[D66] De minister van groene verleiding

René Oudeweg roudeweg at gmail.com
Thu Jul 7 16:43:29 CEST 2022


https://www.groene.nl/artikel/de-minister-van-groene-verleiding

groene.nl
De minister van groene verleiding
28-37 minutes
Minister Rob Jetten op een Deens-Nederlandse conferentie in Den Haag, 20
juni © Robin Utrecht / ANP

In Madurodam was Rob Jetten nog nooit geweest. Het miniatuurpark belooft
een land op schaal, maar daar kwam eerlijk gezegd weinig van terecht. De
windmolens zijn er minuscuul, het vliegtuig is er buitenproportioneel
groot. Al zou je ook kunnen zeggen dat het park een Nederland van
belangen toont. Boortorens reiken er hoger dan huizen en het barst van
de vrachtwagentjes met Shell-logo’s.
Luister naar De Groene

In De Groene Amsterdammer Podcast interviewt Kees van den Bosch Jaap
Tielbeke en Coen van de Ven over het ministerschap van Rob Jetten. Onze
podcast is elke vrijdagochtend gratis beschikbaar

Het is, kortom, de ideale plek voor een klimaatminister die Nederland
wil vertimmeren. Op een regenachtige woensdagochtend staat Jetten in een
zaaltje met ruim tweehonderd stakeholders. Energiebedrijven, de
natuurlobby en belangenbehartigers van de boeren zijn allemaal aanwezig.
‘We voeren hier het debat, nog voordat de Tweede Kamer het debat heeft
gevoerd’, zegt een vrolijke Ed Nijpels die als voorzitter van het
voortgangsoverleg Klimaatakkoord de ochtend aan elkaar praat. Veel van
de toehoorders waren betrokken bij de klimaattafels. ‘Het is gelukt om
de twee treintjes, het maatschappelijke akkoord en het coalitieakkoord,
aan elkaar te koppelen. Daarmee gaat het klimaatbeleid een nieuwe fase
in, met sterke sturing van de overheid.’

Jetten is in deze beeldspraak de machinist. Hij is een van de machtigste
bewindspersonen van dit kabinet en is in de Trêveszaal bewust aan het
hoofd van de tafel gaan zitten. Elke drie maanden moeten
collega-ministers bij hém langs om uit te leggen hoe het staat met de
klimaatvorderingen van hun departement. Jetten heeft een pot van 35
miljard te verdelen om ze de goede kant op te sturen. En als ze niet
leveren, mag hij ingrijpen van Rutte.

Cruciaal om Jettens ministerschap te begrijpen is het besef dat hij
afhankelijk is van anderen. Tegen een groen muurtje van nepplanten zit
hij samen met Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
en Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) op het podium in
Madurodam om uitleg te geven over de veelomvattende klimaatplannen van
het kabinet. Er wordt veel gelachen, er klinken brave grapjes over en
weer, maar tussen de regels door zie je oude ideologische scheidslijnen.
‘Visie vinden wij bij de vvd nog altijd een spannend woord’, zegt
Adriaansens. ‘Ik ben niet voor een planeconomie, zéker niet.’

‘Haalbaar en betaalbaar mag ik niet meer zeggen, hè?’ grapt De Jonge.
Dat zijn de woorden van de voormalige cda-leider Sybrand Buma die vooral
een rem zette op klimaatbeleid, uit angst voor gele hesjes. Jetten
grijnst en zegt: ‘Jij wel hoor, Hugo. Jij mag dat nog wel.’ Over De
Jonge hoeft Jetten zich weinig zorgen te maken. De woonminister noemt
zichzelf inmiddels ‘de onderaannemer van Rob’. Omgedraaid noemen
ambtenaren van Jetten de woonminister in hun onderlinge appverkeer
gekscherend ‘Hurricane Hugo’, omdat hij zich met zo’n ongeduld op
verduurzaming van de bebouwde omgeving stort dat het een groene
bondgenoot is geworden. ‘Het is toch ook erg dat wij zoveel tijd zijn
verloren?’ zegt De Jonge na afloop van de ochtend. ‘Ik heb sterk het
besef dat wij de laatste generatie zijn die nog iets aan
klimaatverandering kan doen.’

‘Ik had een veel grotere worsteling verwacht’, zegt Jetten na afloop.
‘Iemand als Hugo, bijvoorbeeld, heeft echt het licht gezien.’ Veel
zorgelijker zijn echter de ministers die vandaag verstek hebben laten
gaan. De bewindspersonen voor landbouw, stikstof en luchtvaart zijn er
niet, terwijl uitgerekend daar in de weken die volgen het meeste rumoer
zal ontstaan.

