[D66] PvdA TK-fractie wil brief minister VWS inzake testbeleid (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #306)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sat Sep 12 18:11:28 CEST 2020


Bron:  Tweede Kamer
        PvdA-fractie
Datum: 11 september 2020
URL:   
https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2020A03853


Verzoek van het lid Ploumen (PvdA) om een brief te ontvangen inzake de
overschrijding van signaalwaardes van het corona dashboard
----------------------------------------------------------------------

Van:       Ploumen, L.
Verzonden: vrijdag 11 september 2020 20:53
Aan:       Commissie VWS ; Post H.
Onderwerp: Emailprocedure

Goedenavond, graag zou de PvdA voor as woensdag een brief ontvangen van 
de minister van VWS, met een reactie op het gegeven dat vandaag twee 
signaalwaardes van het CoronaDashboard zijn overschreden, en een reactie 
op dit bericht:
https://www.ftm.nl/artikelen/coronatesten-belangen-arts-microbiologen

Graag steun van de collega's voor dit verzoek!

Lilianne Ploumen
Tweede Kamerlid PvdA
woordvoerder Buitenlandse Zaken, Curatieve Zorg, SheDecides

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bron:   Follow the Money
Datum:  11 september 2020
Auteur: Eelke van Ark, Jan-Hein Strop
URL:    
https://www.ftm.nl/artikelen/coronatesten-belangen-arts-microbiologen
Opm:    In het orgineel staan ook kaders met tekst. De tekst is
         *tijdelijk* volledig beschikbaar online.


Hoe 'testen, testen, testen' stukliep op een muur van eigenbelang
-----------------------------------------------------------------

Het huidige tekort aan coronatesten was te voorzien. Speciaal gezant 
voor corona Feike Sijbesma vroeg al in mei of er niet geanticipeerd 
moest worden op uitbreiding van de testcapaciteit. Hij stuitte op 
arts-microbiologen in het Outbreak Management Team, die het economisch 
belang van hun beroepsgroep zwaar lieten wegen - met nadelige gevolgen 
voor de volksgezondheid. Dat blijkt uit een reconstructie.

Veertien keer in een ochtend met 0800-1202 bellen en iedere keer door 
een robot uit de wachtrij worden gegooid. Vier dagen in thuisisolatie 
wachten tot je aan de beurt bent. Twee uur reizen met koorts en een 
snotneus.

Je moet er wat voor over hebben om op corona getest te worden. 
Ondertussen grijpt het virus weer om zich heen: begin september bereikte 
het aantal positieve tests zijn hoogste punt sinds april. In diezelfde 
eerste week van september sloeg de Vereniging Gehandicaptenzorg 
Nederland groot alarm: volgens voorzitter Boris van der Ham duurt het nu 
ruim vijf dagen voor zorgmedewerkers weten of ze besmet zijn, 'en dat 
terwijl het verkoudheidsseizoen nog moet beginnen'.

Tegen het einde van het jaar zijn er volgens het ministerie van 
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in elk geval 70.000 tests per 
dag nodig; in sommige prognoses houdt het ministerie zelfs rekening met 
100.000 tests. De testcapaciteit in Nederland is vooralsnog blijven 
steken op zo'n 30.000 tests per dag.

Hoe kan het dat ons land zo slecht voorbereid is? Op het ministerie van 
VWS werd dit tekort immers wel degelijk voorzien, zo vertellen direct 
betrokkenen aan Follow the Money. Sterker nog: al in mei werd de vraag 
opgeworpen of er niet moest worden geanticipeerd op het uitbreiden van 
de capaciteit. Waarom is dit dan niet gebeurd?


'Testen, testen, testen'

'Wij volgen de experts.' Zo luidt de boodschap van het kabinet in de 
eerste maanden van de coronacrisis. Regelmatig verwijzen premier Mark 
Rutte en minister Hugo de Jonge van VWS in hun persconferenties naar het 
Outbreak Management Team (OMT) om beleidskeuzes te onderbouwen.

