Tweeluik Trouw Zorreguieta 2/1

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at SCIENCE.UVA.NL
Tue Mar 6 12:16:53 CET 2001


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Bron:   Trouw [Voorpagina]
Datum:  5 maart 2001
Auteur: Edwin Koopman
URL:    http://www.trouw.nl


Zorreguieta zocht Videla op
---------------------------

BUENOS AIRES - Jorge Zorreguieta nam vier maanden voor de Argentijnse
staatsgreep van 1976 samen met medebestuursleden van de Sociedad Rural het
initiatief voor een ontmoeting met Jorge Videla, de latere leider van de coup.
Dat blijkt uit de jaarverslagen van deze uiterst conservatieve organisatie van
grootgrondbezitters, waarvan Zorreguieta, mogelijk de toekomstige schoonvader
van kroonprins Willem-Alexander, in die tijd secretaris was.

Op 20 november 1975 drong de Sociedad Rural aan op rechtstreeks contact met de
militairen. In een brief, ondertekend door de toenmalige voorzitter, wordt
Videla beleefd gevraagd of hij 'audientie wil verlenen aan onze organisatie',
bij voorkeur 'tussen 24 november en 4 december'. De Sociedad wilde hem
ontmoeten om 'de brede relatie toe te lichten tussen de problemen in de
landbouw en de nationale veiligheid'.

Videla was eind augustus van dat jaar beedigd als opperbevelhebber van het
leger. Later, in maart 1976, zou hij de staatsgreep plegen die een einde
maakte aan de regering van Isabel de Peron en leidde tot een terreurbewind
met zeker 10000 vermisten.

Over de ontmoeting zelf is in de jaarverslagen niets terug te vinden. Maar
volgens een onderzoek van het gerenommeerde Sociaal onderzoekscentrum voor
staat en bestuur (Cisea) heeft die zeker plaatsgehad. Onderzoekster Mirta de
Palomino bevestigt dat het hele bestuur erbij was, dus ook Jorge Zorreguieta.

De Palomino ziet het initiatief als een politieke omslag binnen de Sociedad
Rural. 'De leiders zochten nieuwe gesprekspartners om met hun klachten naar
toe te gaan'. De guerrilla hield het land in zijn greep. De straat werd
geregeerd door de vakbonden, de autoriteiten hadden geen enkele vat meer op de
situatie. De laatste hoop waren de strijdkrachten.

Volgens Maria de Seoane, een van de auteurs van de biografie over Videla die
vorige week in Argentinie verscheen, werd er veel meer besproken dan de
economische situatie. 'Vanaf oktober, november 1975 worden de contacten
tussen ondernemers en militairen flink aangehaald.'

Ondernemersorganisaties vroegen de strijdkrachten ronduit in te grijpen. De
Sociedad Rural was er een van. 'Samen werkten ze ernaar toe. Veel van de
mensen die toen bij Videla aan tafel zaten, kregen later een plaats binnen de
militaire regering. Ook Zorreguieta', aldus Seoane.

Of met Videla over een staatsgreep is gesproken, is niet bekend. Maar dat het
leger en het bestuur van de Sociedad Rural dezelfde taal spraken, werd kort na
de ontmoeting duidelijk. In een openbare verklaring op 12 december betuigt de
organisatie onomwonden zijn steun aan ingrijpen: 'We moeten accepteren dat er
een beslissende oorlog geleverd wordt waar we niet buiten kunnen blijven.
(...) Sommige achterbaks, zoals de infiltratie (...) van het bestuur, andere
zichtbaar en bevloeid met het bloed van onze heldhaftige strijdkrachten.'

Trouw en het televisieprogramma Netwerk hebben uitgebreid onderzoek gedaan
naar de rol van Zorreguieta. Daaruit bleek ook dat hij zonder enige twijfel
heeft geweten van de mensenrechtenschendingen van de junta.


------------------------------------------------------------------------------
Bron:   Trouw [De Verdieping]
Datum:  5 maart 2001
Auteur: Edwin Koopman
URL:    http://www.trouw.nl


Aan de wieg van Videla
----------------------

Jorge Zorreguieta was niet de afstandelijke technicus, de vakminister die na
de militaire machtsovername van 1976 in de Argentijnse regering werd
opgenomen. De vader van Maxima was actief betrokken bij de voorbereiding van
die staatsgreep, en het fenomeen verdwijning deed zich nadien in zijn directe
omgeving voor, zo blijkt uit een onderzoek van Trouw en Netwerk. Deel 1: de
aanloop.

De staatsgreep in Argentinie van 24 maart 1976 was geen zuiver militaire
onderneming. Het Argentijnse zakenleven was nauw betrokken bij de
voorbereiding. In het diepste geheim werd een komplot gesmeed tussen
ondernemers en militairen om een einde te maken aan de chaos. In deze hete
soep die het zakenleven en de militairen bereidden, roerde Jorge Zorreguieta
niet alleen gezellig mee, hij had er ook regelmatig het hoogste woord.

