[D66] In de ban van Antarctica

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sat Oct 28 10:55:24 CEST 2023


[In de eerste 2 alinea's staat datgene dat ik hier wel eens heb 
opgemerkt (zowaar in dezelfde bewoordingen) en vervolgens wordt 
opgemerkt dat men eigenlijk niet weet hoe het verder gaat]


Bron:   Volkskrant
Datum:  27 oktober 2023
Auteur: Maarten Keulemans
URL:    
https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2023/in-de-ban-van-antarctica-de-sterk-uiteenlopende-scenarios-voor-het-smeltende-ijs~v923812/
Ref:    http://www.fluks.combidom.com/climate/


In de ban van Antarctica
De sterk uiteenlopende scenario's voor het smeltende ijs
--------------------------------------------------------

Het is dus minder groot dan je verwacht, dat hele continent Antarctica. 
In haar smalle werkkamer, vijfhoog in het natuurkundegebouw van Utrecht, 
wijst promovendus Franka Jesse op het beeldscherm van haar computer. 
Denk al dat ijs even weg, en dit is wat je van het machtige Antarctica 
overhoudt, toont ze. Een groep eilanden, met grillig gekartelde 
kustranden en fjorden, en overal tussendoor gapende binnenzeeen.

Vooral in het westen - de kant die als een wenkende vinger uitsteekt 
naar Zuid-Amerika - stelt het reuzencontinent weinig voor. Een soort 
archipel, met een sliert eilanden op een rij, omzoomd door diepe zeeen. 
Dat is wat er zou overblijven als je de reusachtige ijskap die de boel 
bedekt als een stolp van Antarctica optilt.

Niet vreemd dat glaciologen een tikje nerveus worden als het gaat om het 
zuidpoolcontinent. Smelt de ijsmassa volledig in zee, en je krijgt 
liefst 57,9 meter zeespiegelstijging, wereldwijd. De westkant alleen al 
is goed voor zo'n 3 tot 5 meter zeespiegel erbij. En deze week onthulden 
Britse onderzoekers: waarschijnlijk is het zelfs bij streng 
klimaatbeleid al te laat om de smelt van een aantal cruciale gletsjers 
in West-Antarctica nog te stoppen.

Dat al het ijs van Antarctica smelt, achten wetenschappers uitgesloten - 
het meeste ervan ligt immers hoog op het continent, ver boven de 
vorstgrens. Maar dat er aan de randen en vooral in het lage westen 
dramatische kettingreacties op gang kunnen komen, met mogelijk meters 
zeespiegelstijging als gevolg, dat is een mogelijkheid die wereldwijd 
veel zorgen baart.

'Het lot van ons land hangt af van wat er in Antarctica gaat gebeuren', 
zei oceaanexpert Sybren Drijfhout enkele weken geleden al, bij de 
presentatie van de nieuwste klimaatscenario's van het KNMI. Maar wat kan 
er precies misgaan? Een rondleiding, aan de hand van vijf ijsplaten en 
gletsjers.

Toen Roderik van de Wal (Universiteit Utrecht) zich voor het eerst begon 
te verdiepen in de glaciologie, gold Antarctica een beetje als een saai 
continent. Hier gebeurde nooit wat. Of in elk geval niets waarvan we in 
Nederland wat zouden merken. 'Als het 2 graden warmer wordt, gaat de 
temperatuur van min 18 naar min 16, en is er nog steeds geen smelt', vat 
hij het destijds heersende denken samen.

Maar toen, op 31 januari 2002, gebeurde er opeens wel iets. Helemaal aan 
het verste puntje van West-Antarctica scheurde een ijsschots los, ruwweg 
zo groot als Groningen en Friesland bij elkaar. 'Larsen B', heette die 
flard, en hoewel de ijsplaat zelf geen zeespiegelstijging geeft, bewees 
het voorval wel dat Antarctica meer gooi- en smijtwerk in zijn mars 
heeft dan glaciologen dachten.

Wat er daarna gebeurde, was eigenlijk nog opzienbarender, vertelt Van de 
Wal. Alsof er een stop uit het continent was getrokken, begon een 
bescheiden gletsjer die pal achter de Larsenijsplaat lag, versneld in 
zee te stromen. 'Tot die tijd was er in de wetenschap discussie over wat 
het opbreken van zo'n ijsplaat zou betekenen', vertelt Van de Wal. 'En 
toen konden we het met eigen ogen zien. Het ijs erachter gaat harder 
stromen.'

