[D66] Crises van de Week Extra: Rekenkamer: Er is iets grondig mis in het openbaar bestuur
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Wed Jan 11 13:40:58 CET 2023
Bron: Elsevier
Datum: 31 decdember 2022/1- januari 2023
URL:
https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2022/12/we-hebben-nederland-veel-te-ingewikkeld-gemaakt-37343w/
Arno Visser: 'We hebben Nederland veel te ingewikkeld gemaakt'
--------------------------------------------------------------
Arno Visser (56) kijkt terug op zijn tien jaar bij de Algemene
Rekenkamer. Een periode waarin het instituut volop kritiek uitte op het
openbaar bestuur. 'Ik kan daar boos over worden, ja.'
Gefilterd door de vitrage valt het winterse zonlicht in de werkkamer van
de president van de Algemene Rekenkamer. Het is diens laatste werkdag
aan het Lange Voorhout in Den Haag. Per 1 januari nam Arno Visser
afscheid van het Hoge College van Staat dat hij tien jaar diende,
waarvan acht jaar als president. Benoemd voor het leven - en toch gaat
hij weg. In maart volgt hij Maxime Verhagen op als voorzitter van
brancheorganisatie Bouwend Nederland.
Het zegt iets over zijn onrustige ziel, zal Visser later deze middag
zeggen, dat hij - niet voor het eerst in zijn leven - een nieuwe
uitdaging aangaat in een nieuwe wereld. Maar deze middag is hij nog
volop president van de Rekenkamer. Sinds 2017 schreef Visser in EW zes
keer een 'nieuwjaarsessay' over de staat van het openbaar bestuur. Voor
een afrondend laatste, zevende essay was geen tijd. Daarom dit
afscheidsgesprek. Wat had Visser willen schrijven? Wat wil hij nog
zeggen?
Hij aarzelt geen seconde en zegt: 'Dat we in het openbaar bestuur een
paradigma-wisseling nodig hebben. Om er uit te komen. Dat is een heel
groot woord hoor, ik neem het niet heel snel in de mond. Ik ben van
nature geen radicaal. Maar nu gebruik ik het heel bewust wel.
'Je hoeft maar even Den Haag uit te rijden en je ziet omgekeerde
vlaggen. Dat is een signaal aan het openbaar bestuur. Het stokt. Niemand
in het openbaar bestuur staat 's morgens op en denkt: ik laat vandaag de
boel in de soep draaien. Nee. Iedereen doet enorm zijn best. Iedereen
werkt ongelooflijk hard. Iedereen probeert het goede te doen. En toch
stokt het. Dat moet je doorbreken.'
Visser waarschuwde jaren in EW voor wat misgaat in openbaar bestuur
Wie de essays van Visser in EW heeft gelezen, zal deze hartekreet niet
verbazen. Jaar in jaar uit klonken zijn waarschuwende woorden: er is
iets grondig mis in het openbaar bestuur. De scheiding van beleid en
uitvoering is zo'n 'paradigma' dat al geldt sinds de jaren zeventig,
maar in de ogen van Visser gewoon niet werkt. Dat is punt een.
'We hebben met z'n allen bedacht dat je op de ene plek beleid maakt en
dat op een andere plek uitvoert. Wij gaan over het wat en jullie gaan
over het hoe. Dat werkt niet. Maar we zitten tot op de dag van vandaag
wel met de gevolgen. Mensen die beleid maken, maar niet weten wat
uitvoerbaar is.
'Je kunt helemaal geen 'beleid' maken. Je kunt alleen papier maken'
'Punt twee: Den Haag zit vol met beleidsmakers. Gek woord. Je kunt
helemaal geen beleid 'maken'. Je maakt alleen papier. Iedereen die
beleid maakt, gaat elke dag naar kantoor om papier te maken. En nog meer
papier. Van die wereld moeten we ook af. Van die schijnwereld waarin we
elkaar gevangen houden. In stukken, modellen, schema's, stroomschema's,
financieringssystemen, bekostigingssystemen... in constructies.
Beleidsconstructies.
'Drie: we zouden eindelijk eens echt moeten gaan werken aan de digitale
eenheidsstaat. In de negentiende eeuw was de grootste culturele strijd
de eenwording van de Nederlandse taal. Wij hadden allemaal dialecten en
streekeigen dingen. Pas aan het einde van de negentiende eeuw - de tijd
van Couperus - ontstond er iets van een eenheidstaal. Net als de
invoering van de meter en de kilo heeft dat lang geduurd.