De ondernemers hadden in die tijd reden tot zorgen. Argentinie werd
lamgelegd
door geweld en stakingen. De guerrilla van de Montoneros had het bij uitstek
emunt op het zakenleven, dat aan de lopende band het slachtoffer werd van
ontvoeringen en bomaanslagen. Isabel Martinez de Peron, die na de dood van
Juan Peron in 1974 de leiding had overgenomen, zette de militairen in om korte
metten te maken met het geweld, maar het lukte haar niet om rust in de tent te
krijgen. De economie lag in puin en het bedrijfsleven ergerde zich bovendien
mateloos aan de macht van de vakbonden, de natuurlijke bondgenoot van de
regerende peronisten.

Aanvankelijk had het bedrijfsleven zich na de dood van Peron nog netjes aan de
regels gehouden maar in de loop van 1975 werd de sfeer grimmiger. Vooral de
landbouwsector stuurde aan op een confrontatie. Een van de belangrijkste
agitators was de Sociedad Rural Argentina, een uiterst conservatieve
vereniging van Argentijnse grootgrondbezitters. Eind september 1975, precies
een half jaar voor de staatsgreep werd Jorge Zorreguieta gekozen tot
secretaris van die Sociedad. Het nieuwe bestuur begon een agressieve campagne
gericht op het destabiliseren van de regering.

Antonio Cafiero, destijds minister van economie, kan daarvan meepraten: 'De
Sociedad Rural vertegenwoordigde de meest reactionaire krachten binnen het
economische en financiele leven. Terwijl vanuit de zakenwereld werd
gespeculeerd op een militaire opstand, lieten zij uit protest de koeien los in
het centrum van Buenos Airesd', zegt Cafiero. 'Machtige groeperingen als de
vereniging van bankiers en de Sociedad Rural opereerden gezamenlijk tegen de
regering en creeerden de psychologische voorwaarde voor de coup. Een
staatsgreep zou orde brengen, discipline, het einde van de macht van de
vakbonden.'

Na enkele maanden al werd duidelijk dat het nieuwe bestuur op oorlogspad was.
In oktober liet de Sociedad Rural weten dat het bestuur 'in permanente staat
van paraatheid' was wegens de ernstige situatie in het land. In november
benaderde de Sociedad de nieuwe legergeneraal Jorge Videla om te praten over
de crisis. Op 12 december hield de voorzitter een openbare toespraak waarin de
militairen bijna onomwonden werden opgeroepen in te grijpen. 'We moeten
accepteren dat er een beslissende oorlog geleverd wordt waar we niet buiten
kunnen blijven. Een oorlog bevloeid met het bloed van onze heldhaftige
strijdkrachten.'

Mirta de Palomino deed in de jaren tachtig voor het gerenommeerde Sociaal
Onderzoekscentrum voor Staat en Bestuur (CISEA) wetenschappelijk onderzoek
naar de relatie tussen de Sociedad Rural en het militaire regime. Zij
concludeert dat de vereniging zich na het aantreden van Zorreguieta niet meer
uitsluitend bezighield met zaadveredeling en het vaccineren van koeien. 'Ze
hadden het over de meest uiteenlopende politieke en sociale onderwerpen,
overeenkomstig het offensief van de verschillende sectoren tegen de
peronistische regering.' De Sociedad Rural stond inderdaad niet alleen in
zijn stemmingmakerij. Kamers van Koophandel, organisaties van ondernemers,
bonden van exporteurs, iedereen was bezig met protesten en agitatie. In de
loop van 1975 begonnen ze hun activiteiten op elkaar af te stemmen. Voortaan
zou er sprake zijn van een gezamenlijke strategie in de agitatiecampagne tegen
de regering, volgens eigen verklaring 'om orde en veiligheid te herstellen
alsmede de gelding van de grondwettelijke garanties'.

Op 13 december, ruim drie maanden voor de coup, trok een tiental leiders van
ondernemersorganisaties in een gecoordineerde actie de provincie in om ook
steden als Cordoba, Bahia Blanca en Rosario, te betrekken bij de campagne. Ook
Zorreguieta was van de partij. In Rosario riep hij de bijeengekomen boeren op
om zich niet langer te beperken tot hun particulier belang. 'Het moment is
gekomen om het nationaal belang voorop te stellen. De huidige situatie vereist
eenheid onder de ondernemers. We moeten de opmars van de staat jegens de
private activiteiten afremmen, zodat we onze kinderen en kleinkinderen de
samenleving kunnen geven waarvan we altijd hebben gedroomd.'