Inmiddels zijn poolwetenschappers het erover eens dat West-Antarctica 
bij elkaar wordt gehouden door de grote, op zee drijvende ijsvlakten, 
die als klonten stopverf voorkomen dat de reuzengletsjers van het 
continent versneld de zee instromen. 'Zolang er ijsplaten zijn, hoeven 
we ons niet zo'n zorgen te maken', zegt Van de Wal. 'Maar als de platen 
weg zijn, weten we niet goed hoe snel het gaat. En zoals het er nu voor 
staat, is er kans dat de ijsplaten rond 2100 gaan instorten.'

Wetenschappers die de ijsplaten in de computer weggumden, ontdekten dat 
zoiets uiteindelijk zou leiden tot 1 tot 12 meter zeespiegelstijging 
wereldwijd. Niet een erg geruststellende gedachte.

De Doomsday Glacier, noemen de media hem wel. Losjes vertaald, de 
Gletsjer des Doods. Want terwijl de Larsenplaat nog een tamelijk 
onschuldige gletsjer in toom hield, houdt de Thwaites-ijsplaat heel wat 
meer in bedwang. 'En aan een kant hangt hij al los', zegt Van de Wal. 
Haal de ijsplaat weg en het is alsof je een stop uit West-Antarctica 
trekt. 'Een boel wordt dan onomkeerbaar', zegt Van de Wal.

Laat de opwarming van de aarde in het huidige tempo voortgaan, en wat je 
krijgt is zo'n 44 tot 76 centimeter zeespiegelstijging wereldwijd, eind 
deze eeuw. Dat is als de internationale gemeenschap de uitstoot van 
broeikasgassen gaandeweg stabiliseert, anders kunnen we in het slechtste 
geval uitkomen op 59 centimeter tot 124 centimeter in 2100.

Maar dat is nog steeds de weg van de geleidelijkheid. Zonder 
verrassingen zoals afscheurende ijsplaten of versnellende gletsjers. 
Toen een onderzoeksgroep onder leiding van de Amerikaanse poolexpert Bob 
DeConto de smeltende zuidpool enkele jaren geleden nabootste met een 
nieuw computermodel dat wel rekening houdt met allerlei abrupte 
processen, ontdekte hij dat de smelt van Antarctica ergens rond het jaar 
2060 opeens kan versnellen. In 2100 zou de zeespiegel 1,5 meter, en in 
het jaar 2300 zelfs 15 tot 20 meter hoger staan, aldus DeConto. Een 
bescheiden flatgebouw aan zeeniveau erbij.

Van de Wal riep een panel van zo'n dertig experts bijeen om een geleerde 
inschatting te maken van wat er kan gebeuren. De zee kan in het 
allerslechtste geval uitkomen op ongeveer 10 meter stijging wereldwijd, 
beredeneerden die. Weliswaar pas over een paar eeuwen, in het jaar 2300, 
maar niet ondenkbaar is dat de zee in 2100 al 2,5 meter hoger staat, 
bleek uit weer een andere inschatting door experts, geciteerd door het 
KNMI.

'Je kunt dan wel zeggen: een paar meter zeespiegel kunnen we prima aan', 
zegt Van de Wal. 'Maar de werkelijkheid is dat je een megaprobleem hebt, 
als de zee in 2100 een paar meter is gestegen. Omdat de ijskap met een 
vertraging reageert op veranderingen in het klimaat, is het dan naar 
alle waarschijnlijkheid nog niet voorbij. 2 meter in 2100 betekent al 
snel 5 meter in 2200, en 10 meter in 2300. Dat wil je gewoon liever 
voorkomen.'

Zelfs bij een lage uitstoot van broeikasgassen ligt 'meerdere meters 
zeespiegelstijging' op de loer, schrijft Van de Wal, in vakblad Earth's 
Future. Tijdens het zogeheten Eemien, een prehistorisch tijdvak zo'n 
129- tot 116 duizend jaar geleden, was het ook een graad warmer geworden 
op aarde, net als nu. Toch stond de zeespiegel 4 tot misschien wel 9 
meter hoger. Dat is geen goed voorteken. Wat zien wetenschappers over 
het hoofd?

'Het zou best eens kunnen dat het systeem gevoeliger is dan we denken', 
zegt Van de Wal. 'Niemand kan er de hand voor in het vuur steken dat er, 
als we de uitstoot van broeikasgassen snel beperken, helemaal niets 
gebeurt.'

Daarin lijkt hij gelijk te hebben. In een deze week verschenen onderzoek 
becijferen Britse poolwetenschappers wat er met gletsjers zoals de 
Thwaites gebeurt als we erin slagen de opwarming van de aarde te remmen. 
Hun conclusie: zelfs als de opwarming van de aarde beperkt zou blijven 
tot 1,5 graad, smelten de gletsjers versneld door.

