Tweeluik Trouw Zorreguieta 2/2

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at SCIENCE.UVA.NL
Tue Mar 6 12:17:23 CET 2001


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:   Trouw [Voorpagina]
Datum:  6 maart 2001
Auteur: Edwin Koopman
URL:    http://www.trouw.nl


Zorreguieta wist veel
---------------------

BUENOS AIRES - Jorge Zorreguieta, de vader van Maxima, was als topfunctionaris
tijdens de Argentijnse dictatuur zonder twijfel op de hoogte van de militaire
repressie.

Al sinds het bekend worden van de relatie tussen kroonprins Willem-Alexander
en de Argentijnse Maxima Zorreguieta, eind 1999, wordt in Nederland
gespeculeerd over de vraag wat haar vader als burgerminister eigenlijk wist
van de misdaden die de militairen begingen met wie hij samenwerkte.

Uit onderzoek van Trouw en Netwerk blijkt voor het eerst dat hij zeker op de
hoogte was. Zorreguieta zag de repressie om zich heen gebeuren: zijn eigen
vrienden waren erbij betrokken, als dader en als slachtoffer. Daarnaast zou
hij in minstens een geval iemand hebben gered uit de klauwen van de
militairen.

De kwestie wordt van belang op het moment dat de kroonprins en Maxima
inderdaad besluiten te trouwen. Dan moet het parlement onder meer antwoord
geven op de vraag of een voormalig lid van een moorddadig regime bij het
huwelijk aanwezig kan zijn. Het onderzoek heeft ook duidelijk gemaakt dat
Zorreguieta, als secretaris van de grootgrondbezittersvereniging Sociedad
Rural, heeft aangestuurd op de militaire staatsgreep van maart 1976.

Tijdens de dictatuur verdwenen in Argentinie tussen de 10000 en 30000
opposanten van het regime. Gedurende de eerste vijf jaar vervulde Zorreguieta
hoge posten op het ministerie van economie, eerst als onderstaatssecretaris en
later als staatssecretaris van landbouw.


-----------------------------------------------------------------------------
Bron:   Trouw [De Verdieping]
Datum:  6 maart 2001
Auteur: Edwin Koopman
URL:    http://www.trouw.nl


De suikeroom van Zorreguieta
----------------------------

Jorge Zorreguieta wist als staatssecretaris van landbouw tijdens de
Argentijnse dictatuur alles van moorden en verdwijningen. Er zijn minimaal
twee gevallen in zijn directe omgeving waar hij niet omheen kan. Een van zijn
vrienden, de journalist Julian Delgado, vertrok naar zijn werk zonder ooit
terug te keren. Een ander, de grootste suikermagnaat van Argentinie, Carlos
Blaquier, nog steeds een vriend van Zorreguieta, liet zelf tientallen mensen
verdwijnen. Vandaag deel 2 van een tweeluik: de repressie.

Erg gemoedelijk was het leven al jaren niet meer in Libertador General San
Martin, een arbeidersdorp op de suikerplantage Ledesma in de noordelijke
provincie Jujuy. Arbeidsonrust, guerrilla-activiteiten en repressie waren in
dit deel van Argentinie aan de orde van de dag.

Maar dat het allemaal nog erger kon, bleek na de militaire staatsgreep van
maart 1976. In een nacht eind juli viel plotseling de stroom uit. Kort daarna
kwam een kolonne vrachtwagens aanrijden door de straten van San Martin. In
enkele uren tijd werden meer dan tweehonderd vakbondsleden, en vaak ook nog
hun kinderen, meegenomen naar de militaire gevangenis en op afschuwelijke
wijze gemarteld. Zeventig van hen zijn nooit meer teruggevonden.

Brein achter de actie op de plantage was de eigenaar zelf, Carlos Pedro
Blaquier, die daarmee antwoordde op de voortdurende vakbondsactiviteiten op
het bedrijf. 'De onrust vormde geen enkele bedreiging voor de nationale
veiligheid, maar toch werden de militairen ingezet', zegt Jorge Schvarzer,
voormalig directeur van het gerenommeerde Sociaal Onderzoekscentrum voor Staat
en Bestuur (Cisea) en auteur van meerdere boeken over de economie tijdens de
dictatuur. Hij komt daarin tot de conclusie dat de eigenaar de militairen
heeft opgetrommeld.

Volgens Maria Seoane, die eind vorige maand een biografie publiceerde over de
Argentijnse dictator Jorge Videla, past zo'n actie in het profiel van
Blaquier. Uit haar onderzoek bleek dat hij een van de grote financiers was van
de repressie tijdens de dictatuur. Een landbouwjournalist omschrijft Blaquier
als 'een van de meest duistere figuren van Argentinie'.

