<!DOCTYPE html>
<html>
<head>
<meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=UTF-8">
</head>
<body text="#000000" bgcolor="#f9f9fa">
<p> </p>
<div id="toolbar" class="toolbar-container"> </div>
<div class="container"
style="--line-height: 1.6em; --letter-spacing: -0.03em; --word-spacing: -0.05em; --text-alignment: start; --block-img-margin-right: unset; --block-img-margin-left: unset;"
lang="nl" dir="ltr">
<div class="header reader-header reader-show-element"> <a
class="domain reader-domain"
href="https://www.groene.nl/artikel/de-filosoof-van-het-feest">groene.nl</a>
<h1 class="reader-title">De filosoof van het feest</h1>
<div class="meta-data">
<div class="reader-estimated-time"
data-l10n-args="{"range":"23–30","rangePlural":"other"}"
data-l10n-id="about-reader-estimated-read-time" dir="ltr">23–30
minutes</div>
</div>
</div>
<hr>
<div class="content">
<div class="moz-reader-content reader-show-element">
<div id="readability-page-1" class="page">
<section data-controller="newsletter-promo">
<section>
<figure> <img data-zoomable="true"
data-zoom-src="/uploads/image/file/000/044/913/large_14235.jpeg"
src="https://www.groene.nl/uploads/image/file/000/044/913/medium_14235.jpeg"
class="moz-reader-block-img" width="605"
height="403"> <figcaption> Byung-Chul Han – ‘We
moeten het vermogen om niet te handelen
herontdekken’ <span><span>©</span> Miquel Tavares /
CCCB</span> </figcaption> </figure>
</section>
<p><span>Daar staat hij dan:</span> de laatmoderne mens.
Vervreemd, ontheemd en uitgeput. Het kampvuur is
gedoofd, de perenboom omgehakt, er is geen plek meer om
samen te komen, om verbinding te vinden. De laatmoderne
mens vindt nergens nog een thuis. Gevangen in het blauwe
licht van zijn beeldscherm is hij vervallen tot een
knooppunt in een netwerk van commerciële relaties. Was
de wereld ooit een theater, een <em>stage,</em>
tegenwoordig is het een markt waar ‘elke intimiteit
uitgestald, verkocht en geconsumeerd moet worden’. De
laatmoderne mens speelt niet meer, hij kan niet meer
luisteren, niet meer liefhebben, zijn ego draait rondjes
om zichzelf. Dus daar staat hij dan: ‘onder een blote
hemel in een landschap waarin niets onveranderd was
gebleven behalve de wolken, en in het middelpunt, in een
krachtveld van verwoestende stromen en explosies, het
nietige, broze mensenlichaam’.</p>
<p>Die laatste zin is van Walter Benjamin, maar dit is hoe
de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han vaak naar
andere denkers verwijst: hij verweeft hun woorden met
zijn eigen woorden, de bronvermelding staat ergens in
een voetnoot achterin, en zo vloeit de tekst voort, in
een <em>stream of consciousness</em> vol citaten,
aforismen, metaforen, herhalingen en oneliners – ‘Wij
leven in een hel van het gelijke.’ De woorden werken als
een soort bezwering, de lezer raakt in een roes, voelt
zich bij vlagen zelfs opgetild. Zelden werd zijn
wanhoop, dat enorme verlangen naar iets beters en
mooiers, indringender beschreven dan hier.</p>
<p>Han bedrijft filosofie als kunst, zo meent hij zelf. In
een interview uit 2021 met <em>ArtReview</em> legt hij
uit dat zijn boeken daarom ook steeds dunner worden.
