Water

Ramon Barends r_barends at HOTMAIL.COM
Sun Sep 10 15:31:04 CEST 2000


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Water: vriend en vijand
Jan Hendrik Klein Molekamp

In de afgelopen jaren is het onderwerp ‘water’ steeds hoger op de politieke
agenda komen te staan. De oorzaak hiervoor is tweeledig. Aan de ene kant
wateroverschot in de vorm van overstromingen aan de andere kant een
watertekort in grote delen van de wereld. In dit artikel zal een kort
overzicht worden gegeven van de belangrijkste onderwerpen die op dit moment
met betrekking tot water spelen.

Toen enkele maanden geleden sporen van water op Mars werden gevonden, was
dit wereldnieuws. Immers, water maakt dat leven op Mars tot de mogelijkheden
behoort. Zonder water geen leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de
oor-sprong van de moderne mens zich in waterrijke gebieden concentreerde. De
Eufraat en Tigris maakten de oude culturen in Mesopotamië mogelijk; de Nijl
was de bron van leven voor de Egyp-tische beschaving. Ook in de heden-daagse
maatschappij concentreren de grootste menselijke gemeenschappen zich in de
Deltagebieden. Daarentegen heeft het verminderen van de beschik-baarheid van
water geleid tot de verdwij-ning van beschavingen zoals die van de Maya’s.
Water is een onmisbare vriend voor de mens.
Tegenover dit vriendbeeld staan andere beelden. Overstromingen in de 20e
eeuw hebben in de delta’s van China en Bangladesh honderdduizenden
slacht-offers geëist. De watersnoodramp van 1953 -waarbij ruim 1800 mensen
om-kwamen- heeft jarenlang het waterbeleid in Nederland bepaald. Water werd
voor-namelijk gezien als een vijand die je vooral zover mogelijk buiten de
deur moest houden. Hoge dijken en grote gemalen moesten ons beschermen tegen
wateroverlast. Dit beleid was zo succesvol dat niet de wateroverlast, maar
de verdroging, voortvloeiend uit een te lage grondwaterstand, in de jaren
tachtig op de politieke agenda verscheen. Waterover-last was iets van het
verleden en de dreiging van water leek overwonnen.
Hoe onjuist bleek dit beeld in 1993 en 1995 toen delen van Limburg en
Gelderland onder water stonden. In 1995 moesten zelfs grote delen van ons
rivierengebied worden ontruimd en scheelde het slechts centimeters of grote
delen van Gelderland werden met acute dijkdoorbraken geconfronteerd. In 1998
bracht hevige regenval grote schade toe aan de Nederlandse landbouw. Deze
drie bedreigingen kostten de Nederlandse overheid aan schadeloosstelling 2 à
3 miljard gulden. Het was duidelijk: zelfgenoegzaamheid over de Neder-landse
waterhuishouding was misplaatst. Nederland zal opnieuw naar zijn
water-systeem moeten kijken en vandaar uit bepalen hoe ze met water om moet
gaan. Een nieuw waterbeleid is noodzakelijk en zal hoog op de politieke
agenda moeten komen. Staatssecretaris De Vries (Ver-keer en Waterstaat)
heeft in de Vierde Nota Waterhuishouding hier belangrijke bouwstenen voor
aangedragen.
Wil Nederland in de toekomst beveiligd zijn tegen overstromingen -rekening
houdende met toenemende regenval en een verwachte stijging van de
zeespiegel- dan zal het beleid langs drie lijnen moeten worden ontwikkeld:
- Dijkversterking en een vergroting van gemaalcapaciteit;
- Meer ruimte voor de rivier;
- Een verbetering van de wateropvang in het gebied.
Richtte de politieke aandacht zich de afgelopen decennia op dijkversterking
en vergroting van gemaalcapaciteit, nu lijkt iedereen alles te verwachten
van verbreding van rivieren en opvang op het land. Het zal echter om een
beleid moeten gaan waar beide aspecten in moeten worden verwerkt. Met het
Deltaplan Grote Rivieren is een aantal belangrijke kwetsbare plekken
verbeterd en zijn enkele belangrijke gemalen aangelegd. Dit is goed maar nog
niet voldoende. Zo zal de gemaal- en afwateringscapaciteit in bijvoorbeeld
Friesland en van de Afsluitdijk nog aanzienlijk moeten worden uitgebreid.
Het Rijk zal hiervoor de nodige financiële middelen voor beschikbaar moeten
stellen. Gelijktijdig zal de opvangcapaciteit van het bestaande watersysteem
moeten worden vergroot. Dit kan door rivieren te verbreden en te verdiepen.
Dit zal veel ruimte en geld kosten. Vandaar dat combinaties met
natuurontwikkeling en grondstofwinning noodzakelijk zijn om dit financieel
en ruimtelijk mogelijk te maken. Gelijktijdig zal ook de wateropvang in het
gebied moeten worden vergroot. Dit zal een betere wateropvang op het
platteland vereisen met meer sloten en plassen. Hier ligt een belangrijke
rol voor de water-schappen. Ook in de steden, en vooral in de nieuwe
woonwijken, zal meer water-opvang nodig zijn.
Op het ogenblik is de commissie Waterbeheer in de 21e eeuw, onder leiding
van Frans Tielrooij (oud-gede-puteerde van de provincie Noord-Holland),
bezig met een uitwerking van plannen voor het Nederlandse water-beheer. De
conclusies van deze com-missie zullen begin september worden gepresenteerd.
