[D66] Terugkijken: Het visieloze coronabeleid van het kabinet: Met de vingers in de oren (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #736)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Wed Aug 4 12:27:28 CEST 2021
Bron: De Groene Amsterdammer #31
Datum: 4 auguatus 2021
Auteur: Thomas Muntz
URL: https://www.groene.nl/artikel/met-de-vingers-in-de-oren
Het visieloze coronabeleid van het kabinet: Met de vingers in de oren
---------------------------------------------------------------------
Het kabinet is al anderhalf jaar bezig om corona aan te pakken. Tot onze
verbijstering moeten we concluderen dat Rutte III optimistisch is tegen
alle klippen op, een samenhangende visie ontbeert en alleen op de korte
termijn is gericht.
Er zijn ministers voor minder weggestuurd. De minister van
Volksgezondheid veroorzaakte hoogstpersoonlijk een ongekend steile,
vierde besmettingsgolf. De minister die zo graag goed nieuws brengt, een
woordgrapje maakt en met zijn 'boerenverstand' aanvoelde dat meer
jongeren zich zouden laten inenten als ze direct na de prik de disco in
mochten, tegen elk wetenschappelijk bewijs in. Het RIVM schat dat er
dankzij Hugo's piek 250 ic-patienten in het verschiet liggen.
EenVandaag onthulde bovendien dat het kabinet al ruim twee weken voordat
'testen voor toegang' en 'dansen met Janssen' van start ging wist van
grote problemen met het controleren van testbewijzen en QR-codes. De GGD
Utrecht toonde aan dat op het super spreader event-festival Verknipt al
meer dan honderd besmette bezoekers rondliepen, omdat je toegang kreeg
met een negatieve test tot maar liefst veertig uur oud.
Daags na het weer op slot gooien van het nachtleven rekende dagblad
Trouw al koeltjes voor hoe slecht testen voor toegang eigenlijk in
elkaar zat, alleen al vanwege de kans op vals negatieve testuitslagen:
'Die is bij weinig verspreiding van het coronavirus ongeveer 0,3
procent. Vertaal dat percentage naar de hoeveelheid testen in de
afgelopen weken en je komt uit op 1650 besmette mensen die zich met een
negatieve test veilig waanden en als vanouds los gingen.' OMT-lid Marion
Koopmans zei over 'dansen met Janssen' tegen de NRC: 'Dit zouden wij
nooit geadviseerd hebben.'
De politieke afrekening met Hugo de Jonge bleef uit. Dat is omdat De
Jonge precies doet wat er de afgelopen tien jaar van ministers in Den
Haag verwacht wordt.
De oprecht geinteresseerde persconferentiekijker buiten Den Haag kan na
anderhalf jaar niet anders dan verbijsterd concluderen dat het kabinet
telkens overvallen raakt, ongefundeerd optimistisch is en geen halve
meter vooruit kijkt in de toekomst, laat staan zich laat informeren door
ervaringen van landen om ons heen. De corona-aanpak van het kabinet
lijkt volledig gefixeerd op de korte termijn en een samenhangende visie
te ontberen.
En dat klopt, maar het is belangrijk om daarbij te beseffen: die manier
van besturen is niet nieuw. Wat we de afgelopen anderhalf jaar aan
stuntelend crisismanagement voorbij zagen komen was slechts een
uitvergrote, door de pers gedetailleerd verslagen incidentenpolitiek,
die eigenlijk business as usual is. Er zit geen rode draad in de aanpak,
en dat is precies de succesformule die Mark Rutte al tien jaar in het
Torentje houdt.
Rutte is een meester in het ontrafelen wat samenhangend is, patronen tot
incidenten verklaren en structurele maatschappelijke problemen retorisch
opbreken in kleine, losse stukjes. Denk aan zijn absolute weigering om
te spreken over institutioneel racisme, 'dat is een sociologisch
begrip'. Het is natuurlijk ook een begrip waarmee je wijst op de
structurele, aanhoudende kanten van racisme, voorbij een racistisch
incident. Rutte houdt niet van die lange lijnen, fameus is zijn
kenschets van politieke visie als 'een olifant die het zicht belemmert'.
Rutte's grand metaphor voor Nederland is een vaasje.
In zijn essaybundel De gelukkigste man van Nederland omschrijft
Groene-redacteur Joost de Vries Rutte's politiek als een politiek van de
geruststelling, niet door middel van een groot, zorgvuldig uitgedacht
verhaal waarin je kunt vluchten, maar door de samenhang van onze (en
zijn) problemen stelselmatig te ontkennen.
