[D66] Ellsberg: ‘Onze kernwapens zijn niet defensief bedoeld’
René Oudeweg
roudeweg at gmail.com
Sun May 28 17:34:31 CEST 2023
groene.nl
‘Onze kernwapens zijn niet defensief bedoeld’
24–32 minutes
Die ene lentedag in 1961 zou het scharnierpunt van zijn leven worden.
Daniel Ellsberg was nog niet bekend als klokkenluider van de Pentagon
Papers in 1971, nog niet door Henry Kissinger aangemerkt als
‘gevaarlijkste man van Amerika’ en ook nog niet gevierd als held die het
einde van de Vietnamoorlog in gang zette. Ellsberg was een ‘gewone’
consultant voor het Pentagon. Maar als specialist op het gebied van
militaire besluitvorming had hij een vraag. Hij wilde weten hoever de
generaals wilden gaan met kernwapens als de Russen niet zouden buigen
voor Amerikaanse dreigingen. Uit hoofde van president John F. Kennedy
stelde hij een officiële vraag aan de legerleiding: hoeveel mensen gaan
we doden als we ons nucleaire draaiboek uitvoeren? Het antwoord, bedoeld
for the president’s eyes only: driehonderd miljoen Russen, én Chinezen,
plus driehonderd miljoen anderen, de indirecte doden niet meegerekend.
Het leger had niet de logistieke capaciteit voor twee draaiboeken en
beschouwde daarom China en de Sovjet-Unie voor het gemak als één vijand.
Ellsberg was diep geschokt over deze ‘geïnstitutionaliseerde dwaasheid’,
schreef hij zes jaar geleden in zijn boek The Doomsday Machine:
Confessions of a Nuclear War Planner. ‘Dit was dieper kwaad dan welk
ander project van de mens ook. Van die dag af had ik nog maar één doel
in het leven: de uitvoering van dit plan voorkomen.’ Toen hij echter
eind jaren zestig als analist in Vietnam ontdekte dat de Amerikaanse
regering al jarenlang loog over de oorlog daar, voelde hij zich
gedwongen geheime documenten te lekken naar de pers. Deze Pentagon
Papers luidden het begin in van de val van president Nixon en het einde
van de Vietnamoorlog. Ellsberg ontliep ternauwernood een celstraf van
115 jaar. Toch, zegt hij nu, was dit allemaal ‘klein bier’ vergeleken
met het kwaad dat hij ontdekte op de burelen waar de nucleaire strategie
van de VS koud en rationeel werd uitgerekend.
Enkele dagen voor ons videogesprek heeft Ellsberg van de dokter te horen
gekregen dat hij terminaal ziek is. Het is de vraag of hij de zomer gaat
halen. Maar hij kijkt dankbaar terug op zijn leven. ‘Ik ben 92 geworden.
Ik mag van de dokter alles weer eten waar ik van genoot’, zegt hij. Hij
wil zijn laatste weken graag gebruiken om de wereld nog één keer zijn
boodschap te vertellen, aan cnn, 60 Minutes en ook De Groene Amsterdammer.
Hij is scherp en weet alle cijfers en namen nog feilloos op tafel te
leggen. Hij stuurt naderhand nog een paginalang betoog op, want hij wil
zeker weten dat we het begrijpen: de dreigementen van Vladimir Poetin om
kernwapens in te zetten in Oekraïne, zijn immoreel en dwaas. De
Russische president zet het leven op de planeet op het spel voor
politieke doelen. Maar dit is precies wat wijzelf ook doen, al zeven
decennia lang. De wijdverbreide theorie van wederzijdse nucleaire
afschrikking, de theorie dat wij die wapens nodig hebben om Rusland te
kunnen straffen voor een eventuele kernaanval, en dat ze dus vooral
defensief bedoeld zijn, is een mythe.
In Amerika is Ellsberg vooral bekend om zijn rol in de Vietnamoorlog,
vertelt zoon Robert Ellsberg, uitgever in New York. ‘Veel mensen weten
niet wat hij te vertellen heeft over kernwapens, maar zien hem vooral
als heroïsche klokkenluider uit het verleden. Dat frustreert hem wel.
Mensen beseffen niet waarom hij de Pentagon Papers ooit heeft gelekt. En
ook niet waarom president Nixon hem zo gevaarlijk vond. Dat heeft alles
te maken met het geheime dreigement van Nixon om kernwapens in te zetten
in Vietnam, in 1961.’