Al vroeg in de formatie ontstond binnen d66 het idee voor een
klimaatminister naar Brussels model. Raoul Boucke, de huidige
klimaatwoordvoerder van d66, bracht het voorstel in vanaf ‘de zijtafel’
tijdens de onderhandelingen. Boucke had jarenlang in Brussel gewerkt en
gezien hoe klimaatbeleid daar lange tijd ‘een tocht door de woestijn’
was geweest. Het kwam pas op gang toen er een supercommissaris kwam in
de persoon van Frans Timmermans. Hij kreeg de macht om anderen te
overvleugelen, tot de orde te roepen en bij te sturen. Zoiets moest ook
in Rutte IV worden ingebakken.

‘Vanaf het begin af aan heeft d66 gezegd: als die post er komt, dan
willen wij die hebben’, zegt Jetten, die namens zijn partij
onderhandelde. Aan zichzelf had hij toen nog niet gedacht. ‘Ik vond
lange tijd dat daar een topwetenschapper op moest komen, het type Ernst
Kuipers of Robbert Dijkgraaf. Maar door de dynamiek in de formatie
kwamen we steeds meer tot de conclusie dat het iemand moest zijn die de
politiek snapt, anders loop je vast. ’

Een echte politicus die weet hoe Den Haag werkt, een hart voor de zaak
heeft én snapt hoe macht in elkaar steekt. Wie voldoet beter aan dat
profiel dan Rob Jetten zelf? Het is gemakkelijk de jonge politicus uit
Ubbergen te onderschatten. Vrienden en vijanden vinden hem aardig,
ontwapenend en haast irritant onkreukbaar. Maar achter die glimlach
schuilt een man die al jong wist dat hij politicus wilde worden en de
kneepjes van het vak inmiddels beheerst. ‘Politiek is de kunst van het
verleiden’, zegt partijgenoot Boucke. ‘Rob is daar de meester in.’

Die verleidingskunst kan hij goed gebruiken, want de opgave liegt er
niet om. Over acht jaar moet de co2-uitstoot in Nederland met 55 procent
zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. ‘Om dit doel ook zeker te halen,
spreken we af om ons in het beleid te richten op een hogere opgave, wat
neerkomt op circa zestig procent in 2030’, staat in het regeerakkoord.
Voor d66 is het een overwinning dat die zestig procent zwart op wit
staat. ‘Dat was onze missie’, zegt Boucke. ‘We wilden een stevig akkoord
met stevige doelen.’

Om die doelen te halen, moet heel Nederland anders worden ingericht. De
boeren zullen toe moeten met minder vee, Schiphol met minder vluchten,
miljoenen woningen moeten worden geïsoleerd en uitgerust met een
warmtepomp, de benzineauto wordt uitgefaseerd, de Noordzee volgebouwd
met windmolenparken en de daken gevuld met zonnepanelen.

Op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat merkten de ambtenaren
direct dat hun nieuwe baas vervuld is van dadendrang. ‘Doorgaans zijn
wij best terughoudend’, zegt een van zijn medewerkers. ‘Al onze eerdere
ministers waren vvd ’ers. Maar van Jetten moest het in die eerste weken
juist ambitieuzer zijn.’ Het helpt dat de politieke wind is gedraaid.
Vrijwel niemand twijfelt nog aan de noodzaak van een omschakeling naar
duurzame energie. De kolencentrales zouden sluiten, de Groningse
gaskraan moest dicht en er waren miljarden gereserveerd in het
klimaatfonds. Alle seinen stonden op groen, waar het nu op aankwam was
de uitvoering.

Toen de Britse premier Harold Macmillan eens werd gevraagd naar de
grootste uitdaging voor een staatsman, antwoordde hij met de inmiddels
beroemde woorden: ‘Events, dear boy, events.’ Voor Jetten is de oorlog
in Oekraïne zo’n gebeurtenis die het hele speelveld op zijn kop zette.
De minister voor Klimaat en Energie transformeerde in één klap tot
‘minister voor leveringszekerheid’. Jetten bleef er ogenschijnlijk koel
onder. Hij lanceerde een publiekscampagne om energie te besparen (‘Zet
de knop om’) en riep een crisisteam in het leven. ‘Geef Rob een probleem
en hij gaat direct op zoek naar oplossingen’, zegt Boucke. ‘Na de inval
in Oekraïne ging die oplossingsmachine alleen maar harder draaien.’

