Artikel JD/D66 in Parool over Mensenrechten

Boris van der Ham borisvdham at HOTMAIL.COM
Tue Mar 21 16:49:45 CET 2000


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Hallo D66-ers,

Het westerse beleid van toenadering tot China heeft nog geen enkel tastbaar
resultaat opgeleverd op het terrein van de mensenrechten, aldus Peter Ras
van de werkgroep mensenrechten van D66 en Ingrid Aaldijk van de Jonge
Democraten (JD). In het Parool publiceerden zij gisteren een artikel waarin
zij een krachtiger houding tegenover China bepleiten.

KRACHTIGER HOUDING TEGENOVER CHINA GEBODEN

Vandaag herdenken Tibetanen over de hele wereld voor de 41e keer de mislukte
opstand van het Tibetaanse volk tegen de Chinese gewelddadige annexatie in
1949. Tien jaar na de Chinese inval kwamen de Tibetanen massaal in opstand,
vluchtte de Dalai Lama (de spiritueel en politiek leider van het Tibetaanse
volk) naar India en werden in de weken er na ongeveer 87.000 Tibetanen
afgeslacht door het Chinese 'Volksbevrijdingesleger'. In tientallen
(hoofd-)steden in de hele wereld, waaronder vanmiddag vanaf 16.00 uur in Den
Haag, zullen demonstraties en wakkelwakes voor Chinese ambassades
plaatsvinden. Ook nu weer zal de Dalai Lama zijn volk moed inspreken en 'de
wereld' bedanken voor haar 'constante' support voor de Tibetaanse zaak. Tot
op heden heeft de -voornamelijk westerse- 'support' echter geen zoden aan de
dijk gezet. Het beleid van toenadering tot China door middel van het
stimuleren van economische samenwerking en een structurele
mensenrechtendialoog heeft nog geen enkel concreet effect gehad. Ook de
zogenaamde 'stille diplomatie' heeft tot op heden gefaald. Het wordt tijd
dat het westen voor een krachtiger lijn ten opzichte van China kiest.

In het afgelopen anderhalf jaar is de mensenrechtensituatie in China en
Tibet aanmerkelijk verslechterd, alle westerse toenadering ten spijt. In de
afgelopen maanden werd duidelijk dat de mensenrechtensituatie in China er
zelfs nog nooit zo belabberd voor heeft gestaan sinds de bloedig
neergeslagen democratische opstand in '89. In het zojuist verschenen
jaarlijkse mensenrechtenrapport van het Amerikaanse State Department werd
scherpe kritiek geuit op bijvoorbeeld de grote aantallen willekeurige
arrestaties en folteringen. Toen de Hoge VN-Commissaris van de
Mensenrechten, Mary Robinson, vorige week China bezocht werden
tegelijkertijd een lid van de verboden 'Chinese Partij voor Democratie' en
de ouders van de recent naar India gevluchte Karmapa (na de Dalai Lama en de
Panchen Lama de hoogste Tibetaans-boeddhistische leider) gearresteerd.
Tenslotte spreekt Amnesty International in haar bijdrage aan de discussie op
de aanstaande vergadering van de VN-Mensenrechtencommissie te Geneve over
een 'serieuze achteruitgang van de mensenrechten in China in het afgelopen
jaar', grootschalige mensenrechtenschendingen en 'de grote kloof tussen de
beloftes van de Chinese regering enerzijds en haar binnenlandse beleid
anderzijds.'

Met name de religieuze terreur in zowel China als Tibet is toegenomen in het
afgelopen jaar. In Tibet worden monniken en nonnen in toenemende mate
slachtoffer van wijdverbreide terreur. De Tibetaanse taal en cultuur komen
daarnaast steeds meer in de verdrukking, onder andere door slecht -en in
praktijk racistisch- onderwijs en het Chinese overheidsbeleid van
stimulering van massale Chinese migratie naar Tibet. Hierdoor zijn de
Tibetanen reeds minderheid in eigen land geworden.

