[D66] Vooruitkijken: Hoe corona in ons leven zal blijven (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #705)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Mon Jun 28 12:11:14 CEST 2021


Bron:   De Groene Amsterdammer #25
Datum:  21 juni 2021
Auteur: Jop de Vrieze
URL:    
https://www.groene.nl/artikel/voorzichtig-opkrabbelen-met-kans-op-onaangename-verrassingen


Hoe corona in ons leven zal blijven
-----------------------------------
Voorzichtig opkrabbelen (met kans op onaangename verrassingen)

Nu de besmettingen en de ziekenhuisbezetting in Nederland rap afnemen, 
overheerst het optimisme. Maar van corona zijn we voorlopig nog niet af. 
Hoe gaat het virus de komende maanden en jaren een stempel drukken op de 
samenleving?

Toen student verpleegkunde Sanne de Jong (22) half april 2020 van haar 
coronabesmetting herstelde, had ze nooit gedacht dat haar leven 
anderhalf jaar later nog zo door het virus gedomineerd zou worden. Ze 
zou krap drie maanden later de infectie nog een keer doormaken - 
waarschijnlijk doordat haar immuunsysteem het virus nooit helemaal had 
geklaard - en hield vooral aan die tweede episode flinke langdurige 
klachten over: vooral vermoeidheid, vergeetachtigheid, maag- en 
darmklachten.

Voordat ze in september begon aan een nieuwe stage in een verpleeghuis 
sprak ze met haar begeleiders af dat ze het rustig aan zou doen - vier 
halve dagen per week zou ze werken. Al snel bleek dit alsnog te veel 
gevraagd. Ze raakte zo uitgeput dat het niet lukte haar stageopdrachten 
te doen. In het bijzijn van patienten was ze nog wel opgewekt, maar 
eenmaal op de gang veranderde ze in een zombie. 'Ik moest ook constant 
mezelf controleren of ik bijvoorbeeld bij een patient niet vergat de rug 
te wassen, of dat ik na afloop de beha wel weer aan had getrokken. Ik 
deed sowieso al zo min mogelijk taken waarbij fouten niet onschuldig 
zouden zijn.'

Op werkdagen viel ze thuis vrijwel altijd direct in slaap, sliep ze tot 
aan het avondeten, om daarna vrijwel meteen weer onder de wol te gaan. 
En vaak was ze ook nog een van de vier dagen ziek. Na ongeveer een maand 
zeiden haar begeleiders: 'Heb je erover gedacht om te stoppen? We maken 
ons zorgen om je.' Twee weken later hakte ze de knoop door. 'Ik was 
zwaar over mijn grenzen gegaan, waardoor ik er nog slechter voor stond 
dan na die tweede keer corona.'

Sindsdien is de situatie van De Jong slechts mondjesmaat verbeterd. En 
haar verhaal staat niet op zichzelf. Nu het stof van de derde coronagolf 
neerdaalt en de focus op de ic-bezetting afneemt, beginnen zich de 
contouren af te tekenen van de schade die het virus nog meer heeft 
aangericht. Terwijl in de nieuwsmedia het optimisme overheerst over 
dalende besmettings- en ziekenhuiscijfers en over 'wat er allemaal weer 
kan', geldt voor een grote groep Nederlanders dat het virus nog lang 
niet uit hun leven is.

Het rondwarende virus heeft een zware tol geeist. Zorgpersoneel en 
handhavers maken zich veelal met de tong op de schoenen op voor een 
inhaalslag van 'het gewone werk'. En wie uitzoomt ziet dat niemand 
voorlopig helemaal van het coronavirus af is. Terwijl Europa dankzij 
vaccinaties en gunstiger weer een relatief zorgeloze zomer tegemoet 
lijkt te gaan, blijft het herstel broos en broeit en gist het 
ondertussen in andere delen van de wereld. Hoe zal het virus de komende 
maanden en jaren een stempel blijven drukken op onze levens en op de 
samenleving? En hoe kunnen we daar zo goed mogelijk mee omgaan?