Het werd tijd voor hardere acties. Op 8 januari trof Zorreguieta namens de
Sociedad Rural andere kopstukken uit het bedrijfsleven. Die dag nog werd een
grote protestbijeenkomst aangekondigd om de regering te laten weten dat het de
ondernemers ernst was. De bijeenkomst, op 28 januari, liep uit op een massale
protestmanifestatie met een sterk anti-communistisch karakter. 'Onze grootste
vijand is de anarchie die de eerste stap is naar het communisme', riep iemand
in de zaal. Meer dan zevenhonderd vertegenwoordigers van de Argentijnse
landbouw en het bedrijfsleven gaven acte de presence.

Een van de belangrijkste sprekers was Jorge Zorreguieta. Zijn toespraak ging
over het communisme. 'We zijn terechtgekomen bij een puur Engelsiaanse of
Marxistische opvatting van wat arbeid moet zijn in Argentinie. En dat is
uiteraard niet waar we democratisch voor gekozen hebben', zei hij volgens het
Argentijnse zakenweekblad Mercado van 5 februari. De spreker refereerde
vervolgens aan de onteigening van een wolfabriek eerder die maand: 'Het doet
me denken aan een beroemde publicatie van Lenin: Alle macht aan de sovjets
(arbiedersraden). Hier hebben ze de macht aan de sovjets van de fabriek
gegeven, en dat is een reden tot zorg voor de ondernemers.'

Na afloop van de bijeenkomst werd gedreigd met een landelijke
werkgeversstaking en stopzetting van het betalen van belastingen als de
regering niet tegemoet zou komen aan de eisen: verlaging van lonen en
belastingen en het herstellen van de openbare orde.

Op 16 februari werd Argentinie 24 uur platgelegd. Fabrieken, bioscopen,
banken, winkels, alles ging dicht. 'Opstand der ondernemers', kopten de media.
De regering en de vakbonden laakten het gedrag van de organisatoren, volgens
wie negentig procent van de achterban aan de staking deelnam.

De acties van de ondernemers hadden hun uitwerking, maar niet op de regering.
Op 17 februari, daags na de werkgeversstaking kwamen Videla en de bevelhebbers
van marine en luchtmacht bijeen en verklaarden na afloop aan de pers: 'De
strijdkrachten zijn zich ervan bewust dat er een situatie van openbare
consensus is ontstaan omtrent de mogelijke interruptie van het
(institutionele) proces'. Ze hadden de boodschap van de ondernemers begrepen.
Inmiddels was Argentinie veranderd in de totale chaos. Dagelijks werden
hoge
militairen vermoord, arbeidsonlusten waren aan de orde van de dag en de
regering kondigde, totaal reddeloos, de ene noodmaatregel na de andere aan.

Parallel aan de protesten in de landbouw werd in de salons van dure priveclubs
en thuis bij invloedrijke ondernemers met militairen gespeculeerd over wat er
na een eventuele staatsgreep met de economie moest gebeuren. 'Er werd een
complot gesmeed door intellectuelen, gelieerd aan het bedrijfsleven, er werden
economen uitgenodigd, directeuren en ook militairen', zegt
onderzoeksjournalist Rogelio Garcia Lupo. Zo ontstond een geheime alliantie
tussen het zakenleven en de strijdkrachten. Volgens een voormalig woordvoerder
van Jose Alfredo Martinez de Hoz dateren de eerste contacten tussen militairen
en zakenlieden al van september 1975.

Martinez de Hoz was een van de centrale figuren binnen deze selecte groep. Hij
was telg uit een rijke ondernemersfamilie en voorzitter van diverse elitaire
zakenclubs. Volgens Jorge Schvarzer, voormalig directeur van CISEA en auteur
van standaardwerken over Martinez de Hoz en zijn beleid, zijn er duidelijke
aanwijzingen dat hij de staatsgreep in het diepste geheim aan het voorbereiden
was. Zo nam hij twee maanden voor de staatsgreep verlof bij het bedrijf
waarvan hij directeur was. 'Hij zei niet waarvoor', zegt Schvarzer, 'Maar
het is wel duidelijk dat hij zich wilde gaan wijden aan het vormen van een
team dat op 24 maart (na de staatsgreep, red.) aan de macht zou komen'.

Schvarzer is ervan overtuigd dat Jorge Zorreguieta direct betrokken was bij
deze samenzwering die uiteindelijk zou leiden tot de coup. 'Het ging om
twintig tot dertig mensen, stuk voor stuk goede bekenden of familie van
elkaar. Vaak kenden ze elkaar al vanaf de schoolbanken, en allemaal behoorden
ze tot het traditionele establishment, belangrijke aristocratische families
met wie Martinez de Hoz al jaren bevriend was en met wie hij nog steeds
contact onderhoudt. Jorge Zorreguieta was een van hen.'

