriminatie, het gebrek aan onafhankelijke justitie en de
omstandigheden in gevangenissen. Ook wordt getwijfeld aan de capaciteit
van sommige nieuwe lidstaten om het Europese recht te handhaven. Zeker
nu met het Europees arrestatiebevel de rechtsstaten in de EU steeds meer
vervlochten raken, is het essentieel dat de nieuwe lidstaten aan alle
criteria met betrekking tot democratie en rechtsbescherming voldoen
voordat zij toetreden.

De laatste maanden hebben in het politieke discours de criteria echter
plaatsgemaakt voor een tijdschema waarbinnen alle landen - zoveel
mogelijk op hetzelfde moment - moeten toetreden. Premier Kok, kanselier
Schröder en anderen hebben zelfs laten weten dat Polen per se bij de
eerste toetreders moet zitten. De politieke afweging gaat inmiddels dus
boven een zakelijke, individuele beoordeling van de criteria. Polen
loopt hopeloos achter met de vereiste hervormingen, maar krijgt een free
ride. Of het moet betekenen dat landen als Slovenië, die hun huiswerk
wél op orde hebben, maar even moeten wachten tot hun grote broer Polen
zover is. In ieder geval is het principe van individuele toelating op
basis van vooraf gestelde criteria ondergeschikt geworden aan politieke
afwegingen. Dat is onacceptabel.

Inmiddels wordt de indruk gewekt dat de uitbreiding een gelopen race is.
Ook dat is onjuist. Het besluit welk land wanneer wordt toegelaten wordt
pas dit jaar genomen. Op 12 en 13 oktober zullen de Europese
regeringsleiders onder Deens voorzitterschap besluiten welke landen in
de kopgroep zitten. Het is daarom essentieel dat de nationale
parlementen, zoals de Tweede Kamer, nog in september een mandaat voor
die bijeenkomst formuleren. Alleen zo kan worden voorkomen dat de
volksvertegenwoordigers `ja' moeten zeggen tegen voorwaarden voor
toetreding waarmee ze eigenlijk niet gelukkig zijn.

De Nederlandse regering in wording stelt dat de criteria voor de
uitbreiding strikt zullen worden toegepast. Dat is een gunstige
ontwikkeling, al vallen bij de motieven van CDA, LPF en VVD wel
vraagtekens te plaatsen. Zo wil de VVD de kandidaatlanden de prijs laten
betalen voor haar eigen falen de landbouw te hervormen. Het was immers
toenmalig VVD-minister Zalm die tijdens de top in Berlijn het
kortetermijnsucces van een lagere Nederlandse EU-bijdrage prefereerde
boven een structurele verandering in het EU landbouwbeleid.

De LPF wil de kandidaten de prijs laten betalen voor de onmacht van de
huidige Unie om zichzelf te hervormen. Daarmee lijkt het nieuwe kabinet
slechts te kiezen voor het eigenbelang en schuift ze de rekening van het
falen van de huidige lidstaten door naar Oost-Europa. D66 is groot
voorstander van de uitbreiding, maar anders dan de PvdA en GroenLinks
vinden wij niet slechts de toetreding maar vooral de weg ernaartoe
belangrijk. Niet het tekenen van een toetredingsverdrag, maar de
versterking van de democratie en de creatie van een stabiele
markteconomie is wat een uitgebreide EU tot een succes maakt. Dáárom wil
ik de handhaving van de criteria zwaarder laten wegen dan de politieke
belangen.

Dat de bevolking in West- en Oost-Europa nog steeds niet serieus wordt
genomen in het uitbreidingsproces, blijkt tot slot uit de gretigheid
waarmee politici en journalisten wijzen op de beperkte window of
opportunity voor de uitbreiding. Als we nu niet snel uitbreiden, valt
het draagvlak wellicht weg en krijgen rechtse populisten in Oost en West
de kans het feestje te verpesten. Ook uit die opstelling spreekt weer de
onverbeterlijke arrogantie die populisten zo in de kaart speelt. Als we
werkelijk overtuigd zijn van het nut van de uitbreiding, moeten we ook
geloven dat mensen dat nut niet alleen nu, maar ook over een paar jaar
nog onderschrijven. Wie meent dat uitstel voor landen die nog niet klaar
zijn de uitbreiding in gevaar zou brengen, moet zich afvragen of hij of
zij wel zo'n sterke zaak heeft. Wie zelf niet gelooft in de democratie,
kan niet geloofwaardig strijden tegen de rechtse populisten.

Het is nog niet te laat om de uitbreiding alsnog een project van
iedereen te maken. De mensen in Europa zien wel degelijk het belang van
stabiliteit op het Europees continent. Maar zolang mensen het gevoel
hebben dat hun een rad voor ogen wordt gedraaid, zie ik het somber in.
Een dure promotiecampagne die opnieuw slechts de zegeningen van de
uitbreiding zal bezingen, werkt averechts. Wat we nodig hebben, is
openheid en een kritisch debat. Dat kan als ook de voorstanders van
uitbreiding geloven in de kracht van hun argumenten en zich niet louter
laten leiden door angst voor de publieke opinie.

Copyright: NRC Handelsblad

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list