[D66] De val van Schoof I – De bureaucraat die premier wilde spelen
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Wed Jun 4 00:24:02 CEST 2025
De val van Schoof I – De bureaucraat die premier wilde spelen
door onze redactie
---
Er zijn valpartijen die met grandeur gepaard gaan, met retoriek en
revolte. De val van Schoof I was er daar niet een van. Die gleed, haast
onmerkbaar, van de trap af — in grijze pakken, in beleidsnotities, in
jargon. Geen tragiek, geen ironie, slechts een kabinet dat precies kreeg
wat het verdiende: niets.
Dick Schoof, de man die met de allure van een archiefkast tot premier
werd gepromoveerd, had nooit het plan gehad om een volk te inspireren.
Hij was de incarnatie van procedure, een ex-veiligheidschef met het
charisma van een printermenu. Zijn kracht lag niet in visie, maar in de
overtuiging dat als je genoeg regels volgt, de realiteit zich wel aanpast.
Zijn optreden als minister-president leek meer op een bijlage bij een
memo dan op leiderschap. Waar zijn voorganger Rutte nog kon glimlachen
terwijl hij wegdraaide van verantwoordelijkheid, keek Schoof alleen maar
glazig. Hij was geen man van het volk, maar van de verordening. Een
bestuurslaag in mensenvorm. Een algoritme in driedelig grijs.
En zo was ook zijn kabinet: een onnavolgbare fusie van partijen die
elkaar wantrouwden bij de koffieautomaat. VVD-ambtenarij, PVV-onvrede,
BBB-antiliberalisme en NSC’s bestuurlijke nostalgie. Samen regeerden ze
met de vitaliteit van een bejaardenhuis tijdens een stroomstoring.
De val kwam — hoe verrassend — over migratie. Wilders, die al maanden
zat te gluren naar de uitgang, gooide zijn radicale tienpuntenplan op
tafel als een glas azijn in de soep. Toen niemand trek had, speelde hij
verongelijkt de martelaar en verliet het toneel. Niet omdat hij verrast
was, maar omdat het altijd al zijn plan was: besturen is saai, oppositie
voeren veel leuker.
Schoof stond erbij en keek ernaar. Niet boos, niet verbaasd, maar
simpelweg onthand. Alsof het draaiboek ineens ophield en niemand hem had
verteld dat politiek ook zonder script moet kunnen.
Toen hij zijn ontslag aanbood bij de koning, sprak Schoof van een
“onnodige breuk”. Dat was zijn enige analyse. Niet dat zijn kabinet
inhoudsloos was. Niet dat zijn aanstelling een vergissing was. Nee — dat
het jammer was dat anderen zich niet aan het draaiboek hielden.
En zo ging Dick Schoof ten onder zoals hij had geregeerd: kleurloos,
klankloos, betekenisloos. Geen tragedie. Geen drama. Enkel de
vaststelling dat je een ambtenaar wel een stoel kunt geven, maar nog
geen richting, geen stem, en zeker geen land.
More information about the D66
mailing list