Ontwikkelingssamenwerking (redelijk lang)

Chido Houbraken C.Houbraken at HILVERSUM.NL
Mon Nov 29 10:13:13 CET 1999


Marc Fluks schreef:

[knip]

> 't Is maar een suggestie hoor -wie het beter weet mag het zeggen- maar
> is het niet veel beter dat er een paar projecten worden ontwikkeld, en
 >opgezet, dat die dan door ons land worden aangeboden en dat 'ontwikke-
> lingslanden' daar dan op kunnen intekenen ? Dat dwingt hen bijv. om hun
> aanvrage gepaard te laten gaan van de garantie dat een bepaald project,
> wanneer dat na een x-aantal jaar is afgerond, wordt voortgezet. Het
 >dwingt hen ook corruptie te bestrijden. Want doet men zoiets niet dan
> gaat het project domweg naar een concurerende aanvrager die z'n zaakjes
> wat dat betreft beter voor elkaar heeft.

>Aan de hand van het intekenen op een bepaald project (wat dus HIER bepaald
> wordt en niet ELDERS), kan de Nederlandse overheid dan kijken waar het
> desbetreffende project het best kan worden uitgevoerd. Je zoekt dus het
> land bij het project in plaats van het project bij het land. Kun je je ook
> een beetje concentreren op het soort projecten waarvoor in Nederland de
> expertise aanwezig is.

In deze methode zitten grofweg 2 valkuilen:
1. Niet alle 'ontwikkelingslanden' hebben hetzelfde ontwikkelingsniveau;
2. Een projectvorm/inhoud wordt sterk bepaald door de plaatselijke
omstandigheden.

Ad. 1
Doordat het ontwikkelingsniveau zo enorm verschilt, zijn niet alle projecten
voor alle landen geschikt. De ontwikkelingslanden die het verst ontwikkeld
zijn, zijn over het algemeen geschikt voor alle projecten (uitgezonderd
misschien de zeer basale projecten), terwijl de laagst ontwikkelden dat zeker
niet zijn. Dat betekend dat de laagst ontwikkelde landen voor de voor hun
geschikte projecten veel zware concurrentie zullen ondervinden. Dit zou je
kunnen voorkomen door bv. classificeringen toe te passen, maar of je dat weer
wil is de vraag.

Ad. 2
Een kant-en-klaar project kun je niet aanbieden, tenzij je van tevoren al
weet aan wie je het zult slijten. Maar dat was nu juist niet de bedoeling,
geloof ik.
Kennis en expertise kun je wel aanbieden. Daar zit weer een ander probleem
aan vast en wel dat je je richt op waar het donorland goed in is. Dat kan al
snel uitmonden in het aanbieden van kennis en expertise zoals dat bij
Nederlandse bedrijven en instellingen aanwezig is. Het ontwikkelingsland kan
dus impliciet gedwongen worden 'Nederlandsche waar' in te kopen.

 >Wordt het veel minder hap-snap, worden bodemloze putten mogelijk vermeden
> en kunnen voor- en tegens voor de diverse aanvragers tegen elkaar worden
 >afgewogen. Bovendien worden mensen, die in een dictatuur wonen, niet
 >'automatisch' van hulp uitgesloten. 't Gaat immers om de kans van slagen
> en een sucesvol project in een vreselijke dictatuur is nog altijd beter
> dan een vreselijke flop in een democratie.

De door jou voorgestelde vorm van marktwerking levert niet automatisch het
bovenstaande resultaat op.
Als een land moet voldoen aan bepaalde voorwaarden (corruptie e.d.) voor het
verkrijgen van die projecten, zullen vreselijke dictaturen, vermoed ik,
vanzelf afvallen. Voorts denk ik dat in praktijk alleen overheden zich kunnen
inschrijven voor deze projecten, zodat de middelen niet rechtstreeks naar de
basis gaan. Het feit dat dat nu bij overheidsgestuurde ontwikkelingshulp ook
niet zo is wil niet zeggen dat je dat zo moet houden. En dat is wel een
consequentie van jou plan. Daarnaast zijn garanties e.d. snel afgegeven
(papier is geduldig), wat niet wil zeggen dat ze, als het er op aankomt,
verzilverd kunnen worden (bijvoorbeeld: 'Wij voelen ons niet verantwoordelijk
voor de afspaken die gemaakt zijn door het vorige, misdadige, regime').