Op de economiefaculteit in Harvard was Daniel Ellsberg (1931) vooral
bezig met speltheorie en besluitvorming in tijden van crisis. Voor het
leger was dit een cruciaal vakgebied, met het steeds heter worden van de
Koude Oorlog. Nadat hij een paar jaar had gediend bij de marine en als
commandant in 1956 betrokken was bij de Suezcrisis, kreeg hij de kans om
te promoveren op militaire besluitvorming bij een adviesorgaan voor de
luchtmacht, de RAND Corporation. Hier kreeg hij toegang tot top
secret-stukken om de besluitvorming rond kernwapens te onderzoeken. ‘Ik
geloofde toen nog de leugen dat de Sovjet-Unie veel meer kernraketten
had dan wij’, vertelde hij eens. ‘We dachten allemaal dat afschrikking
de eerste prioriteit was voor de veiligheid van ons en die van de
wereld.’ Om besluitvorming beter te kunnen analyseren, kreeg hij in de
loop der jaren toegang tot steeds geheimere stukken. ‘Ik verzamelde een
lading afschuwelijke kennis die de rest van mijn leven zou kleuren.’
In 1961 moest hij als adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken
het concept van de operationele richtlijnen voor een kernoorlog
schrijven voor de legerleiding. Het was de aanleiding om namens de
president de beruchte vraag over het aantal doden te stellen. Een jaar
later zat hij in twee van de drie werkgroepen die permanent de National
Security Council adviseerden tijdens de Cubacrisis, toen de Russen
kernkoppen wilden plaatsen in Cuba en de Amerikanen dreigden met een
invasie. De wereld kwam nooit zo dicht bij een kernoorlog. De grootste
kans op fouten lag niet bij de president, ontdekte Ellsberg achteraf,
maar bij lagere rangen aan wie besluitvorming was gedelegeerd. Beide
presidenten waren vastberaden om géén kernoorlog te beginnen, en toch
ontsnapten beide landen in de stress van het conflict op een haar na aan
het indrukken van de knop door een commandant in het veld.
In Vietnam ontdekte hij bij de soldaten aan het front al snel de
hopeloosheid en de zinloosheid van deze oorlog. Hij kwam dieper in de
morele problemen toen hij meeschreef aan een ministerieel onderzoek en
zo ontdekte dat vier presidenten achter elkaar de sovjets in het geheim
hadden gedreigd met escalatie in Vietnam. Inclusief een kernaanval. Hij
werkte met veiligheidsadviseur Henry Kissinger en zag al snel dat de
regering-Nixon gewoon doorging met deze hopeloze en leugenachtige strategie.
Intussen ontmoette Ellsberg dappere jongemannen die bereid waren om de
gevangenis in te gaan voor hun keuze om dienst te weigeren. Op hun
aanraden ging hij Gandhi, King en Thoreau lezen, over geweldloos verzet.
Hij besloot dat hij niet langer kon doorgaan en nam de cruciale
beslissing om in het geheim de zevenduizend pagina’s van het
ministeriële Vietnamonderzoek te kopiëren, in de overtuiging dat dat hem
de rest van zijn leven achter de tralies zou brengen. In 1970 lekte hij
het hele onderzoek naar een senator, maar die durfde er niets mee te
doen. In 1971, toen zijn regering ook Laos was binnengevallen, ging hij
een stap verder en lekte de documenten naar The New York Times. Dit
verhaal is verfilmd door Steven Spielberg in The Post. De krant werd
echter direct door de rechter gemuilkorfd, waarop Ellsberg zich
genoodzaakt zag om het document naar negentien kranten tegelijk te
verspreiden. Eindelijk kwam het nieuws naar buiten: onze regering weet
al jaren dat we niet kunnen winnen in Vietnam, maar blijft kanonnenvlees
sturen. Het leidde tot een grote golf van burgerlijke ongehoorzaamheid
en vormde het begin van het einde. In 1973 trok het Congres het budget
voor de oorlog in en twee jaar later was de oorlog voorbij.
Inmiddels was de jacht op Ellsberg geopend. Hij vluchtte voor de fbi,
werd na twee weken gearresteerd en kreeg een strafeis van 115 jaar. Maar
Nixon ging over de schreef bij zijn jacht op deze ‘son of a bitch’ met
illegaal afluisteren, inbraak en zelfs een poging om hem ‘uit te
schakelen’. Samen met zijn criminele acties tegen de Democratische
Partij in het Watergate Hotel werd dit het begin van zijn val. In 1974
trad Nixon af, de rechtszaak tegen Daniel Ellsberg werd gestaakt.
