[D66] De Jonge zwaait na 21 maanden af als coronaminister (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #866)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Fri Dec 31 12:11:22 CET 2021
Bron: Volkskrant
Datum: 30 december 2021
Auteur: Gijs Herderschee en Raoul du Pre
URL:
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/hugo-de-jonge-de-eeuwig-optimistische-coronaminister-altijd-de-kop-van-jut~bcb7f7b7/
Hugo de Jonge, de eeuwig optimistische coronaminister - altijd
de kop van Jut
--------------------------------------------------------------
Zijn rit op de achtbaan is voorbij. Hugo de Jonge zwaait na 21 maanden
af als coronaminister. De Jonge zal hopen dat met het verstrijken van de
tijd de waardering terugkeert.
Niets mag worden uitgesloten in deze coronacrisis. Dus ook niet dat
Nederland ooit, wellicht als Hugo de Jonge oud is, met weemoed
herinneringen ophaalt aan de man die het land met zijn zelfbedachte
slogans onvermoeibaar moed probeerde in te spreken gedurende de
ingrijpendste crisis in lange tijd.
Wie weet. Maar dan heeft De Jonge (44) eerst nog veel ballast af te
schudden. Voorlopig kunnen de meeste Nederlanders hem even niet meer
horen. Slechts 16 procent van het land had in december nog vertrouwen in
De Jonges corona-aanpak. Zelfs als er hierna nog een lockdown komt, zal
alleen al het feit dat die door iemand anders wordt aangekondigd
sommigen toch wat verlichting bieden.
Dat geldt zeker als dat iemand is die wat minder de neiging heeft
onrealistische beloften te doen, iemand die wat makkelijker fouten
toegeeft en iemand die wat minder vaak de meest optimistische variant
kiest als er gekozen moet worden tussen verschillende scenario's. Dat is
de voornaamste reden dat tijdens de coalitievorming afgelopen herfst de
overtuiging is gegroeid dat het beter is om te wisselen van
coronaminister. Tijd voor een fris gezicht, voor iemand zonder al die
ballast van eerdere beslissingen.
Zeker is dat een hele generatie Hugo de Jonge nooit meer zal vergeten.
Na 41 coronapersconferenties waarin hij samen met premier Rutte de
coronamaatregelen aankondigde, uitlegde, versoepelde en weer aantrok,
heeft iedereen een mening over hem.
Was er ooit eerder een minister die zo vaak besluiten moest nemen die zo
snel en direct ingrepen in het persoonlijk leven van zoveel
Nederlanders? Het bracht hem roem, waar hij zichtbaar van genoot, en
aanvankelijk ook grote populariteit en waardering, in die eerste maanden
toen corona nog werd gevoeld als een acute bedreiging die het land
verenigde. Daarna, toen corona niet verdween maar een chronische crisis
werd, diende de uitzichtloosheid zich aan, begon het mokken en werd Hugo
de Jonge de nationale kop van Jut.
Redder in nood
In die eerste weken, voorjaar 2020, lijkt de aanpak van de coronacrisis
De Jonge op het lijf geschreven. Als minister van Volksgezondheid en
vice-premier namens het CDA is hij tot dan toe vrij onzichtbaar in Rutte
III. De meeste mensen kennen hem hooguit van zijn schoenen, zijn kuif en
gebruind gezicht; van de zonnebank nog wel, wordt gemord, en dat voor
een minister van Volksgezondheid. Als corona in januari voor Nederland
officieel tot gevaarlijke besmettelijke ziekte wordt verklaard, is dat
nog de verantwoordelijkheid van Bruno Bruins, de VVD-minister voor
Medische Zorg.
Twee VVD'ers, Rutte en Bruins, die samen persconferenties geven over de
acute gezondheidscrisis, is voor het CDA politiek geen fijn beeld met
het oog op de verkiezingen in maart 2021. Alleen al daarom is het
uitvallen van Bruins in maart een 'kans' voor De Jonge. Hij aarzelt geen
moment en neemt de coronaportefeuille over. Hij kent inmiddels het
departement en kan meteen aan de slag. Hij is de optimistische redder in
nood die te hulp komt in het diepst van de crisis.