Elke zin is als het ware een microkosmos van het boek,
en elk boek een microkosmos van het oeuvre. Uiteindelijk
zullen zijn boeken waarschijnlijk helemaal verdwijnen,
dan zijn ze opgelost in de lucht en ‘kan iedereen ze
inademen’. Waarom zou je immers een boek van duizend
pagina’s schrijven als je de wereld ook kunt verlichten
met een paar zinnen? Duizend pagina’s wegen niet op
tegen een enkele haiku, aldus Han in het interview: ‘De
eerste sneeuw – zelfs de narcisbladeren buigen.’</p>
<p>Wie is deze man die misschien wel de populairste, nog
levende filosoof ter wereld genoemd kan worden? Hij is
in elk geval de best verkopende. Han werd in 1959
geboren in Seoul, Zuid-Korea, de exacte datum houdt hij
geheim. Na een studie metallurgie vertrok hij op zijn
22ste naar Duitsland om daar filosofie te studeren,
hetgeen hij niet aan zijn ouders vertelde omdat ze hem
anders nooit hadden laten gaan. Je zou kunnen zeggen dat
zijn afkeer van transparantie en openheid toen al tot
uitdrukking kwam. Dat Duitsland zijn ‘spirituele huis’
was, zoals Han het zelf noemt, wist hij toen hij op zijn
zestiende voor het eerst Bach hoorde. Zijn Duitse
medestudenten herinneren zich hem als een enthousiaste,
praatgrage jongen die onophoudelijk vragen stelde. En
dat was het biografisch gezien wel zo’n beetje. Veel
meer is er niet bekend.</p>
<p>Han geeft zelden interviews, houdt geen lezingen of
webinars en reist nauwelijks. Het liefst werkt hij in
zijn tuin of speelt hij piano. Als hij een dag niet
pianospeelt, wordt hij ziek. Hij heeft een smartphone,
maar als iemand belt neemt hij niet op. Hij gebruikt het
ding vooral voor een app waarmee hij planten
classificeert. Volgens eigen zeggen is hij extreem lui
en schrijft hij slechts drie zinnen per dag. Dat doet
hij ’s nachts. Dan vangt hij de ideeën op die in de
lucht hangen en kopieert hij de woorden. Die woorden
zijn volgens Han slimmer dan hij: ‘Ik ben een idioot.’
Hij is katholiek. Sinds een aantal jaar huist de Franse
filosofe Simone Weil in hem: Han gelooft dat hij haar
reïncarnatie is.</p>
<p>Dit is ongeveer het enige dat Han over zichzelf vertelt
in de paar interviews die hij gaf en ook in zijn boeken
zal de lezer verder niets vinden. Het is misschien wel
het opvallendste aan zijn werk: de complete afwezigheid
van een ‘ik’. Nooit haalt Han een herinnering op, nooit
vertelt hij een anekdote. Waar de hedendaagse cultuur
gedomineerd wordt door persoonlijke verhalen, liefst
echt gebeurd, liefst zo dicht mogelijk op de eigen huid,
vlakt Han zichzelf juist weg. Maar dit is dan ook een
van de symptomen van het laatkapitalisme dat hij in al
zijn boeken zo vurig bestrijdt.</p>
<p>Het huidige tijdsgewricht wordt gekenmerkt door ‘een
excessieve relatie tot het zelf’, schrijft Han. Al dat
ge-ik, al dat denken over het zelf, over hoe het te
positioneren, etaleren, verbeteren, verkopen, om het zo
de wereld in te manifesteren: de laatmoderne mens heeft
zich naar binnen gekeerd. Er is sprake van een
collectief narcisme. De Ander verdwijnt steeds meer naar
de achtergrond.</p>
<p>In het interview met <em>ArtReview</em> zegt Han dat
hij deze verdwijning van de Ander als de kern van zijn
werk beschouwt. Daarmee bedoelt hij niet de ander in wie
je je kunt herkennen, iemand die bijvoorbeeld schrijft
vanuit de eigen ervaring, over de eigen gevoelens, om
lezers zo de geruststellende gedachte mee te geven dat
we diep vanbinnen allemaal hetzelfde zijn (waarmee de
wereld nog meer vervalt tot ‘een hel van het gelijke’),
maar de Ander met een hoofdletter: een massieve entiteit
die tegenover je staat en juist in zijn vreemdheid
ontzag afdwingt. Want alleen in diens aanwezigheid wordt
de eendimensionaliteit doorbroken, om even met Marcuse
