[D66] Kritiek op klimaatmodellen groeit: 'Het zijn waanzinnige, futuristische aannames'
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Mon Mar 20 10:48:25 CET 2023
[Vandaag is een astrologische hoogtijdag: De Zon staat recht boven de
evenaar - een van de 2 occulte betekenissen van '101']
Bron: NRC Handelsblad
Datum: 19 maart 2023
Auteur: Marcel aan de Brugh & Paul Luttikhuis
URL:
https://www.nrc.nl/nieuws/2023/03/19/zijn-de-klimaatmodellen-te-optimistisch-a4159934
De kritiek op klimaatmodellen groeit: 'Het zijn waanzinnige,
futuristische
aannames'
--------------------------------------------------------------------------
De aanbevelingen voor beleidsmakers uit het klimaatrapport van het IPCC
dat deze maandag wordt gepubliceerd zijn mede gebaseerd op
computermodellen. De kritiek op die modellen groeit.
'Mogelijke toekomsten'. Zo noemt Detlef van Vuuren de uitkomsten van de
modelstudies waarmee hij klimaatbeleid onderzoekt en scenario's schetst
om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Van Vuuren geldt als
een van de meest toonaangevende klimaatwetenschappers die op basis van
zogeheten integrated assessment models (IAM's) laat zien hoe de doelen
uit het Klimaatakkoord van Parijs gehaald kunnen worden. Hij was een van
de twee hoofdauteurs uit Nederland die heeft meegewerkt aan het rapport
van het IPCC, het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties,
dat deze maandagmiddag verschijnt.
Volgens Van Vuuren zijn de modellen die hij gebruikt 'behulpzaam om te
voorkomen dat je zomaar iets schetst, om te voorkomen dat het
sciencefiction wordt', zegt hij in een videogesprek. 'Daarmee plaats je
de uitkomst van dit soort modelberekeningen in een debat over mogelijke
en gewenste toekomsten. De modellen voegen kennis toe over samenhang en
technische mogelijkheden.'
Maar er is ook kritiek op deze integrale klimaatmodellen. Ze zouden
onvoldoende rekening houden met menselijk gedrag en met politieke
besluitvorming. Ze zouden te optimistisch zijn over technologische
oplossingen. En ze kunnen onmogelijk rekening houden met allerlei
onvoorspelbare ontwikkelingen. Neem bijvoorbeeld de twee grootste
maatschappelijke gebeurtenissen van de afgelopen jaren, de coronacrisis
en de oorlog in Oekraine. Ze kunnen een grote impact hebben op de
uitstoot, maar je kunt ze niet zien aankomen en ze zitten dus niet in
Van Vuurens modellen.
Verhaaltjes
'Computermodellen vertellen eigenlijk gewoon verhaaltjes', zegt de
Duitse klimaatwetenschapper Wolfgang Knorr. Dat klinkt enigszins
denigrerend, en zo is het ook bedoeld. 'Ze worden gezien als wiskundige
modellen en krijgen zo een wetenschappelijk tintje, omdat er data in
worden gestopt en omdat er vergelijkingen in zitten over vraag en
aanbod, over prijselasticiteit. Maar voor het verwerken van die gegevens
worden allerlei willekeurige aannames gedaan en principiele keuzes
gemaakt. Zo behoort een rechtvaardige verdeling van emissierechten en
grondstoffen nooit tot de mogelijkheden en is het energieverbruik
uitsluitend vraaggestuurd en niet gebaseerd op democratische besluiten.
Mensen kunnen net zoveel energie verbruiken als ze kunnen betalen. De
modellen lijken op een spelletje Monopoly, dat je ook nooit kunt winnen
op basis van het principe van eerlijke verdeling.'
Knorr schreef twee jaar geleden, samen met zijn collega's James Dyke en
Robert Watson op de wetenschapswebsite The Conversation een kritisch
artikel over dit soort computermodellen - het verhaal haalde op Earthday
via Apple News in korte tijd 500.000 lezers. Volgens de auteurs creeren
modellen een wereld die logisch lijkt en aantrekkelijk is omdat de
indruk wordt gewekt dat alle doelstellingen nog haalbaar zijn. Daarmee
bieden de modellen een vals gevoel van controle.