Vanaf dat moment ging Ellsberg zich volledig wijden aan het onderzoeken
van overheidsleugens en het steunen van klokkenluiders. In 2004 nog
richtte hij het TruthTelling Project op om mensen te steunen die leugens
van hogerhand aan de kaak willen stellen. Voor hem was het zonneklaar
dat veel kwalijk beleid en illegale militaire acties mogelijk waren
doordat de president en andere hoge functionarissen konden wegkomen met
liegen en manipuleren. Zijn jarenlange onderzoek naar de Vietnamoorlog
bundelde hij in 2002 in zijn boek Secrets. In 2006 kreeg hij voor zijn
werk de prestigieuze Right to Livelihood Award.
Zijn allerbelangrijkste missie werd echter nucleaire ontwapening. Hij
zat namelijk met een enorm geheim waar bijna niemand van afwist, tot zes
jaar geleden, toen hij zijn verhaal deed in een nieuw boek, The Doomsday
Machine. Tijdens de hele Vietnamoorlog had geen enkele journalist of
aanklager hem deze ene vraag gesteld: wat heb je nog meer gekopieerd? De
waarheid was: de beroemde Pentagon Papers waren maar een deel van wat
hij had gestolen. Dozen vol vertrouwelijke informatie over nucleaire
strategie, onderzoeken, notities, gespreksverslagen en oude nucleaire
aanvalsplannen had hij bij zijn broer verstopt. Omdat de fbi actief aan
het jagen was, en deze documenten hem zeker levenslang achter de tralies
zouden brengen, verstopte de broer de documenten in een grote afvalberg.
En dat bleek een grote fout, want op een treurige zomerdag brak er een
tropische storm uit en een grote modderstroom vaagde een deel van de
grond weg waar de dozen in waren verstopt. Tot zijn grote frustratie kon
Ellsberg zijn kennis over het kernwapenbeleid jarenlang niet met
documenten onderbouwen.
Hij deed academisch onderzoek naar kernwapenbeleid, hield lezingen en
deed mee aan demonstraties bij nucleaire testlocaties. Bij meer dan
tachtig daarvan werd hij gearresteerd. ‘Ik probeerde de rechtszaken te
gebruiken om het publiek en de aanklagers te informeren over het beleid
waartegen we protesteerden.’
Veel bewijzen zaten verstopt in verloren gegane documenten. Door
onderzoek van journalisten en academici kwamen veel in de loop van de
decennia alsnog naar buiten. Het lukte steeds beter om aan te tonen dat
het kernwapenbeleid gestoeld is op misleiding. En zo kon hij in The
Doomsday Machine alsnog zijn verhaal onderbouwen. Deze boodschap wil hij
nu, nu hij echt aan het eind van zijn leven is gekomen, heel graag nog
één keer uitleggen, want door de oorlog in Oekraïne zijn we weer terug
bij af.
‘De oorlog in Oekraïne is pure winst voor de mensen die de Navo nieuw
leven wilden inblazen’, begint Ellsberg somber. ‘De Russische vijand is
namelijk onmisbaar voor de Navo. De mooie woorden van Gorbatsjov,
“vriendschap van Lissabon tot Vladivostok”, zijn door Amerikaanse
leiders al twintig, dertig jaar getorpedeerd. Ze hebben Poetin
gedemoniseerd, en Poetin heeft op zijn beurt dat beeld waargemaakt. Er
is nu zo veel bitterheid in Oekraïne, het is moeilijk in te zien hoe dat
nog kan verdwijnen. De wapenhandelaren spinnen er garen bij. Voor hen
maakt het niet eens uit wie er wint.’ En dit staat nog los van het
probleem dat we met de huidige vijandschap wel kunnen fluiten naar
internationaal klimaatbeleid. ‘Het is echt een illusie dat we nog tot
vermindering van broeikasgassen kunnen komen.’