te spreken, en openen zich nieuwe werelden.</p>
<p><span>Zo vrolijk en licht</span> als Byung-Chul Hans
leven uit de spaarzame informatie naar voren komt, zo
deprimerend en zwaar is zijn werk. Laat varen al die
hoop. Of zoals de Zuid-Koreaanse rapper RM van de immens
populaire boyband <span>bts</span> ooit zei toen hij in
een interview <em>De terugkeer van Eros</em> aanraadde:
‘Je zou weleens diep gefrustreerd kunnen raken, omdat
het boek suggereert dat de liefde die we momenteel
ervaren, helemaal geen liefde is.’</p>
<p>Ondanks zijn zelfverklaarde luiheid en die drie zinnen
per dag schreef Han inmiddels 31 boeken. Soms publiceert
hij er meerdere per jaar. Het is haast onmogelijk om die
enorme productiviteit bij te houden, maar dat hoeft
gelukkig ook niet, want een paar uitzonderingen
daargelaten lijken alle boeken op elkaar. Steeds weer
haalt Han dezelfde denkers aan: Benjamin, Foucault,
Heidegger. Steeds weer gebruikt hij dezelfde zinnen en
dezelfde perenboom waaronder ooit een gezamenlijk
verhaal werd gezongen. Wat verschilt is alleen de
invalshoek: of Han het leven onder laatkapitalisme
fileert vanuit bijvoorbeeld de liefde, digitalisering,
het verdwijnen van verhalen, van rituelen of de drang
tot transparantie. Zijn oeuvre is als een bouwwerk, een
huis van woorden, waarbij elk boek als het ware een
andere kamer vult. Het geeft de lezer houvast, een vaste
positie, of om in de terminologie van Han te blijven:
een thuis in ruimte en tijd, van waaruit de wereld
plotseling overzichtelijk lijkt, ja, begrijpelijk zelfs.</p>
<p>De buitensporige agressie vermengd met zelfmedelijden
van types als Elon Musk of Donald Trump – de lezer van
Han begrijpt onmiddellijk dat wat we hier aanschouwen
‘een fatale accumulatie van ego-libido is’. Deze mannen
zijn bezweken onder hun eigen narcisme. Of neem het
interview met Frans Timmermans dat een tijdje geleden in
<em>de Volkskrant</em> stond, toen de nietsvermoedende
lezer halverwege verrast werd met een extreem intieme
ontboezeming over seksueel misbruik. Daarna kabbelde het
interview rustig weer door. Het misbruik werd geen
nieuws, het haalde niet de kop.</p>
<p>Zo normaal is het delen van trauma’s kennelijk al
geworden: dit is inderdaad de wereld als markt ‘waar
elke intimiteit uitgestald, verkocht en geconsumeerd
moet worden’. Al die hyperpersoonlijke verhalen over
pijn en verdriet die de huidige cultuur domineren, de
boeken, documentaires en Instagram-posts over rouw en
verlies: soms lijkt het of er steeds extremere verhalen
nodig zijn om de hedendaagse mens nog iets te laten
voelen. Alsof hij door de continue claim op zijn
empathie en inlevingsvermogen emotioneel langzaam aan
het afsterven is.</p>
<p>Het is niet alleen dat het leven onder laatkapitalisme
zijn plezier en uitbundigheid verloren heeft, schrijft
Han. Het is veel erger: wij leven in een necropolis. Er
heeft zich een rigor mortis over het bestaan
uitgespreid, een zwaarte en stijfheid. Omdat we
tegenwoordig niets zo vrezen als de dood, aldus Han in
een omkering waar hij zo dol op is – de overdaad aan
gevoelens leidt tot een gevoelsarmoede; wie onder de
huidige transparantiedwang alles kan zien, ziet niets
meer. En een leven waaruit de dood verbannen is, is een
ondood leven.</p>
<p>Tegenwoordig is de dood geen Ander meer, geen
monolitische, angstaanjagende aanwezigheid in het licht
waarvan het leven harder straalt. In plaats daarvan
wordt ze weg geproduceerd. Verstopt achter gesloten
deuren en in verzorgingstehuizen, of een handje geholpen
met middel X of een capsule in de Zwitserse bossen, de
Sarco genaamd, waar je jezelf voor negentien euro kunt
vergassen. De dood wordt op afstand gehouden door zo
‘schoon’ en gezond mogelijk te leven.</p>
<p>En de vraag is niet meer wat een goed leven is, maar