Het westen, de EU voorop, dient te erkennen dat het huidige 'softe' beleid
ten opzichte van China -helaas- in geen enkel opzicht een tastbaar resultaat
heeft opgeleverd. Executies, martelingen en religieuze repressie nemen hand
over hand toe en met betrekking tot Tibet weigeren de Chinese machthebbers
nog steeds om met de Dalai Lama om de tafel te gaan zitten en op zoek te
gaan naar een gezamenlijke en structurele oplossing van dit conflict. Met
name Tibetaanse jongeren hebben in de afgelopen tijd op verschillende
manieren duidelijk gemaakt dat de huidige, vreedzame, benadering en
werkwijze van de Dalai Lama zijn grenzen kent en dat er mogelijk gekozen
moet worden voor 'andere' strijdmethodes, waaronder het gebruik van geweld.
Het zou een onvergeeflijke vergissing zijn indien het westen het zo
ver zou laten komen.Een creatiever en krachtiger westerse opstelling is
daarom niet alleen gewenst, maar zelfs noodzakelijk om radicalisering te
voorkomen, alleen al in het kader van het zo vaak bejubelde streven naar
'conflictpreventie'.  Er zijn een paar zaken waaraan onmiddellijk een
aanvang moet worden gemaakt.

De EU dient China in de eerste plaats een ultimatum te stellen binnen het
kader van de 'structurele EU-China-mensenrechtendialoog': indien China niet
binnen een bepaald tijdsframe met concrete verbeteringen op
mensenrechtenvlak komt, waaronder ratificatie van de
VN-mensenrechtenverdragen die het reeds getekend heeft, breekt de EU de
dialoog voor onbepaalde tijd af. Deze stap zou weliswaar te betreuren zijn,
maar oeverloos onderhandelen zonder zicht op ook maar een enkel resultaat is
ongeloofwaardig en wordt bovendien van Chinese zijde misbruikt.

Daarnaast moeten Nederland en EU het Amerikaanse voorstel voor een kritisch
mensenrechtenstandpunt over China steunen binnen de
VN-Mensenrechtencommissie te Genève. Vrijwel ieder jaar gaat dit circus weer
van start, en tot op heden is het China ieder jaar weer gelukt om net genoeg
landen bijeen te kopen (en onder druk te zetten) zodat er niet eens over een
China-resolutie gestemd wordt. Dit ontneemt de voorstanders van een
dergelijke resolutie zelfs de mogelijkheid om een openbare discussie over
het onderwerp aan te gaan binnen VN-verband. Bovendien moet minister Van
Aartsen al zijn diplomatieke mogelijkheden en creativiteit inzetten om
andere landen uit de Mensenrechtencommissie te stimuleren om een eerlijke en
ongebonden afweging te maken.

Een laatste noodzakelijke koerswijziging is het op alle vlakken stimuleren
van gesprekken over bovenstaande mensenrechten in China. Hier zouden ook
andere ministeries waaronder Economische Zaken, een rol kunnen spelen.
Intensivering van contacten, ook buiten de geijkte kanalen om, zijn nodig om
het democratiseringsproces in China te stimuleren. Heel concreet is het
zoeken van derden die een bemiddelende rol op zich kunnen nemen om de
contacten tussen Chinese overheid en Tibetaanse
Regering in ballingschap, die op het moment niet bestaan. Zowel Chinese
zakenlieden als onafhankelijke, bij voorkeur niet-westerse
(oud-)staatsleiders en Nobelprijswinnaars kunnen hier een rol van betekenis
gaan spelen. Landen als Noorwegen of Costa Rica, maar ook anderen, kunnen om
verschillende redenen misschien een bijdrage leveren aan het op gang zetten
van onderhandelingen, wellicht achter de schermen en vooralsnog op laag
diplomatiek niveau. De Dalai Lama zelf heeft bijvoorbeeld oud-president
Mandela en bisschop Tutu gevraagd of zij hier mogelijkheid toe zien. Hierop
dient men in te springen door er financiën en menskracht voor beschikbaar te
stellen.

Zolang er maar voldoende politieke wil is -en niet uitsluitend angst zou
bestaan om de handelsbetrekkingen op het spel te zetten- bestaan er wel
degelijk mogelijkheden voor Van Aartsen om een concretere bijdrage te
leveren aan verbetering van de mensenrechtensituatie in China en Tibet. Maar
als èèn ding de afgelopen maanden duidelijk is geworden, is het wel het feit
dat de huidige China-politiek eenvoudigweg niet werkt.

Peter Ras en Ingrid Aaldijk

De auteurs zijn (kader-)leden van de Werkgroepen Mensenrechten van
respectievelijk D66 en Jonge Democraten.

______________________________________________________
Get Your Private, Free Email at http://www.hotmail.com

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list