[D66] 'Amerika heeft een revolutie van de ziel nodig'
R.O.
jugg at ziggo.nl
Fri Oct 30 20:13:20 CET 2020
trouw.nl:
'Amerika heeft een revolutie van de ziel nodig'
Pragmatisme interview
Volgens filosoof John Kaag kennen de Verenigde Staten op dit moment een
anti-filosofische cultuur. Maar uit zulke culturen komt vaak wel de
meest urgente filosofie voort, meent hij.
MAURICE VAN TURNHOUT
In een donkere bui verpatst John Kaag zijn trouwring voor een fles wijn.
Zijn huwelijk ligt in duigen, zijn vader is net overleden. Veel dieper
kan hij niet vallen. Dan raakt Kaag door een toevallige ontmoeting
verzeild in West Wind, de bibliotheek van de in 1966 overleden filosoof
William Ernest Hocking, diep in de bergen van New Hampshire. De
bibliotheek omvat ruim tienduizend boeken, waaronder veel werken uit de
negentiende eeuw, de bloeitijd van de Amerikaanse filosofie. Op
uitnodiging van Hockings erven begint Kaag met het indexeren van deze
boeken. Eenzaam verzorgt hij de bloemen op het graf van een filosofische
traditie.
West Wind is de plek waar Kaag de helende woorden van Amerikaanse
denkers als Henry David Thoreau (1817-1862), Ralph Waldo Emerson
(1803-1882) en William James (1842-1910) tot zich laat doordringen, en
waar een nieuwe liefde in zijn leven verschijnt.
Kaag, docent filosofie aan de University of Massachusetts Lowell,
beschrijft deze romantische geschiedenis in zijn boek 'Amerikaanse
filosofie'. Dinsdag komt het boek in Nederland uit, op de dag van de
presidentsverkiezingen.
"Momenteel leven we in de Verenigde Staten in een ten diepste
anti-filosofische cultuur", vertelt Kaag in een Skype-gesprek. "Ik
probeer om mensen die normaal gesproken niets met filosofie hebben er
toch voor te interesseren, door mijn persoonlijke verhaal te vertellen."
Missie geslaagd, meent de schrijver. "Normaal gesproken word ik op
filosofische congressen altijd door collega's doorgezaagd over voetnoten
en ingewikkelde paradoxen. Bij dit boek was het anders. Je wilt niet
weten hoeveel gewone mensen mij kwamen vertellen dat mijn boek hun leven
heeft gered, of hun huwelijk. Ze zeiden: 'Door jouw boek ben ik filosoof
geworden, niet omdat je me hebt onderwezen, maar omdat je me een kijkje
in jouw hoofd hebt gegund.' Ik demonstreer hoe filosofie mijn leven
heeft veranderd, en hoe het ook hun leven kan veranderen."
Die autobiografische traditie van de wijsbegeerte die in de VS van de
negentiende eeuw nog zo sterk was, is in de Amerikaanse academische
filosofie flink verwaarloosd, vindt Kaag. "In de twintigste eeuw kwam de
nadruk aan de filosofiefaculteiten te liggen op logica, op onderzoek
naar de constructie van kennis. Door zich terug te trekken in een ivoren
toren dreigt de academische filosofie zichzelf irrelevant te maken."
Kaags boek wordt vaak onder de noemer 'publieksfilosofie' geschaard, een
label dat volgens hem niet op veel academische erkenning kan rekenen,
maar wel op hogere verkoopcijfers. "Ik blijf het een rare naam vinden,
publieksfilosofie. Volgens mij is filosofie per definitie bestemd voor
een groot publiek. Waarom zou het iets zijn dat slechts door een select
clubje mensen wordt begrepen? Dat vonden de grote Amerikaanse denkers
van de negentiende eeuw zeker ook niet."
Toen de Franse politieke filosoof Alexis de Tocqueville in 1831 door de
Verenigde Staten reisde viel hij van de ene verbazing in de andere. "Hij
schreef dat Amerika de meest anti-filosofische samenleving is die je
maar kan verzinnen. Alles draait er om handelen, niet om denken. Maar
Tocqueville stamde natuurlijk uit een Europese traditie, dus hij
herkende de Amerikaanse filosofie helemaal niet als filosofie, omdat die
zo praktisch georiënteerd is!'