Neem om te beginnen de opkomst van nieuwe virusvarianten waarmee we de 
afgelopen maanden zijn geconfronteerd: na Alfa (eerder bekend als de 
'Britse' variant) zijn er nu Beta (de 'Zuid-Afrikaanse' variant), Gamma 
(de 'Braziliaanse') en - meest recent - Delta (de 'Indiase') waarvan met 
name de laatste zich flink (mogelijk twee keer) sneller lijkt te 
verspreiden dan de toch al besmettelijkere Alfa-variant. Bovendien 
lijken die nieuwe varianten deels onder de door de vaccins en infecties 
opgebouwde immuniteit uit te komen. In Nederland domineert de 
Alfa-variant en zijn die laatste drie nog niet veel gesignaleerd, maar 
met name de Delta-variant neemt in sommige regio's al duidelijk toe en 
volgens het RIVM zal die half juli al dominant zijn mede doordat 
ongevaccineerde jongeren massaal in Zuid-Europa op reis gaan.

Die varianten kunnen al op redelijk korte termijn roet gaan strooien in 
het eten van festivalorganisatoren, kroegbazen en vakantievierders. Zie 
bijvoorbeeld Groot-Brittannie, waar onder meer het heropenen van de 
nachtclubs in elk geval een maand is uitgesteld omdat de Delta-variant 
oprukt. Juist daar zou je een terugval niet verwachten, omdat de Britten 
al verder waren met vaccineren dan wij.

Betekent dit dat de vaccins niet werken tegen deze variant? Dat valt 
voorlopig mee: uit de cijfers blijkt dat de Delta-variant vooral mensen 
treft die nog niet zijn gevaccineerd of slechts een keer - wie een 
AstraZeneca-prik heeft gehad is volgens Public Health England maar 
ongeveer 33 procent beschermd. Twee prikken lijken vooralsnog wel 
behoorlijk wat bescherming te bieden. Daarbij neemt het aantal 
ziekenhuisopnames in het Verenigd Koninkrijk weliswaar gestaag toe, maar 
knalt het nog niet omhoog. Wel verontrustend: artsen in verschillende 
delen van de wereld melden dat deze variant mensen sneller en ernstiger 
ziek lijkt te maken dan de eerdere varianten.

Voor coronaviroloog Raoul de Groot van de Universiteit Utrecht is het 
ontstaan van coronavarianten geen verrassing: virussen kunnen zich nu 
eenmaal razendsnel genetisch aanpassen. Hij had die varianten zelfs al 
veel eerder verwacht. 'Maar blijkbaar had het virus maandenlang ondanks 
de maatregelen genoeg mogelijkheden om zich te verspreiden.'

In feite is de hele wereld sinds anderhalf jaar een groot laboratorium, 
waarin alle mogelijke virusvarianten ontstaan, en degene die een 
voordeel hebben ten opzichte van de rest worden dominant, zegt De Groot. 
Nu zijn ze er dan toch en het zullen niet de laatste zijn - er zijn veel 
meer wijzigingen in het genetische materiaal van het virus mogelijk die 
het virus een voordeel geven. De Groot verzet zich tegen het hardnekkige 
denken onder sommige deskundigen en semi-deskundigen dat virussen 
uiteindelijk altijd vanzelf milder worden. Daarvoor moet volgens hem ook 
de gastheer, de mens in dit geval, evolueren, onder meer doordat mensen 
die slecht zijn aangepast op het virus massaal overlijden - dat is 
gelukkig niet het geval. De Groot heeft dan ook absoluut niet het gevoel 
dat we tegen het einde van de wedstrijd zitten. 'We zitten nog in de 
eerste helft.'

Op de vraag wat ons de komende maanden te wachten staat, slaakt De Groot 
een diepe zucht. 'Het is heel erg lastig om een voorspelling te doen. Ik 
verwacht op zich wel dat we een rustiger tijd tegemoet gaan, maar we 
hebben te maken met een uitermate flexibele, lenige tegenstander. Dus ik 
ben blij met de afname, maar we moeten ons hoeden voor al te grote 
onbekommerdheid.'