En crisis is het. Nederland blijkt nergens op voorbereid. De zorg kampt
met een tekort aan personeel, aan beademingsapparatuur, aan ic-bedden en
in die periode vooral aan beschermingsmiddelen.
De decentrale organisatie van de Nederlandse zorg - ontstaan tijdens de
verzuiling en in regels verankerd door opeenvolgende kabinetten - blijkt
in crisistijd bovendien een enorm obstakel. Wie heeft de regie? De Jonge
besluit dat het roer om gaat. Onder stoom en kokend water wordt een
nationale crisisorganisatie opgetuigd. Normaliter opereren ziekenhuizen
zelfstandig, nu worden patienten landelijk verdeeld, soms gaan ze zelfs
naar Duitsland. Hetzelfde geldt voor de inkoop, die ziekenhuizen anders
altijd zelf doen - het ministerie neemt de coordinatie over. Met
wisselend succes en gelardeerd met uitspattingen zoals de mondkapjesdeal
met de organisatie van Sywert van Lienden.
Groeiende frustratie
Die plotse, haakse bocht die genomen moet worden van decentrale
polderzorg naar centraal georganiseerde crisiszorg, wordt ongetwijfeld
nog onderwerp van parlementair onderzoek. In februari 2022 komt de
Onderzoeksraad voor Veiligheid alvast met een rapport over de eerste
maanden coronacrisis. Want het blijft behelpen. De Jonge slaagt er ook
in 2021 niet in om echt grip te krijgen op het zorgstelsel, tot zijn
eigen groeiende frustratie.
Ook over de gezondheidsdiensten, de GGD's, die per regio zijn
georganiseerd, blijkt Den Haag immers maar zeer ten dele zeggenschap te
hebben. Ook die zijn gewend hun eigen boontjes te doppen. Wat in
Amsterdam voor waar wordt aangenomen, wordt in Limburg soms heel anders
beleefd. Als De Jonge a zegt, is er altijd wel weer een GGD-directeur
die in de media b zegt. En er zit oud zeer vanwege de bezuinigingen van
de laatste jaren. Over alles moet bovendien vergaderd worden, en steeds
opnieuw kijkt Nederland met jaloezie naar naburige landen waar ze eerder
en massaler testen, waar ze eerder en massaler bron- en contactonderzoek
doen en waar ze eerder vaccineren.
Iedereen die De Jonge achter de schermen volgt, ziet zijn frustraties
met de week groeien. Voor de schermen kiest de minister de vlucht naar
voren via management by speech: als hij nou gewoon live op tv zegt dat
het beter zal gaan, dan moet het toch beter gaan? Soms lukt het hem op
die manier om ambtenaren en 'de zorg' tot extra inspanningen te dwingen,
bijvoorbeeld als het in het voorjaar van 2020 gaat om extra bedden op de
intensive care.
Vaker moet hij achteraf toegeven dat hij te optimistisch is geweest en
dat hij te veel heeft beloofd. Dat gebeurt vaak in een wolk van woorden,
lange betogen die ook in de Tweede Kamer toenemende ergernis oproepen.
Of de minister puntig en bondig wil antwoorden, is vaak het verzoek van
de Kamervoorzitter. De verwondering is wijdverbreid als De Jonge eind
2020 bij een eindejaarsinterview in het Algemeen Dagblad gekunsteld
poseert bij een piano. Eind 2021 herhaalt hij iets dergelijks in
galakostuum op de cover van Linda. Het is De Jonge ten voeten uit;
bescheidenheid is niet zijn voornaamste eigenschap. Een gebrek aan
zelfvertrouwen ook niet.
Maar omdat de fotosessies juist verschijnen op momenten dat het kabinet
achter de feiten aan lijkt te lopen, maken ze De Jonge kwetsbaar voor
kritiek. Overpromise and underdeliver - het is een riskante houding voor
een bestuurder. Het dieptepunt is de bluf waarmee hij de feestzomer van
2021 voor geopend verklaart voor alle jongeren die zich even snel met
het Janssen-vaccin laten inspuiten, in weerwil van de bijsluiter die
zegt dat het vaccin pas na twee weken werkt. 'Dansen met Janssen!',
predikt De Jonge. Twee weken later zwelt een nieuwe besmettingsgolf aan
en worden in paniek de clubs weer gesloten.