hoe we het zo lang mogelijk, in optimale toestand,
kunnen rekken. Het toont de leegte waarin we ons
bevinden, schrijft Han: ‘De hysterie rond gezondheid en
optimalisering is alleen mogelijk in een naakte, van zin
verstoken wereld.’ Want een leven onderworpen aan de
dictaten van gezondheid, prestatie en optimalisatie is
een overleven. Hoeveel luxe dat leven ook bevat – crèmes
van duizend euro, wellnesscenters met zuurstofcabines –
het mist glans, soevereiniteit en intensiteit. Het
creëert een ondood leven, een dood-in-leven: ‘Prestatie
zombies, fitness zombies, Botox zombies’. De huidige
gezondheidsmanie, aldus Han, ‘is de biopolitieke
manifestatie van het kapitaal zelf’.</p>
<p>‘Je kunt geen revolutionaire massa vormen
uit depressieve, ontwortelde individuen’ </p>
<p>We denken misschien dat we vrij zijn om onze eigen
keuzes te maken, houden onszelf voor dat dit is wat we
zelf willen, al die avocado’s, supplementen en ijsbaden,
maar onder de schijn van vitaliteit voeden we een
systeem van eindeloze productie, prestatie, groei en een
‘willekeurige, kankerachtige woekering’.</p>
<p>Het is het grote verschil met de heersende regimes van
weleer, schrijft Han. Onder laatkapitalisme komt de
onderdrukking niet meer van buitenaf, van regulering en
allerhande ge- en verboden, maar van binnenuit: ‘Wij
exploiteren onszelf vrijwillig en hartstochtelijk, in de
overtuiging dat we onszelf op die manier
verwerkelijken.’ Er is geen concrete tegenstander meer,
niemand die direct onze vrijheid inperkt, geen
onderdrukker om je tegen te verzetten. Wij kiezen zelf
voor dit ondode leven. Opgezweept door de continue
oproep om meer en beter te presteren, is de uitgebuite
werknemer getransformeerd in de vrije ondernemer die
zichzelf exploiteert.</p>
<p>Han citeert Kafka: ‘Het dier ontneemt zijn meester de
zweep en geselt zichzelf om zo meester te worden.’
Tegenwoordig zijn wij meester en slaaf ineen. De
klassenstrijd heeft plaatsgemaakt voor een interne
strijd tegen onszelf. Geweld keert zich niet meer naar
buiten, tegen onderdrukkende structuren, maar naar
binnen. Vandaar dat de cijfers van depressie, burn-out,
automutulatie en zelfdoding almaar groeien. En dat zal
voorlopig ook niet veranderen, aldus Han, aangezien het
huidige systeem steunt op de eenzame, geïsoleerde
ondernemer van het zelf: ‘Je kunt geen revolutionaire
massa vormen uit depressieve, ontwortelde individuen.’</p>
<section>
<figure> <img data-zoomable="true"
data-zoom-src="/uploads/image/file/000/044/912/large_14260.jpeg"
src="https://www.groene.nl/uploads/image/file/000/044/912/medium_14260.jpeg"
class="moz-reader-block-img"> <figcaption>
Byung-Chul Han, 2021 <span><span>©</span> Alberto
Cristofari / Contasto</span> </figcaption> </figure>
</section>
<p><span>Han staat in de traditie</span> van de
Frankfurter Schule. Net als de filosofen uit deze school
– onder meer Benjamin, Adorno en Marcuse – richt hij
zich voornamelijk op (pop)cultuur om de heersende
ideologie te analyseren die ons heeft gevormd, ons
denken en voelen stuurt, en die we zo vanzelfsprekend
zijn gaan vinden als de vis die het water niet meer ziet
waarin hij zwemt. Tegelijkertijd echter is Han bij
uitstek een denker van en voor deze tijd. Hij mag dan
niet vanuit een ik schrijven, op veel andere vlakken
valt hij wel degelijk vaak samen met hetgeen hij
bekritiseert.</p>
<p>Zo hekelt hij bijvoorbeeld het verdwijnen van verhalen
in deze tijd, er is alleen nog een eindeloze stroom
informatie die ons overspoelt, maar zelf draagt hij in
hoge mate bij aan die stroom: als zijn boeken iets
ontberen is het wel een verhaal. Han schrijft
voornamelijk in catchy oneliners die het zo goed doen in
allerhande columns, TED Talks en TikTok-filmpjes.