Maar aan alle beschikbare oplossingen kleven nadelen. Volgens
energiedeskundigen reageerde Jetten aanvankelijk te laconiek op de
slinkende voorraden en stijgende gasprijzen. Moest de beperking op
kolenstroom niet worden opgeheven? En kon de Groningse gaskraan in geval
van nood niet verder open? Een verlaging van de accijns op benzine kon
dan weer rekenen op kritiek uit het klimaatkamp: in plaats van fossiele
brandstoffen te subsidiëren, zouden we de hoge prijzen juist moeten
aangrijpen om vol in te zetten op energiebesparing en de uitrol van
schone energiebronnen.

Al vroeg in zijn ministerschap zit de voormalig klimaatdrammer in een
spagaat: richt hij zich op energiezekerheid, ook als dat betekent dat
hij naar vieze opties moet grijpen, of laat hij zijn klimaatambities
prevaleren, met als risico dat we zonder gas komen te zitten? In zo’n
situatie doet Jetten waar hij een kampioen in is: dilemma’s schetsen.
‘Voor de superkorte termijn kun je voor de gemakkelijke oplossing
kiezen, die een heel klein beetje meer leveringszekerheid biedt. Met de
nadruk op een heel klein beetje. Maar als je daarmee de klimaatoplossing
tien jaar vertraagt, tsja, wat is dan de legacy die je nalaat?’ zegt hij
als we hem begin juni spreken op zijn ministerskamer.

Maar op het partijcongres van d66, tweeënhalve week later, slaat hij al
een andere toon aan. ‘Ik houd er mentaal rekening mee dat ik op de korte
termijn af en toe maatregelen moet nemen die het op de langere termijn
moeilijker maken om de klimaatdoelen in 2030 te halen.’ Wat hij dan al
weet, maar nog niet verklapt, is dat een dag eerder in de ministerraad
is besloten om kolencentrales weer op volle kracht te laten draaien.

Wanneer hij dat besluit twee dagen later wereldkundig maakt op een
persconferentie in Nieuwspoort, heeft Jetten donkere wallen onder zijn
ogen. Samen met zijn team heeft hij het hele weekend doorgewerkt. Voor
de drammer die ooit blij – met opgestoken duim – poseerde voor een te
sluiten centrale in Amsterdam, is het niet de leukste dag uit zijn
ministerschap. ‘Het risico van niets doen is te groot’, zegt Jetten
tegen de verzamelde pers. ‘Poetin gebruikt energie als machtsmiddel.’
Tien megaton aan CO2 zal de komende twee jaar de lucht in vliegen als
gevolg van dit besluit. Hij belooft compensatie, maar hoe dat er precies
uit gaat zien is ook voor hemzelf nog onduidelijk.

De achterbannen van Jettens coalitiegenoten zijn nog altijd allergisch
voor te veel groen gedram

In elk geval wil Jetten het volledige coronahandboek opentrekken, zegt
hij twee dagen later tijdens het Kamerdebat: er moeten persconferenties
komen en dashboards waarop burgers de gascrisis kunnen volgen. ‘Wij
roepen al drie maanden dat hij dit als een crisis moet behandelen en met
een noodplan moet komen’, zegt GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger. ‘En
dan is de eerste en enige harde maatregel waarmee hij komt het opvoeren
van de kolencentrales. Dat vind ik pijnlijk. Hij had al veel eerder de
industrie moeten verplichten tot energiebesparing, thuiswerken kunnen
bevorderen, korteafstandsvluchten verbieden en de productie van
niet-essentiële sectoren kunnen afschalen – tijdens corona kon dat ook.’

‘Dat vind ik zo’n bullshit’, zegt Jetten op zijn werkkamer. Normaal
gesproken is de minister de rust zelve, maar hij wordt ‘helemaal giftig
van het beeld dat de overheid niets doet. We hebben 33 procent energie
bespaard dit jaar, wie had ooit gedacht dat het zo hard zou gaan?’ Deels
komt dat door de hoge energieprijzen en de warme winter, geeft hij toe,
maar zijn ministerie is er volop mee bezig. ‘En waarom moet de overheid
alles doen? Bedrijven kunnen toch zelf de verantwoordelijkheid nemen om
hun verbruik te verminderen. Het is ook aan de woningcorporaties en de
mensen thuis om actie te ondernemen.’
Jetten met collega-minister Hugo de Jonge bij de aftrap van een campagne
over energiebesparing. Delft, 2 april © Laurens van Putten / ANP