'In het digitale domein zien we een herhaling daarvan. Iedereen zegt:
mijn variant is beter, ik doe het op mijn manier, ik neem jouw taal niet
over. Dat lijkt op die negentiende-eeuwse cultuurstrijd. En nee, die
digitale eenheidsstaat is geen centralisering. Nee! Nee! Nee! Dat is de
reactie die je vaak hoort. Maar het is standaardisering, geen
centralisering. Het is communicatie mogelijk maken. Het maakt mij niet
uit of de standaard uit Oost-Groningen komt of uit Goes. Maar kies er
eentje en hak de knoop door.
'Deze cultuur zie je nog heel erg terug in de justitieketens. De
politie. Het openbaar ministerie. De rechterlijke macht. 'Wij zijn
autonoom.' 'Wij zijn onafhankelijk.' Ja... dat ben je ook. In de
casussen. In je oordeel. Maar niet in de organisatie van de
overheidsketen.'
Dit punt - de 'bestuurscultuur' - is vermoedelijk nog wel het moeilijkst
te veranderen, zegt Visser. Hullie-zullie-cultuur, noemt hij het. In
plaats van dat het openbaar bestuur zichzelf ziet als een organisatie,
heeft het op tal van plekken de neiging de autonomie te zoeken en die te
verdedigen tegen 'Haagse pottenkijkers'. Dat is dodelijk voor de
transparantie van het openbaar bestuur.
'Laat ik een voorbeeld noemen. Onderwijs. Elke dag komt er wel een
alarmerend rapport uit dat het onderwijs achteruit kachelt. En elke keer
is het antwoord: er moet meer geld tegenaan. Maar dat helpt niet, want
het onderwijs blijft achteruit kachelen. En elke keer zegt de Rekenkamer
dan: dat komt doordat je niet weet wat je met dat geld wilt bereiken.
'Waarom komt dat nou niet van de grond? Niet omdat Den Haag dat niet
wil. Wel omdat onderwijsbesturen zich ertegen hebben verzet. Ook
onderwijsbestuurders willen de boel niet in de soep laten draaien. Toch
zeggen ze: die Haagse pottenkijkers hebben we liever niet. Dus laten we
maar niet afspreken hoe we het geld besteden. Laten we maar geen manier
verzinnen om erover te kunnen praten. Dat is ook bestuurscultuur. Die
niet in Den Haag zit, maar in al die decentrale organisaties.'
De paradigma-wisseling die Visser bepleit, is dat iedereen in het
openbaar bestuur pas op de plaats maakt en bestuur en cultuur kritisch
tegen het licht houdt; dat er een 'moratorium' wordt ingesteld op nieuw
beleid, op nieuwe rapporten. Wat hebben we met z'n allen gecreeerd? Hoe
kan het anders?
Zeggen hoe het anders moet, vindt Visser niet passen bij zijn rol als
preĀsident. Het is een politieke vraag. Maar dat het anders moet, zegt
hij wel. In de ogen van Visser is de decentrale eenheidsstaat Nederland
- naar het negentiende-eeuwse ontwerp van de visionaire staatsman Johan
Rudolph Thorbecke - in ruim anderhalve eeuw met de beste bedoelingen
uitgegroeid tot een onnavolgbaar ingewikkelde termietenheuvel.
Dag in dag uit bouwen alle nijvere termieten samen verder aan die
heuvel. Want ja: dat is wat termieten doen. Bouwen. Met als resultaat
dat het bouwwerk van de staat - het Huis van Thorbecke - alleen maar
complexer wordt. 'Byzantijnser,' zegt Visser.
'Ik heb mezelf aangeleerd om niet meer alles te willen begrijpen'
Het Huis van Thorbecke, zegt hij zijn voorganger Saskia Stuiveling
(1945-2017) na, is 'een huis van Escher' geworden. Wat eens ordelijk en
transparant was georganiseerd, is uitgegroeid tot een ondoorzichtig
fantoomhuis, een 'bedrieglijke verschijningsvorm' die door niemand meer
te doorgronden is. Niet door burgers, niet door gekozen
volksvertegenwoordigers en zelfs niet altijd door insiders als de
president van de Algemene Rekenkamer, geeft Visser eerlijk toe. 'Ik heb
mezelf op een gegeven moment aangeleerd om niet meer alles te willen
begrijpen. Er zijn systemen in Nederland die zo ingewikkeld zijn... Neem
het verdeelmechanisme van het Gemeentefonds. Als vijf mensen in heel
Nederland dat begrijpen, is het veel. Het zijn er zeker geen tien. Moet
ik dan nummer zes worden?
-------------
(c) 2022-2023 Roularta Media Nederland
More information about the D66
mailing list