Ook viroloog Lia van der Hoek, werkzaam in het Amsterdam UMC, locatie 
AMC, ziet het virus voorlopig niet verdwijnen - ook niet uit Nederland. 
Ze verwacht ook niet dat er groepsimmuniteit zal optreden - ook niet 
door vaccinaties. Daarvoor moet zo'n 85 procent van de bevolking 
gevaccineerd worden. Bovendien moeten de vaccins de verspreiding van het 
virus stoppen. Dat is bij luchtwegvirussen altijd lastig, al lijken met 
name de mRNA-vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna daar wonderbaarlijk 
goed in te slagen.

Desondanks verwacht Van der Hoek dat op redelijk korte termijn het virus 
ook onder gevaccineerden weer rond zal kunnen gaan. 'Wanneer steeds meer 
mensen immuun worden, zal de druk op het virus om die te omzeilen 
toenemen. En vanuit ons onderzoek naar verkoudheidscoronavirussen weten 
we dat die daar na ongeveer een jaar in slagen.'

Wie dit soort virusvariantverhalen volgt, loopt het risico al snel in 
een coronadepressie te belanden. Maar we moeten ook weer niet 
overdrijven. Volgens sommige experts, onder wie de prominente 
Amerikaanse arts Eric Topol, zijn veel van de verhalen over de zoveelste 
nieuwe 'scariant' niets dan bangmakerij. Hij voegt er op Wired wel aan 
toe dat dit niet voor alle varianten geldt. Hij pleit voor minder hype 
en meer genetische surveillance van het virus om beter het kaf van het 
koren te scheiden.

De varianten die tot nu toe daadwerkelijk voet aan de grond hebben 
gekregen, zijn weliswaar verontrustend maar nog niet scary. Ook Van der 
Hoek gaat niet uit van een doemscenario: 'Al zullen gevaccineerden en 
eerder besmette personen het virus opnieuw kunnen krijgen, de 
basisimmuniteit zal waarschijnlijk grotendeels intact blijven. Daardoor 
worden deze mensen meestal niet meer (ernstig) ziek.'

Wel zullen deze mensen na verloop van tijd het virus weer kunnen 
doorgeven. Als gevolg hiervan zal het virus alsnog de mensen besmetten 
die nog niet immuun zijn. Van der Hoek ergert zich dan ook aan de mensen 
die spreken over een keuze tussen wel of geen vaccin nemen. 'Het is een 
keuze tussen een vaccin en het virus zelf. Het zal je gaan bereiken, is 
het niet dit jaar, dan wel over een paar jaar. Dan kun je er maar beter 
vast wat bescherming tegen hebben.'

Voor het verdere beloop van de epidemie gaat een ding heel belangrijk 
worden, zegt Marion Koopmans, viroloog aan het Erasmus MC: de duur van 
immuniteit opgebouwd na vaccinatie of infectie. In een Science-artikel 
uit mei 2020 van Harvard-onderzoekers onder leiding van epidemioloog 
Marc Lipsitch bleek al dat we afhankelijk van die beschermingsduur 
totaal uiteenlopende scenario's kunnen krijgen: van een jaarlijkse 
cyclus zoals bij de griep tot aan eliminatie van het virus, vertelt 
Koopmans. 'Dus ga er maar aan staan.'

Sindsdien zijn er wel de nodige inzichten over die immuniteit bij 
gekomen en recente artikelen schetsen een relatief positief beeld, voegt 
Koopmans toe: in februari lieten Amerikaanse onderzoekers bijvoorbeeld 
nog in Science zien dat na acht maanden de hoeveelheid antistoffen 
inderdaad is afgenomen, maar dat het immuungeheugen dat ernstige ziekte 
kan voorkomen bij de meeste mensen nog vrijwel intact is. 'Maar hoe dat 
in verschillende kwetsbare groepen gaat zijn is echt wel de vraag', zegt 
Koopmans.