Bij een recent bezoek aan de overstroomde delen van Limburg liet Rutte
zich eventjes ontvallen dat hij een verband zag tussen het
ongebruikelijk hoge water en klimaatverandering. Al is zijn standpunt
ook dat we niet moeten doorslaan en 'lekker moeten kunnen blijven
barbecuen'. Nadat de Kamer haar rapport over de toeslagenaffaire
'Ongekend onrecht' had genoemd zag Rutte zelf geen reden om op te
stappen, bleek uit een reconstructie van de NRC. Toen bewindslieden van
andere partijen daarop aandrongen vond hij het evenwel prima. De
getroffen ouders kregen dertigduizend euro compensatie.
Onder Rutte zijn er alleen maar incidenten. En hij is de man om ze voor
je op te lossen.
De Amerikaanse politicoloog Elmer E. Schattschneider omschreef in zijn
klassieke boek The Semi-Sovereign People (1960) een moderne democratie
als een bestuursvorm die ruimte laat aan het agenderen van talloze
maatschappelijke problemen. Zijn inzicht was dat in een vrije democratie
er niet een fundamenteel maatschappelijk probleem was zoals arbeid
versus kapitaal, economie versus milieu of zwart versus wit, maar dat
allerlei ongelijkaardige maatschappelijke problemen met elkaar
wedijveren om een prominent plekje op de politieke agenda. Van
circusolifant Buba tot het klimaat, van het Europese herstelfonds tot
straatintimidatie.
Het succes van een moderne politicus, zo redeneerde Schattschneider,
hangt af van haar of zijn vermogen om maatschappelijke problemen die
electoraal voordelig zullen uitpakken prominent op de agenda te krijgen,
en problemen waarbij de politicus niets te winnen heeft weg te drukken.
Als je als politicus niets te winnen hebt bij een publieke
verantwoording over een maatschappelijk probleem, hou je het liever
buiten de deur. Dan ben je liever geen 'probleemeigenaar'.
Of Rutte nu van Schattschneider gehoord heeft of niet, deze les heeft
hij goed begrepen. Neem het grootste vraagstuk van de eeuw,
klimaatverandering. Dat werd beleidsmatig uitonderhandeld in twee
reusachtige akkoorden bij de SER. Meer dan tachtig maatschappelijke
organisaties en bedrijven spraken mee. De verantwoordelijkheid van het
kabinet, en daarmee het politieke 'afbreukrisico', loste op in die brij
van polderpartijen. Net zo ging het bij dat andere hoofdpijndossier, de
hervorming van het pensioenstelsel.
Als een van de voornaamste strategieen om maatschappelijke kwesties waar
je liever niet op aangesproken wordt van de agenda af te managen noemt
Schattschneider decentralisatie. 'Een manier om de reikwijdte van een
probleem in te perken', schreef hij, 'is het lokaal te maken.' En zo
geschiedde met de jeugdzorg en ouderenzorg, twee klassieke
verzorgingsstaatskwesties waar een VVD-politicus geen eer aan kan
behalen. Al vroeg in zijn premierschap belandden die op het bord van de
burgemeesters.
Op het gebied van het lerarentekort, de stikstofcrisis, georganiseerde
drugscriminaliteit of de crisis op de woningmarkt ligt er niet eens het
begin van een coherente kabinetsvisie. Je zou kunnen zeggen: wie geen
visie of langetermijnstrategie openbaart kan er ook niet op afgerekend
worden. En dus ook omgekeerd: wie liever niet op de vingers gekeken
wordt, kan maar beter geen duidelijke langetermijnvisie openbaren.
Op het niveau van beleid vertaalt deze politiek zich naar een stoet van
tijdelijke commissies, wetten die we later nog gaan evalueren, eenmalige
subsidies en nauwelijks doorgerekende overheidsprogramma's met vaag
gedefinieerde doelen. Alle aanpak is tijdelijk, opgeknipt, incidenteel
en bij voorkeur een pilot. Met name een pilot is iets machtig moois: het
is half maatregel, half onderzoek naar de effecten van die maatregel.
Daarmee kan een bestuurder iets doen zonder dat hij vooraf hoeft te
verantwoorden waarom dat verstandig is; of het verstandig is blijkt
namelijk sowieso pas achteraf.
De field labs, waaronder het Eurovisie Songfestival, waren in wezen
pilots. Grootschalige evenementen die ons moesten leren of grootschalige
evenementen verstandig waren. (Toen bleek dat de field labs uiterst
ondoorzichtig waren opgezet en gefinancierd, eigenlijk tegen alle normen
van goed bestuur in, zei De Jonge: 'We maken leuke dingen mogelijk.')