Het is duidelijk dat Poetin hier de agressor is, zegt Ellsberg. Hij
heeft geen behoefte om te doen alsof het allemaal aan het Westen ligt
wat er in Oekraïne gebeurt. ‘Maar het Amerikaanse track record is echt
niet beter. De VS hebben in Irak één tot anderhalf miljoen mensen
gedood, alleen nog de directe doden. Dat is vijf keer meer dan in
Oekraïne tot nu toe. Het aantal vluchtelingen is vergelijkbaar. Mensen
zeggen dat Rusland een ongekende agressie laat zien. Agressie is het
zeker, maar ongekend? Poetin zou voor het Internationaal Strafhof
gesleept moeten worden, als dat kon, maar Bush ook. Ik zie geen verschil.’
Het gevaarlijkste aan dit conflict is de nucleaire spierballentaal
waarvan Poetin zich nu bedient, vindt Ellsberg. Hij is uit het
Start-verdrag gestapt, het enige overgebleven kernwapenverdrag. ‘Dat is
heel erg. Maar het is natuurlijk geen verrassing. Het nucleaire risico
is groter dan we ooit hebben gezien sinds de Cubacrisis.’
Als Oekraïne met westerse hulp de Krim zou heroveren, is er volgens
Daniel Ellsberg een grote kans dat Poetin zijn tactische kernwapens
daadwerkelijk gaat inzetten. ‘Misschien twee of drie. In de ogen van
veel Russen is dan namelijk Russisch grondgebied in gevaar. Poetin zal
onze reactie willen testen. Dan zijn er twee scenario’s. Eén: de wereld
stopt met vechten en gaat met hem onderhandelen, op zijn voorwaarden, en
dat betekent het accepteren van de inlijving van de Donbas en de Krim.’
Dat zou dramatisch zijn, omdat het zal leiden tot een enorme nucleaire
proliferatie. ‘Als blijkt dat een “beperkte” nucleaire oorlog mogelijk
is, wordt dat een heel aantrekkelijke strategie voor de dertig, veertig
landen die dat ook wel zouden willen kunnen.’
Het andere scenario is nog veel dramatischer. ‘Het kan leiden tot een
totale oorlog van het Westen tegen Rusland, en dat kan een kernoorlog
worden.’ Het is een apocalyptisch beeld. Een kernoorlog, zegt Ellsberg,
leidt namelijk niet alleen tot directe doden in Rusland en het Westen.
‘Sinds 1983 weten wetenschappers dat de explosies zullen leiden tot
vuurstormen boven steden, waardoor grote hoeveelheden as en rook de
stratosfeer in worden gespoten, die daar jarenlang het zonlicht zullen
blokkeren doordat ze niet weg kunnen regenen.’ Het is dus niet de
nucleaire fall-out, maar een ‘nucleaire winter’ die ervoor zorgt dat er
geen oogsten meer zijn. Modellen laten zien dat maar een paar procent
van de mensen het zal overleven.
‘We moeten opstaan en zeggen dat dit ontoelaatbaar is. Het is
ontoelaatbaar dat Poetin dreigt met kernwapens. Maar het is ook
ontoelaatbaar dat wij ditzelfde doen! Waar Poetin mee dreigt, daar
dreigen wij al zeventig jaar mee. En Nederland doet daaraan mee door
kernwapens te accepteren op zijn grondgebied. Het is immoreel en dwaas.’
‘Oekraïne en Taiwan willen helpen in hun strijd tegen autoritaire
regimes is roekeloos’
Hier spreekt niet zomaar een pacifist, maar een topspecialist op het
vlak van speltheorie en militaire strategie, die de Amerikaanse
legerleiding in crisissituaties heeft geadviseerd. Zijn analyse is als
volgt: ‘Ons kernwapenbeleid is gestoeld op de capaciteit om een
kernoorlog te winnen. Om te kunnen dreigen met een first strike, dat is
een aanval die zo overweldigend is dat je de tegenaanval beperkt tot
aanvaardbaar niveau, dus “slechts” tien tot twintig miljoen Amerikaanse
doden. De logica hiervan is dat we met die overmacht kunnen dreigen met
first use, het gebruik van een kernwapen in een kleiner politiek
conflict. In de jaren tachtig zijn duizenden kernwapens ontmanteld, maar
dit beleid staat nog recht overeind.’