Ook ooggetuigen bevestigen dat de steenrijke suikermagnaat de actie samen met
de militairen tot in de puntjes had voorbereid. De directie deed letterlijk
het licht op het landgoed uit en de militairen pakten de activisten op.
Bewoners zagen tot hun verbijstering dat de vrachtwagens waarin de arrestanten
werden meegevoerd dezelfde waren als die waarin ze overdag zakken suiker
kwamen ophalen. Zelfs de chauffeurs waren van de Ledesmaplantage.

Olga Aredes, wier man ook was opgepakt, ging opheldering vragen bij de
directie. 'Waarom hebben wagens van jullie bedrijf mijn man meegenomen?',
vroeg ze. 'Omdat hij ons alleen maar last bezorgde', werd haar geantwoord.
De bedrijfsleider deed geen enkele poging om de betrokkenheid van de directie
te verbergen. 'Het bedrijf heeft veertig wagens ingezet om dit dorp te
zuiveren van ongewenste figuren. En ik heb gezien dat jij op een andere lijst
staat, dus ik zou maar stoppen met je acties.'

De massale arrestatie op Ledesma is een sprekend voorbeeld van wat het 'Proces
van Nationale Reorganisatie', zoals de tijd van de dictatuur genoemd wordt, in
de praktijk betekende. Vergelijkbare acties vonden in die dagen aan de lopende
band plaats, meestal in het geheim. Ze kwamen niet in de krant, zeker niet als
ze ver van Buenos Aires plaatsvonden.

In het eerste jaar van de repressie was niet duidelijk wat er met arrestanten
gebeurde. Er was weinig tot niets bekend over concentratiekampen en
massagraven, en over het dumpen van lichamen in zee. Iemand die plotseling
verdween, kon ook in alle stilte naar het buitenland zijn gevlucht. Dat
veranderde pas toen de Dwaze Moeders hun wekelijkse ronden begonnen op het
Plaza de Mayo-plein in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires, en toen bleek
dat arrestanten die nooit gevlucht konden zijn niet meer opdoken.

Maar het is moeilijk voorstelbaar dat de razzia op Ledesma ongemerkt voorbij
is gegaan aan de burelen van Jorge Zorreguieta, destijds onderstaatssecretaris
van landbouw. In de eerste plaats omdat politici veel meer wisten dan gewone
burgers. 'Er is geen twijfel dat een lid van het economisch team als
Zorreguieta dit wist', zegt Jorge Schvarzer. 'Zij hadden informatie van
binnenuit.'

Op de tweede plaats omdat de zaak-Ledesma in Argentinie behoorlijk wat
bekendheid heeft gekregen als de Noche de los Apagones, ofwel de 'Nacht van de
Kortsluiting'. Er zijn stukken over in de krant verschenen en de razzia is
onder meer beschreven in 'Nunca Mas' -Nooit Meer, het rapport van de
waarheidscommissie die onderzoek deed naar excessen tijdens de dictatuur.

Maar er is nog een derde element. Carlos Blaquier, het brein achter het
Ledesma-drama, is een goede bekende van Zorreguieta en ook van de toenmalige
superminister van economie Jose Alfredo Martinez de Hoz, de directe baas van
Zorreguieta. 'De contacten tussen die drie stamden al van voor de
staatsgreep', weet Schvarzer. 'Samen waren ze betrokken bij het complot
tegen de regering die de weg moest vrijmaken voor de coup.'

Ook tijdens de jaren van de junta bleef de relatie tussen Blaquier en
Zorreguieta uitstekend. Dat bleek wel na afloop van de dictatuur (1976-1983),
toen Zorreguieta werd benoemd tot voorzitter van het Argentijnse Centrum voor
de Suiker. Carlos Blaquier is nog steeds eigenaar van Ledesma en als grootste
suikerproducent van Argentinie de man die daar de lakens uitdeelt. 'Hij is
niet zomaar een lid van het Centrum voor de Suiker, hij is het belangrijkste
lid. Het is ondenkbaar dat het Centrum ooit iets zou doen tegen zijn belangen
in', zegt Daniel Raffo, landbouwjournalist en destijds geaccrediteerd bij het
secretariaat van landbouw van Zorreguieta.

Als voorzitter van het Centrum voor Suiker verdedigt Zorreguieta tot op de dag
van vandaag de handelsbelangen van Carlos Blaquier. Schvarzer: 'De sociale en
persoonlijke relaties tussen die twee doen vermoeden dat ze in dit geval niet
alleen wisten en goedvonden wat er is gebeurd, maar dat de een of de ander het
nog in zijn voordeel heeft gebruikt ook.'