Misschien is de volgende mogelijkheid wel interessant om te onderzoeken:
Je biedt als donorland een project in een bepaald land of beleidsterrein aan
en je laat GO's, NGO's en bedrijven erop inschrijven. Die hebben een
specifieke naam te verliezen. Zij leggen dan ook de verantwoording af aan het
donorland en zorgen voor de contacten met de overheden in het gebied waar het
project uitgevoerd moet worden. Kun je meteen een ISO-norm voor
ontwikkelingssamenwerking ontwikkelen ;-)

> Ik zal niet beweren dat ik iets van het onderwerp weet (integendeel) maar
> het komt altijd zo vreselijk rommelig op mij over.

Niet rommeliger dan het gemiddelde beleidsterrein, voor een leek.

>Ik zie nu eigenlijk
> nooit iets waarvan je denkt: 'Goh, da's nou iets leuks, goed dat er
> ontwikkelingshulp is.' Dat kan natuurlijk aan mij liggen, maar waarom
> niet gewoon stellen dat het belangrijker is om een bepaald project te
> laten lukken dan een tijdje garant te staan voor de financiering ervan ?

Dat is, volgens mij, ook het officiele uitgangspunt.
Waar ik me meer aan erger is dat de ontwikkelingssamenwerking nog zo
voornamelijk op de thema's infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg
gericht is, zonder te kijken naar andere terreinen en, erger, zonder de meest
moderne middelen mee te nemen. Het is nog een beetje hobbiistisch
amateurisme. Dan heb ik het niet over de uitvoering door het bedrijfsleven
(consultancies), daar weet ik niet genoeg van. Maar wel de
(semi)overheidsinstaties die hier mee te maken hebben. De vakkennis is het
probleem niet; de inschatting van wat nodig is wel. Voorbeeld:
Een vrouwelijke arts uit Tanzania wordt voor een jaar naar Nederland gehaald
om op het KIT (Konk. Instituut voor de Tropen) een postdoctorale opleiding te
volgen. Een vrij zware cursus, met ook aandacht was voor praktische zaken als
een computercursus. Een jaar lang, een uur per week, kreeg ze les. Meer dan
genoeg om enige algemene kunde op te doen en de juiste programma's te leren
beheersen. Om deze kennis op haar werkplek in Tanzania goed te kunnen
uitbuiten, mag ze van de sponsors van haar opleiding een super-de-luxe PC
kopen, met alle standaard en specifieke software erop. De cursusleiders weten
dit.
Na een jaar logeert ze, voordat ze echt vertrekt, nog een week bij ons. Wat
blijkt: het enige wat ze geleerd heeft is het gebruik van WP5.1 en een
verouderde versie van DataPerfect, beide onder DOS. Van internet had ze
helemaal niets gehoord (tijdens de lessen, althans. Ze had zelf al wel hier
en daar haar licht opgestoken). Wij hebben haar toen snel nog even een crash
course windows, internet en email gegeven, zodat ze met de basiskennis verder
kon.
Daarna eens verder gevraagd bij het KIT hoe dat nu zat. Blijkt dat de
vakinhoudelijke cursusleiders allemaal gepensioneerde tropengangers zijn, die
zelf nooit computers in PC-vorm hadden gebruikt (gegevens leverde je toch ter
bewerking aan bij het Rekencentrum van je instituut o.i.d.?) en internet nog
als een hype beschouwden waar zeker geen medisch-wetenschappelijke info te
vinden was ('tenzij je porno onder anatomie wil scharen, haha'). En
natuurlijk al helemaal niet in Afrika (ja, het concept internet ontging hun
volledig).
In gesprekken met andere ontwikkelingssamenwerkers (niet allemaal) merk ik
ook zo'n houding: eerst de basale dingen als gezondheidszorg, onderwijs en
infrastructuur en dan kijken we wel eens naar de moderniteiten van de
westerse wereld. Want daar hebben ze nu toch nog niets aan. Ze gaan volledig
voorbij aan de mogelijkheden van het internet. De arts in kwestie kan nu
broodnodige informatie verkrijgen via discussiegroepen en vakinhoudelijke
websites. Ze kan veel makkelijker dan tevoren haar vakgebied bijhouden (geen
goede vakbibliotheek in de buurt, boeken zijn duur) en heeft dus niet alleen
binnen de kortste keren verouderde kennis in huis en moet dan weer om de 5
jaar in Nederland bijgespijkerd worden. Sterker, opfriscursussen kunnen (bv.
door het KIT) via internet en email gegeven worden en zo kan ook contact
onderhouden worden met collega's.
Natuurlijk is IT in die situatie niet voor iedereen zinvol. Maar in dit soort
gevallen is het dat wel, het verhoogt zelfs de efficientie van de
ontwikkelingshulp (in dit geval de postdoc opleiding)
Zoals Henk Bosch zei:
'Goede ontwikkelingshulp helpt mensen (en landen) zichzelf te helpen. Oud
Chinees spreekwoord: "Geef een mens die honger heeft geen vis, maar leer hem
vissen". Het moderne vervolg daarop is: "Leer hem leren (= geef hem een
opleiding), dan hoeft hij niet elke dag vis te eten".'