Het OMT staat onder leiding van RIVM-directeur Jaap van Dissel en wordt 
bevolkt met virologen, epidemiologen en natuurlijk microbiologen. Een 
van hun belangrijkste adviezen: een 'restrictief testbeleid'. In deze 
eerste maanden van de coronacrisis zijn testmaterialen immers schaars. 
Zelfs een groot deel van het zorgpersoneel wordt tot begin april niet 
getest, ook niet bij klachten, met als gevolg dat het virus rondwaart in 
de instellingen waar de oudste en zwakste mensen wonen.

Het leidt in maart al tot een revolte. Arts-microbioloog Alex Friedrich 
van het UMC Groningen laat zijn zorgpersoneel wel massaal testen en weet 
een uitbraak in het noorden in de kiem te smoren. Onder grote publieke 
belangstelling pleit hij in De Groene Amsterdammer voor 'testen, testen, 
testen'. Doe je dat niet, zegt Friedrichs, dan ben je 'blind' bij de 
bestrijding van een pandemie. Het komt hem op kritiek te staan van 
minister De Jonge, die het noorden verwijt te breken met het 
restrictieve beleid van het OMT.

Ook Bert Mulder, arts-microbioloog van het Canissius Wilhelmina 
Ziekenhuis (Nijmegen), beschouwt het beleid als een 'grote fout'. 'Er is 
daardoor te weinig urgentie gevoeld om de testcapaciteit op orde te 
brengen. In Duitsland werd direct veel getest. Er zijn daardoor veel 
minder doden gevallen dan hier.'

Toch ziet ook de regering in dat testen van cruciaal belang is om het 
virus te bestrijden. Op 7 april laat minister De Jonge aan de Tweede 
Kamer weten dat hij 'alle mogelijkheden om verder op te kunnen schalen, 
inclusief de inzet van apparaten en/of laboratoria van bedrijven en 
onderzoeksinstellingen' aan het 'inventariseren' is. Maar, schrijft De 
Jonge: 'Momenteel lijkt de inzet hiervan niet urgent. Ik monitor de 
situatie nauwlettend en tref voorbereidingen om - indien nodig - extra 
laboratoriumcapaciteit als backup gereed te hebben, zodat de 
testcapaciteit geen beperkende factor vormt.'

Op 1 juni zet het kabinet het 'restrictieve testbeleid' definitief bij 
het grofvuil. Vanaf dat moment wordt iedere Nederlander met 
corona-achtige klachten opgeroepen om zich gratis te laten testen


'Ik weet niet of we dit nodig hebben'

Feike Sijbesma, op 26 maart benoemd als 'speciaal gezant voor de 
coronacrisis', werpt in mei intern al de vraag op of de tescapaciteit 
niet verder omhoog moet. Voor de zomerperiode, maar vooral ook voor het 
'snotterseizoen' dat erna komt. Volgens de oud-topman van chemieconcern 
DSM valt immers te voorzien dat talloze mensen zonder symptomen zich 
zullen laten testen, en daarvoor schiet de testcapaciteit tekort. De 
vraag van Sijbesma: moeten we niet in ieder geval de mogelijkheden voor 
een opschaling in kaart te brengen, om voorbereid te zijn op een 
eventuele testexplosie?

Maar Sijbesma stuit op de zogeheten Taskforce Diagnostiek. Dit team, 
onder leiding van arts-microbioloog en OMT-lid Ann Vossen, is door VWS 
belast met de opschaling van de testcapaciteit. Vossen staat sceptisch 
tegenover een verruiming van het testbeleid: 'Alleen maar testen om het 
testen heeft weinig zin,' zegt ze eind maart tegen vakblad Medisch 
Contact. 'Ik begrijp dat het een gevoel van controle kan geven, maar als 
je iedereen test, moet je ze daarna blijven testen. Maar wij kunnen niet 
alle geteste mensen volgen.'