De loyaliteit van Zorreguieta aan het Proces van Nationale Reconstructie en
alle repressie die ermee gepaard ging, werd niet alleen op de proef gesteld
door de marteling van honderden arbeiders en de verdwijning van zeventig hem
onbekende vakbondsactivisten. Zelfs toen zijn eigen vriend slachtoffer werd,
bleef hij meewerken aan het economisch programma waarop de dictatuur dreef.

Op 3 juli 1978 vertrok Julian Delgado, hoofdredacteur van het zakenweekblad
Mercado, van huis. Hij is nooit meer teruggekomen. Wat er is gebeurd, is nog
altijd een raadsel. Zijn vrouw zocht direct na de verdwijning contact met een
bevriende priester die goede relaties onderhield met de militairen. Hij
beloofde haar zijn best te doen 'voor zijn vrijlating' als ze er geen
schandaal van zou maken. Kennelijk wist hij dat Delgado bij de militairen zat,
en niet door bijvoorbeeld de guerrilla-beweging was ontvoerd.

Twee weken later wilde de priester ineens niets meer weten van mevrouw
Delgado, die niet geciteerd wil worden uit angst voor represailles. Enkele
jaren geleden werd ze telefonisch bedreigd na verklaringen aan de pers.

De Delgado's waren goede vrienden van de Zorreguieta's. Op een foto die
dateert van ongeveer een jaar voor de staatsgreep, staan Jorge en Julian
geanimeerd te borrelen. Na de verdwijning keerde Zorreguieta de nabestaanden
van zijn vriend de rug toe. Dat bevreemdt ook Delgado's voormalige collega
Gerardo Lopez. 'De weduwe heeft nooit meer wat van hem gehoord. Als je
vrienden bent van elkaar dan verwacht je toch dat iemand op zijn minst nog
even belt.' Volgens Lopez gebeurde het vaak dat de nabestaanden van verdwenen
personen werden gemeden. 'Hij zal wel iets op zijn geweten hebben gehad, ze
laten niet zomaar iemand verdwijnen', was de reactie dan.

Maar dat was bij Delgado niet aan de orde. Hij was een vertrouwenspersoon van
Martinez de Hoz, de rechterhand van dictator Jorge Videla. De journalist
reisde mee op alle trips en was aanwezig op alle borrels en recepties waar de
minister en zijn staatssecretarissen maar verschenen. Mercado en het dagblad
Cronicas, ook onder leiding van Delgado, werden beschouwd als spreekbuizen van
het ministerie van economische zaken. Julian Delgado steunde persoonlijk de
dictatuur en het economische programma waarmee die verbonden was.

Een verhaal dat de ronde doet, is dat hij het slachtoffer is geworden van de
rivaliteit tussen dictator Jorge Videla en marinegeneraal Emilio Massera, die
voortdurend bezig waren elkaars macht te ondermijnen.

Het is overigens de vraag of Zorreguieta iets voor hem had kunnen doen.
Volgens Edgardo Zilvetti, voormalige woordvoerder van het ministerie waar
Zorreguieta werkte, was het voor burgers uitermate moeilijk zich in dit soort
zaken te mengen. Alleen de grote baas, minister van economie Martinez de Hoz,
zou het gelukt zijn een aantal mensen uit de handen van de militairen te
redden.

Niettemin herinnert Juan Alemann, destijds Zorreguieta's collega van
financien, zich dat Zorreguieta in een geval 'met veel moeite het leven heeft
gered van een arrestant'. Het zou gaan om een docent van de universiteit in
het binnenland die ze per abuis gevangen hadden genomen. 'Het kostte nogal
veel moeite hem te vinden want de militairen ontkenden het, zo groot was de
scheiding tussen hen en ons. Dankzij zijn vriendschap met een militair slaagde
Zorreguieta erin de man op te sporen en hem bij wijze van persoonlijke gunst
vrij te krijgen.'

De mogelijkheden had Zorreguieta dus in principe wel. Toch wil Alemann nog
toevoegen: 'Als iemand ten onrechte verdween dan was het voor ons onmogelijk
dat te voorkomen. De militairen hielden ons strikt buiten hun
veiligheidszaken. Tussen ons en de militairen stond een enorme berg.'

Volgens Schvarzer was er eerder sprake van instemming dan van onmacht. 'De
burgerrereging ten tijde van de junta accepteerde de militaire repressie als
een noodzaak om aan de macht te blijven. Allemaal wilden ze hun nieuwe
economische politiek kunnen uitvoeren en ze waren ervan overtuigd dat de
militaire dictatuur daarbij nodig was om de oppositie het zwijgen op te
leggen.'

Het tweeluik over Jorge Zorreguieta is mede tot stand gekomen dankzij Jan
Thielen. Het eerste verhaal stond in de krant van gisteren.

--------
(c) 2001 PCM

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list