Afhankelijk van die beschermingsduur en de kwetsbaarheid van mensen bij 
wie de immuniteit afneemt, is het aan beleidsmakers om te beslissen: 
laten we het net als bij gewone verkoudheidsvirussen aankomen op een 
boost van de immuniteit door natuurlijke infecties, omdat de meeste 
mensen bij herinfectie niet ernstig ziek worden? Of willen we die voor 
zijn door op tijd te hervaccineren? En in het laatste geval, doen we dat 
bij de hele bevolking, of net als bij de griep alleen bij de kwetsbaren?

In elk geval moeten we er rekening mee houden dat er, met name in 
gebieden met een lage vaccinatiegraad zoals antroposofische kringen, 
achterstandswijken en gebieden met veel streng gelovige 
protestants-christelijken, nieuwe uitbraken zullen blijven ontstaan. 
Hoewel in die laatste regio de bereidheid wat toeneemt, blijft die nog 
altijd achter bij de rest. Landelijk was eind mei ten minste 87 procent 
van het aantal 65-plussers minimaal eenmaal gevaccineerd, op Urk lag dat 
percentage volgens het RIVM tussen twintig en 39. Uitbraken kunnen zich 
vanuit die risicoregio's uitbreiden tot in gebieden met een hogere 
vaccinatiegraad en ook daar mensen treffen met onvoldoende immuniteit.

De vraag is hoe we hiermee om willen gaan. De kans dat er naast de 
basismaatregelen nog hard, landelijk ingegrepen zal worden lijkt klein 
en dit zou ook niet nodig hoeven zijn. Bij lage aantallen moet de 
surveillance eventuele varianten en lokale uitbraken snel kunnen 
detecteren. Ook kunnen de GGD'en weer op volle kracht het bron- en 
contactonderzoek uitvoeren en zo clusters volledig in kaart brengen en 
uitdoven. In aanvulling kunnen mobiele teams de wijken in gaan om daar 
mensen te testen en in te lichten - iets waar de afgelopen maanden 
minder prioriteit aan werd gegeven.

Maar of dit ook zal gaan gebeuren? Bij lagere aantallen wordt het 
mogelijk om uitgebreider bron- en contactonderzoek te doen en zo de kans 
te verhogen dat brandjes ook echt uitgetrapt kunnen worden, omdat er in 
absolute zin ook bij ruimere criteria alsnog minder mensen in 
quarantaine hoeven. Uit een recent OMT-advies over bron- en 
contactonderzoek blijkt eerder het omgekeerde: er wordt ingezet op 'BCO 
op maat', waarbij vooral kwetsbare contacten worden opgespoord en niet 
nauwe contacten (ook als ze een hele dag met een besmet persoon op een 
slecht geventileerd kantoor hebben gezeten) niet meer worden ingelicht 
dat ze contact hebben gehad met een besmet persoon.

De GGD'en hebben de opdracht gekregen af te schalen; veel van hun 
inmiddels ervaren krachten moeten ze vanwege aflopende contracten laten 
gaan. Hetzelfde geldt voor de uitzendbureaus en organisaties als de ANWB 
die meehielpen aan deze operatie. GGD/GHOR-koepelvoorzitter Andre 
Rouvoet meldde op 14 juni in de Tweede Kamer dat de GGD in staat wil 
blijven om 4400 bron- en contactonderzoeken per dag uit te voeren. 'We 
proberen met man en macht te voorkomen dat we straks weer niet in staat 
zijn om de clusters onder controle te houden, onder meer door 
medewerkers die nu weinig te doen hebben in te zetten op preventie', 
zegt beleidsadviseur Angela Vos van GGD Gelderland-Midden. 'De vraag aan 
de minister is in hoeverre hij de mensen straks nog paraat wil hebben', 
zegt Everhard Hofstra, voorzitter van de Nederlandse Vereniging 
Infectieziektenbestrijding (NVIB) en werkzaam bij GGD Fryslan.