Een hippe en modieuze jongen die vooral met vrouwen optrok. Zo typeert
goede vriend Bas Groeneveld de huidige klimaatminister als
negentienjarige student. ‘Hij wist toen al: ik ga deze studie doen en de
politiek in, hij was ervoor gemaakt.’ Groeneveld en Jetten deelden
collegezalen, vonden elkaar aardig maar spraken elkaar amper. Daar kwam
verandering in toen Groeneveld op zoek moest naar een nieuwe huisgenoot
en een lijstje opstelde met gewenste eigenschappen: rustig maar wel
sociaal, netjes en ‘iemand waarvan je zeker weet dat hij de huur
betaalt’. De jonge Jetten hapte meteen toen Groeneveld op hem af stapte
en zei: dude, kom je bij me wonen?

Meer dan zes jaar zouden ze samenwonen. ‘Wij hadden ontzettend weinig
gemeen’, zegt Groeneveld. ‘Je moet weten: ik ben een kop groter, kom uit
een hele andere wereld en ben nogal een typische hetero. Politiek is ook
niets voor mijzelf.’ De buitenwereld begreep weinig van de twee
samenwonende mannen die zo verschillend waren. ‘Steeds weer die
“semi-grapjes”, ik trok dat enorm slecht en zei dat ook tegen mensen.’
Na enige stilte: ‘Misschien is dat wel wat ons bindt. Rob wordt echt
pislink als het gaat over racisme, seksisme of homofobie. Voor hem is
dat persoonlijk en voor mij eigenlijk ook.’

Als kind was Jetten een driftig mannetje. Hij worstelde met zichzelf en
de mensen om zich heen. ‘Dat veranderde allemaal met mijn coming out’,
zegt Jetten. Toen wie hij zelf was samenviel met de wereld om hem heen,
verdween de woede. ‘Het is de enige verklaring die ik heb waarom ik nu
niet meer snel boos word.’

Alleen wanneer mensen worden afgerekend op hun groepsidentiteit kan hij
nog kwaad worden, zien ook partijgenoten in Den Haag. ‘Hij is geen
filosoof of iemand die aan grote theorieën doet’, zegt vertrouweling
Felix Klos. ‘Maar hij heeft intuïtief een heel diepe overtuiging die wel
degelijk liberaal is: je bent wie je bent en als je hard werkt, moet je
een kans krijgen.’

Zelf werkt Jetten zo hard dat er nauwelijks nog een privé-leven is. Hij
sport het liefste ’s ochtends om zes uur en werkt vaak tot middernacht
door. ‘Hij slaapt maar vijf uur per nacht en als het er drie zijn vindt
hij dat ook goed’, zegt goede vriend Habin Kocer, die hem kent uit de
sportschool. ‘Hij drinkt koffie onder de douche omdat hij het zonde
vindt om “alleen maar koffie te drinken en verder niets”. Alles moet een
functie hebben.’

Net zo veeleisend is Jetten richting zijn ambtenaren. ’s Avonds zeer
laat komen er gedetailleerde aanpassingen binnen op hun telefoons. Hun
nota’s kan hij soms eigenhandig herschrijven of ingrijpend aanpassen.
Dan heeft hij de volgorde en de formuleringen omgegooid en extra inhoud
gesuggereerd. Tegelijkertijd heeft hij aandacht voor zijn mensen. Dan
staat hij plots naast het bureau van een ambtenaar en wil hij alles
weten. Al die kleine gesprekjes onthoudt hij.

In Jetten schuilt een tragische paradox. Hij heeft veel aandacht voor de
mensen om hem heen, maar over zijn eigen binnenwereld is hij gesloten.
Begin dit jaar sneuvelde Jettens relatie, iets waar hij het weinig over
heeft. Rond de tijd dat er geruchten gonsden dat hij mogelijk minister
zou worden, hoorden zijn vrienden weinig van hem. ‘Zo’n keuze maakt hij
helemaal alleen’, zegt Kocer. ‘Ik heb zelfs wat afstand genomen omdat ik
weet: dit soort dingen wil hij alleen besluiten.’

