[D66] Box-3 trammelant
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Mon Feb 13 16:47:37 CET 2023
Bron: Business Insider Nederland
Datum: 13 februari 2023
URL:
https://www.businessinsider.nl/box-3-vermogensbelasting-werkelijk-rendement-2026-alternatief-sparen-en-beleggen/
Misschien toch geen vermogensbelasting in box 3 op basis van werkelijk
rendement van sparen en beleggen: dit is het alternatief
----------------------------------------------------------------------
De vermogensbelastingen op sparen en beleggen in box 3 zorgt al jaren
voor veel onrust. Meest heikele punt is de manier waarop de fiscus
omgaat met het veronderstelde rendement op spaargeld en beleggingen. Het
kabinet Rutte wil in principe in 2026 een heffing op daadwerkelijke
rendementen invoeren, maar staatssecretaris van Marnix van Rij heeft nog
een alternatief achter de hand.
Momenteel geldt er een overgangsregime voor de heffing in box 3 voor de
jaren 2023 tot en met 2025. Daarin kijkt de fiscus naar de
daadwerkelijke hoeveelheid spaargeld. Daarnaast is er een categorie
'overige bezittingen', waaronder allerlei vormen van vermogen vallen,
zoals aandelen, obligaties, onroerend goed, cryptovaluta, enzovoorts.
Bij het bepalen van het fictieve rendement in box 3 is voor sparen een
redelijke oplossing gevonden. Het veronderstelde rendement op spaargeld
wordt eerst geschat en vervolgens achteraf definitief vastgesteld.
Zo wordt voor het belastingjaar 2023 gewerkt met een voorlopig
verondersteld rendement van 0,36 procent. Maar dit wordt volgend jaar
definitief bepaald op basis van de gemiddelde rente op kortlopende
spaartegoeden.
Voor de categorie 'overige bezittingen' wordt het veronderstelde
rendement berekend door verder terug te kijken in het verleden. Voor
2023 gaat het bijvoorbeeld om een langjarig, gewogen gemiddeld rendement
in de periode tot eind 2021: dus de meetperiode houdt twee jaar voor het
desbetreffende belastingjaar op.
Voor 2024 betekent dit dat het langjarig gemiddeld rendement waarop het
fiscale rendement wordt gebaseerd loopt tot eind 2022.
Dit gemiddelde langjarige rendement levert een percentage op voor alle
overige bezittingen. Voor 2023 gaat het om een fictief rendement van
6,17 procent. Dit percentage is gebaseerd op historische rendementen,
waarbij vastgoed voor 53 procent meeweegt. Aandelen hebben een weging
van 33 procent en obligaties 14 procent. Dit staat dus los van de
feitelijke vermogensmix van je beleggingen in box 3.
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/box-3/content/box-3-inkomen-op-voorlopige-aanslag-2023
Deze methodiek is vrij arbitrair. Afhankelijk van de daadwerkelijke
verdeling tussen beleggingen in aandelen, obligaties, onroerend goed en
dergelijke kan het feitelijke rendement op de 'overige bezittingen' fors
afwijken van het veronderstelde rendement. Zeker op de kortere termijn.
Vanaf 2026 zou gekeken moeten worden naar het daadwerkelijke rendement
op verschillende soorten beleggingen, maar uitvoeringstechnisch kan dit
zeer complex zijn voor de Belastingdienst. En belastingplichtigen moeten
mogelijk meer administratieve gegevens over hun vermogen bijhouden.
In een op 9 februari aan de Tweede Kamer verstuurde brief geeft
staatssecretaris Marnix van Rij aan ook te kijken naar een alternatief
voor een heffing op daadwerkelijke behaalde rendementen. Het idee is om
te blijven werken met een verondersteld rendement (forfaitaire heffing),
maar dit verder te verfijnen zodat het beter aansluit bij de
ontwikkeling op financiele markten.
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien/documenten/kamerstukken/2023/02/09/kamerbrief-over-toekomstig-box-3-stelsel
Zo zou bij onroerend goed dat in box 3 valt een onderscheid gemaakt
kunnen worden tussen verhuurde woningen en niet-verhuurde woningen, bij
het toekennen van een bepaald verondersteld rendement.
Een andere mogelijkheid is volgens de staatssecretaris om bij de
veronderstelde rendementen niet te kijken naar een gemiddelde voor de
lange termijn, maar naar een 1-jarig rendement voor diverse
beleggingscategorieen. Dat zou beter aansluiten bij recente
ontwikkelingen op financiele markten.
Verder oppert Van Rij dat de fiscus voor het veronderstelde rendement
een wat lager percentage kan rekenen dan het daadwerkelijke gemiddelde
marktrendement. Op die manier is er een kleinere groep
belastingplichtigen die in een bepaald jaar een lager rendement haalt
dan het werkelijke, gemiddelde marktrendement.
De uiteindelijke manier waarop de vermogensbelasting in box 3 vanaf 2026
wordt geregeld, zal waarschijnlijk nog flink wat politieke discussie
opleveren. In de Tweede Kamer is veel animo voor een heffing op basis
van daadwerkelijke gerealiseerde rendementen. Maar staatssecretaris Van
Rij neemt alvast een voorschot op mogelijke problemen bij de uitvoering
voor de Belastingdienst, die operationeel toch al flink onder druk
staat.
--------
(c) 2023 Business Insider Nederland
More information about the D66
mailing list