Met de rest van de corona-aanpak ging het niet anders. Onderzoek van
platform Investico voor De Groene Amsterdammer liet afgelopen december
zien dat De Jonge al in maart zo veel mogelijk verantwoordelijkheden
naar lagere overheden overhevelde, naar de GGD'en en de burgemeesters in
de 'veiligheidsregio'. De langetermijnvisie van de 'testsamenleving'
bleek niet van het kabinet, maar uitbesteed. Die kwam van
werkgeversorganisatie VNO-NCW.
In datzelfde onderzoek citeerde Investico de crisisdeskundige Arjen
Boin, die de aanpak van de eerste golf evalueerde en constateerde dat er
op de ministeries geen enkel strategisch kader is opgetuigd. 'Het is
geen rocket science. We zitten in een landelijke crisis, dan moet je als
ministerie een strategie maken. Dit niet doen is het ontkennen van je
politieke verantwoordelijkheid', zei Boin toen. 'Het lijkt alsof het
ministerie met de vingers in de oren en de handen voor de ogen staat.'
Ander onderzoek van Investico naar het trage en chaotische begin van het
vaccinatieprogramma liet zien dat daar aanvankelijk wel degelijk een
heldere strategie lag, indertijd geformuleerd door de Gezondheidsraad.
Maar wat bleek: nog voordat de eerste prik gezet was had De Jonge al
plechtige beloften gedaan aan de ziekenhuizen: de landelijk geliefde
'helden in de zorg' zouden de eerste prikken krijgen, geheel in
tegenspraak met het strategisch plan van de Gezondheidsraad. Daarmee was
de strategie van de rails en belandde het doelgroepenbeleid in de
typische Haagse dynamiek van beeldvorming en publieke druk. Wie het
hardst schreeuwde kreeg als eerste een vaccin. Een grote kwetsbare groep
chronisch zieken kon pas op de lijst voor een inenting nadat ze de
Twitter-actie #VergeetOnsNietHugo waren begonnen en op het Binnenhof
vergeet-me-nietjes hadden uitgedeeld.
Dat is dus geen chaos en onvermogen, maar wat in Den Haag ook wel
'krachtenveldpolitiek' genoemd wordt. Typisch Hollands: eerst laat je
bepaalde maatschappelijke krachten opkomen en zich verenigen
(actiegroepen, lobbyclubs, overlegtafels, kortom: het maatschappelijke
middenveld) en hun eigen belangen benoemen. Daarna ga je met ze in
onderhandeling. Een geoefend politicus maakt zo iedere betrokkene
deelgenoot van de uitkomst. Iedereen, en dus niemand, is
verantwoordelijk.
Politieke oppositie schakel je zo op voorhand uit. Want tegen wie of wat
wilde de oppositie precies bezwaar maken? De Amerikaanse president Harry
Truman hanteerde voor zijn omgang met het Congres het motto: If you
can't convince them, confuse them.
Een paar weken terug zagen we een keer effectieve oppositie in de motie
van BIJ1. Die motie was opmerkelijk, omdat de tekst eigenlijk alleen
maar de definitie van beleid en politieke verantwoordelijkheid bevatte:
het kabinet heeft een keuze gemaakt voor een strategie, de consequenties
van die strategie vinden wij onwenselijk en daarom verzoeken wij het
kabinet een andere strategie te voeren. Rutte verweet Sylvana Simons een
gebrek aan beschaving, omdat ze de verantwoordelijkheid van
dertigduizend coronadoden in de schoenen van hard werkende ambtenaren,
bestuurders en adviseurs zou schuiven. Maar was Rutte niet ook zo boos
omdat Simons had beweerd dat hij een keuze had gemaakt?
'Ik ga niet de baas spelen', zei Rutte herhaaldelijk tijdens de eerste
coronamaanden. Dat kun je ook lezen als: wanneer er dingen fout gaan ben
ik net zo verbaasd als jullie. Wat dat politiek oplevert zagen we de
afgelopen weken: de door het kabinet zelf veroorzaakte vierde golf
probeerden De Jonge en Rutte aanvankelijk in de schoenen van de burgers
en met name jongeren te schuiven. Die hadden ook de verantwoordelijkheid
om zelf na te denken, zei de premier. 'Nederland is een verstandig
land.' Dat pikten mensen niet en een paar dagen later volgde een nieuwe
persverklaring, daarin zeiden de ministers sorry. Waarvoor precies? Dat
bleef, geheel in stijl, onduidelijk.
--------
(c) 2021 De Groene Amsterdammer
More information about the D66
mailing list