Feit is dat zolang de bevolking in een groot deel van de wereld nog maar 
nauwelijks gevaccineerd is het virus zal blijven opduiken. En de 
dreiging zal niet alleen komen van ver weg, aangezien we in Nederland 
razendsnel versoepelen met een nog circulerend virus. Het meest recente 
reproductiegetal ligt rond de 0,8 en het is niet ondenkbaar dat dit - 
met name wanneer de Delta-variant verder toeneemt - ondanks de verdere 
vaccinaties toch weer toeneemt tot boven de 1. Hoewel de 
vaccinatiebereidheid onder volwassenen op dit moment met 87 procent nog 
hoog is, bestaat er een risico dat door de gunstige cijfers een deel van 
de jongeren hun prikafspraak niet zal maken of nakomen. Zij zullen het 
dan alsnog oplopen, zoals de afgelopen maanden al met ongeveer een derde 
van hen is gebeurd. Niet alleen zullen ze daarmee de verspreiding 'op 
gang houden', ze kunnen er zelf ook nare langdurige klachten aan 
overhouden - ongeveer vijf procent van de twintigers heeft na een maand 
nog last, een deel van hen maanden later nog steeds. Viroloog Marion 
Koopmans maakt zich daar wel zorgen over: 'In het beleid hebben we 
steeds gekeken naar de ziekenhuisopnames. Omdat die gekoppeld waren aan 
de besmettingen waren de maatregelen gericht op het voorkomen daarvan. 
Sinds die twee dankzij de vaccinaties zijn losgekoppeld, kan het aantal 
besmettingen verder oplopen. Maar wie besmet raakt kan ook long covid 
krijgen, waardoor we daar een stevige golf van riskeren.'

Die golf kan nog weleens breed gevoelde gevolgen gaan hebben. Daar waar 
het verhaal van Sanne de Jong en die van vele anderen een paar maanden 
geleden nog als 'anekdotisch' werden afgedaan, staan de aanhoudende 
klachten na een covid-infectie inmiddels wel duidelijk op de kaart. 
Gezondheidseconomen riepen eind mei in Nature op niet alleen sterfte en 
ziekenhuisopnames centraal te stellen in coronabeleid en -communicatie, 
maar meer oog te hebben voor gezondheidsschade die het virus daarnaast 
aanricht - naast long covid onder meer het ontstaan van diabetes en 
schade aan hart- en vaten die de kans op chronische ziekten levenslang 
verhoogt - 'de lange schaduw van covid'. Met name in samenlevingen met 
een jongere bevolking, of samenlevingen waarin de oudere bevolking 
grotendeels is gevaccineerd, is dit belangrijk om ook mee te wegen en 
burgers erover te informeren, betogen zij. In Nederland daalt dat besef 
langzaam in.

Het RIVM startte in mei 2021 een studie naar long covid waarvoor het 
mensen opriep zich na hun besmetting aan te melden. 'In het begin ging 
men ervan uit dat covid zich als de griep zou gedragen. De griep kan je 
ernstig ziek maken, maar ontwikkelt zich bijna nooit tot een chronisch 
ziektebeeld', zegt Jaap Maas, bedrijfsarts in het Amsterdam UMC locatie 
AMC en lid van het OMT. 'Op dit moment zie je langzamerhand de contouren 
duidelijk worden. En dan blijkt dat een behoorlijk percentage mensen - 
ongeveer tien procent - na drie maanden nog klachten heeft. Meestal gaat 
het om vermoeidheid, maar ook reuk- en smaakverlies en cognitieve 
problemen komen veel voor.'

Hoeveel van die mensen maanden na hun besmetting nog thuis zitten is 
niet bekend, zegt Maas, omdat een centrale registratie ontbreekt. Wel 
publiceerde de Arbo Unie in mei dat een op de vijf werknemers die langer 
klachten houden na bijna een jaar nog altijd ziek is - een procent van 
de bij de unie aangesloten werknemers. De helft van de mensen die covid 
kregen was na twee tot drie maanden weer aan het werk. Bedrijfsartsen 
worstelen nog met hun rol in het begeleiden van de groep 
long-covid-patienten, mede doordat nog niet goed duidelijk is wat nu het 
best werkt tijdens het herstel. Maas pleit ervoor bedrijfsartsen en 
andere betrokken artsen beter te laten samenwerken dan nu gebeurt, omdat 
de interventies van de bedrijfsarts niet worden vergoed door de 
zorgverzekeraar. 'Juist met het oog op de arbeidsparticipatie is die 
samenwerking belangrijk.'