Het grote publiek denkt dat we kernwapens niet gebruiken, maar dat is
een grote misvatting. ‘We gebruiken die kernwapens wél, op de manier
waarop je een pistool gebruikt, namelijk om zonder schieten je zin te
krijgen. Ik kan tientallen voorbeelden noemen waarin we op deze manier
onze kernwapens hebben ingezet, vaak met succes. Tegen de Russen, in de
Berlijncrisis, de Koreacrisis, de Suezcrisis. Tegen Iran, tegen
Noord-Korea. Maar denk ook aan de Amerikaanse nucleaire paraplu boven
Europa, een vriendelijkheid die de VS economisch en politiek veel winst
oplevert. Het recht op first use geeft ons macht in de wereld. Maar
mensen beseffen niet welke dreiging daarachter ligt. Het is schandalig
dat Nederland hieraan meedoet. Door kernwapens te huisvesten geven
jullie voeding aan de leugen dat een first strike een optie is.’
Maar we hebben die wapens toch ook klaarliggen om te kunnen dreigen met
een tegenreactie, mochten de Russen in de verleiding komen? Dat is toch
het hele idee achter ons afschrikkingsbeleid? Ellsberg stuurt direct een
helder antwoord als ik hem deze tegenwerping mail: ‘Er is absoluut GEEN
KANS dat de tactische kernwapens in Nederland – en ook die in België,
Italië, Duitsland en Turkije – een totale of beperkte first strike van
Rusland zouden overleven en gebruikt zouden kunnen worden. Er zijn maar
twee opties: of ze worden binnen een paar minuten vernietigd door
Russische raketten, of ze worden direct gelanceerd en gebruikt. Dat
geldt zowel voor raketsystemen op de grond als voor de F35’s die we aan
Nederland en andere landen hebben verkocht. Ze zijn enkel en alleen
nuttig voor een preventieve of pre-emptive first strike.’
Dit is een Doomsday Machine, zegt Ellsberg, een term uit de film Dr.
Strangelove van Stanley Kubrick, over een Russische machine die
automatisch de wereld verwoest als Amerika een aanval zou plegen. De
machine wordt in de film per ongeluk geactiveerd. ‘Toen ik in 1964 uit
de bioscoop kwam, zei ik: dit was geen fictie, dit was een documentaire.
Kubrick had de term van een wetenschapper die bij de RAND Corporation
werkte, die dit juist zo had genoemd om aan te tonen waarom we nooit aan
zo’n machine mogen werken. Maar ondertussen waren wij, en later Rusland,
werkelijk bezig om een machine te bouwen die op scherp staat om de
wereld te verwoesten. In essentie is daar nog niets aan veranderd. We
willen de Russen de baas zijn door te dreigen met collectieve zelfmoord.’
Duizenden kernwapens staan op hair-trigger alert, gericht op Russische
doelen en commandocentra, grotendeels in steden, weet Ellsberg. De
officiële verklaring is altijd geweest dat we een Russische first strike
moeten kunnen beantwoorden en daarmee een Russische eerste aanval moeten
afschrikken. ‘Maar dat is een bewuste misleiding. Het is nooit het
primaire doel geweest van onze plannen en voorbereidingen. Het doel was
altijd om de schade te beperken van een Russische reactie op onze first
strike. Wij willen namelijk geloofwaardig kunnen dreigen met de inzet
van een kernwapen om daarmee onze zin te krijgen in kleinere, regionale
conflicten.’
Als het waar was dat we alleen kernwapens nodig hebben voor de
afschrikking, om een Russische first strike te voorkomen, dan zouden we
genoeg hebben aan een paar onderzeeërs. Die kunnen bijna niet
uitgeschakeld worden. ‘Dat is ook de logica achter het beleid van
Engeland, dat alleen een paar Trident-onderzeeërs heeft met een beperkt
aantal kernkoppen. Ook voor China was een relatief beperkte
afschrikkingsmacht altijd genoeg.’
Na ons videogesprek spreekt Ellsberg nog een lang betoog in om zijn
analyse historisch te staven. ‘De Navo behoudt zich al vele decennialang
het recht voor om als eerste kernwapens te gebruiken. Dit first
use-beleid vormt de kern van onze nucleaire strategie. Eigenlijk is het
voor het eerst dat we worden geconfronteerd met een tegenstander die
hetzelfde dreigement uit, namelijk als eerste een kernwapen inzetten.
Poetin confronteert ons met de kwaadaardigheid van ons eigen beleid.’
De meeste Amerikanen realiseren zich dit niet. ‘Ze zijn zo naïef om te
vergeten dat in de eerste jaren van het nucleaire tijdperk het monopolie
op kernwapens bij ons lag. Die wapens konden dus niet bedoeld zijn om
terug te slaan, want niemand had ze. In 1952, toen Rusland er ongeveer
twintig had, hadden wij er al duizend, allemaal gericht op steden.’