'Het lijkt erop dat we de controle over het smelten van de 
West-Antarctische ijskap kwijt zijn', aldus hoofdonderzoeker Kaitlin 
Naughten van onderzoeksinstituut British Antarctic Survey.

Wat de toestand van gletsjers zoals de Doemsdaggletsjer nogal 
verraderlijk maakt, is de situatie onder het ijs. Want de smelt van 
Antarctica wordt niet zozeer gedirigeerd door opwarmende lucht, maar 
door het geleidelijk opwarmende, zoute zeewater, dat onder en langs de 
in zee hangende ijsplaten spoelt.

Neem de zogeheten Pine Island-gletsjer. Een gestage, kilometers brede 
stroom ijs, niet ver verwijderd van de Thwaitesgletsjer, die met zo'n 4 
kilometer per jaar richting zee stroomt en waar met enige regelmaat 
Waddeneiland-grote stukken ijsschots vanaf breken. Maar sinds ongeveer 
2017 gaat het allemaal steeds sneller en trekt de gletsjer zich terug, 
als een slak in zijn slakkenhuis, doordat er steeds meer stukken vanaf 
breken, ontdekten wetenschappers van het Europese satellietprogramma 
Copernicus enkele jaren geleden. En het is de vraag of die versnelling 
nog wel ophoudt.

Dat heeft te maken met de ligging van de gletsjer, legt Jesse uit. Net 
als onder de Thwaitesgletsjer wordt de zeebodem naarmate je verder 
continent-inwaarts gaat steeds dieper in plaats van ondieper, omdat het 
continent pas honderden kilometers verderop boven zeeniveau komt. En dat 
kan een griezelige, onomkeerbare versnelling van de smelt geven, omdat 
er bij terugtrekking van de gletsjer een steeds dikkere plak ijs komt 
bloot te liggen. 'Je zet de kraan eigenlijk verder open', zegt Jesse.

Dat is niet het enige. Door het smelten komt onder de gletsjer stroming 
op gang, die als een ronddraaiende wasmachine steeds weer nieuw zout 
zeewater langs de onderkant voert, wat weer leidt tot meer smelt. Er 
zitten kieren en holtes in de gletsjer, waar zeewater het ijs sneller 
kan aanvreten. En aan de bovenkant kan smeltwater in natuurlijke spleten 
gaan zitten, opvriezen en de schots uit elkaar drukken.

'We zitten op een punt waarop er erg veel gebeurt', zegt Jesse, die de 
processen onder gletsjers zoals Pine Island en Thwaites probeert te 
vangen in nieuwe computermodellen. 'En je kunt niet even onder zo'n 
ijsplaat duiken, om te zien hoe het precies zit.'

Waar de wereld dringend behoefte aan heeft, schreef de prominente 
poolonderzoeker Eric Rignot vorige maand in Nature Climate Change, is 
een vloot aan sensoren, sondes, duikbootjes, radars en hydrofoons om 
beter in kaart te brengen wat er onder de schotsen gebeurt. 'We hebben 
meer nodig dan een ijsbreker, meer dan een duik, meer dan een 
verkenning, meer dan een onderzoeksseizoen', aldus Rignot.

'De grote lijnen snappen we', zegt Jesse. 'Maar het liefst zouden we een 
systeem voor vroege waarschuwing hebben: als we dit zien, moet je 
oppassen. Misschien zijn er in sommige regio's nu al processen op gang 
gekomen die niet zomaar omkeerbaar zijn.'

Gelukkig zijn er ook plekken op Antarctica waar nog weinig aan de hand 
is. Zoals op de uitgestrekte Filchner-Ronne-ijsvlakte. Spreid deze plak 
ijs vanaf Nederland uit over Europa, en je ziet een muur van ijs zo hoog 
als de Euromast, die reikt tot aan de Dordogne in het zuiden en tot aan 
Tsjechie en Oostenrijk in het oosten.

In mei 2021 brak er een ijsschots genaamd 'A76' af van de plaat: meteen 
een van de grootste plakken ijs die glaciologen ooit zagen wegdobberen. 
De Filcher-Ronne-ijsvlakte had er weinig last van. Deze klont ijs krijg 
je niet zomaar weg.

Of wel? Ook voor massieve ijsmassa's dreigt bij hogere opwarming 
misschien een versneld afbraakproces, denken sommige glaciologen. Aan de 
rand van Groenland ziet men het soms gebeuren: het afbreken van enorme 
stukken ijs, domweg omdat de zwaartekracht het niet meer aan kan.

