<html>
<head>
<meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=UTF-8">
</head>
<body>
<h1 class="entry-title">Hamlet in de politiek: authenticiteit en
twijfel als strategie<br>
<font size="3"> Thijs Kleinpaste</font></h1>
<div class="archives-authors-section"> </div>
<img
src="https://www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_omslag.jpg"
class="card-img-top wp-post-image" alt=""
data-attachment-id="19510"
data-permalink="https://www.nederlandseboekengids.com/20210121-daniel-boomsma/9789403114217_omslag/"
data-orig-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_omslag.jpg?fit=263%2C400&ssl=1"
data-orig-size="263,400" data-comments-opened="0"
data-image-meta="{"aperture":"0","credit":"","camera":"","caption":"","created_timestamp":"0","copyright":"","focal_length":"0","iso":"0","shutter_speed":"0","title":"","orientation":"0"}"
data-image-title="9789403114217_omslag"
data-image-description="<p>Hubert Smeets, Een wonderbaarlijk
politicus: Hans van Mierlo, 1931-2010 (De Bezige Bij 2021), 608
blz.</p>
"
data-medium-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_omslag.jpg?fit=197%2C300&ssl=1"
data-large-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_omslag.jpg?fit=263%2C400&ssl=1"
width="263" height="400">
<p class="card-text"> </p>
<br>
<p><strong>Hans van Mierlo leek soms populairder op links dan binnen
zijn eigen partij. Echt opmerkelijk is dat niet, schrijft <a
href="https://www.nederlandseboekengids.com/auteurs/#ThijsKleinpaste">Thijs
Kleinpaste</a>. Als Hans van Mierlo al een politiek leider
was, dan een volstrekt a-typische. Ogenschijnlijk weinig
geïnteresseerd in de eigen partijbelangen, was de D66-leider
meer beschouwer dan deelnemer van het politieke spel dat hij zo
scherp overzag – vaak tot ergernis van zijn collega’s.</strong></p>
<p><span id="more-19518"></span></p>
<hr>
<p>* Abonnees lezen meer. Neem ook een <a
href="https://www.nederlandseboekengids.com/abonnementen/">abonnement</a>!
*</p>
<hr>
<figure id="attachment_19511"
aria-describedby="caption-attachment-19511" style="width: 150px"
class="wp-caption alignright"><a
href="http://mindbus.go2cloud.org/aff_c?offer_id=5&aff_id=403&url=https%3A%2F%2Fwww.athenaeum.nl%2Fboek%2F9789403114217%3Futm_source%3D%7baffiliate_id%7d"
rel="noopener"><img data-attachment-id="19511"
data-permalink="https://www.nederlandseboekengids.com/20210121-daniel-boomsma/9789403114217_klein/"
data-orig-file="https://i0.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_klein.jpg?fit=150%2C228&ssl=1"
data-orig-size="150,228" data-comments-opened="0"
data-image-meta="{"aperture":"0","credit":"","camera":"","caption":"","created_timestamp":"0","copyright":"","focal_length":"0","iso":"0","shutter_speed":"0","title":"","orientation":"0"}"
data-image-title="9789403114217_klein"
data-image-description="<p>Hubert Smeets, Een
wonderbaarlijk politicus: Hans van Mierlo, 1931-2010 (De
Bezige Bij 2021), 608 blz.</p>
"
data-medium-file="https://i0.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_klein.jpg?fit=150%2C228&ssl=1"
data-large-file="https://i0.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_klein.jpg?fit=150%2C228&ssl=1"
class="size-full wp-image-19511"
src="https://i0.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_klein.jpg?resize=150%2C228&ssl=1"
alt="" data-recalc-dims="1" width="150" height="228"></a><figcaption
id="caption-attachment-19511" class="wp-caption-text">Hubert
Smeets, <a
href="http://mindbus.go2cloud.org/aff_c?offer_id=5&aff_id=403&url=https%3A%2F%2Fwww.athenaeum.nl%2Fboek%2F9789403114217%3Futm_source%3D%7baffiliate_id%7d"
rel="noopener"><em>Een wonderbaarlijk politicus: Hans van
Mierlo, 1931-2010</em></a> (De Bezige Bij 2021), 608 blz.</figcaption></figure>
<p>Geen enkele biograaf heeft het ooit eenvoudig, maar biografen die
kunnen beschikken over een verzameling persoonlijke schrijfboeken
met daarin een grote hoeveelheid zelfonderzoek, soms van literaire
kwaliteit bovendien, worden geplaagd door een gekartelde zegen. Ze
moeten zien te laveren tussen hun eigen oordeelsvermogen en de
claim die hun onderwerp vooruitwerpt op zijn eigen biografie. Dat
is helemaal het geval als de persoon in kwestie een lang leven in
het openbaar heeft geleid, en er van hem als gevolg daarvan dus al
een bijzonder groot aantal reeds gevormde indrukken bestaan: van
familie en geliefden, van vrienden en naaste medewerkers, van
collega’s, en van professionele beschouwers die het hun vak hebben
gemaakt in het denken en doen van publieke figuren te kruipen.</p>
<p>Ondanks die moeilijke opgave is Hubert Smeets met <em>Een
wonderbaarlijk politicus</em>, zijn biografie van Hans van
Mierlo, in de biografische portretkunst ruimschoots geslaagd.