Ajay Gambhir is onderzoeker aan het Grantham Institute voor klimaat en
milieu van het Imperial College in Londen. Hoewel hij zelf ook werkt met
IAM's, vindt hij toch dat het belang ervan zwaar wordt overschat. 'Ze
worden behandeld als robuust wetenschappelijk bewijs, maar het zijn
abstracties van de werkelijkheid', zegt Gambhir in een videogesprek. 'Ze
gaan te veel uit van het neoliberale model van groei, groei, groei. Maar
de uitkomsten verwijzen niet per se naar de echte wereld. De
ontwikkelaars ervan zitten te veel in modelland.'
Gambhir noemt het koolstofbudget als voorbeeld, dat is de hoeveelheid
CO2 die de mensheid nog kan uitstoten voordat de anderhalve graad
opwarming wordt overschreden. 'Er is een budget van zo'n 400 gigaton om
onder de 1,5 graden Celsius te blijven. En we stoten nu zo'n 40 gigaton
per jaar uit. Dan weet je dus dat je heel snel naar beneden moet. Daar
heb je helemaal geen ingewikkelde modellen voor nodig. De complexiteit
van de echte wereld kunnen de modellen toch niet vangen.'
De hele puzzel leggen
Van Vuuren kent de kritiek. Hij weet ook wel dat modellen hun
beperkingen hebben, maar voor hem doet dat niets af aan de waarde. 'Het
fijne van modellen is dat ze je dwingen om de hele puzzel voor
emissiereductie te leggen', zegt hij. 'Ik kan wel beweren dat ik met
alleen windmolens het klimaatprobleem kan oplossen. Maar als ik dat in
een model moet uitwerken, word ik gedwongen om over het geheel na te
denken. Heb ik genoeg aan alleen elektriciteit of zijn er ook nog andere
vormen van energieopwekking nodig? Kan ik een elektriciteitssysteem
ontwerpen op basis van windenergie dat voldoende stabiel is? Hoeveel
land heb ik nodig? De kracht van het model is dat je uiteindelijk het
hele verhaal moet uitschrijven. En dat doen we dan ook voor
verschillende toekomsten, inclusief verandering van lifestyle en
beperking van fysieke groei.'
Dat wordt, erkent Van Vuuren, moeilijker zodra je gaat nadenken over de
verre toekomst. 'In 2100 is uiteindelijk natuurlijk heel veel denkbaar.'
Verder hebben de klimaatmodellen volgens hem ook moeite met 'radicaal
andere toekomsten'. Neem een actuele stroming als 'degrowth', een
concept dat het verminderen van consumptie en dus ook economische krimp
veronderstelt. Voor zo'n scenario heb je weinig houvast aan het
verleden, zegt Van Vuuren. 'En dat gaat ten koste van de kracht van het
model, omdat het moeilijk is in detail te schetsen hoe zo'n toekomst
eruit ziet. Maar dat geldt niet alleen voor computermodellen. Iedereen
die pleit voor degrowth zit met hetzelfde probleem. Het is nooit
uitgeprobeerd, dus je weet minder over hoe zo'n toekomst eruit ziet.'
Wolfgang Knorr richt zijn kritiek vooral op het afvangen en opslaan van
kooldioxide. Dat gebeurt in veel modelscenario's in zulke grote
hoeveelheden, dat het volgens Knorr volstrekt onrealistisch is. 'In
sommige IAM-scenario's moet tot het einde van de eeuw 665 gigaton CO2
uit de atmosfeer worden verwijderd. Ongeveer de helft moet worden
opgeslagen in geschikte geologische formaties en lege gasvelden, de rest
wordt opgenomen door nieuw aangeplante bossen. Weet je hoeveel CO2 er
tussen 1996 en 2020 onder de grond is gestopt? 0,2 gigaton. En om genoeg
CO2 in bomen vast te leggen, heb je 25 tot 80 procent van het huidige
akkerland nodig, dat is 1,2 tot 3,7 keer de omvang van heel India.'
Het zijn fantasieverhalen, zegt Knorr, vol 'waanzinnige, futuristische
aannames'. En zolang de klimaatmodellen maar blijven suggereren dat de
doelen nog steeds haalbaar zijn, werken ze volgens Knorr vertragend op
het klimaatbeleid. Het zal ertoe leiden dat politici achteroverleunen en
denken dat het zo'n vaart niet loopt.