Fysiotherapeut Rosalie Huijsmans, betrokken bij de poli en het onderzoek 
van het Amsterdam UMC, legt uit dat er verschillende groepen 
post-covid-patienten zijn. Allereerst zijn er de patienten die op de ic 
en op de verpleegafdeling hebben gelegen. Zij volgen na hun opname vaak 
een revalidatietraject waarin ze de fysieke en mentale belasting met 
kleine stappen opbouwen, zodat ze steeds meer activiteiten in hun 
dagelijks leven kunnen hervatten. Daarnaast is er een groep die wel ziek 
is geweest maar niet in het ziekenhuis heeft gelegen. Uit de medische 
onderzoeken komt bij hen in veel gevallen niets. En juist die groep - 
bestaande uit veelal jonge vrouwen die voor hun besmetting een zeer 
actief leven leidden, maar ook tieners en kinderen - lukt het vaak niet 
om op te bouwen in hun revalidatietraject. 'Hun systeem dat de balans 
tussen ontspanning, inspanning en stress reguleert lijkt ontregeld', 
zegt Huijsmans. 'Zo kan geringe inspanning al te veel zijn. Zelfs met 
een beetje haast de trein proberen te halen kan al dagen klachten 
geven.'

Wat het lastig maakt, is dat het onderliggende mechanisme nog niet 
helemaal is opgehelderd, zegt Michele van Vugt, internist in het 
Amsterdam UMC. 'Er ontstaat een discrepantie tussen de conditie en de 
belastbaarheid - mensen kunnen veel minder aan dan je zou denken. Er 
lijken verschillende mechanismen te spelen, en waarschijnlijk is bij 
sommige patienten nog sprake van een herstelproces op cellulair niveau. 
Het lijkt nog het meest op wat we zien bij pfeiffer en bij mensen die 
lange klachten hielden na de Q-koorts.'

De standaard revalidatie-trainingsschema's werken voor deze mensen niet, 
zegt Huijsmans. De ene persoon heeft vooral baat bij ergotherapie, de 
andere bij een psycholoog - niet omdat de klachten tussen de oren 
zitten, maar voor begeleiding bij ontspanning en het omgaan met het ziek 
zijn - en anderen bij een heel regelmatig fysio-traject. Van de 
patienten uit de eerste golf die een half jaar later nog altijd klachten 
hadden, is een aanzienlijk deel inmiddels (grotendeels) hersteld, maar 
dat geldt lang niet voor iedereen en uit die groep zijn er ook mensen 
die nog altijd slechts op tien procent van hun vroegere capaciteit 
functioneren. Sommigen zullen qua cognitie waarschijnlijk nooit meer de 
oude worden, verwacht Huijsmans.

'Wat het best lijkt te werken is blijven bewegen, maar niet 
overbelasten. Dit betekent vaak minder activiteiten op een dag en een 
stuk rustiger aan doen. Daarnaast is aandacht voor ontspanning en 
stressregulatie belangrijk, het systeem moet leren om tot rust te komen 
en weer op te laden. Een beetje zoals tijdens je vakantie, inderdaad. 
Sommige patienten gaan door deze aanpak snel vooruit, anderen worstelen 
er na maanden nog steeds mee. Het is ook nogal wat als je gewend bent 
een ontzettend vol leven te hebben.'