Smeets is zich op een gezonde manier steeds bewust van het
complexe terrein waarin hij moet treden. Zijn eigen onderwerp
waarschuwde hem bovendien zelf. Zo halverwege zijn biografie, als
Van Mierlo een psychisch zware periode doormaakt (zoals wel vaker)
citeert Smeets een dagboekaantekening van Van Mierlo waarin hij
zichzelf tot inzet maakt van zijn beroemde onderzoekende
vermogens:</p>
<p style="padding-left: 40px;">Er zijn denk ik twee redenen, waarom
juist een dagboek uitnodigt tot liegen dan wel verhullen van de
waarheid, dan wel oneerlijkheid over jezelf. De eerste heeft te
maken met de presumptie dat alles wat geschreven wordt een, al is
het nog zo heimelijk, verborgen bedoeling heeft toch gelezen te
worden (al is het maar door 1 persoon). Bovendien is het opvallend
hoe moeilijk het is vast te stellen wat je eigenlijk voelt of
vindt van iets. Voelen en vinden zijn fluïde processen.</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-right"><strong>In een
tijdperk waarin het persoonlijke politiek werd, bracht Van
Mierlo zijn persoonlijkheid de politiek in. Het mens was de
politicus en de politicus was het mens.</strong></div>
Die elementen – het zelfonderzoek en de behoedzame argwaan waarmee
hij alle stelligheden tegemoet trad, ook die van zichzelf – lopen
als een rode draad door het leven van Van Mierlo. Hij zocht naar de
waarheid en twijfelde aan wat hij vervolgens vond. En hij was, zoals
Smeets schrijft, een man uit één stuk. In een tijdperk waarin het
persoonlijke politiek werd, bracht Van Mierlo zijn persoonlijkheid
de politiek in. Het mens was de politicus en de politicus was het
mens.
<h4><strong>Een dertiger zonder plan</strong></h4>
<p>De vraag wat zijn rol was in de Nederlandse politiek van de
twintigste eeuw is er een die Van Mierlo zich tijdens zijn leven
zelf bij herhaling stelde. De vraag blijft ook na lezing van <em>Een
wonderbaarlijk politicus</em> hangen.</p>
<hr>
<p><a
href="https://www.nederlandseboekengids.com/20210121-daniel-boomsma/"><img
data-attachment-id="19527"
data-permalink="https://www.nederlandseboekengids.com/20210121-daniel-boomsma/9789403114217_leesook/"
data-orig-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_leesook.jpg?fit=46%2C70&ssl=1"
data-orig-size="46,70" data-comments-opened="0"
data-image-meta="{"aperture":"0","credit":"","camera":"","caption":"","created_timestamp":"0","copyright":"","focal_length":"0","iso":"0","shutter_speed":"0","title":"","orientation":"0"}"
data-image-title="9789403114217_leesook"
data-image-description=""
data-medium-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_leesook.jpg?fit=46%2C70&ssl=1"
data-large-file="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_leesook.jpg?fit=46%2C70&ssl=1"
class="alignleft size-full wp-image-19527"
src="https://i2.wp.com/www.nederlandseboekengids.com/wp-content/uploads/2021/01/9789403114217_leesook.jpg?resize=46%2C70&ssl=1"
alt="" data-recalc-dims="1" width="46" height="70"></a><em>Als
geen ander bracht Van Mierlo het partijpolitieke landschap in
beweging door verfrissend achteloos de vanzelfsprekendheid ervan
te bevragen. <a
href="https://www.nederlandseboekengids.com/20210121-daniel-boomsma/">Van
die erfenis lijkt weinig over in het D66 van 2021</a>,
schrijft <strong>Daniël Boomsma</strong>.</em></p>
<hr>
<p>Van Mierlo was, na een op slentergang afgelegde studie in
Nijmegen en omzwervingen door Frankrijk, als ‘dertiger zonder
plan’ terechtgekomen bij het <em>Algemeen Handelsblad</em>. De
krant was, schrijft Smeets, een pleisterplaats voor talentvolle
jongelingen die nog niet wisten wat ze met hun leven en zichzelf
moesten doen. Pas vanaf zijn landing als redacteur op de
buitenlandredactie van de krant beginnen er voor Van Mierlo dingen
op hun plaats te vallen. Niet alleen Amsterdam, waar het steeds
heviger botste tussen de bevolking en het gezag, maar ook de krant