Een inspiratie voor 'Parijs'
Daar is Van Vuuren het hartgrondig mee oneens. 'Modelstudies verkennen
een groot aantal toekomsten - en in allemaal moeten we snel aan de slag.
In de formuleringen van het Parijsakkoord herken je veel teksten die
zijn geinspireerd op de uitkomsten van modelstudies. Alleen daardoor
hebben beleidsmakers zulke vergaande formuleringen aangedurfd,
bijvoorbeeld over het langetermijndoel, over anderhalve graad, maar ook
over het streven naar netto-nul uitstoot rond het midden van de eeuw.
Dat kon zo worden geformuleerd dankzij de modelscenario's die zeiden dat
dit technologisch en economisch haalbaar was. Parijs heeft inspirerend
gewerkt voor overheden en bedrijven. Dat we zoveel klimaatnieuws hebben,
is te danken aan het Parijsakkoord. De modellen hebben absoluut op een
positieve manier bijgedragen aan waar we nu staan.'
Van Vuuren merkt wel dat beleidsmakers zich graag verschuilen achter de
uitkomsten van zijn modellen. 'Reductie van broeikasgassen is een heel
lastige opgave. Je moet de samenleving uitleggen dat we veel dingen
anders moeten gaan doen dan vroeger, met behoorlijk wat kosten - zeker
op de korte termijn. Het is voor een beleidsmaker dan prettig om te
zeggen: dit heb ik niet zelf verzonnen, dit moet wel. Het is
aantrekkelijk om adviezen van wetenschappers te verabsoluteren.'
Maar uiteindelijk, zegt Van Vuuren, zijn het politieke keuzes. Daar ligt
het mandaat voor het klimaatbeleid. 'Daarom probeer ik zo neutraal
mogelijk de voor- en nadelen van keuzes te schetsen. Ik denk dat ik
juist daardoor meer mensen ervan kan overtuigen dat dit de juiste weg
is. Het is bovendien een rol die bij mij past. Maar ik zie wel dat
steeds meer wetenschappers zich oncomfortabel beginnen te voelen, omdat
ze vinden dat het klimaatbeleid te langzaam gaat. Zij stellen zich
activistischer op.'
Wolfgang Knorr is zo iemand. Toen hij twee jaar geleden het artikel voor
The Conversation schreef, werkte hij nog als onderzoeker fysische
geografie en ecosystemen aan de universiteit van Lund. Nu woont hij in
Griekenland, waar hij samen met zijn vrouw een olijvenboomgaard runt.
Hij noemt zichzelf klimaatactivist. 'De klimaatwetenschap ging mij te
langzaam. In dat tempo zal de opwarming niet tijdig worden gestopt.'
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
IPCC Syntheserapport
Het syntheserapport van het IPCC, het wetenschappelijk klimaatpanel van
de Verenigde Naties, verbindt de duizenden pagina's van de zes rapporten
die sinds 2018 zijn verschenen tot een handzaam geheel. De afgelopen
week is door wetenschappers en beleidsmakers uit alle landen van de VN
onderhandeld over de definitieve tekst, met als doel om consensus te
bereiken over de inhoud. Daardoor kan de tekst de komende jaren als
basis dienen voor de internationale klimaatonderhandelingen. Met hun
handtekening erkennen individuele landen de ernstige gevolgen van
klimaatverandering en de noodzaak om daar iets aan te doen.
De zesde cyclus van IPCC-rapporten, die met dit syntheserapport wordt
afgesloten, bestond behalve uit de rapporten van de drie werkgroepen,
die elk een eigen invalshoek hebben (de fysische basis, de gevolgen van
klimaatverandering en het klimaatbeleid), ook uit drie speciale
rapporten. Het belangrijkste rapport ging over de mogelijkheid om de
opwarming tot 1,5 graden te beperken. Daarnaast waren er rapporten over
landgebruik en over oceanen en cryosfeer (ijs, sneeuw, gletsjers en
permafrost).
--------
(c) 2022 Mediahuis
More information about the D66
mailing list