Over die praktische oriëntatie kan Kaag met veel vuur vertellen. Henry
David Thoreau organiseerde bijvoorbeeld trektochten in Kaags woonplaats
Concord, Massachusetts. Door te wandelen maakte Thoreau zich los van
'wereldse verplichtingen' en stortte hij zich in het 'avontuur van de
dag'. "Thoreau wordt vaak als kluizenaar afgeschilderd, maar hij was
veel meer een gezelschapsmens dan bijvoorbeeld de filosofische wandelaar
Nietzsche, over wie ik ook heb geschreven. Thoreau werd niet voortdurend
geplaagd door existentiële angsten. Net als Nietzsche kenden Amerikaanse
filosofen als Thoreau grote persoonlijke tragedies, maar ze vogelden
sneller uit hoe ze hun lijden konden verminderen door saamhorigheid.
Nietzsche dreef steeds verder af van de gemeenschap, terwijl Amerikaanse
filosofen er juist op een nieuwe manier deel van probeerden te worden."
Betekenisvol leven
In de kern ging het in de Amerikaanse filosofie erom lering te trekken
uit slechte persoonlijke ervaringen van jezelf en anderen, en zo tot een
meer betekenisvol leven te komen. Het 'negatieve pragmatisme' noemde
Hocking dat: als het niet werkt, is het niet waar. Deze uitgangspositie
werd bekritiseerd door de Britse logicus Bertrand Russell, die de
Amerikaanse pragmatisten verweet dat ze helemaal niet in
waarheidsvinding waren geïnteresseerd.
Had Russell daar geen punt, loopt de pragmatische Amerikaanse filosofie
niet het risico om te stranden in een vorm van zelftherapie? Kaag:
"Volgens Nietzsche kon filosofie fungeren als een therapievorm voor het
individu, maar ook voor de cultuur waarin hij leeft. Het kan een oproep
tot koerscorrectie zijn op het moment dat een maatschappij dreigt te
ontsporen."
Kaag betrekt de vraag ook op zijn eigen werk: "Het gevaar bestaat
inderdaad dat publieksfilosofie complexe ideeën verdunt tot slogans,
bumperstickers, licht verteerbare soundbites. Zelf ben ik daarop
beducht. Ik stel geen gemakkelijke oplossingen voor. In mijn boek geef
ik een demonstratie van een zéér onvolmaakt filosofisch leven, namelijk
het mijne, en van een handvol véél betere filosofische levens, zoals die
van Thoreau, Emerson en James. Het is aan de lezer om al deze levens in
zijn eigen leven te integreren tijdens het lezen - of ze te verwerpen,
dat kan ook natuurlijk."
Dat laatste heeft Kaag beslist niet gedaan. In zijn boek beschrijft hij
hoe hij in Hockings bibliotheek geraakt wordt door de woorden van
Thoreau, Emerson en James over gemeenschapszin en de overstijging van
het zelf. Hij durft zich na een tijd van eenzaamheid weer onder de
mensen te begeven. En hij wordt verliefd op Carol, de filosoof die hem
helpt met het catalogiseren van de Hocking-collectie.
Na het overlijden van William James in 1910 raakte de maatschappelijke
rol van de pragmatisten in Amerika zo goed als uitgespeeld. Volgens Kaag
ontstond er een intellectueel vacuüm. Terwijl rugged individualism in de
Amerikaanse filosofie eerder altijd was getemperd door het idee van de
noodzaak van een gemeenschap, werd individualisme nu de maat der dingen.
"Vrijemarktkapitalisme en consumentisme leidden tot een navelstaarderige
cultuur, waarin je leven onmogelijk tot bloei kan komen. Filosofie kan
je uit de valstrik van zo'n cultuur leiden, terug naar de gemeenschap,
en dat is een noodzakelijke sociaal-politieke exercitie."
Maar hoe werd het persoonlijke dan politiek voor de Amerikaanse
filosofen van de negentiende eeuw? Kaag verwijst bij het beantwoorden
van die vraag naar de roerige geschiedenis van zijn woonplaats Concord.