zelf was een microkosmos van de veranderende maatschappelijke
stemming in Nederland. Verschillende generaties stonden regelmatig
tegenover elkaar, en konden stevig van mening verschillen over de
koers van de krant. Binnen de ruimte die de krant Van Mierlo bood
ontwikkelde hij zich tot een journalist die zelf weliswaar
moeizaam schreef, maar die door collega’s vaak werd opgezocht
omdat hij met zijn observaties en suggesties hun stukken scherper
en beter wist te maken. Hij was gul met zijn gedachten, en
ontpopte zich tot een doortastend beschouwer van de regenteske
politieke cultuur in Nederland.<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-left"><strong>Van Mierlo
was gul met zijn gedachten, en ontpopte zich tot een doortastend
beschouwer van de regenteske politieke cultuur in Nederland.</strong></div>
De meeste politici worden op het moment dat ze de politiek betreden
– of dat nu is uit ambitie of plichtsbesef, om een belang te
behartigen of om een ideaal te dienen – ook min of meer gedwongen
om <em>over</em> de politiek te gaan denken, en over hun eigen rol
daarin (wat in zulke gevallen maar zelden tot echt interessante of
diepe gedachten leidt). Er zijn ook mensen die min of meer van
nature over politiek denken, om de eenvoudige reden dat ze het niet
kunnen laten, en soms om die reden op het politieke toneel
terechtkomen, en bij wie het denken op dat moment bovendien niet tot
stilstand komt. Tot die tweede, zoveel zeldzamere categorie behoorde
Van Mierlo.
<p>Toen hij debuteerde in de politiek wierp een journalist hem voor:
‘Meneer van Mierlo, u ziet er meer uit als een vertwijfelde
Hamlet, dan als een politiek leider.’ Van Mierlo gaf daarop toe
altijd Hamlet te hebben willen zijn, maar dat hij niettemin nu
zonder aarzeling had gekozen voor de politiek. Toen de journalist
daarop vroeg hoe hij de Kamer in zou gaan, als politiek leider of
als Hamlet, antwoordde Van Mierlo, met haast tastbaar plezier:
‘Hamlet in de Kamer, dat is noch voor het toneel, noch voor het
politiek bedrijf een aanwinst. Als ik dan gekozen word op die
plaats, dan zal ik proberen een politiek leider te zijn.’</p>
<h4><strong>Vandaag faal ik</strong></h4>
<p>Maar als hij een politiek leider was, dan een volstrekt
a-typische. Van Mierlo was een zoekende, omzichtig formulerende
politicus die, als hij geen ergernis wekte bij zijn collega’s
(niet zelden in zijn eigen fractie), andere politici vertwijfeld
kon achterlaten, omdat hij niet voldeed aan de verwachtingen
waarmee ze hem in het politieke spel tegemoet traden. Fascinerend
aan Smeets’ reconstructie van D66 tijdens die eerste jaren is dat
Van Mierlo vaak als eenling optreedt. Hij staat regelmatig op
enige afstand van zijn eigen fractie, heeft andere prioriteiten,
en bekommert zich betrekkelijk weinig om de belangen van zijn
partij – tot irritatie van diegenen die veel werk verzetten, ook
voor van Van Mierlo, in de wens dat D66 na het overdonderende
eerste succes niet onverrichter zake weer zou verdwijnen.<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-right"><strong>Van
Mierlo voelde zich thuis in de grote familie van de
sociaaldemocratie, zonder strikt genomen een sociaaldemocraat in
de Nederlandse zin te zijn – een sociaaldemocraat, misschien, op
de manier van mensen die het niet kunnen opbrengen een PvdA’er
te zijn.</strong></div>
Smeets brengt de eenzaamheid van Van Mierlo als politicus aan het
begin van de jaren zeventig, als hij leiding moet geven aan een
fractie die het in meerderheid vaak met hem oneens is, met vaste
hand tot leven. Terwijl Van Mierlo ijvert voor de totstandkoming van
het kabinet-Den Uyl (het meest progressieve kabinet dat Nederland
ooit kende), stuit hij binnen zijn fractie en de partij door zijn
‘monomane’ handelen vaak op weerstand. Soms lijkt het haast alsof
Van Mierlo populairder was in linkse kringen dan in zijn eigen
partij.
