[D66] De Vijf Doorbraken van D66: Loze Beloften voor de Overtuigingsgevoelige Elite

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Sun Oct 5 18:20:30 CEST 2025


De Vijf Doorbraken van D66: Loze Beloften voor de Overtuigingsgevoelige 
Elite

Er zijn politieke partijen die met overtuiging strijden, en er zijn 
partijen die met overtuigingskracht verleiden. De huidige D66 hoort 
overduidelijk tot de tweede categorie. Hun zogeheten vijf doorbraken – 
tien nieuwe steden, onderwijs op maat, groene energie, een slimme 
economie, en de gezondste generatie ooit – klinken revolutionair, maar 
zijn in wezen zorgvuldig ontworpen marketingproducten: slogans met een 
beleidsbijsluiter, bedoeld om de verbeelding te prikkelen van een 
specifiek type kiezer.

Niet de boze burger, niet de afhaker, niet de twijfelaar — maar de 
zelfverzekerde, progressieve professional. De stedelijke optimist die in 
PowerPoint denkt, in groeimodellen gelooft, en bij voorkeur 
“vooruitgang” definieert als iets dat vooral anderen moeten ondergaan.

1. “Tien nieuwe steden” — de droom van de beleidsarchitect

Tien nieuwe steden bouwen: het klinkt groots, bijna rennaissancistisch. 
In werkelijkheid is het een retorische ballon: groot genoeg om indruk te 
maken, leeg genoeg om niet lek te schieten.
D66 weet donders goed dat de bouw van één nieuwe stad al decennia kost, 
volloopt met stikstofprocedures, investeerdersconflicten, lokale 
weerstand en infrastructuurproblemen.

Maar de belofte heeft een esthetische functie, geen praktische: het 
beeld van dynamiek, durf, toekomst. D66 verkoopt de illusie dat 
vooruitgang nog steeds iets is wat je kunt plannen – alsof Nederland één 
groot whiteboard is waar je met markers steden bijtekent.

De kiezer die daarop valt, is niet dom, maar behoeftig: hij wil geloven 
dat visie nog bestaat, zolang die maar verpakt komt in beleidstaal die 
ruikt naar rationaliteit.

2. “Onderwijs op maat” — maatwerk als placebo

Wie kan tegen “onderwijs op maat” zijn? Niemand. Precies daarom werkt 
het. Het is een leus die geen vijanden kent, en dus ook geen inhoud heeft.
In de praktijk betekent het een cocktail van meetinstrumenten, 
digitalisering en differentiatie die vooral consultants, 
softwarebedrijven en beleidsafdelingen werk oplevert.

D66 weet dat het onderwijs niet lijdt aan gebrek aan maatwerk, maar aan 
overbelasting, wantrouwen en tekorten. Toch kiezen ze voor het modieuze 
managementwoord — want hun doelgroep, de beleidsgevoelige professional, 
herkent zichzelf erin: de mens die denkt dat elk probleem oplosbaar is 
met meer maatwerk, mits slim gemeten.

“Onderwijs op maat” is dus geen onderwijsidee, maar een 
zelfbeeldversterker voor de D66-kiezer: het gevoel dat hij bij de 
redelijke mensen hoort, die begrijpen hoe systemen werken.

3. “Betaalbare groene energie” — de moraal van de portemonnee

Groene energie is moreel goed; betaalbaarheid is economisch verstandig. 
Samen vormen ze de perfecte politieke zin: moreel én marktrijp. D66 
gebruikt hier de taal van moreel comfort.
De partij weet dat de echte transitie pijn doet — hogere prijzen, 
verlies van banen, conflicten over ruimte en gedrag. Maar in plaats van 
dat gesprek te voeren, verkoopt men de illusie van de win-winsituatie.

Zo spreekt D66 tot de klimaatbewuste stedeling die zijn vliegschaamte al 
heeft afgekocht met zonnepanelen op het dakterras. De “doorbraak” is een 
morele pleister: je hoeft niets wezenlijks op te geven om toch 
progressief te zijn.

4. “Een slimme economie” — het evangelie van de Excel-samenleving

De term “slim” is de fetisj van onze tijd: slim werken, slimme steden, 
slimme apparaten. Ook D66 weet dat “slim” in de oren van hun kiezer 
klinkt als beschaafd, efficiënt, moreel juist.
Maar een slimme economie is geen ideologie — het is een visieloos 
containerbegrip waarmee je alle tegengestelde belangen wegpoetst.

“Slim” verhult dat de economie niet te managen valt zonder keuzes over 
wie wint en wie verliest. Het doet alsof groei en duurzaamheid, 
technologie en menselijkheid, kapitaal en gelijkheid vanzelf te 
combineren zijn, zolang je maar genoeg algoritmes gebruikt.

5. “De gezondste generatie ooit” — beleid als morele wellness

Gezondheid is het nieuwe geluk, en D66 is de partij die het wil 
organiseren. Preventie, gedragssturing, normen, nudging — alles in 
dienst van de burger die gezond moet willen zijn.
Het is een paternalistisch ideaal in wellnessverpakking: de overheid als 
lifestylecoach.

Maar opnieuw: dit is niet bedoeld om reëel beleid te voeren; het is 
bedoeld om een gevoel van controle te verkopen aan de kiezersklasse die 
controle als morele waarde beschouwt. De gezonde, fitte, bewuste mens 
herkent zichzelf in de D66-visie en stemt er geruststellend op.

De politieke psychologie van de D66-beloften

De vijf doorbraken zijn dus geen plan, maar een marketingstrategie voor 
morele bevestiging.
Ze zijn ontworpen om een electoraat te bedienen dat gelooft in 
vooruitgang, maar niet in strijd; dat comfort zoekt in complexiteit, 
maar niet in conflict.

Het is de kiezer die zich graag ziet als rationeel, beschaafd, 
oplossingsgericht — en die vooral gerustgesteld wil worden dat zulke 
eigenschappen nog iets betekenen in een wereld vol populisme en chaos.

De D66-retoriek is in die zin een zelfhulppakket voor het politieke 
geweten van de grachtengordel: je hoeft niet boos te zijn, je hoeft niet 
radicaal te zijn, je hoeft alleen maar “verstandig” te stemmen.

Conclusie: de beloften van bestuurders, de troost van de burger

De “vijf doorbraken” zijn geen doorbraken, maar doorkijkjes in de ziel 
van een partij die haar politiek heeft vervangen door positionering.
Wat overblijft is een discours van vooruitgang zonder risico, 
vernieuwing zonder strijd, idealen zonder offer.

Ze zijn bedoeld om een bepaalde kiezer te imponeren: de moderne 
professional die niet per se verandering wil, maar het gevoel van 
verandering.
En zo wordt D66, ironisch genoeg, precies wat ze altijd beweerde te 
bestrijden: een partij van stilstand in beweging.


More information about the D66 mailing list