Ze zullen de uitgangs-punten voor waterbeheer in de 21e eeuw bevatten. De
gevaren van het water zullen beter moeten worden beheerst. Water zal een
belangrijkere rol in de ruimtelijke ordening moeten spelen. Een boeiende
uitdaging voor de binnenkort te verschijnen 5e Nota Ruimtelijke Ordening.
Naast de verbetering van de Neder-landse waterhuishouding zal veel meer
aandacht besteed moeten worden aan de watersituatie in de wereld en dan
vooral in de Derde Wereld. Het Wereldwaterforum dat in maart in Den Haag is
gehouden heeft duidelijk gemaakt dat goed en veilig drinkwater voor grote
delen van de wereld een luxe is. Er zal heel veel geld en kennis
geïnvesteerd moeten worden om een groter deel van de wereldbevolking van
goed en veilig drinkwater te voorzien. Hier zou een belangrijke pijler van
het Nederlands waterbeleid moeten komen te liggen. Dit betekent twee dingen:
- Water zal een belangrijke pijler in het Nederlands ontwikkelingsbeleid
moet-en worden. Binnen de bestaande ontwikkelingsgelden zal hiervoor meer
geld beschikbaar moeten worden gesteld.
- De kennis die in Nederland over water beschikbaar is zal meer ten dienste
van andere landen worden gebracht.
Aangezien de voldoende beschik-baarheid van water niet alleen voor veel
mensen een vraag van leven of dood is, maar in sommige delen een potentiële
bron van oorlog en vrede is, zou het Nederlands beleid hier meer op
afge-stemd moeten zijn. De waterschaarste is in het Midden-Oosten een
potentiële bron van spanning (b.v. tussen Libanon, Syrië en Israël). De
waterbronnen in Turkije kunnen spanningen met Irak opleveren en zo zijn er
vele voorbeelden te geven. Door Nederlandse expertise in te zetten voor een
beter waterbeheer kan Nederland een belangrijke bijdrage aan een betere
waterhuishouding in die gebieden geven en daarmee indirect aan vrede en
veiligheid in die gebieden. Hoe de beste exportpositie te creëren zou een
belang-rijk onderdeel van de politieke discussie in ‘Den Haag’ moeten zijn.
Helaas is hier bij andere partijen nog weinig aandacht voor te vinden.
In dit verband is ook de binnenkort uit te brengen Drinkwaterwet van belang.
De politieke discussie lijkt zich te concentreren op de vraag of
drinkwater-leidingbedrijven in handen van de over-heid moeten blijven, dit
naar aanleiding van een PvdA-motie die privatisering verbiedt. Dit laatste
is jammer want daarmee  wordt onvoldoende aandacht besteed aan de vraag hoe
Nederlandse bedrijven kunnen gaan opereren op de internationale markt en
welke rol zij kunnen spelen bij het oplossen van de waterschaarste in de
Derde Wereld. Het zullen vooral Franse bedrijven zijn die als wereldspeler
opereren. De kleinschalige Nederlandse bedrijven spelen hierbij geen of
slechts een marginale rol.
De argumentatie van de Partij van de Arbeid en anderen om
waterleiding-bedrijven in overheidshanden te houden omdat het hier een
eerste levensbehoefte betreft klopt niet. Immers, ook de bakker en de slager
voorzien in een eerste levensbehoefte en toch zal niemand voorstellen om
bakkerijen en slagerijen verplicht in overheidshanden te brengen. Wel is van
groot belang dat de volks-gezondheidaspecten van het water gega-randeerd
zijn. De recente uitbarsting van de legionellabacterie maakte dat nog eens
duidelijk. Het is dan ook verwon-derlijk dat dezelfde partijen voorstander
zijn van zogenaamd ‘grijs’ water. Door regenwater voor huishoudelijke
activi-teiten te gebruiken kan drinkwater worden bespaard, maar zullen de
gezondheids-risico’s van het water toenemen. De VVD is hiervan geen
voorstander en vindt dat de regering met heldere normen moet komen om elk
gezin van goed en gezond drinkwater te voorzien. Hiervoor is een helder
publiekrechtelijk kader nodig en is eigendom van waterbedrijven door de
overheid geen geëigend middel.
Zoals uit het voorgaande blijkt zitten aan water vele politieke facetten.
Water is en blijft een noodzakelijke voorwaarde voor het leven, maar kan
soms een gevaarlijke vijand zijn. De VVD wil de beschikbaarheid van water in
de verschillende Derde Wereldlanden hoog op de politieke agenda zetten. Het
is van belang dat de woorden gesproken op het Wereldwaterforum worden
omgezet in daden.

Voor Nederland heeft de verbetering van de waterhuishouding hoge prioriteit.
Want al is het water een onmisbare vriend, de gevaarlijke kracht van het
water mogen wij niet vergeten. Een betere ruimtelijke waterhuishouding is
een uitdaging voor de komende decennia waar de VVD gaarne haar steentje aan
wil bijdragen.

Jan Hendrik Klein Molekamp is woordvoerder water van de VVD-Tweede
Kamerfractie.


Uit: DigiLEF, JOVD - 10 september 2000
_________________________________________________________________________
Get Your Private, Free E-mail from MSN Hotmail at http://www.hotmail.com.

Share information about yourself, create your own public profile at
http://profiles.msn.com.

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list