<p>Zonder reden was dat niet. Van Mierlo voelde zich thuis in de
grote familie van de sociaaldemocratie, zonder strikt genomen een
sociaaldemocraat in de Nederlandse zin te zijn – een
sociaaldemocraat, misschien, op de manier van mensen die het niet
kunnen opbrengen een PvdA’er te zijn. Hij vond de
sociaaldemocratie misschien wel de beste Europese uitvinding ooit,
en het was zijn wens om via D66 uiteindelijk met de PvdA en de
kleinere linkse partijen een Progressieve Volkspartij (PVP) te
vormen. Smeets voert Jan Terlouw op, die over die periode zegt dat
Van Mierlo ‘een hekel had aan dat liberale in D66’.<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-left"><strong>Hij
twijfelde voortdurend aan zichzelf, en hij werd, bekende hij,
regelmatig wakker met de gedachte ‘vandaag faal ik, vandaag val
ik door de mand.’</strong></div>
Er zijn mensen die tot hun overtuigingen komen door de
omstandigheden van het leven, bij wie de ervaring voorafgaat aan het
besef van de politieke betekenis van die ervaring. En er zijn mensen
die tot hun politieke overtuigingen komen door onderzoek, reflectie
en historisch besef. Mensen die, meestal ondanks het milieu waarin
ze zijn opgegroeid, en ondanks het feit dat ze altijd een zekere
mate van conflict zullen ervaren tussen het comfort waarmee hun
klasse ze vertrouwd heeft gemaakt en de aard van het ideaal waaraan
ze zich gebonden hebben, niettemin uit overtuiging tot hun
opvattingen zijn gekomen. Smeets schrijft hoe Van Mierlo wanneer hij
sprak zelden leunde op zijn eigen ervaringen als basis voor zijn
opvattingen: ‘Zijn motieven houden zo iets afstandelijks en
verhevens: een beeld, een redenering, een diagnose, een sentiment.’
<p>Toch is er iets voor te zeggen dat Van Mierlo’s eigen
levenservaringen hem deels tot de politicus maakten die hij was.
Hij was geen mens met een kreukloos leven. Zijn jeugd kenmerkt
zich door een reeks moeizame episodes in de relatie met zijn
ouders, en een worsteling met de verwachtingen die er in zijn
familie van hem waren. Hij was een man die in zijn relaties schade
had opgelopen, en zelf eveneens soms aanzienlijke schade
aanrichtte. Een man met persoonlijke tekortkomingen, die zich van
die tekortkomingen evenwel bewust was, en die maakten dat hij
uiteindelijk vooral terughoudend was om anderen de maat te nemen.
En al droeg hij niet zoiets als een op de schouders drukkend
klassenbewustzijn met zich mee, zoals sommige anderen van zijn
generatie, hij kon toch onzeker en verlegen zijn. Hij twijfelde
voortdurend aan zichzelf, en hij werd, bekende hij, regelmatig
wakker met de gedachte ‘vandaag faal ik, vandaag val ik door de
mand.’</p>
<h4><strong>Twijfel en zelfonderzoek als politieke deugden</strong></h4>
<p>Van Mierlo’s twijfel was altijd met hem, en bepaalde het timbre
van zijn politieke stijl. Bij hem waren twijfel en zelfonderzoek
verheven tot politieke deugden. Het meest verstrekkende gevolg van
die twijfel is, denkelijk, zijn terugdeinzen voor het
premierschap. Smeets schrijft hoe Van Mierlo in de vroege jaren
negentig het hoogtepunt van zijn populariteit beleefde, en hoe D66
zelfs de grootste partij lijkt te worden. De premiersvraag dient
zich aan – maar Van Mierlo ziet op dat moment de afgrond voor zich
openen, en zet niet door. Hij twijfelt of hij het zou kunnen, en
vreest dat een premierschap slechts kan eindigen in een tragedie.<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-right"><strong>Voor Van
Mierlo was het vermogen tot reflectie en twijfel dat hem
kenmerkte, geen eigenschap die hij reserveerde voor de
beschermde sfeer van zijn schrijfboeken, en voor het overige
wegstopte.</strong></div>
Toch is het niet zo dat Van Mierlo nooit tot daadkracht in staat
was. Hij kon, eenmaal tot een inzicht gekomen, doortastend optreden
en in zijn overtuigingen stellig zijn – totdat wie het met hem
oneens was ‘murw’ was gepraat, desnoods. Dat is wellicht minder
tegenstrijdig dan het lijkt. Van Mierlo’s intellectuele twijfel was
deels het product van zijn diepe gehechtheid aan enkele fundamentele
beginselen die voor hem vaststonden, en die zowel de basis vormen
van zijn opvattingen over fatsoen en politieke integriteit, als van
zijn opvattingen over macht en democratie. Hij kon hard en zelfs fel
zijn als die principes in het geding kwamen. En ook als zijn eigen
motieven in twijfel werden getrokken, kon hij gebeten reageren. Een
dikke huid had hij niet. Het is de andere kant van zijn karakter. In
de woorden van Marcel van Dam: ‘Zijn afkeer van zwart-witdenken
vindt zijn grondslag in zijn liefde voor waarheid. Waarheid
gedefinieerd als afwezigheid van de leugen. (…) Hij kan slecht tegen
onwaarheid en dus ook niet tegen de meeste kritiek.’