Citaten uit zijn werk zijn makkelijk te delen, de
algoritmen hebben een voorkeur voor hem, online
genereert hij talloze hartjes en likes: juist het door
hem zo verfoeide internet heeft hem groot gemaakt.</p>
<p>Cynisch gezien zou je zelfs kunnen stellen dat zijn
hoge productie, gecombineerd met alle herhaling, van elk
laatste boek het intellectuele equivalent maakt van de
iPhone-zoveel die de vorige editie vervangt.</p>
<p>En echt nieuw is het allemaal ook niet. Zie de
Frankfurter Schule – maar ook de talloze boeken,
artikelen en persoonlijke essays die inmiddels
verschijnen over de prestatiesamenleving,
zelfoptimalisatie die tot zelfexploitatie leidt, de
heersende gezondheidscultus, de havermelkelite,
depressies die voortkomen uit een gebrek aan connecties,
het asociale van sociale media, of hoe het voelt om een
laatmoderne mens te zijn: vervreemd, ontheemd en
uitgeput. Meestal is kapitalismekritiek daarbij niet ver
weg. De meeste mensen weten het immers allemaal al. Veel
van de analyses van Han zijn allang doorgedrongen tot
het grote publiek, mede dankzij al die columns, TED
Talks en TikTok-filmpjes. Tegenwoordig is iedereen een
cultuurcriticus. Alleen is Han echt heel veel beter dan
de rest.</p>
<p>Het verschil zit hem niet alleen in de diepte van zijn
analyses of de tomeloze energie, lees: levenslust, van
zijn stijl. Het is dat de gemiddelde cultuurkritiek
doorgaans zo gretig terugvalt op ouderwetse ge- en
verboden. Zet je telefoon of router eens uit. Lees een
boek. Maak een praatje met een vreemde. Luister naar een
ander. Luister naar de zee (dit is overigens de ultieme
gladstrijking van de Ander, maar dat terzijde). Kijk om
je heen, verwonder je.</p>
<p>Het is de doelgerichtheid, dat denken in individuele
oplossingen, dat zo naadloos aansluit bij de
laatkapitalistische ideologie. Het is het optimisme
ervan. Als er geen rituelen meer zijn, maken we toch
gewoon onze eigen rituelen? Dan branden we een kaarsje
in een tent die als gesubsidieerd kunstproject tijdelijk
ergens is neergezet, of planten we een boom voor onze
dode vader. Uiteindelijk draait alles om aandacht,
toch?, en aandacht is liefde, en op die manier is op
zondag de krant lezen of met een bord eten op schoot <em>Studio
Sport</em> kijken heus ook wel een soort ritueel. En
als we grote verhalen missen, in de politiek
bijvoorbeeld, dan neemt elke willekeurige partij gewoon
een heidag, stelt wat focusgroepen in, huurt nog een
bevriende copywriter in, en komt er wel wat: <em>Yes we
can!</em></p>
<p>Als vissen die het water niet meer zien, bieden veel
hedendaagse cultuurcritici geen oplossingen, maar
verergeren ze juist het probleem. Want zo simpel is het
allemaal niet, laat Han zien. Een ritueel onderga je
niet in je eentje, of met een groepje gelijkgestemden,
maar overstijgt juist de individuele ervaring en het
eigen ego: het verbindt je aan grond (de voorouders),
hemel (de goden) en elkaar (de gemeenschap). Een verhaal
kan niet zomaar worden bedacht.</p>
<p>Of zoals Han zegt: ‘Een verhaal dat de wereld
verandert, dat de wereld opent, wordt niet willekeurig
door een individuele persoon in de wereld gebracht.’