Dat het vliegtuig en de boortorens zo in het oog springen in Madurodam
is geen toeval. Het is geen geheim dat de miniatuurstad gesponsord wordt
door het bedrijfsleven. Shell en klm behoren tot de founding fathers.
Voor de actievoerders van Reclame Fossielvrij illustreert dat een
belangrijk probleem. Het klimaatpanel van de Verenigde Naties benadrukt
dat er ingrijpende gedragsveranderingen nodig zijn, maar ondertussen
worden consumenten bestookt met advertenties voor goedkope vliegreisjes
en benzineslurpende suv’s. ‘Wordt het geen tijd om zulke reclame te
verbieden?’ wil een activiste tijdens de vragenronde van de stakeholder
meeting weten. Jetten hoeft niet lang na te denken. ‘Dat valt niet
binnen mijn wettelijke bevoegdheid’, zegt hij. Einde verhaal.

Wanneer de minister zich later, tijdens de lunch, onder de aanwezigen
mengt, schieten de klimaatactivisten hem aan. Zo makkelijk laten ze hem
niet wegkomen met zijn legalistische verweer. In zo’n informele setting,
weg van de microfoons en camera’s, toont hij een ander gezicht. Hij
steunt hun missie, vertrouwt hij ze toe, maar hij heeft ook rekening te
houden met zijn collega’s van de vvd en het cda. Die zien hem al
aankomen met zulke ‘woke plannen’.

Jetten heeft er met zijn communicatieteam bewust voor gekozen om zijn
scherpe activistische randje eraf te halen. ‘Ik voel sterk dat de groene
kerk en de linkse kerk mij als bondgenoot zien en ik zie hen ook zo.
Maar er is ook een deel van de samenleving dat naar mij kijkt en denkt:
god, wat gaat die klimaatdrammer allemaal van mij afpakken? Ik vind dat
ik in deze rol moet laten zien dat ik een minister ben voor iedereen.
Dat betekent dat je soms een tandje minder hard moet schreeuwen.’

Marjan Minnesma beschouwt Jetten nog steeds als bondgenoot. Zelfs nadat
de minister in april schoorvoetend moest toegeven dat het Urgenda-doel
afgelopen jaar niet gehaald werd. ‘Daar was ik natuurlijk niet blij mee
en dat heb ik hem laten weten’, zegt de directeur van de stichting
achter de baanbrekende klimaatzaak. ‘Als hij er niet in slaagt om de
CO2-uitstoot genoeg terug te dringen, stap ik weer naar de rechter. Dat
begrijpt hij, en onze opstelling helpt hem ook, want uiteindelijk willen
we hetzelfde.’

Anders dan veel milieuclubs is Minnesma mild over zijn beslissing om de
kolencentrales harder te laten draaien. ‘Voor het klimaat is het
vreselijk, maar ik begrijp het wel. Je moet rekening houden met een
scenario waarin Poetin de gaskraan helemaal dichtdraait. Het is
makkelijk om te roepen dat je het allemaal niks vindt, maar ik zie geen
enkele reden om aan Jettens intenties te twijfelen. Hij doet dit ook met
een bloedend hart.’

Het respect en vertrouwen is wederzijds. ‘Minnesma is erg hands-on’,
zegt Jetten. ‘Zij heeft geen zin meer om in een abstracte discussie te
blijven hangen. Ik ben met haar aan het sparren over een
energiebesparingsplicht en hoe je bedrijven daarbij kunt helpen. We
brainstormen samen: hoe kunnen we de zaken versnellen?’

Het tempo van de transitie zorgt soms voor frictie, zowel in de
samenleving als tussen de coalitiegenoten. Vanuit klimaatoogpunt nemen
we liever vandaag dan morgen afscheid van fossiele brandstoffen, maar in
Den Haag sluimert de vrees voor een afbrokkelend draagvlak, wanneer
burgers en bedrijven niet mee kunnen komen. Het is een krachtenveld
waarin het lastig laveren is. Wat helpt is dat Jetten kameleontische
kwaliteiten bezit waardoor hij overal welkom geheten wordt, of het nu in
de bestuurskamers van Tata Steel is of op een congres van milieuclubs.
Op elke bijeenkomst waar Jetten spreekt benadrukt hij dat we het ‘samen
moeten doen’.

Het is niet moeilijk voor te stellen waarom deze man kort na zijn
aantreden als fractievoorzitter de bijnaam ‘Robot Jetten’ kreeg. Wie
tv-optredens uit die tijd terugkijkt ziet een ietwat onwennige
politicus. Hij draagt een ronde bril, heeft de neiging lastige vragen te
ontwijken met wollige formuleringen en dreunt ingestudeerde antwoorden
op, wat dankbaar materiaal opleverde voor een complicatie bij Zondag met
Lubach. ‘Dat vond hij écht niet leuk’, zegt goede vriend Groeneveld.
‘Hij had zoveel mediatraining gehad en was er zo goed op voorbereid.
Tsja, dan word je gepakt. Jarenlang achtervolgt dat je.’ Van zijn
vrienden kreeg Jetten een robotje cadeau, dat hij op zijn bureau zette.

