Politicus detective?

henk vreekamp w.j.vreekampdouwes at POBOX.RUU.NL
Thu Mar 11 00:15:03 CET 1999


Lijsters,

Vanmorgen kon ik tijdens het werk meeluisteren naar de verhoren van de
parlementaire enquetecommissie Bijlmerramp (Cie Meijer). Curieus waren de
optredens van twee kamerleden, Nicky van 't Riet (D66) en Paul Rosenmoller
(GL), met name hun uitspraken over de mate van alertheid welke kamerleden
moeten betonen in gevoelige kwesties met een wassende hoeveelheid publieke
onzekerheden. Rosenmoller verwoordde de houding het bondigst: hij wilde niet
de rol van 'detectivebureau' spelen. Van 't Riet bekende dat ze voor het
vragen stellen zich steeds orienteerde op PvdA-lid Van Gijzel en nieuwe
onthullingen in de pers (Nova-tv, NRC). Zowel Ri als Ro bekenden dat ze
ontzag hebben voor de onderzoekende bezoekjes van Van Gijzel bij getuigen en
instanties.

Dat uitgerekend de Utrechtse Nicky de eer van het initiatief laat aan de
onderzoekende journalistiek moet een harde slag zijn voor de lugubere
Boris O. Dittrich die, zelf immer ijverend voor persaandacht op de eigen
persoon, pleitte voor extra controle op de media. Van 't Riet kent de pers
wel een waakhondfunctie toe. Terecht.

Toch koester ik twijfel aan het standpunt van Ri-Ro. Parlementariers en
raadsleden zijn er behalve voor initiatiefname vooral ook voor controle van
de uitvoerende macht. Bij twijfel aan bestuurlijke verantwoording dient een
volksvertegenwoordiger volgens mij wel degelijk op onderzoek uit te gaan en
deskundige getuigen te horen, binnen het verband van een fractie
(persoonlijk, zoals Van Gijzel deed) of van een vertegenwoordigend lichaam
(zoals de huidige Bijlmercie). Lange tijd werd Van Gijzel door co-politici
'de Bijlmer-boy' genoemd, zo meldde hij. Dat duidt op een abjecte
mentaliteit richting waarheidsvinding, ook bij de progressieve partijen.

Zodra het bestuur de democratie in een kwade reuk brengt, dienen gekozenen
zelf naar vermogen de waarheid te zoeken en te openbaren. Ik wil hier
absoluut geen staatsrechtelijke of bestuursrechtelijke discussie starten -
zoals bekend wantrouw ik jurrristen zeer - maar wil slechts twee
organisatorische ideetjes lozen:

1. Waarom worden de onderzoekende faciliteiten voor parlementariers niet
uitgebreid naar Amerikaanse model? Een vast onderzoekspotentieel voor het
parlement, aangevuld met faciliteiten per partij door wijziging en
versterking van de functie van wetenschappelijke partijbureaus. Deze
faciliteiten kunnen ook permanent worden aangewend voor analyse VOORAF van
de wassende stroom Europese regelgeving.

2. Op lokaal niveau bestaat er vaak een ombudsman voor burgers (en soms een
vertrouwenspersoon voor ambtenaren). Deze functies bemiddelen en
onderzoeken. Een goede zaak. Raadsleden ontberen een en ander, zijn
afhankelijk van een welwillende ambtenaar die politieke contacten mag
hebben of durft te onderhouden. Wat let ons om te pleiten voor de instelling
van een raadsinstituut dat op verzoek van individuele leden lokale zaakjes
uitzoekt? Waarom zouden raadsleden niet kunnen beschikken over iets
waarover burgers en ambtenaren wel kunnen beschikken, als iets niet lukt
volgende gebaande wegen?

Weet u nog wel: Ralph Dahrendorf over 'creeping bureaucracy'?

Henk Vreekamp, Utrecht

NSA keywords: terrorism democracy netherlands israel



More information about the D66 mailing list