Die uitspraak doet Vossen overigens niet vanuit haar rol als lid van het 
OMT, maar vanuit haar 'normale' rol: ze is voorzitter van de Nederlandse 
Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM), een beroepsorganisatie 
van medisch microbiologen die werkzaam zijn bij de wat kleinere 
ziekenhuislabs. Dat verklaart haar lidmaatschap van het OMT - de 
voorzitter van de NVMM is standaard lid van het team - maar ook haar 
sleutelpositie bij de Taskforce. Het OMT heeft namelijk in maart aan de 
NVMM gevraagd om deze Taskforce met beslissende stem op te richten.

Ook is Vossen geen voorstander van het aansluiten van nieuwe, grote 
laboratoria - zoals U-Diagnostics in Baarn, dat dankzij banden met een 
Duits testlaboratorium de landelijke testcapaciteit voor corona eind 
maart al in een klap kon verdubbelen. Dat bedrijf kreeg maandenlang geen 
voet aan de grond binnen het bestaande netwerk van labs en GGD'en.

'We moeten garant kunnen staan voor de kwaliteit van onze diagnostiek,' 
zegt ze eind maart tegen haar achterban over labs buiten haar 
vereniging. 'We kunnen het ons nu niet veroorloven om te tornen aan de 
kwaliteit van de patientenzorg, en patient- en personeelsveiligheid.' 
Dat betekent tegelijkertijd dat diezelfde coronapatienten niet kunnen 
beschikken over de duizenden testen die commerciele laboratoria dankzij 
hun schaalgrootte in de aanbieding hebben.

Aanvankelijk ontkent Vossen tegenover Follow the Money dat ze afwijzend 
op de suggesties van Sijbesma heeft gereageerd. Maar op die ontkenning 
komt ze later terug: 'We hebben daar wel degelijk over nagedacht en ook 
over ruimte voor mensen om zich asymptomatisch te laten testen. Ik heb - 
vanuit mijn vakinhoudelijke rol - mogelijk wel gezegd: ik weet niet of 
we dit nodig hebben.' Ze wijst er ook op dat de prognose verruimd is: 
werd aanvankelijk gerekend op 70.000 testen in het 'snotterseizoen', 
inmiddels is dat opgehoogd naar 100.000.

Wat U-diagnostics betreft, zegt Vossen: 'Het Duitse lab is in april al 
voorbereid om ieder moment te kunnen aansluiten.' Maar U-diagnostics, 
het lab in kwestie, blijft ondanks verzoeken en goedkeuring van het 
RIVM, tot eind augustus verstoken van een aansluiting op het benodigde 
IT-systeem: de NVMM-labs krijgen voorrang bij het technisch aansluiten. 
Het komt in juli zelfs tot een kort geding, waarin U-diagnostics gelijke 
behandeling eist. Pas op eind augustus wordt een overeenkomst met VWS 
gesloten.

Naast Vossen is er nog een andere sleutelfiguur waar het de 
testcapaciteit betreft: Edwin Boel, teamleider van het Landelijk 
Coordinatieteam Diagnostische Keten (LCDK). Dat team is verantwoordelijk 
voor het in goede banen leiden van de testmaterialen en testmonsters - 
de stroom monsters van de GGD naar de labs dus. Deze microbioloog van 
het UMC Utrecht was op het moment van zijn benoeming begin april nog 
voorzitter van de Vereniging Medisch Microbiologische Laboratoria 
(VMML). Ook deze vereniging behartigt de belangen van 
arts-microbiologen.

Wat de achterban van de NVMM en VMML bindt, is een fel verzet tegen 
schaalvergroting op de laboratoriummarkt. Zij zien deze dreiging in de 
komst van commerciele labs, bijvoorbeeld uit Duitsland, die vanwege hun 
grootschaligheid een stuk goedkoper kunnen testen dan de kleinere labs 
van de ziekenhuizen. In Nederland is het labnetwerk 'fijnmazig';  daar 
wil de beroepsgroep koste wat het kost aan vasthouden. Ook tegenover 
commerciele, niet-medische labs in eigen land die kunnen bijspringen - 
denk aan bloedbank Sanquin - bestaat bij de NVMM een weinig open 
houding.

