innovatieve achterstand

George Schramkowski G.P.Schramkowski at PHYS.UU.NL
Thu Jul 1 09:27:57 CEST 1999


Beste mensen,

Hieronder enkele opmerkingen als bijdrage aan de discussie
die wordt gevoerd over de nota ``Wie oogsten wil moet zaaien''
van minister Hermans. Ik zal hier alleen ingaan op de passages
in de E-,ail van Udo Kock die verband houden
met de positie van jonge onderzoekers. Excuses voor de lengte
van m'n betoog!

Opmerking vooraf: een deel van de
informatie die ik hieronder gebruik is gebaseerd op de resultaten
van de enquete ``Werk -en loopbaanpositie van postdocs'' die
afgelopen december zijn gepubliceerd.


> In de nota wordt terecht de noodbel geluid over de positie van jonge
> onderzoekers. Voor een mager salaris wordt door veel jonge onderzoekers met

Daar zit (vrees ik) wel een verhaal achter. De minister
heeft hierover waarschijnlijk niet meer in de nota geschreven
dan VSNU, NWO en KNAW al in een brief aan hem hebben gemeld.
Daarbij moet je bedenken dat VSNU en NWO op een loopbaan-
discussiemiddag in februari nog stellig verkondigden dat er geen
loopbaanproblemen bestaan (wie geen vaste baan krijgt, hoort
niet in de wetenschap thuis, zo was ongeveer de stelling).
Postdocs hoefden in elk geval nergens op te rekenen. Sinds die
tijd denken zij ``toch weer een beetje na over de postdoc-
problematiek'' maar vooralsnog ben ik niet overtuigd van
hun oprechtheid. Bij KNAW is dat anders aangezien zij ook
expliciete ideeen hebben geuit die duidelijk hout snijden (buiten
bezwaar aanstellen van hooglaren en vrijkomende middelen gebruiken
om UDs aan te stellen). De passage in de nota lijkt dus een vaag
compromis tussen NWO, VSNU en KNAW. Ik zou eerst maar eens
afwachten wat er uiteindelijk aan tastbaar resultaat uit komt rollen.

Overigens viel me in het persbericht van OC&W op dat er wel klare
wijn wordt geschonken over de financiering van de tweede geldstroom.
Maar juist die bron van financiering (die door NWO wordt verzorgd)
draagt niet bij aan enig loopbaanbeleid (ik vergeet daarbij even
de incidentele dakpanconstructies waar NWO aan meehelpt).

> een tijdelijk contract 50 uur per week hard gewerkt. Met z'n drieën gezeten
> in een hok van vier bij zes meter artikelen schrijven op een deels met
> eigen onderzoeksinkomsten gefinancierde computer. Als na een paar jaar het
> proefschrift af is of het contract af loopt, is contractverlenging, tegen
> nagenoeg even magere arbeidsvoorwaarden, voor slechts een klein deel
> weggelegd. Geen wonder dat de universiteiten op dit moment grote moeite
> hebben potentiële top academici aan zich te binden.

Enkele cijfers: van alle promovendi die hun proefschrift
afronden krijgt 20% een tijdelijke onderzoeksaanstelling als
postdoc. Van de postdocs krijgt uiteindelijk slechts 5% een vaste
aanstelling aan de universiteit, de rest verlaat noodgedwongen
de wetenschap na enkele postdoc-aanstellingen.

>
> Door de geringe doorstroming zijn er nauwelijks carrièremogelijkheden voor
> jonge onderzoekers. Er zijn te veel slechte senior medewerkers die worden
> gehandhaafd omdat er geen mogelijkheid is ze terug te zetten in de
> hiërarchie. Ze worden bezig gehouden met al dan niet voor hen gecreëerde of
> opgewaardeerde bestuurstaken. Taken waar ze niet voor zijn opgeleid en ook
> nooit bewust voor hebben gekozen. De soms verstikkende bureaucratie op de
> universiteiten, waarover Hermans zicht terecht zorgen maakt in z'n nota,
> wordt mede hierdoor veroorzaakt.
>
> Idealiter wordt het wetenschappelijk personeel beloond op basis van
> prestatieloon, zoals dat de komende jaren ook wordt ingevoerd in het

Ik betwijfel of prestatieloon hier aan de orde is: uit
de enquete onder postdocs blijkt dat een meerderheid (98%!)
niet primair geinteresseerd is in betere salariering. Veel
nijpender is het gebrek aan perspectief. Daaraan kunnen de
universiteiten pas iets doen als ze eindelijk loopbaanbeleid
willen gaan voeren - eventueel geld voor flexibele beloning
is m.i. daaraan beter besteed. Dit geldt overigens niet voor
promovendi die gewoon regulier in schaal 10 thuishoren.

