[D66] Het nieuwe conservatisme: het einde van de liberale wereldorde?
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Sat Jul 11 11:01:11 CEST 2020
Bron: Elsevier Weekblad
Datum: 10 juli 2020
Auteur: Max van Duijn
URL:
https://www.elsevierweekblad.nl/opinie/opinie/2020/07/het-nieuwe-conservatisme-het-einde-van-de-liberale-wereldorde-766109/
Het nieuwe conservatisme: het einde van de liberale wereldorde?
---------------------------------------------------------------
Na de ontzuiling bleven er twee politieke stromingen over: het
liberalisme en het socialisme. Die twee wisselden elkaar af. In de jaren
zestig en zeventig leek het socialisme onaantastbaar, maar eind jaren
zeventig kregen de sociaaldemocraten het zwaar te verduren. De nieuwe
tijdgeest van de jaren tachtig hielp sterke, liberale partijen in het
zadel. De socialisten vreesden voor hun politieke lot. Pas in de jaren
negentig vonden ze een antwoord: ze besloten een pact aan te gaan met de
markt. Er ontstond toenadering. De liberalen hadden ondertussen al vrede
gevonden met de verzorgingsstaat, en toen ook de socialisten de vrije
markt omarmden - ontstond er ruimte voor verzoening. De twee smolten
steeds meer samen, gingen regeren en wisten hun verschillen te
overbruggen.
Liberalen en socialisten sloegen samen enthousiast 'derde weg' in
De liberalen en socialisten sloegen samen enthousiast deze 'derde weg'
in tussen traditioneel kapitalisme en vakbondssocialisme. De liberale
wereldorde werd hun gedeelde ideologie. Liberalisme niet zoals in de
negentiende eeuw, maar een nieuw, progressief liberalisme, met daarin
ook een rol voor de overheid.
Maar waar staat die liberale wereldorde dan voor? Het gaat om
individualisme, globalisering en open grenzen. Op fundamentele issues
was er geen politiek debat meer. Het 'einde van de geschiedenis' was
daar. Het politieke, de felle polemische strijd, was ingeruild voor het
management. Een technocratische geest domineerde de politiek. Dit
liberalisme werd als een gegeven beschouwd. Het was vanzelfsprekend. De
liberalen en socialisten legden hun geschillen bij, en wisten
overeenstemming te bereiken. En zo werden oude verworvenheden van
arbeiders afgebroken, vonden privatiseringen plaats, en kreeg vrijhandel
alle ruimte. Immigratie werd met open armen ontvangen. De liberalen
zagen hierin vooral een lucratieve toestroom van arbeiders met lage
lonen, wat meer winst opleverde voor ondernemers. De socialisten zagen
het vooral als uiting van het multiculturele ideaal: een samenleving van
verschillende culturen en religies, waar individuen zich konden
aansluiten.
Het verval van het politieke
De liberale wereldorde was alomtegenwoordig. Ze was dominant, en na de
val van de muur was het idee dat we onze lotsbestemming wel hadden
bereikt. Er was geen alternatief meer: ook het communisme was immers
verslagen. In de liberale democratie werden tegenstellingen tussen
socialisten en liberalen verzoend. Het was de enige ideologie die nog
over was.
Er werd daardoor geen echt debat meer gevoerd. Door de focus op
management werd het eigene van de politiek vergeten. De liberale
wereldorde werd als natuurlijk proces bezien, zoals een lawine of een
vulkaanuitbarsting. Hoe zou je dat kunnen bijsturen? Het is iets wat
buiten ons om gaat. Dit is de richting die de wereld op gaat, en het
heeft geen zin tegen de stroom in te zwemmen.
Het grootste probleem is een politieke koers, die door de elites niet
als politiek werd gezien. De liberale wereldorde was immers
onaantastbaar. Die structuur, daar lag het dus niet aan. Dat was goed.
Dus als mensen kritiek hadden op immigratie, dan wisten ze zeker niet
wat goed voor hen was. In andere termen: die mensen hebben zeker last
van een irrationele angst, een fobie. En dat is interessant. Wat eens
een politieke keuze was, wordt psychologie. Het is een gebrek aan ratio,
en daarom is het niet nodig erover te praten en te debatteren.
In feite berust dit onvermogen op het mensbeeld van het liberalisme. In
navolging van de verlichting en romantiek, is die positief. Mensen zijn
van nature goed. Problemen met integratie zijn daarom van tijdelijke
aard: dat lost zich wel op. Er is een stuitend optimisme over de
vormbaarheid van de mens. Stilaan zouden immigranten meer op ons gaan
lijken, en weliswaar gaat dat met vallen en opstaan, maar uiteindelijk
zou het goed komen. No worries.