IJsklif-instabiliteit, heet dat verschijnsel ook wel. Het is een beetje 
alsof je een berg zand van onderaf begint weg te graven, waarna de 
brokstukken van de bovenkant af vallen. In het geval van een 
gletsjermuur: de stukken ijs brokkelen af en plonzen in zee, met het 
fotogenieke geweld dat in heel wat klimaatcampagnes is te zien.

Maar of het proces echt wel zo belangrijk is, is de vraag, zegt Van de 
Wal. 'Grotere veranderingen in de omvang van de ijsplaten lijken te 
worden veroorzaakt door meer smelt aan de onderkant en aan de bovenkant, 
waardoor de ijsplaat op kan breken of dunner wordt.'

Een reeler gevaar voor massa's als de Filchner-Ronne-ijsvlakte is dat 
bij een opwarmend klimaat in de tweede helft van deze eeuw de 
zeestroming verplaatst, waardoor het ijzige water onder de vlakte warmer 
zou worden, volgens diverse computerstudies die de situatie nabootsten. 
Dat kan op termijn leiden tot verzwakking en uiteenvallen van de 
reusachtige plaat.

En mocht de Thwaitesgletsjer sneuvelen, dan kan de oprukkende smelt 
West-Antarctica 'van achteren aanvallen', verwacht Van de Wal. 'Dan 
wordt het ijs hier van links naar rechts opgegeten. Omdat veel van de 
gebieden hier onder zeeniveau liggen.'

Daar keek de Australische meteoroloog en zee-ijsexpert Jan Lieser toch 
raar van op. Toen hij vorig jaar maart nieuwe satellietfoto's bekeek van 
de kust van Oost-Antarctica, bleek er ineens een stuk zo groot als 
Flevoland te ontbreken. 'Twee gedeelten die we jaren hadden gevolgd, 
waren er niet meer', zei Lieser erover tegen de pers, enigszins 
beteuterd.

Het ontbrekende stuk ijs was 'helemaal niet zo belangrijk', duidt 
poolwetenschapper Stef Lhermitte (TU Delft, KU Leuven). En het opbreken 
ervan was noch onverwacht noch een drama: de ijsplaat vervult geen al te 
belangrijke rol bij het afremmen van gletsjers. Toch werd het opbreken 
van de Conger-ijsplaat, half maart vorig jaar, wereldnieuws. 'Het was 
voor het eerst sinds we satellietwaarnemingen hebben dat zo'n plaat aan 
de oostkant van Antarctica abrupt wegviel', zegt Lhermitte.

Ook Oost-Antarctica kent zo zijn probleemgletsjers. Zoals de 
Denman-ijsplaat, een ijsvlakte die uitgerekend boven een kilometers 
diepe onderzeese canyon ligt, wat hem snel instabiel kan maken. Of de 
Totten-gletsjer, een strategisch gelegen uitloper die een enorme 
ijsstroom tegenhoudt en die in de prehistorie al zeker elf keer versneld 
is gesmolten. Als klap op de vuurpijl ontdekten wetenschappers in 2016 
een nieuwe geul in de zeebodem, waarlangs relatief warm water onder de 
gletsjer kan kruipen.

Tot dusver zijn er geen tekenen dat Oost-Antarctica aan het vervallen 
is, benadrukt Van de Wal. 'En de watertemperatuur is er dusdanig laag 
dat er ook geen signalen zijn dat daarin snel verandering komt.' Maar 
dat is nu. 'Als we computersimulaties doen, is dit na West-Antarctica 
het eerstvolgende gebied waar iets gaat gebeuren.'

Daarbij doelt hij vooral op Wilkesland, in feite een soort 
eilandenarchipel onder het ijs aan de Australische kant van Antarctica. 
Net als West-Antarctica ligt het gebied grotendeels onder zeeniveau, wat 
Wilkesland gevoeliger maakt voor smelt. 'Wilkesland is het eerste dat 
gaat. Het bassin loopt dan leeg', zegt Van de Wal. 'En dan gaat het om 
meer dan een paar meter.'

'Het is natuurlijk niet zo dat West- en Oost-Antarctica volledig 
gescheiden werelden zijn, en we ons alleen maar zorgen maken over 
West-Antarctica', zegt ook Lhermitte. 'Dat we het oosten relatief veilig 
noemen, komt ook doordat het westen sneller smelt.'

Een paar decimeter zeespiegelstijging - of misschien 20 meter. Het zijn 
nogal verschillende toekomsten waaruit de wetenschap wijs moet zien te 
worden. 'Er worden op dit moment grote stappen gezet', zegt Lhermitte. 
'De modellen geven nu nog sterk uiteenlopende resultaten. Ik verwacht de 
komende tijd dat die verschillen wel kleiner zullen worden.'

--------
(c) 2023 DPG Media B.V.


More information about the D66 mailing list