> middelbaar onderwijs. Het praktische bezwaar hiervan is dat het publiceren
> van een artikel soms enkele jaren duurt. Bovendien is de kwaliteit van
> docenten moeilijk te meten. Een systeem met tijdelijke contracten
> ondervangt deze bezwaren. Voor jonge gepromoveerde onderzoekers, postdoc's,
>  is dit nu al de meest voorkomende mogelijkheid het verblijf aan de
> universiteit met twee a vier jaar te verlengen. Nog beter is het

Ook hier ben ik het niet mee eens. Volgens mij hebben universiteiten
zelf niet zoveel postdoc-posities te verdelen (besteden het geld
liever aan promovendi, die leveren n.l. ook geld op) terwijl NWO
(die relatief de meeste postdoc-plekken financiert) niet verlengt en
als beleid heeft dat ze liever niet voor een tweede keer iemand als
postdoc nemen (dit i.v.m. wachtgeldlasten). Graag verneem ik dan
ook informatie die het gemakkelijk verkrijgen van een verlenging
staaft.

> Amerikaanse job market systeem, dat ook op sommige Nederlandse faculteiten
> wordt toegepast. Op de job market bieden universiteiten vaste aanstellingen
> aan voor de duur van ongeveer vijf jaar ('tenure track'). Tijdens de job
> market concurreren recent gepromoveerden met een aflopend contract om de
> beschikbare plekken. Job markets stimuleren de mobiliteit en daardoor is er
> meer directe concurrentie, hetgeen de kwaliteit van het onderzoek ten goede
> komt.
>
Ik kan je (onbegrensde?) hulde aan tijdelijke aanstellingen niet delen
aangezien er ook duidelijke nadelen aan zitten (en dan heb ik het
even niet over de loopbaanvooruitzichten). Zo staan een reeks
tijdelijke aanstellingen vaak op gespannen voet met continuiteit:
als je pech hebt, kom je in de situatie dat je je bij elke
nieuwe aanstelling weer met een ander onderwerp moet bezighouden.
Een zich over enkele jaren ontwikkelende, samenhangende onderzoekslijn
wordt zo bemoeilijkt. Dat is slecht voor je ``cv'' en werkt ook
demotiverend. Het bijbehorende ``switchen'' van onderwerp betekent
vaak ook een verlies van opgebouwde expertise. Deze bezwaren kwamen
ook in de postdocenquete naar voren.

Bovendien is het
steeds moeilijker om een nieuwe tijdelijke aanstelling te krijgen
omdat de wachtgeldlasten hoger worden naarmate je ouder wordt -
voor een universiteit of NWO vaak reden om iemand niet te willen
aanstellen. ``Alternatief'' is dan het aanstellen via een uitzend-
bureau waarmee de betrokken postdoc qua arbeidsvoorwaarden een stuk
slechter af is dan via een gewone aanstelling.

Daarnaast betekent veel tijdelijke aanstellingen ook dat je veel
onderzoeksvoorstellen moet indienen waarvan maar een klein deel
wordt gehonoreerd. Helaas is een ``safe'' manier om een voorstel
gehonoreerd te krijgen om iets in te dienen waarvan duidelijk is
dat het binnen de afgesproken termijn resultaten zal opleveren.
Hierdoor kan ``korte-termijn''-onderzoek bevoordeeld worden ten
koste van een langer lopende, meer fundamentele onderzoekslijn die
uiteindelijk vanuit wetenschappelijk oogpunt wenselijker  is.
En last but not least is het zo, dat de uitval uit het postdoc-circuit
(ongeveer 95%, vaak zeer waardevolle en gekwalificeerde onderzoekers)
met ``meer tijdelijke banen'' op zich niet wordt opgelost terwijl daar
toch de bottleneck zit bij de universitaire loopbaan.