De Amerikaanse wapens waren bedoeld als afschrikking tegen een
conventionele Russische aanval op Europa. ‘De Russen hadden
conventioneel gezien een groot overwicht. Wij beloofden de Russen dat we
als eerste kernwapens zouden inzetten als zij West-Berlijn of een andere
bevriende staat zouden aanvallen.’
Na een aantal jaren haalden de Russen de achterstand in, en dat is zo
gebleven tot de dag van vandaag. Een preventieve aanval om hun arsenaal
uit te schakelen is onmogelijk. ‘Dat kan niet. Je kunt hun raketsilo’s
vernietigen, maar er blijven nog genoeg onderzeeërs over. En Rusland
heeft net als wij de autoriteit gedelegeerd, ook lagere rangen hebben
lanceercodes. Dus zelfs als we de commandostructuur uitschakelen, kunnen
ze terugslaan. Het raketsysteem is deels geautomatiseerd, dus bij een
aanval op Moskou kunnen er vanzelf kernwapens gelanceerd worden.’
In zijn boek beschrijft Ellsberg veiligheidsrisico’s, technische en
menselijke fouten die in zijn tijd voorkwamen en die nog altijd kunnen
voorkomen. Totale kernoorlog is een accident waiting to happen. Maar er
is niemand die er iets aan verandert. ‘Ons Congres heeft nog nooit
serieus geprobeerd om de geheime details en cijfers over onze strategie,
onze doelen en onze kernkoppen boven tafel te krijgen en die te
vergelijken met de wetenschappelijke modellen over de nucleaire winter.’
Hij doet een dringende oproep aan mensen die in staat zijn de wereld
wakker te schudden: ‘Doe het anders dan ik. Ik heb altijd diepe spijt
gevoeld dat ik de uitgebreide documentatie die ik een halve eeuw geleden
had niet openbaar heb gemaakt aan het Congres, het Amerikaanse publiek
en de wereld. Mensen die in staat zijn om de wereld te waarschuwen voor
roekeloze, geheime plannen moeten hiervan leren. Doe het beter. Wacht
niet tot het moment dat je niet meer bij de documenten kunt. En wacht
niet tot de smoking gun van onze roekeloze nucleaire dreigingen
zichtbaar is in de vorm van een paddenstoelwolk.’
Ellsberg pleit overigens niet voor een volledige eenzijdige ontwapening.
Een beperkte afschrikkingsmacht, zegt hij, zou je in de huidige
omstandigheden enigszins legitiem kunnen noemen. ‘Maar we moeten de
grootste stress eraf halen. En daar is een heel eenvoudige manier voor,
zonder aan afschrikking in te boeten. Wij kunnen namelijk eenzijdig
besluiten om onze kwetsbare intercontinentale ballistische raketten op
land te ontmantelen, onzeicbm’s, die continu op hair-trigger alert
staan, klaar voor lancering binnen enkele minuten zodra er een
waarschuwing binnenkomt. Daarmee zouden we in één klap de doelen
wegnemen van heel veel Russische raketten die op hun beurt op scherp
staan om onze raketinstallaties uit te schakelen. We zouden de risico’s
op overhaaste beslissingen veel kleiner maken. We zouden nog steeds
kunnen dreigen met vergelding, met onze onderzeeërs. Eén of een paar
onderzeeërs zijn genoeg, zoals ook Engeland redeneert. En we zouden het
defensiebudget in één klap halveren.’
Het is een visie waar Daniel Ellsberg niet alleen in staat. ‘Al
decennialang pleiten mensen hiervoor. De laatste jaren nog voormalig
minister van Defensie Perry en generaal Cartwright, voormalig hoofd van
het Strategisch Commando. We hebben ze niet nodig, ze zijn gevaarlijk en
we moeten verklaren dat we nooit een kernoorlog zullen beginnen, is hun
boodschap. No first use. Maar op Washington hebben deze oproepen nul
effect.’
Er zijn zelfs presidenten die no first use erdoor wilden krijgen. Zonder
resultaat. ‘Het wordt altijd tegengehouden. Sterker nog: de icbm’s
worden op dit moment allemaal vernieuwd en gemoderniseerd. Omdat onze
Europese en Aziatische vrienden ons anders niet meer nodig hebben. Omdat
we dan onze unieke positie zouden verliezen, die ons zo veel handel en
industrie oplevert. Ook Joe Biden heeft gezegd dat hij no first use wil
uitroepen. Ik weet dat hij het niet gaat doen. Omdat hij de dreiging van
first use nodig heeft om Taiwan te beschermen. Zowel de Democraten als
de Republikeinen graven zich juist in om Taiwan. Ze zouden meteen roepen
dat hij de Chinezen uitnodigt om Taiwan in te nemen.’