Twee werelden botsen
Het is de ontkenning van het eigene van de politiek: een strijd tussen
ideeen. De liberale wereldorde is in haar eigen zwaard gevallen. Ze
predikt vrijhandel en concurrentie, omdat monopolies de markt
corrumperen, en innovatie tegen houden. Maar dat liberalisme had zelf
wel een politiek monopolie verkregen, na de val van de muur als enige
ideologie die de twintigste eeuw had overleefd.
Doordat alternatieven voor het liberalisme verdwenen waren, brak een
technocratisch streven los. Een verstikkend effect was het resultaat.
Laat de experts het maar bepalen, op basis van wetenschap en rationele
overwegingen. Ruim baan voor de professionele managers. De liberale
wereldorde bestempelde de essentie van politiek - het vellen van morele
oordelen (wat vinden we waardevol?) - als non-existent.
Waarom? Democratische politiek speelt zich ten eerste af tussen meerdere
individuen, en ten tweede in tijd en ruimte. Het eerste vereist een
gemeenschap (demos), het tweede onvoltooide geschiedenis. Waarom is het
liberalisme dan problematisch? De demos moet een gedeeld gevoel van
verbondenheid hebben, maar het liberalisme ziet de mens in essentie als
individu, en dus niet als een animale sociale. Ten tweede werd de
liberale wereldorde als 'einde van de geschiedenis' gezien. Er was geen
alternatief meer. Terwijl democratie een 'lerend' organisme is en
besluiten dus altijd herroepen moeten kunnen worden, werd de liberale
politiek juist als technocratisch, en a-politiek gepresenteerd. Het was
nou eenmaal de richting die de wereld op ging, en dat kon je toch niet
tegenhouden - ook al zou je het willen.
Het achterliggende probleem is de wrijving tussen twee werelden. Er is
een politieke wereld: een lappendeken aan soevereine staten met hun
eigen taal en cultuur. Maar daarnaast is er de wereld van het bezit - en
die is niet opgedeeld, en begrensd. Integendeel. Zoals de Duitse
economisch socioloog Wolfgang Streeck stelde heeft de economie zich
bevrijd uit de democratische inbedding door te internationaliseren. Met
andere woorden: de markten zijn geglobaliseerd, maar de democratie niet.
En dat zorgt voor spanning. De wereld van begrenzing, botst met de
wereld van de grenzeloosheid.
De politieke wereld is achterhaald en zit die onbegrensde wereld van
vrijhandel en individualisme in de weg. Al die soevereine natiestaten
zijn verworden tot relicten uit het verleden. De liberale wereldorde
gaat uit van het slechten van grenzen - terwijl de politieke wereld, wel
begrensd is. En dat is niet alleen economisch, ook sociaal en cultureel:
de banden tussen gemeenschap en individu worden doorgesneden. Mensen
worden 'bevrijd' van hun tradities, geschiedenis en cultuur. Emancipatie
als toverwoord. Maar daarmee zet de liberale wereldorde wel de
traditionele houvast en bescherming onder druk.
Populisme en conservatisme
Het probleem is dat immigratie en vrijhandel in beginsel politieke
keuzes zijn. Het gaat om bewuste besluiten, en niet om een natuurramp
die buiten onze macht voort raast.
Het liberalisme verloor stilaan zijn monopolie. Het politieke werd
hervonden. De onaantastbare positie van de liberale wereldorde riep
tegenreacties op. Er ontstonden scheuren. In de jaren negentig kreeg die
sluimerende onvrede een stem. Met de revolte van de LPF kreeg die stem
een politiek gezicht, en nu in ons decennium is de geest nog steeds uit
de fles.
Wel is de manifestatie van dat 'nieuwe' conservatisme veranderd. Het is
iets dat zijn gezicht heeft gekregen, langzaam is opgebouwd - en
overigens nog steeds niet af is. Dat maakt het al lastig om dit 'nieuwe'
conservatisme te duiden. Maar we zien wel een geleidelijke ontwikkeling.
Het begon met sluimerende onvrede in de jaren negentig, kritiek die als
een schok kwam. Nu is dat minder, en is kritiek op bijvoorbeeld
multiculturalisme gemeengoed geworden.
En daarbij zien we steeds meer contouren van een nieuwe ideologie. Het
gaat immers niet om immigratie, koopkracht of de euro als losse
onderwerpen, maar steeds meer om de onderliggende liberale wereldorde.
Dat is immers de wortel van die problemen. Het politieke debat wordt een
cultuurstrijd: welke ideeen moeten de grondslag vormen voor onze
samenleving? Wat vinden we nu waardevol, mooi en belangrijk? Dat is ook
het grote verschil tussen de PVV en Forum: de laatste partij richt zich
meer op cultuurstrijd, wat breder is dan louter het politieke debat, en
wat de ruimte geeft aan een nieuwe ideologie om tot wasdom te komen.