Laat staan door een denktank. Een verhaal is de
uitdrukking van de stemming van een tijd, er zijn
talloze verschillende krachten en spelers nodig om het
te vertellen, en al helemaal om het te veranderen. Het
enige wat je als individu daarom kunt doen is een vonkje
inbrengen dat samen met talloze andere vonkjes op een
dag hopelijk een vuur ontbrandt.</p>
<p>Dus wat als je zo’n vonkje wil zijn?</p>
<p><span>Een ding is in elk geval zeker:</span> tegenover
de kapitalistische doodsdrift kán alleen maar de
levensdrift staan. En die levensdrift, schrijft Han in <em>Vita
contemplativa</em><em>,</em> borrelt op in de
inactiviteit. Niets doen vormt het tegenwicht. Niet per
se op persoonlijk niveau, Han geeft de lezer geen
opdrachten of <em>lifehacks,</em> maar beschrijft in
plaats daarvan de achilleshiel van het
laatkapitalistische systeem.</p>
<p>Al is dit wel waarom hij zelf leeft zoals hij doet.
Zijn luiheid, het tuinieren en pianospelen, de idioot
uithangen: Han kan het doen omdat hij er dankzij zijn
succes het geld voor heeft, maar in een interview met <em>El
País</em> stelt hij ook dat hij deze benadering van
het leven als een politieke daad beschouwt. De wereld
heeft een verkeerde afslag genomen, zegt hij in het
interview, en daarom beweegt hij zich nu in de
tegenovergestelde richting. ‘Achteruit leven’, noemt hij
het.</p>
<p>Pas als de nadruk op nuttigheid verdwijnt wordt
overleven leven. Pas dan ‘vibreert het leven zichzelf’ </p>
<p>Het is de alomtegenwoordige nadruk op productie,
prestatie en groei, die kankerachtige woekering, die ons
continu aanzet tot handelen, en ons daarmee heeft
gereduceerd tot ‘gebruiks- en werkvee’. We razen zo hard
door dat er een ademloosheid is ontstaan: ‘De mens stikt
zowat in wat hij zelf aan het doen is.’ Wat volgens Han
daarom nodig is, is stilstand. Een overgang van handelen
naar zijn. Want pas in de inactiviteit worden we de
grond waarop we staan gewaar en de ruimte waarin we ons
bevinden. Pas dan schakelt het leven ‘over op zijn
contemplatieve modus en pendelt terug naar zijn geheime
zijnsgrond’.</p>
<p>Ter ondersteuning voert Han in <em>Vita contemplativa</em>
een hele reeks filosofen aan. Guy Debord, Adorno,
Nietzsche, de late Heidegger, Thomas van Aquino,
allemaal zeiden ze hetzelfde: een bestaan dat overdacht
kan worden, aanschouwt en beschouwt, het <em>vita
contemplativa</em> dus, is het ‘doel van heel het
menselijk leven’.</p>
<p>De sabbat is ook nooit een rustdag na de scheppingsdaad
geweest waarop God zogezegd op adem komt, stelt Han.