Af en toe komt Daniel Ellsberg nog naar buiten met geheime documenten.
Vorig jaar nog toonde hij aan dat Washington in 1958 werkelijk bereid
was tot een first strike als China eilandjes voor de Chinese kust zou
innemen. Dreigen met de vernietiging van heel de wereld – of een groot
deel ervan, volgens de kennis van toen – was op verschillende momenten
in de geschiedenis werkelijk het Amerikaanse beleid. ‘Nu willen sommige
mensen in de regering dat nog steeds, om Taiwan te verdedigen! Maar
tegelijkertijd zijn ze actief bezig met het verstevigen van de positie
van Taiwan ten opzichte van China, en zetten we stappen naar een
volledige erkenning van Taiwans onafhankelijkheid.’
Het klinkt vreedzaam en democratisch om landen als Oekraïne en Taiwan te
helpen in hun strijd tegen autoritaire regimes. ‘Maar het is een
roekeloze politiek.’ China is dan wel zowat de enige kernwapenmacht in
de wereld die altijd no first use heeft aangehouden. ‘Maar – en dat is
iets wat bijna niemand weet – ze hebben nooit gezegd dat deze verklaring
ook voor Taiwan geldt. Voor hen is Taiwan deel van hun grondgebied, dus
dit zien ze als burgeroorlog en dan geldt hun no first use-belofte niet.’
De Oekraïense president Zelensky smeekt het Westen al heel lang om een
no fly zone en om hulp met het terugveroveren van de Donbas en de Krim.
‘Ik acht de kans zeer waarschijnlijk dat Poetin zijn dreigement dan
waarmaakt en tactische kernwapens inzet’, zegt Ellsberg. ‘We moeten niet
doen wat Hillary Clinton en Lindsey Graham en veel anderen willen dat we
doen. We moeten ons niet laten verleiden om direct betrokken te raken.’
Niet dat Poetin enig recht heeft om dit te doen. ‘Het is roekeloos van
hem om die wapens in te zetten voor de Krim of de Donbas of voor wat dan
ook. Het zou kwaadaardig zijn. Maar misschien gaat hij het doen, net
zoals een Amerikaanse president dat zou hebben gedaan om Cuba niet te
“verliezen”, als we Kennedy niet hadden gehad.’
Dat komt dus neer op toegeven aan een dictator? ‘Ja. We geven toe dat de
ander te machtig is. Zoals Poetin dat ook doet door Polen niet aan te
vallen. Supermachten hebben de macht om de wereld te bedreigen met
vernietiging.’ En de kans bestaat, zeker in de hitte van een conflict,
dat dat dreigement wordt uitgevoerd. Het is krankzinnig en immoreel,
welk nobel doel je ook maar voor ogen hebt. ‘Wij zijn verplicht om heel
ver bij dat risico uit de buurt te blijven. En daarom moeten we de
Russen niet bij dat punt brengen en daarnaast blijven pleiten voor een
no first use-verklaring van onze kant. Van de Amerikanen zal het niet
komen. Die willen hun vrienden niet verraden en hun positie niet
opgeven. Maar ieder ander Navo-land zou zo’n pleidooi nu kunnen houden,
zonder veiligheid in te leveren.’
Dit is de boodschap die Ellsberg heel graag zou willen achterlaten in de
laatste weken van zijn leven. Het is zijn hoop dat de daden van Poetin
ons wakker zullen schudden. Als we het first use-beleid van de Navo
zouden afvallen, creëren we namelijk een geheel nieuwe situatie. ‘Dan
krijgen we voor het eerst de vrijheid om onze mensen en de wereld te
vertellen wat kernoorlog werkelijk betekent. Waar die wapens werkelijk
voor zijn gemaakt.’
En wat er van de stratosfeer, onze akkers en onze eigen families zal
overblijven als die wapens op een dag werkelijk worden gelanceerd,
doordat we te ver zijn gegaan met onze eigen ‘dwaze, immorele,
roekeloze’ bluf.
More information about the D66
mailing list