‘Na de inval in Oekraïne ging de oplossingsmachine van Rob Jetten alleen
maar harder draaien’

Onwennigheid heeft hij inmiddels afgeschud, zijn ogen zijn gelaserd,
maar nog altijd waken zijn persvoorlichters ervoor dat hij terugvalt in
zijn oude patroon. Vooral als hij vermoeid is, zoals op de
persconferentie over de kolencentrales, sluipt die stijfheid er weer in.
Jetten is gedrild in het politieke ambacht. Niet alleen zijn antwoorden,
maar ook zijn postuur, kledij en mimiek stralen professionaliteit uit.
Waar andere ministers nog wel eens dromend voor zich uit staren of op
een onbewaakt moment hun irritaties tonen, lijkt Jetten geen moment
‘uit’ te staan. Altijd de vriendelijkheid zelve, nooit uit het lood
geslagen.

Alexander Pechtold, die als d66-voorman de confrontatie niet schuwde,
ziet dat zijn protegé een andere leiderschapsstijl heeft. ‘Hij is meer
conflictvermijdend. Dat kan natuurlijk een kwaliteit zijn als minister,
maar in de politiek kun je niet iedereen te vriend houden.’
Minister Jetten bij de algenbar in One Planet NOW, landelijk centrum
voor een duurzame toekomst. Den Haag, 20 april © Robin Utrecht / ANP

‘Natuurlijk’ wil de minister een stukje rijden in de waterstofwagen. Op
het parkeerterrein gaat het jasje uit en kruipt Jetten achter het stuur
van het hyperefficiënte maar krappe autootje. Met een bescheiden vaart
glijdt de druppelvormige ‘Aurora Omega’ in een rechte lijn over het
asfalt, om na een paar meter alweer tot stilstand te komen. Even
daarvoor heeft de minister al aan het ‘gaspedaal’ van een elektrische
racemotor mogen draaien, scoorde hij een doelpunt met een voetbalrobot
en kreeg hij uitleg over een zonneboot. ‘Ik ga liever niet op
werkbezoeken waar ik in een zaaltje moet zitten om naar
powerpointpresentaties te kijken’, zegt Jetten. ‘En ik geloof ook echt
dat we dit soort innovaties nodig hebben als Nederland toonaangevend wil
zijn op het gebied van duurzaamheid.’

Het werkbezoek aan de Future Factory in Enschede, waar technische
studenten bouwen aan een groene toekomst, sluit perfect aan bij het
optimistische klimaatverhaal van d66. Met opgerolde mouwen willen de
sociaal-liberalen deze ongekende verbouwing in goede banen leiden. In
iedere toespraak benadrukt Jetten niet alleen de ernst van de situatie,
maar vooral ook de kansen die de transitie biedt. ‘Ik geloof dat
Nederland mooier en beter kan worden als ons dit lukt’, zegt hij dan.
Hashtag #NLGaatVoorGroen.

Het voornaamste knelpunt van de energietransitie zit echter niet bij een
gebrek aan universitaire studenten met innovatieve ideeën maar bij de
uitvoering. Bij de installateurs van warmtepompen en de technici voor de
verzwaring van het elektriciteitsnet. Vandaar dat Jetten, samen met de
onderwijsminister, werkt aan een banenplan. ‘Wij zijn een land waar de
overheid zich normaal gesproken niet bemoeit met de opleidingskeuze van
mensen, maar iets meer nudgen kan in dit geval geen kwaad.’

Het is misschien wel de grootste trendbreuk met de vorige kabinetten. In
het verleden werden moeilijke keuzes vaak op de lange baan geschoven,
over de schutting gegooid bij lagere bestuursniveaus, of overgelaten aan
de markt. Inmiddels wil de overheid ‘regie nemen’. Daarvoor heeft ze
beschikking over drie belangrijke instrumenten: normeren, beprijzen en
subsidiëren. Vooral Jetten grijpt enthousiast naar dat eerste middel.
‘De grootste gamechanger van dit half jaar is dat er veel meer begrip is
voor normeren, verplichten en afdwingen.’