Ook OMT-lid Marc Bonten van het UMC Utrecht steekt zijn weerzin tegen de 
commerciele 'testfabrieken' niet onder stoelen of banken. 'Deze 
megagrote laboratoria zijn internationaal opererende bedrijven, die in 
toenemende mate ook interesse tonen in de Nederlandse markt,' schrijft 
hij in juli in een opinie-artikel in Het Financieele Dagblad. 'Maar daar 
zit de beroepsgroep medische microbiologie niet op te wachten.' 
Vervolgens schetst hij drie mogelijkheden om het tij te keren.

Ook Vossen vindt het belangrijk dat haar achterban - de kleine labs dus 
- controle houdt over de teststroom. 'In een land als Duitsland konden 
ze al sneller veel testen, doordat ze daar vooral gebruik maken van maar 
een paar grote laboratoria,' zegt ze eind mei tegen de NOS. 'Wij gaan 
liever voor de kwaliteit die onze 50 afzonderlijke labs kunnen leveren. 
We willen in Nederland geen testfabrieken.'

Een paar dagen later schrijft Vossen een e-mail, die in handen van NRC 
Handelsblad belandt. 'In andere landen zijn veel kleinere labs al 
gefuseerd tot grote anonieme testfabrieken,' citeert die krant. 'Corona 
mag geen excuus zijn om dat in Nederland ook te gaan doen. We blijven 
ervoor strijden dat ook dan de medisch microbiologische labs in de lead 
blijven.'

Met andere woorden: liever de 'kwaliteit' van de kleine Nederlandse 
diagnostiek bewaken, dan snel veel testen - ook als dat een tekort 
veroorzaakt tijdens een pandemie. Zelfs collega-bestuurder Thijs 
Tersmette van de NVMM gaat het wat te ver dat Vossen als lid van het OMT 
zegt dat ze buitenlandse labs wil weren: 'Daar valt ze uit haar rol.' 
Tegenover FTM noemt Vossen haar uitspraak nu 'onhandig'.

Op 3 september brengt televisieprogramma Nieuwsuur de strijd in beeld. 
In de uitzending noemt Vossen het gerechtvaardigd om zich in juli te 
verzetten tegen een dreigende centralisering van de verdeling van 
testen: 'Het kan geen kwaad een steuntje in de rug te geven [..] want 
dat is nu even noodzakelijk in deze situatie.'


Liever 'kwaliteit bewaken' dan meer testen

Gevraagd naar haar houding ten opzichte van Duitse labs, slaat Vossen 
inmiddels een andere toon aan. 'Het is goed dat het Duitse lab en ook 
EuroFins nu mee gaan testen. De kwaliteit daar is ook goed, ik ben blij 
dat we over al die extra capaciteit kunnen beschikken.'

Waarom heeft het zo lang geduurd voordat het roer om ging? Gaat het om 
kwaliteit, of heeft  het te maken met de (economische) belangen van de 
arts-microbiologen - de artsen die Vossen vertegenwoordigt?

'De NVMM maakt zich zorgen om de langetermijneffecten van de discussie 
over de covid-diagnostiek op de gehele microbiologische dienstverlening 
in Nederland,' verklaart NVMM-bestuurder Thijs Tersmette. Net als Vossen 
vertolkt Tersmette de angst voor de 'testfabrieken', die volgens hem tot 
een aantasting van de kwaliteit van de diagnostiek ('de ketenzorg') kan 
leiden. Kennelijk is de NVMM bang dat corona een deur opent voor deze 
concurrenten die na de crisis niet meer dichtgaat.