Altijd de zonzijde
Dat eeuwige optimisme is niet alleen een spel voor de buhne. Het zit
diep in hem, de neiging om altijd de zonzijde te willen zien. In
samenwerking met een liberale premier - tot diep in zijn vezels
doortrokken van de overtuiging dat de overheid zichzelf niet te groot
moet maken - leidt dat keer op keer tot kabinetsreacties die later
moeten worden gecorrigeerd omdat ze niet afdoende blijken.
Steeds opnieuw blijken de vol overtuiging uitgesproken prognoses te
optimistisch. De scholen nog een keer dicht? Geen sprake van. De
vaccinatiedrang opvoeren? Geen denken aan. Een avondklok? Dat zou wel
heel on-Nederlands zijn!
Bij elke beperking die uiteindelijk toch wordt ingevoerd, put de Tweede
Kamer dankbaar uit het archief met eerdere beloften. Nog in de herfst
van 2021 zegt De Jonge dat het kabinet niet denkt aan een
vaccinatieplicht, waarna uitlekt dat daarover op liefst drie
departementen tamelijk concrete ideeen leven.
Het maakt dat elke beslissing die hij later toch moet nemen, binnen en
buiten de Kamer ontploft in zijn gezicht: 'Maar De Jonge zei laatst
nog...'. Pas eind november 2021, als duidelijk wordt dat het land weer
een coronawinter voor de boeg heeft, erkent hij openlijk dat het hem
dwars begint te zitten: 'Van mijn soms wat al te grote stelligheid trekt
het virus zich niet zoveel aan. Dat realiseer ik me terdege.'
Rond die tijd wordt om hem heen voor het eerst ook gefluisterd dat hij
moe is. Anderhalf jaar lang zeven dagen per week werken met nauwelijks
tijd om even uit te blazen, gaat hem niet in de koude kleren zitten. Op
elke coronapersconferentie volgt een urenlang debat in de Tweede Kamer,
vaak tot na middernacht. Voor elke persconferentie is er steeds opnieuw
het urenlange overleg met de specialisten van het Outbreak Management
Team, met de burgemeesters en met andere leden van het kabinet - door de
week, in het weekend, eigenlijk dag en nacht.
Zijn gezin betaalt niet alleen de tol met zijn voortdurende afwezigheid,
maar ook met de bedreigingen aan zijn adres die steeds heftiger worden.
Het loopt dusdandig uit de hand dat er eind 2021 een politiepost voor
zijn huis verschijnt. Zijn adres circuleert al enige tijd op de sociale
media. Er is al eens een verdacht pakketje gesignaleerd in de straat. En
in december belt zelfs een gemaskerde man aan om een gesprek met de
minister te eisen.
Een taak te veel
Het moet zijn tomeloze optimisme zijn geweest dat hem in de zomer van
2020 op de gedachte brengt dat hij ook het CDA-lijsttrekkerschap erbij
kan doen. Het wordt een beslissing die het land niet raakt, maar hemzelf
des te harder: na enkele maanden erkent hij dat hij het er niet bij kan
hebben. De aanhoudende onderhuidse strijd met zijn uitdager Pieter
Omtzigt splijt de partij, terwijl een nieuwe coronagolf over het land
spoelt. Hij moet kiezen tussen zijn partij in crisis of het land in
crisis. Het wordt het land.
Een man zal hem daarvoor dankbaar blijven. Want terwijl
minister-president Rutte zijn derde kabinet steeds verder ziet ontbinden
en de ene na de andere bewindspersoon uitvalt of wegloopt, blijft De
Jonge onvermoeibaar overeind. En zonder ook maar een keer openlijk te
klagen dat diezelfde premier de lastigste vragen op de persconferenties
en in de Kamerdebatten liefst doorspeelt naar hem. 'De minister van
Volksgezondheid zal u dat zo meteen uitleggen...'
Zijn opvolger mag gaan ervaren hoe dat voelt en gaan uitzoeken of het
beter kan. De Jonge wendt de steven. Hij keert terug in het nieuwe
kabinet van Rutte, maar op een ander departement.
--------
(c) 2021 DPG Media B.V.
More information about the D66
mailing list