Nee, die rust vormt de essentie, is de kern van de
schepping. Daarom is de rust, de inactiviteit, ook
goddelijk: ‘Als we rust ondergeschikt maken aan werk,
negeren we het goddelijke’. Hij haalt weer een haiku
aan: ‘Rustig zitten, niets doen/ de lente komt/ en het
gras groeit vanzelf.’</p>
<p>Pas als de doelmatige nadruk op functionaliteit en
nuttigheid verdwijnt wordt overleven leven. Pas dan
‘vibreert het leven zichzelf’. Komt het ego los van
zichzelf, wordt het weer ontvankelijk voor zijn
omgeving, kan het de Ander horen en zien. Want in de
inactiviteit bestaat geen vastbesloten zelf. De mens
legt zijn naam af, hij wordt niemand en geeft zich over
aan dat wat gebeurt. Of zoals Han Roland Barthes
citeert: ‘Dat zou de echte luiheid zijn: zo ver komen
dat je, op bepaalde ogenblikken, geen “ik” meer hoeft te
zeggen.’ Alleen dan behoort het leven zichzelf toe en
wordt het weer speels en feestelijk.</p>
<p>De inactiviteit heeft haar eigen logica, haar eigen
taal, haar eigen tijd, haar eigen architectuur, haar
eigen pracht, ja haar eigen magie. ‘Zij is geen zwakte,
geen gebrek, maar een <em>intensiteit,</em> die in onze
op activiteit en prestaties gerichte maatschappij niet
meer wordt waargenomen en geen erkenning vindt.’ Maar
dit is waar het ware geluk in schuilt: in het doel- en
nutteloze, ‘het bewust omslachtige, het onproductieve,
het nemen van omwegen, het buitensporige, het
overbodige, de fraaie vormen en gestes die geen nut
hebben en nergens toe dienen’. Vrijheid van doel en nut
is de essentie van inactiviteit en de basisformule voor
geluk. Het is de zin van het leven. Inactiviteit geeft
het bestaan feestelijkheid en glans.</p>
<p>Tegen die eeuwige dwang om te presteren, te produceren
en te consumeren, moet volgens Han dan ook een politiek
van inactiviteit worden gezet. Een politiek die
werkelijk vrije tijd kan genereren. En daarin staat, als
het aan Han ligt, het feest centraal.</p>
<p>Het is een onderwerp dat in bijna al zijn boeken
terugkomt, soms als terzijde, soms uitgebreid, maar het
feest, zou je kunnen zeggen, is het hartstochtelijk
kloppende hart van al zijn werk. En dat behandelt hij
nergens zo uitgebreid als in het onlangs in vertaling
verschenen <em>Over het verdwijnen van rituelen.</em></p>
<p>Of misschien moeten we Feest schrijven, want net als
met de Ander bedoelt Han zeker niet de kleine,
middelmatige variant ervan. Niet het feest dat is
uitgehold door commercie, met vip-ruimtes en flessen
Moët en iedereen die in het wit gaat dus, maar het Feest
als ‘een jubelende bevestiging van het menselijk
bestaan’, zoals de Duitse (katholieke) filosoof Josef
Pieper het beschreef.</p>
<p>Het feest brengt de tijd tot stilstand: ‘tijd als
opeenvolging van vergankelijke, vluchtige momenten wordt
opgeheven’. De profane alledaagsheid maakt plaats voor
exces en extravagantie, men laat de controle varen en
danst met wildvreemden tot het ochtendgloren. ‘Een
overvloeien van het leven’, noemt Han het. Er is geen
extern doel waar de feestganger zich aan onderwerpt, het
collectieve narcisme verdwijnt. Het feest verzamelt en
verenigt, het bindt ons aan grond, aan de voorouders die
ook al zo feestten, aan hemel en elkaar: ‘Het feest
sticht een gemeenschap onder mensen en met de goden. Het
laat mensen deelhebben aan het goddelijke.’</p>
<p><span>Han verafschuwt de leegte</span> en onttovering
van deze tijd, hij lijkt terug te willen keren naar het
kampvuur, de perenboom, de overdadige oogstfeesten. ‘Zou
u zichzelf classificeren als een romanticus?’ vraagt de
interviewer van <em>ArtReview</em> op een gegeven
moment aan Han, zo groot vindt hij het verlangen naar
magie en mysterie dat in al zijn werk doorklinkt. Maar
voor Han, zo legt hij uit, is alles wat bestaat magisch
en mysterieus: ‘De aarde is magisch en iedereen die iets
anders beweert is blind.’</p>
<p>Het is daarom niet genoeg om voorzichtiger met de aarde
als hulpbron om te gaan: ‘We hebben een compleet andere
relatie met de aarde nodig. We moeten haar haar magie,
haar waardigheid teruggeven. We moeten het vermogen tot
inactiviteit herontdekken, het vermogen om niet te
handelen.’ Wat Han zoekt is een hernieuwd evenwicht
waarbij de mens niet meer zijn omgeving en zichzelf
domineert, maar opnieuw een ‘thuis’ vindt.</p>
<p>Dat thuis zijn we verloren, laat Han in elk boek zien.