<p>Voor Van Mierlo was het vermogen tot reflectie en twijfel dat hem
kenmerkte, geen eigenschap die hij reserveerde voor de beschermde
sfeer van zijn schrijfboeken, en voor het overige wegstopte. Het
zorgde soms voor wrevel bij politici die qua persoonlijkheid heel
anders in elkaar staken, omdat ze vonden dat hij te lang van stof
was, of in paradoxen sprak. Wim Kok had aanvankelijk vaak moeite
met hem. En Frits Bolkestein en Van Mierlo waren al helemaal water
en vuur. Waar frikkerige gelegenheidsdenkers als Bolkestein een
pagina konden lezen en hem daarna doorstrepen omdat alle
informatie wel was opgenomen, begonnen bij Van Mierlo de vragen
dan eigenlijk pas.</p>
<h4><strong>Formuleren voor je leven</strong></h4>
<p>Tenslotte was Van Mierlo ook een wonderbaarlijk politicus in de
manier waarop hij sprak. Er zijn mensen die woorden gebruiken om
de wereld aan hun rechtlijnige blik te onderwerpen – die zinnen
formuleren om het denken uit te bannen, in plaats van het te doen.
Van Mierlo beschouwde die praktijk als iets zeer oneerbaars. Na
zijn eerste periode als politicus lijdt hij, verzucht hij, aan
acute ‘woordhaat’, omdat hij zich staande moet houden in een
omgeving waar woorden steeds aan haast misdadige corrosie
blootstonden. Hij wordt in de politiek beroofd van iets wat voor
hem onmisbaar is – de mogelijkheid om zorgvuldig en precies en te
formuleren, en zo zijn gedachten te ordenen of een redenering op
te zetten – omdat het instrumentarium waarmee hij dat moet doen
voortdurend bezoedeld wordt:</p>
<p style="padding-left: 40px;">De politiek hangt van woorden aan
elkaar. Al schrijvende vond ik steeds meer dat wat ik opschreef
onhoudbaar was. (…) Een politicus, en vooral een zogenaamd
politiek leider, wordt geacht in alle omstandigheden meteen een
werkelijk oordeel te hebben over een politieke situatie of een
maatschappelijk probleem dat gerezen is. De functie van woorden is
dan, om standpunten te maken die er <em>au fond</em> niet zijn.