Het analyseren van de honderdduizend coronatests betekent in eerste 
instantie immers omzet, en dus continuiteit en behoud van 
werkgelegenheid voor de ziekenhuislabs. De komst van grootschalige 
concurrenten vormt zodoende een existentiele bedreiging voor deze kleine 
labs. Ook bedreigt het de Nederlandse manier van werken, waarbij de arts 
met het ene been in het lab en met het andere in het ziekenhuis staat. 
In Duitsland is die kleinschaligheid inmiddels verdwenen.

Voor de artsen in loondienst - driekwart van de ongeveer 300 
arts-microbiologen, schat de NVMM - speelt geen persoonlijk financieel 
belang. Als het lab meer testen doet, verdienen ze niets meer. Dit geldt 
ook voor Ann Vossen: zij verzet zich fel tegen het beeld dat financieel 
gewin een overweging zou zijn voor haar beroepsgroep. 'Kijk, er zullen 
best microbiologen zijn die door het uitvoeren van deze tests meer 
inkomen hebben,' zegt zij. 'Daar hoef je niet over te discussieren. Maar 
toch durf ik te zeggen dat voor in ieder geval het gros van de 
arts-microbiologen dat niet de reden is om meer testen te willen 
uitvoeren.'

Een groep die er met de pandemie wel op vooruit gaat, is die van de 
vrijgevestigde artsen, die via een maatschap zijn verbonden aan 
ziekenhuizen en vrijstaande labs die testen op corona. Zij verdienen 
meer als de testomzet omhoog gaat. Sterker nog: ze verdienen zoveel 
meer, dat de NVMM in de brief aan haar leden van 16 juli schreef: 'Het 
volume van Covid-diagnostiek voor de GGD kan zeer aanzienlijk zijn. Het 
een op een doorberekenen van honorarium conform lokale afspraken kan 
leiden tot een honorariumsom die niet in een redelijke verhouding staat 
tot de geleverde diensten.'

Uit angst voor imagoschade roept het bestuur van de NVMM vrijgevestigde 
artsen in de brief op om vrijwillig tot matiging te komen van hun 
inkomen: 'Wij doen een dringend beroep op u om in overleg met uw 
zorginstelling tot een honorering te komen die recht doet aan uw 
inspanningen maar ook voor de buitenwacht acceptabel is, om 
langetermijnschade aan de kwaliteit van microbiologische zorg te 
voorkomen.'

Op covid-testen zit dan ook een gezonde marge. De grotere zelfstandige 
laboratoria zeggen tussen de 30 en 40 euro per test kwijt te zijn, zo 
meldde Nieuwsuur deze week. Ziekenhuislaboratoria noemen bedragen van 
tussen de 50 en 60 euro per test. Dit impliceert dat er in ieder geval 
tot 1 juni, toen de vergoeding nog 95 euro bedroeg, grote winsten zijn 
geboekt. Op 1 juni zakte de vergoeding naar 65 euro, dus sindsdien 
zullen de marges zijn gedaald.

Hoe kan het dat deze testen, betaald van gemeenschapsgeld, zo lucratief 
zijn voor vrijgevestigde artsen?

Tot 2015 betaalden ziekenhuizen vrijgevestigde specialisten per 
verrichting. Dit leverde echter een perverse prikkel op: artsen werden 
gestimuleerd om zoveel mogelijk medische handelingen te verrichten. 
Sinds 2015 geldt daarom een ander stelsel voor verzekerde zorg, waarbij 
er juist geen een-op-een relatie meer is tussen verrichting en 
honorarium. Dus ook als een chirurg meer operaties doet dan gepland, 
krijgt die niet per se meer betaald. Elk ziekenhuis krijgt een 
maximumbedrag (een zogeheten plafond) per zorgverzekeraar, en moet het 
daarmee doen.