Een loopbaan die uit louter tijdelijke banen
bestaat is in de huidige(!) situatie m.i. dus onwenselijk. Dit zou alleen
zinvol zijn als daarnaast een begin zou worden gemaakt met goed loop-
baanbeleid.
Als je overigens ideeen hebt die aan bovengenoemde bezwaren tegemoet
komen, dan ben ik daar zeker in geinteresseerd!

> Een soortgelijk systeem is ook voor hoogleraren en ander senior
> wetenschappelijk personeel aan te bevelen. Momenteel is de positie van
> slecht functionerende hoogleraren nagenoeg onaantastbaar. Tijdelijke
> contracten kunnen dit doorbreken. Aan het begin van zo'n tijdelijk contract
> moet de inhoud en omvang van onderwijs- en bestuurstaken worden omschreven.
> De resterende tijd kan worden besteed aan onderzoek. Contractverlenging is
> alleen aan de orde als de prestaties voldoende zijn. Voor sommige
> hoogleraren betekent dit dat zij hun leerstoel verliezen.
>

Zie mijn opmerkingen hierboven. Zijn er trouwens cijfers over slecht functionerend
wetenschappelijk personeel? Op grond van de vele visitaites die er zijn gepleegd,
zou je dat wel verwachten. Voor postdocs volgt uit de enquete in elk geval dat 85% van
hen zeer gemotiveerde onderzoekers zijn, hetgeen waarschijnlijk betekent dat een
aanzienlijk deel van de postdocs gewoon goed functioneert.

> De roep om meer geld voor universiteiten wordt steeds luider. Naar onze
> mening is meer geld niet nodig, maar is een beter verdeling van de
> bestaande middelen toereikend. Het onderscheid tussen HBO en WO moet worden
> verduidelijkt. Universiteiten moeten minder de nadruk leggen op praktijk en
> vaardigheden dan het HBO, zonder deze aspecten overigens te verwaarlozen.
> Het geven van hoogwaardig academisch onderwijs en het doen van onderzoek
> moet de kernactiviteit van de universiteit worden. Een noodzakelijke

Volgens mij horen die twee dingen al sinds jaar en dag DE
kernactiviteiten van de universiteiten te zijn.

> voorwaarde hiervoor is het gedeeltelijk verschuiven van de
> financieringsgrondslag van universiteiten van studentenaantallen naar
> onderzoeksprestaties. Bovendien moet het personeelsbeleid ingrijpend
> gemoderniseerd worden. Geen enkele bedrijfstak kan zich namelijk de
> combinatie van vergrijzing, lage productiviteit en beperkte
> kwaliteitscontrole veroorloven. De aanzet van Hermans om hier iets aan te
> doen is een mager begin.
>

In het kader hiervan zou 't goed zijn de universiteiten eens
goed door te lichten: hoeveel bestuurlijke en administratieve
rompslomp is er nu echt nodig om deze twee kernactiviteiten
te garanderen. Ik denk - net als jij - dat er dan heel wat
in de bureaucratie gesneden kan worden. Het vrijgekomen geld
zou dat aan goed wetenschappelijk onderwijs en fatsoenlijk
personeelsbeleid voor onderzoekers besteed kunnen worden.
Dat zou hier (Univ. Utrecht) waarschijnlijk betekenen
dat Fl. 90 mln. voor het University College aan iets anders
(beters) besteed kunnen worden.


Overigens is een aardige analyse van de budgettering van en
binnen de universiteiten te vinden in het boekje ``Van het
universitaire front geen nieuws'' van prof. C. Lorenz (AMBO
uitgeverij). Daaruit blijkt trouwens dat de overheid (lees: de
voorgangers van Hermans) de huidige mentaliteit van universiteiten
zelf in de sector heeft geintroduceerd.


           Met vriendelijke groeten,

                    George Schramkowski



P.S.: bovenstaande opmerkingen heb ik ook gedaan in mijn
hoedanigheid als voorzitter van het Landelijk Postdoc Platform.
Wie informatie wil over postdocs, het platform of universitair
loopbaanbeleid kan terecht op de homepage van het platform:
http://132.229.181.29/platform.html .



More information about the D66 mailing list