Dat is niet liegen. Nee, het is in plaats van lopen voor je leven
formuleren voor je leven. Bij mij heeft het geleid tot een gevoel
van: eigenlijk zou ik een tijdlang niet aan politiek willen doen.</p>
<p>Het is misschien de grootste erfenis van Van Mierlo: de kracht
waarmee hij uitdrukking gaf aan het grote ongemak dat hij ervoer
over de aard van het politieke werk, en de manier waarop hij de
weerstand daartegen belichaamde. In dat opzicht was hij inderdaad
een Hamlet in de politiek. (Smeets doet helaas, ondanks het feit
dat hij veel nadruk legt op de intellectuele stijl van Van Mierlo,
niets met dat beeld. Eenmaal duikt het personage van Shakespeare
op, als Aafke van der Made, in de jaren negentig partner van Van
Mierlo, hem omschrijft als ‘de vleesgeworden Hamlet’).<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-left"><strong>Het is
misschien de grootste erfenis van Van Mierlo: de kracht waarmee
hij uitdrukking gaf aan het grote ongemak dat hij ervoer over de
aard van het politieke werk.</strong></div>
Zoals Hamlet zelf was Van Mierlo nooit geheel op zijn gemak met de
rol die hem door de omstandigheden was toebedeeld, of ten minste met
de manier waarop anderen zich die rol voorstelden. Of het nu gaat om
de mythe van de partijleider tegen wil en dank, het feit dat hij
zich meer richtte op de PVP dan op zijn eigen fractie, of, later, de
twijfel en de keuze om niet naar het hoogste ambt te reiken, steeds
dient de vergelijking met Hamlet zich aan. Een Hamlet in de politiek
verandert die politiek echter niet vanwege een hervorming hier of
daar, of door ideologische dadendrang, maar omdat hij weigert het
spel te spelen zoals de gewoonte dicteert. Hamlet zet de twijfel die
zijn eigen gemoedsrust eeuwig bezighoudt om in een, uiteindelijk,
heilzame verstoring van de normale gang van zaken, die alle anderen
confronteert met vragen die ze anders zelf niet hadden gesteld.
<h4><strong>De boodschapper was de boodschap</strong></h4>
<p>Het beeld dat oprijst uit <em>Een wonderbaarlijk politicus</em> is
dat van een politicus die zowel in grote als in kleine daden
precies zo een heilzame verstoring bracht in de normale orde der
dingen. Heeft dat echter nu ook nog betekenis?</p>
<p>Zodra de biografie in de golfslag van het heden komt lijkt de
commentator Smeets de biograaf steeds meer te overvleugelen.
Smeets gebruikt de gelegenheid bovendien om, met Van Mierlo achter
zich, in een epiloog zijn eigen gedachten over de Nederlandse
partijpolitiek uiteen te zetten. Geconfronteerd met wraakzuchtig
politiek extremisme en een krakende democratie is het niet vreemd
dat de vraag zich opdringt wat de erfenis van Van Mierlo is – al
is het ongebruikelijk dat in te bedden zoals Smeets dat doet. Zijn
pleidooi om het idee van de Progressieve Volkspartij weer af te
stoffen is niet slecht. Maar er zijn meer manieren te bedenken
waarop het heden een Van Mierlo nodig heeft.<br>
</p>
<div class="su-pullquote su-pullquote-align-right"><strong>De
uiteindelijke erfenis van Van Mierlo is een andere, schrijft
Smeets. De boodschapper was de boodschap. Van Mierlo zette met
zijn stijl de politieke cultuur in een nietsontziend licht.</strong></div>
Van Mierlo verstoorde met zijn intrede in de Nederlandse politiek de
ingesleten en vaak cynische routines van het toen gangbare politieke
leven. Smeets laat in de biografie overtuigend zien hoe Van Mierlo’s
invloed ‘atmosferisch’ was. Het klopt dat bar weinig van het
programma waarmee hij de politiek betrad werd uitgevoerd. Zijn naam
is ook niet verbonden aan een belangrijke politieke hervorming.
Smeets merkt echter op dat de uiteindelijke erfenis van Van Mierlo
een andere is. De boodschapper was de boodschap. Van Mierlo zette
met zijn stijl de politieke cultuur in een nietsontziend licht. Die
erfenis laat zich misschien niet eenvoudig kwantificeren, maar het
feit dat Van Mierlo’s naam nog altijd met eerbied wordt
uitgesproken, al is er van zijn geest in de politiek nagenoeg niets
meer over, spreekt toch tot de grote waarde ervan. Het is moeilijk
om <em>Een wonderbaarlijk politicus</em> te lezen en niet met pijn
in het hart te denken aan de verwoesting die, met instemming van een
grote meerderheid van het parlement, tijdens het decennium van Rutte
is aangericht – en hoe de cultuur binnen politieke partijen
medeverantwoordelijk is voor die uitkomst. Van Mierlo bezat een
nagenoeg feilloos politiek instinct als het ging om de arrogantie
van de macht, en kon met vuur spuwen als hij met haar cynisme werd
geconfronteerd. Het laat zich raden hoe een politicus met zijn
vermogens het Binnenhof van nu – waar de apparatsjiks van het
neoliberalisme aan het roer staan van een overheid die haar burgers
wantrouwt – de stuipen op het lijf zou jagen.
</body>
</html>