De laatmoderne mens heeft geen vaste grond meer onder
zijn voeten, tijd glijdt als los zand langs zijn
vingers, het leven is vluchtig geworden, voelt
willekeurig en toevallig, Han spreekt van een
‘contigentiestorm’. En zonder bindende en verbindende
verhalen die antwoord geven op het waarom en waartoe van
ons bestaan neemt die contingentie almaar toe.</p>
<p>Maar de wereld wordt niet zomaar weer heel. De golven
informatie zullen ons via onze apparaten blijven
overspoelen, globalisering is niet meer terug te draaien
naar het lokale of de meent, God blijft dood:
contingentie is <em>here to stay.</em> We zullen ons
daarom, meent ondergetekende, op een nieuwe manier
moeten zien te verhouden tot ruimte en tijd. Niet
terugverlangen naar hoe het ooit was, met dat kampvuur
en de perenboom, maar nieuwe relaties aangaan. Want Han
mag contingentie, het idee dat alles ook heel anders had
kunnen zijn, dan als een existentiële bedreiging zien,
zelf wordt ondergetekende daar eigenlijk heel gelukkig
van.</p>
<p>Zo’n leuk weetje over een liaan in Zuid-Amerika die het
uiterlijk van naburige planten kopieert (en geen mens
die begrijpt hoe hij dat doet): het is pure informatie,
maar vormt wel degelijk de aanzet tot een verhaal. Bomen
die via ondergrondse schimmelsporen aan elkaar verbonden
zijn, het universum draait waarschijnlijk rondjes, onder
de piramiden van Gizeh zijn onlangs meterslange
constructies gevonden, op TikTok staat een filmpje van
iemand die muziek maakt voor giraffes, kraaien en
olifanten, ze komen allemaal naar hem toe, aaien hem,
bewegen heen en weer, het is duidelijk: deze dieren
dansen.</p>
<p>Contingentie gooit de boel open, en vormt bovendien een
noodzakelijke inspiratiebron voor verzet. Als
kapitalisme immers ergens op teert is het wel het idee
dat het niet anders kan, dat dit nu eenmaal het beste
systeem van alle slechte is, <em>capitalist realism,
Tina (there is no alternative).</em> Maar het hoeft
niet zo te zijn. We hoeven niet zo te leven. Het is
hetzelfde gevoel dat ook de boeken van Han, met al hun
informatieoverload, je als lezer geven. Er is een betere
wereld mogelijk. En die zou wel degelijk zo kunnen zijn
als Han hem in de laatste alinea van <em>Vita
contemplativa</em> schetst: ‘In het komende rijk van
de vrede zijn mens en natuur met elkaar verzoend. De
mens is niet meer dan een medeburger in een republiek
van levenden, waartoe ook planten, dieren, stenen,
wolken en sterren behoren.’ Dan behoudt elk wezen op
deze aarde zijn waarde. Dan vieren we feest, zingen en
dansen we, en zijn we werkelijk vrij.</p>
<h2>Lees ook:</h2>
<article>
<div>
<p><a
href="https://www.groene.nl/artikel/weigeren-om-mee-te-doen"> <img
data-src="/uploads/image/file/000/033/005/small_crop-bac322cc-ff16-4745-9312-917cca660b7e.jpg"
src="https://www.groene.nl/uploads/image/file/000/033/005/small_crop-bac322cc-ff16-4745-9312-917cca660b7e.jpg"
data-ll-status="native"
class="moz-reader-block-img"> </a> </p>
</div>
</article>
<article>
<div>
<p><a href="https://www.groene.nl/artikel/schone-welt">
<img
data-src="/uploads/image/file/000/036/867/small_ec9f02b0-9524-4097-8832-e69d349b37d9.jpg"
src="https://www.groene.nl/uploads/image/file/000/036/867/small_ec9f02b0-9524-4097-8832-e69d349b37d9.jpg"
data-ll-status="native"
class="moz-reader-block-img"> </a> </p>
</div>
</article>
</section>
</div>
</div>
</div>
<div> </div>
</div>
</body>
</html>