Voor buitenstaanders kan het constant terugvallen van de 
long-covid-patienten al snel overkomen als 'zwak' en 'aanstellerig'. Dat 
levert voor de patienten alleen maar extra stress op. Sanne de Jong is 
wat dat betreft blij dat de meeste mensen in haar omgeving haar wel 
serieus nemen. Haar frustratie komt vooral voort uit haar eigen 
ongeduld. De afgelopen weken gaat het weer wat beter en heeft ze zelfs 
voorzichtig haar voetbaltrainingen kunnen hervatten. Maar ze houdt 
steeds last van een onverklaarbare duizeligheid, hoewel haar bloeddruk, 
hartslag en zuurstofgehalte in orde zijn. Ze wil dolgraag vanaf 
september weer stage gaan lopen. 'Maar ik hou er ook rekening mee dat er 
toch weer iets gaat tegenvallen, daar bereid ik me op voor zodat ik niet 
te zeer teleurgesteld zal raken.'

Misschien is dat wel de kern voor ons allemaal de komende maanden: durf 
vooruit te denken, maar hou er ook rekening mee dat het virus ons toch 
weer onaangenaam kan gaan verrassen. Als we iets hebben geleerd is het 
dat de meeste frustraties ontstaan wanneer we ergens te stellig van 
uitgaan en dat vervolgens die verwachtingen niet uitkomen.

Ook de maatschappij als geheel zal voorzichtig moeten opkrabbelen en 
ervaren waar de nieuwe grenzen liggen. Wat Agustin Fuentes, antropoloog 
aan Princeton in de Verenigde Staten, betreft is simpelweg terug naar 
het oude geen optie: 'Het probleem werd niet alleen veroorzaakt door een 
virus, maar ook door onze gezondheidszorgsystemen, door onze 
transportsystemen, door onze politieke en economische systemen. Het 
heeft de mensheid overal ter wereld op haar zwakke punten gepakt - op de 
ene plek het op elkaar gepakt zitten van kwetsbare mensen voor wie het 
geen optie was om thuis te werken, op andere plekken juist het 
hyperindividualisme. We zullen met z'n allen moeten nadenken over 
manieren om onszelf minder kwetsbaar te maken.'

Deels zal dat praktisch van aard zijn. We zijn inmiddels gewend aan 
toegangstesten, reisverboden en reisquarantaines, het ligt voor de hand 
dat landen om de haverklap weer op oranje of rood zullen gaan en dat 
infectiecontroles net als drugs- en wapencontroles standaard worden op 
vliegvelden. Wellicht gaan we vaker mondkapjes en pompjes met 
desinfectiemiddel terugzien wanneer er weer luchtwegvirussen rondgaan.

De hoop is dat de coronacrisis ook een andere kwestie op de kaart heeft 
gezet: de ventilatie van binnenruimtes. Deskundigen wijzen daar al jaren 
tevergeefs op, zegt Philo Bluyssen, hoogleraar binnenmilieu aan de TU 
Delft. 'Het is eindelijk enigszins doorgedrongen, nu is het hopen dat 
het tussen de oren blijft. In heel veel gebouwen is de ventilatie echt 
ondermaats.'

Voor we aan al die lessen en hervormingen toekomen, zullen we eerst onze 
mentale wonden moeten likken. 'Wat mij bezighoudt is dat een heleboel 
mensen in Nederland, onder meer in de ziekenhuizen en bij de GGD'en, de 
afgelopen maanden alleen maar achter elkaar door zijn gegaan, met een 
enorm hoog arousal level', zegt GGD-arts Hofstra. 'Ik denk dat daar ook 
nog wel een stuk nazorg bij komt kijken. Dit lijkt me een 
maatschappijbreed aandachtspunt: hoe groot zal dat probleem blijken? En 
hoe gaan we daarmee om?'

En dat geldt niet alleen voor die professionals die werkten in de 
frontlinie. Voor heel wat mensen heeft het virus zelf, of het verlies 
van dierbaren, of hebben de maatregelen hun leven geschokt en 
verscheurd, zegt Fuentes. 'Het trauma hiervan zal langdurig zijn. Ik 
denk dat we niet genoeg aandacht hebben besteed aan de zorg en hulp die 
we hiervoor nodig zullen hebben. Doen we dat niet alsnog, dan zal de 
psychologische schade groot zijn.'

--------
(c) 2021 De Groene Amsterdammer


More information about the D66 mailing list