Voor de vvd, toch een partij die doorgaans wantrouwig is als het gaat om
overheidsbemoeienis, is dat even wennen. ‘Wij zijn beide heel liberaal
en beide heel groen, maar wij praktiseren dat anders’, zegt minister
Adriaansens, die met Jetten een ministerie deelt. ‘Mijn drijfveren zijn
heel sterk economisch en minder gericht op normeren. Het is mijn taak om
te zorgen dat bedrijven deze transitie ook echt kunnen meemaken. We
moeten oppassen dat we ze niet wegpesten.’

‘In de scenario’s die er nu liggen, wordt vaak geredeneerd vanuit de
bestaande economische partijen’, zegt Bernard ter Haar. ‘Maar is dat wel
logisch?’ De voormalige topambtenaar, die al decennia rondloopt in Den
Haag en verschillende ministeries van binnenuit heeft meegemaakt, is
door Jetten aangesteld als hoofd van het Expertteam Energiesysteem 2050.
Die groep van wetenschappers uit verschillende disciplines heeft de taak
om in kaart te brengen hoe ons energiesysteem er over dertig jaar uit
moet zien. Draait onze economie op batterijen en groene stroom, of toch
vooral op waterstof? Is er wel plaats voor een vervuilend bedrijf als
Tata Steel? ‘Dat is precies de vraag…’, zegt Ter Haar. ‘Maar een
antwoord kan ik jullie nog niet geven.’

Tijdens het werkbezoek in Enschede blijkt wel hoe ingewikkeld zulke
afwegingen zijn. Wanneer Jetten door het team achter de Aurora Omega een
lofzang op waterstof krijgt voorgeschoteld, houdt hij zich diplomatiek
op de vlakte. ‘Je ziet natuurlijk welk logo er op de motorkap staat’,
wijst hij naar de rood-gele schelp van Shell. De fossiele industrie
heeft er baat bij om waterstof te promoten als dé oplossing, terwijl
energie-experts de hype temperen. ‘Maar we hebben niet de luxe om
technieken uit te sluiten. We moeten alles verder doorontwikkelen en
uiteindelijk is het aan de markt welke techniek dominant wordt.’

Na het bezoek aan de Future Factory rijdt de dienstwagen door naar
Almelo, voor een bezoek aan Urenco, de producent van verrijkt uranium.
Jetten is nooit een enthousiast voorstander geweest van kernenergie,
maar omdat coalitiegenoten vvd en cda dolgraag nieuwe kerncentrales zien
verschijnen, heeft de klimaatminister aangekondigd dat hij dit najaar
twee geschikte bouwlocaties aanwijst. Met vvd-fractievoorzitter Sophie
Hermans heeft hij afgesproken om shirtjes te ruilen: zij krijgt zijn
exemplaar met ‘klimaatdrammer’ en hij ontvangt er eentje met een kleine
kerncentrale erop.

‘Erik, mijn geweldige chauffeur, en ik kijken hier wel van op’, zegt
Jetten over de forse persoonsbeveiliging. Hij is zojuist bij een
cruiseterminal in IJmuiden, waar hij vijfhonderd ‘windprofessionals’
heeft toegesproken, zijn dienstauto ingestapt om naar een afspraak te
rijden die aan de overkant van de duinkam ligt. Een loopje van vijf
minuten, maar zo’n afstand mag niet meer te voet. Voor en achter de
dienstauto rijden politieagenten; de ministers die te maken hebben met
klimaat en dan vooral stikstof hebben extra beveiliging gekregen.

Dat de dreiging niet denkbeeldig is, bleek toen boze boeren Christianne
van der Wal, de vvd-minister voor Natuur en Stikstof, thuis opzochten.
Het stikstofdossier is de eerste lakmoesproef voor dit kabinet. Hoewel
geen van de coalitiepartijen aan de doelen zegt te willen tornen, laten
de vvd, het cda en de ChristenUnie duidelijk doorschemeren begrip te
hebben voor de boerenprotesten.

Terwijl Jetten graag wil dat het rijk de regie neemt, wordt het
opstellen van concrete stikstofplannen overgelaten aan de provincies.
Dat is opmerkelijk omdat Jetten, De Jonge en Adriaansens op het podium
in Madurodam nog eensgezind verkondigden dat decentralisatie de
afgelopen jaren juist voor onnodige vertraging heeft gezorgd bij de
verduurzaming. Landbouw is ‘een hoofdpijndossier’ geworden, zegt Ed
Nijpels. Dat de uitwerking van maatregelen wordt uitbesteed aan de
provincies, maakt de zaken er niet gemakkelijker op, vreest de
voorzitter van het voortgangsoverleg Klimaatakkoord: ‘Je ziet nu al dat
sommige gedeputeerden zeggen: dat gaan we niet doen. Terwijl: het móet
gewoon gebeuren.’