Ook Maria Seoane, auteur van de zojuist verschenen biografie van Videla, heeft
daarover geen twijfels. In haar boek gaat ze uitgebreid in op de conspiratie
van het zakenleven. 'Zorreguieta deed als lid van de ondernemersclubs mee aan
de samenzwering. Net als de rest van de ondernemers verzocht hij in het
openbaar en prive de militairen om een einde te maken aan de constitutionele
regering.'

Zorreguieta was een voor de hand liggende bondgenoot. Martinez de Hoz kenden
hem uit de lobbyclubs voor de landbouw waarin ze beiden actief waren. 'De
Zorreguieta's en Martinez de Hoz waren twee families die elkaar goed kenden
uit de Sociedad Rural', bevestigt de oud-woordvoerder van Martinez de Hoz.
Diens familie had vanouds een stevige vinger in de pap bij de Sociedad Rural.
De organisatie was eind negentiende eeuw opgericht in het huis van Jose's
grootvader en zelf had hij er meerdere bestuursfuncties vervuld. Daarnaast was
Martinez de Hoz voorzitter van de Argentijnse suikerlobby, een functie die
thans wordt vervuld door Zorreguieta.

Halverwege maart 1976 nodigde Videla Jose Martinez de Hoz uit voor een
onderonsje met de militaire leiding. Of hij voor het weekeinde, nog net op
tijd voor de machtsovername, zijn economische plan kon afmaken. Bovendien
moest hij alvast nadenken over de uitvoering, waarvan hijzelf de leiding zou
krijgen. Zijn goede contacten met de grote banken in New York zouden zeker
nieuwe leningen opleveren. Zijn aanzien binnen de Argentijnse zakenelite en
zijn extreem liberale overtuiging maakten Martnez de Hoz de ideale
vertrouwenspersoon voor de militairen. Die hadden deskundigheid nodig om de
chaotische economie aan te pakken, een economische basis waarop de dictatuur
zou kunnen floreren.

In die dagen moet er druk heen en weer gebeld zijn tussen Martinez de Hoz en
zijn beste vrienden, want al meteen de dag na zijn beediging als minister van
economie presenteerde hij zijn staatssecretarissen. Weer een dag later las hij
in een zaal vol militairen zijn tot in de puntjes uitgewerkte economische
programma voor. 'Kant en klaar bewijs is er nooit geleverd dat Martinez de
Hoz zijn kabinet al voor de staatsgreep klaar had, maar er zijn wel sterke
vermoedens', zegt Felix Luna, Argentinie's meest gerenommeerde historicus.
'Zoveel posten vul je niet van de ene dag op de andere. Het is duidelijk dat
het was besproken.'

Betrokkenen zelf laten zich maar mondjesmaat uit over het complot. De meesten
hebben nog steeds contact met elkaar. Juan Alemann, Zorreguieta's toenmalige
collega van financien, en nog altijd goed met hem bevriend, beweert bij
herhaling dat hij pas na de coup gebeld is door Martinez de Hoz. 'Martinez de
Hoz wist pas in maart dat hij minister zou worden. Het was niet gemakkelijk in
een week een heel economisch team samen te stellen.' Horacio Garcia Belsunce,
destijds adviseur van het ministerie en ook een goede bekende van Zorreguieta,
spreekt over 'hooguit een week voor de staatsgreep'.

In de vroege ochtend van 24 maart was het zover: de militairen grepen de
macht. Maar de samenzwering maakt het moeilijk te bepalen wie hem eigenlijk
pleegde: zij of het zakenleven. 'Ze gebruikten elkaar', zegt Jorge
Schvarzer. 'Het was een samenloop van belangen. Het economische establishment
wilde een economische politiek die binnen een democratie met een congres en
vrije vakbonden nooit haalbaar zou zijn. De militaire leiders waren op hun
beurt bereid de macht te grijpen om voor eens en altijd af te rekenen met de
guerrilla.'

Daags na de coup begonnen de grootscheepse razzia's bij de vakbonden. Tijdens
wat militairen en economen samen hadden gedoopt als het 'Proces van Nationale
Reorganisatie' verdwenen tussen de 10000 en 30000 mensen.

Dat de militairen de ideologen waren en hun burgherpolitici niet meer dan
technocraten, blijkt een misvatting. Volgens Garcia Lupo was het juist
omgekeerd. 'De militairen hadden een technische taak, namelijk het weghalen
van de president. De economie, daar hadden ze geen idee van. De economen
zorgden voor de ideologische basis, het economische plan.' Dat Zorreguieta
daarbij zat vindt hij logisch. 'Zorreguieta was een soldaat van Martinez de
Hoz.'

--------
(c) 2001 PCM

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list