In dit stadje klonk in 1775 het startschot voor de Amerikaanse
revolutie, toen vierhonderd revolutionairen bij Old North Bridge
negentig Britse soldaten in het nauw dreven.
"De vragen van denkers als Emerson waren onlosmakelijk verbonden met de
politieke revolutie die nog vers in het geheugen lag. Emersons
grootvader woonde in Concord, vlakbij Old North Bridge, en hij was
aalmoezenier bij het revolutionaire leger. Zijn kleinzoon begreep dat
vrijheid niet alleen in strikt politieke zin kan worden gerealiseerd. Je
kan politiek bevrijd zijn van je onderdrukker, maar dan kan je nog
altijd slaaf zijn in je hoofd. Slaaf van het kapitalisme, van religieuze
conventies, van allerlei sociale, historische en psychologische factoren
die je onvrij maken. Daarom riepen Emerson en Thoreau na de politieke
revolutie op tot een tweede revolutie, een revolutie van de ziel."
De twee denkers opereerden op verschillende snelheden. Thoreau
protesteerde bijvoorbeeld in 1846 tegen de Mexicaans-Amerikaanse oorlog
door te weigeren belasting te betalen, zoals Amerikaanse revolutionairen
ooit hadden geweigerd de kas van de Britse koloniale overheerser te
spekken. De legende wil dat Emerson Thoreau na zijn protestactie op kwam
zoeken in de gevangenis.
Morele blindheid
"Emerson snapte niet waarom Thoreau tot zulke radicale actie overging.
Thoreau antwoordde dat de onderdrukten geen middelen hadden om in
opstand te komen, en de mensen die niet onderdrukt werden hadden geen
motief. Emerson was welgesteld, iemand met aanzien in Concord.
Burgerlijke ongehoorzaamheid is moeilijk uit te leggen aan mensen die
nog volop kunnen genieten van hun burgerlijke privileges. Ook in de
kwestie van slavernij had Emerson een zekere morele blindheid. Hij sloot
zich relatief laat aan bij de abolitionisten, pas twintig jaar nadat
Thoreau actief werd in die beweging."
Amerika doet er goed aan om zich komende dinsdag bij de verkiezingen te
bezinnen op de morele kwesties die Thoreau en Emerson opwierpen, zegt
Kaag. "Met hun vragen worstelen we anno 2020 nog steeds, en niet alleen
in Amerika: wat betekent liberale democratie? Wat betekent vrijheid, is
dat automatisch gerelateerd aan individualisme en consumentisme?"
Dat zijn lastige vragen om naar voren te brengen in een 'ten diepste
anti-filosofische cultuur'. "Ik weet het", zegt Kaag, "die woorden heb
ik net zelf gebruikt. Daarmee betreurde ik vooral de toestand van de
politieke sfeer hier in de Verenigde Staten."
Kaag put hoop uit een paradox: "Historisch gezien bestaat er geen
grotere aansporing om filosofie te beoefenen dan de diagnose dat je in
een anti-filosofische cultuur leeft. Denk maar aan Socrates, die de
gifbeker kreeg aangereikt omdat hij met zijn filosofische vragen de
jeugd van Athene zou bederven. Of aan filosofen als Thoreau en Emerson,
die zich afzetten tegen de cultuur van de Industriële Revolutie, toen
mensen meer bezig waren met geld verdienen en nieuwe machines uitvinden
dan met filosofie."
Kaag wijst op David Livingstone Smith als voorbeeld van een filosoof die
in het hedendaagse Amerika de vinger op de zere plek legt. "In zijn boek
'On Inhumanity' stelt Smith dat de regering-Trump ontmenselijkende
retoriek gebruikt jegens immigranten, minderheden en andersdenkenden, om
de drempel van geweld jegens die groepen te verlagen. Vanwege die
retoriek hebben we nu daadwerkelijk geweld in de Verenigde Staten. En
dat maakt de oproep van Thoreau en Emerson tot een revolutie van de ziel
bijzonder urgent."
'Amerikaanse filosofie. Leef je eigen leven' van John Kaag (vertaald
door W. Hansen) verschijnt dinsdag bij uitgeverij Ten Have (256 blz., €
24,99).
More information about the D66
mailing list