In de klimaatplannen die Jetten begin juni naar de Kamer stuurde, is er
nog een andere paragraaf die uit de toon valt. In het gedeelte over
luchtvaart, dat valt onder de minister van Infrastructuur en Waterstaat
Mark Harbers (vvd), gaat het meer over innoveren dan over normeren. ‘De
luchtvaart wordt nog altijd met zijden handschoentjes aangepakt’, zegt
Nijpels. ‘We praten vaak in emotionele termen over klm en Schiphol, maar
we moeten nuchter beschouwen wat deze sector precies toevoegt.’

‘Op Jettens eigen terrein, rondom duurzame energie, gebeurt er van
alles, maar op het vlak van mobiliteit zie ik nog geen systeemkeuzes’,
zegt Suzanne Kröger van GroenLinks. ‘Ook de industrieplannen blijven
vaag. Dat zijn weerbarstige sectoren en misschien is het geen toeval dat
daar vvd-ministers zitten. De grote vraag is of het Jetten lukt om daar
beweging in te krijgen. Vooralsnog merk ik dat niet. En dat vind ik
zorgelijk.’

Jetten mag in de Trêveszaal dan aan het hoofd van de tafel zitten met
een miljardenpot, maar staatsrechtelijk gezien heeft hij geen
doorzettingsmacht, zegt oud-topambtenaar Bernard ter Haar. ‘Het besef
dat er een aantal thema’s zijn die we niet langer voor ons uit kunnen
schuiven is wel aanwezig in de politiek’, zegt hij. Alleen: voor een
integrale aanpak moeten vijf ministers van verschillende politieke
kleuren op een lijn worden gebracht. ‘Dat is het gevolg van de
versnippering van de portefeuilles, met al die verschillende
bewindspersonen.’

Dat is direct het grote verschil met de Europese Unie. Landbouw,
transport en natuur vallen allemaal onder supercommissaris Frans
Timmermans. ‘Daar kan Rob Jetten alleen maar van dromen’, zegt Diederik
Samsom, die in Brussel als rechterhand van Timmermans verantwoordelijk
is voor de Green Deal. ‘De commissie is een stuk hiërarchischer
georganiseerd dan de Nederlandse politiek.’

Jetten zal het dus van zijn vaardigheden als verleider moeten hebben.
‘Verwar zijn charme niet met dat hij een doetje is’, zegt Nijpels. ‘Hij
is scherp op de doelstellingen.’ Maar om die doelen te halen is en
blijft hij afhankelijk van collega’s die op hun beurt weer rekening
moeten houden met de grillen van hun electoraat. Als de recente
stikstofophef iets duidelijk maakt, is het wel dat de achterbannen van
Jettens coalitiegenoten nog altijd allergisch zijn voor te veel groen
gedram.

Het schetsen van dilemma’s zorgt er bovendien niet voor dat die
dilemma’s verdwijnen. Op het congres over windenergie in IJmuiden komt
dat aan het licht. Jetten erkent alle spanningen die ontstaan nu we de
Noordzee willen omtoveren tot ‘de energiefabriek van Europa’. Hij
benoemt de zorgen van vissers en van natuurbeschermers. Belangen moeten
verknoopt worden, naar iedereen zal worden geluisterd, maar uiteindelijk
– zo zegt hij haast terloops in zijn toespraak – mag ‘de
energietransitie voorrang krijgen op andere belangen.’

In zijn werkkamer legt Jetten uit hoe hij dit voor zich ziet. ‘Als je de
komende jaren beperkte stikstofruimte hebt, dan gaan energieprojecten
voor op huizen bouwen of de industrie. Vanuit Economische Zaken en
Klimaat moeten we bereid zijn om de strijd aan te gaan met andere
ministeries. Dat is best spannend.’ Als het moet, durft de charmeur
machtspolitiek te bedrijven. Dat hij met iedereen goed door een deur
kan, ziet hij als een kracht, al wil hij van het woord ‘allemansvriend’
niets weten. ‘Ik ben niet bang om hard en duidelijk te zijn.’ Wanneer
zijn collega’s verzuimen en de klimaatdoelen in gevaar komen, zal hij
niet schromen om in te grijpen, waarschuwt hij. Hij hoopt dat het zo ver
niet hoeft te komen. ‘De dreiging moet voldoende zijn.’


More information about the D66 mailing list