Maar nu komt het. Voor een coronatest kunnen artsen om dit plafond heen 
werken. Dat zit zo: de test is geen verzekerde zorg maar wordt betaald 
uit het zogeheten OGZ-budget (Openbare Gezondheidszorg). De ziekenhuizen 
sturen per test een factuur aan de GGD, en de GGD krijgt weer geld van 
VWS. Vervolgens betalen de ziekenhuizen de artsen uit, maar zijn daarbij 
niet gebonden aan een plafond of wettelijke grenzen, zo blijkt uit 
navraag bij ziekenhuizen en de NVMM.

En daar gaat het mis, erkent de NVMM zelf ook in de brief van 16 juli: 
het honorarium van vrijgevestigde artsen kan namelijk wel een-op-een 
worden gekoppeld aan de testomzet uit het OGZ-budget. En dankzij corona 
is die omzet extreem toegenomen. Zo kan het gebeuren dat geld uit het 
publieke OGZ-budget tot overwinsten leidt bij de artsen.'Dit is niet in 
de geest van de afspraken met plafonds,' zegt Piet de Bekker, 
gezondheidseconoom en adviseur bij Zorgvuldig Advies.

Bovendien wijkt dit af van het 'corona-akkoord' dat de Federatie Medisch 
Specialisten begin juli sloot met de ziekenhuizen en de 
zorgverzekeraars. Daarin is afgesproken dat specialisten dit jaar min of 
meer dezelfde vergoeding krijgen als in 2019 - ook als ze tachtig uur 
per week hebben bijgesprongen op de intensive care. Andersom wordt ook 
inkomstenderving vergoed, wat betekent dat arts-microbiologen die geen 
kweekjes meer zetten toch evenveel betaald krijgen. Iedereen wordt 
gelijk behandeld, maar de arts-microbiologen onttrekken zich hieraan. 
Die hebben er naast het gegarandeerde honorarium voor verzekerde zorg 
nog een pandemie-winkeltje bijgekregen.


Berg belastinggeld

'Als er meer getest is, dan staat er meer honorarium tegenover,' zegt 
Bram Diederen, directeur van Microvida, daarover. Hij wil niet zeggen 
welke afspraken hij met de artsen heeft gemaakt, maar wel dat 'op dit 
moment geen sprake is van onevenredigheid, gezien de enorme belasting en 
extra inzet van werkzaamheden, investering in apparatuur, personeel, 
logistiek, etc.'. Volgens Diederen is er daarom geen aanleiding om de 
afspraken te herzien.

De testmarkt voor corona draait om een grote berg belastinggeld. Tot 1 
juni zijn er ruim 360.000 tests verricht, a maximaal 95 euro per stuk. 
Omgerekend komt dat uit op maximaal 34 miljoen euro omzet. Na 1 juni 
ging de vergoeding voor een test omlaag naar 65 euro, maar dit is nog 
altijd bijna een kwart meer dan in Duitsland, waar de overheid 50,50 
betaalt.

Het publieke budget voor 1 juni tot eind september bedraagt liefst 264 
miljoen euro, zo blijkt uit een antwoord van minister De Jonge op 
kamervragen. Daar blijft het niet bij: na september zullen er nog 
honderden miljoenen bijkomen, want de verwachting is dat we nog lang 
niet van dit virus af zijn.

Volgens minister De Jonge zelf hebben de economische belangen van 
arts-microbiologen echter geen invloed gehad op het beleid. 'Ik kan mij 
niet vinden in de suggestie dat genoemde laboratoria een eventueel 
belang bij het uitvoeren van testen een rol hebben laten spelen in de 
advisering over de inzet van testcapaciteit,' schreef hij op 1 september 
in antwoord op Kamervragen van de SP.

Arts-microbioloog Mulder van het Canissius Wilhelmina Ziekenhuis heeft 
er geen goed woord voor over. Tot zijn onbegrip is zijn eigen lab pas 
sinds heel kort ingeschakeld, terwijl hij eerder wel capaciteit heeft 
aangeboden. Het huidige tekort is onnodig, zegt hij. 'Er is onvoldoende 
geanticipeerd op een toename van het aantal testen.'

--------
(c) 2020 Follow the Money


More information about the D66 mailing list