[D66] Zijn we aanbeland in Ulrich Becks ‘kosmopolitisch moment’?
Antid Oto
jugg at ziggo.nl
Fri May 15 18:46:23 CEST 2020
(Ik schaar me bij de pessimisten)
Zijn we aanbeland in Ulrich Becks ‘kosmopolitisch moment’?
By
groene.nl
16 min
View Original
Filosoof en jurist Martijn Stronks geeft de komende weken college aan
zijn studenten in quarantaine over moderne mobiliteit. Hoe moeten we
daar nu over denken, in tijden van corona? Een serie essays filosofie in
actie. Deel 6: Risico en hoop.
‘Ze zeggen dat het het donkerst is vlak voor het ochtendgloren’. Aan het
woord is secretaris-generaal van de Verenigde Naties António Guterres,
hij spreekt op een klimaatconferentie en verbindt de klimaatcrisis aan
de coronacrisis. Zijn speech, die is na te lezen op de website van de
VN, leest als een verzameling aforismen: ‘Het enige antwoord is dapper,
visionair en gezamenlijk leiderschap’, ‘De hoogste kosten zijn de kosten
voor stilzitten’, ‘De technologie staat aan onze kant’. Het mag
duidelijk zijn: de secretaris-generaal wil zijn toehoorders doordringen
van de urgentie van de situatie en ze aansporen tot gezamenlijke
klimaatactie.
De coronacrisis als een kans voor veranderingen. Met die opvatting
schaart Guterres zich in lange rij analisten en politici die betogen dat
de coronacrisis een uitgelezen mogelijkheid is om de grote problemen van
deze tijd – klimaat, mobiliteit en ongelijkheid – werkelijk te gaan
bestrijden. Een prominente optimist is de Franse socioloog Bruno Latour,
die eveneens de hoop uitspreekt dat het coronavirus een nieuwe
klimaatpolitiek mogelijk maakt.
Tegenover deze optimisten van het ochtendgloren staan de doemdenkers van
de nacht. ‘De stoet diepzinnige en onverbiddelijke critici van de
moderne tijd is lang en kent veel klinkende namen. De slimste koppen van
Europa hebben zich in deze rij gevoegd, ook in de twintigste eeuw. Je
kunt in hun prachtige analyses nalezen hoe de auteurs zelf in de ban
raakten van het proces dat ze schetsten. Soms wordt aan het eind nog een
hoopvol hoofdstukje toegevoegd, dat zich tot de algemene
uitzichtloosheid verhoudt als een diepe zucht tot de ondergang van de
wereld. Vervolgens trekt de auteur zich terug en laat zijn verpletterde
lezers en lezeressen in een tranendal achter.’ Wie de afgelopen maanden
de internationale opiniepagina’s nauwgezet heeft gevolgd, weet dat ook
de pessimisten zich niet onbetuigd lieten over de betekenis van de
coronacrisis voor onze manier van leven. En op menige opinie is dit
citaat van de in 2015 overleden Duitse socioloog Ulrich Beck inderdaad
van toepassing.
De meest in het oog springende pessimist is ongetwijfeld de Italiaanse
filosoof Giorgio Agamben, die het over de ‘uitvinding van een pandemie’
had om de enorme inperkingen van vrijheden somber te duiden. Agamben is
daarbij niet te betrappen op enige positieve noot, volgens hem bevinden
we ons in een permanent geworden nacht. Maar hij staat niet alleen; met
hem betoogt een hele schare aan meer of minder grote pessimisten dat het
virus de ware aard van onze economische orde, het klimaatregime of de
mondiale ongelijkheid voor iedereen aan het licht brengt. En dat er
weinig zal veranderen, als we niet uitkijken. En nee, daar knapt een
mens niet van op.
[...]
More information about the D66
mailing list