**********
Terzijde: er is in de jaren 50 een weinig bekend theoretisch dispuut tussen
economen en historici geweest over de idee dat ontwikkelingslanden
achterliepen door het gebrek aan inversteringen en dat daar dan ook de
oplossing van het probleem zou liggen.
Economen gingen er van uit dat de westerse (en Japanse) welvaart voor een
belangrijk deel ontstaan was door de Industriele Revolutie. Door
ontwikkelingslanden dezelfde 'revolutie' te laten doormaken, zou alles goed
komen. M.a.w. investeren in industrialisering en alle andere daaruit
voortkomende ontwikkelingen (onderwijs, gezondheidszorg).
Historici stelden dat dit voor de westerse ontwikkeling klopte, maar dat dit
verhaal niet zomaar overgeplaatst kon worden op een andere cultuur, aangezien
mentaliteit en klimaat e.d. ook een rol van betekenis spelen bij de vorming
van een maatschappij.
Met andere woorden: zulke ontwikkelingen zijn vaak uniek door de samenloop
van tijd en plaats. Hier botst dan ook de theorie van de economische
wetenschappen met die van een geschiedwetenschap: economen gaan uit van
universele regels uit een vakdicipline die toepasbaar zijn d.m.v. modellen,
terwijl deze historici een ontwikkeling als niet-reproduceerbaar uniek voor
die tijd en plaats beschouwen, waarbij mono-causale verbanden (bijna) niet
bestaan (in een model vaak wel).
Daar kwam bij dat de historici waarschuwden dat, als je dan zonodig een
specifieke ontwikkeling over een andere maatschappij wil leggen, je wel moet
zorgen dat hetzelfde traject gevolgd wordt. Dus niet een agrarische
samenleving, waar de specialisatie in de landbouw nog niet eens ontwikkeld
was, in een keer de industriele revolutie in rammen. Dat is zo'n grote
mentale en sociale stap, dat het tot mislukken gedoemd is.
Deze vrij globale uitleg meld ik ter achtergrondinfo.
***********

Met vriendelijke groet,

Chido Houbraken
C.Houbraken at Hilversum.nl

Dit bericht wordt door de opsteller beschouwd als persoonlijke
correspondentie en dient als zodanig behandeld te worden.



More information about the D66 mailing list