Wel gaan er twee dingen door elkaar lopen. Ten eerste de opmars van
populistische partijen. Ten tweede het besproken 'nieuwe' conservatisme.
De vraag is uiteraard hoe die twee zich tot elkaar verhouden. Omdat het
nieuwe conservatisme als reactie op de liberale wereldorde is ontstaan,
zien we ook een soort tegencultuur. Je schopt tegen taboes als
globalisering, individualisme en open grenzen aan. Een liberalisme dat
door progressieve elites als vaststaand feit, als een gegeven werd
beschouwd. Een soort politieke theologie.
In die context is het populisme een handig instrument. Het populisme is
immers een tool, een 'dunne ideologie' waarbij het goede volk tegenover
een slechte, gecorrumpeerde elite wordt geplaatst. Het populisme is dus
een gereedschap, een denkkader dat niet alleen op rechts, maar over
gehele politieke linie kan worden ingezet. Het 'nieuwe' conservatisme
maakt vruchtbaar gebruikt van het populisme. Het kan haar verzet tegen
de liberale wereldorde versterken, en de positie als tegencultuur
bevestigen. Maar het populisme hoeft geen wezenlijk onderdeel te zijn
van het moderne conservatisme. Uiteindelijk is het populisme een
instrument, geen eigenstandige politieke stroming.
De waarde van bescherming
Maar waarom wordt het ongenoegen van studieschulden, onzekere banen, en
lage koopkracht door 'nieuwe' conservatieven succesvol politiek hertaald
in waardering voor de gemeenschap, tradities en de eigen geschiedenis?
Waarom slaagde het liberalisme er niet zelf in een antwoord te geven, en
waarom kozen partijen als de VVD en CDA ervoor maar door te modderen
binnen die liberale wereldorde?
Dat ligt vooral aan de val in het eigen zwaard. Die val was namelijk
diep. Te lang zijn zorgen over de uitwassen van het liberalisme niet als
legitiem erkend. Het politieke werd genegeerd, en meer dan management
kon je het landsbestuur niet noemen. Er was geen bezieling, slechts
voldoening dat de liberale democratie had gewonnen en alleenheerser was
geworden na de val van de muur. Te lang is er geen gehoor gegeven aan
die sluimerende onvrede, waardoor er niet alleen electoraal ruimte
ontstond, maar ook de geloofwaardigheid van de mainstream partijen
verdween.
Drie zaken strijden met elkaar om voorrang: economische vrijhandel,
democratie en soevereiniteit. Sommige partijen kiezen enthousiast voor
open grenzen, zij zijn de verdedigers van de liberale wereldorde. Het
'nieuwe' conservatieven doen dat niet. Zij plaatsen soevereiniteit en
democratie - de natie als gemeenschap - boven een grenzeloze wereld. Dat
doen ze expliciet, anders dan 'mainstream' partijen als het CDA of de
VVD die soms kritisch zijn, maar als het erop aan komt geen duidelijk
standpunt innemen. Ze keren zich niet van de liberale wereldorde af, en
proberen geen keus te maken.
Daarnaast is het verband ook vrij logisch. Als je geconfronteerd wordt
met die studieschulden, onzekere banen en onbetaalbare huizen - dan zoek
je houvast. Je zoekt bescherming. En op een meer abstract niveau, is dat
wat het conservatisme biedt. Het erkent die behoefte van een gemeenschap
waarin we naar elkaar omzien. Je staat niet als vrijgevochten individu
op jezelf, maar je wordt als lid gezien van een groep. Het conservatisme
biedt van oudsher bescherming. Die economische en culturele onzekerheid
kan zo worden ondervangen, en gekanaliseerd.
In een ver verleden brachten boeren offers aan de goden om hen gunstig
te stemmen. Er kon immers veel misgaan: een overstroming, droogte,
plunderingen of ziekte - waardoor de oogst zou mislukken, en men honger
moest leiden. Door het offeren probeerden ze zich gerust te stellen,
houvast te krijgen, en zo die onzekerheid en angst voor rampspoed te
bezweren.
Dit mechanisme zouden we ook bij het conservatisme kunnen herkennen. Het
is niet toevallig dat veel conservatieven de positieve meerwaarde van
religie inzien. Al die concrete uitdagingen - studieschulden, onzekere
banen, woningnood of eenzaamheid - kunnen worden gekanaliseerd door
bescherming te bieden, mensen houvast te bieden door hen te vertellen
dat ze er niet alleen voor staan. Ze kunnen terugvallen op vertrouwde
instellingen als de kerk, familie en traditie. En die geven richting.
Die geven een bepaalde boodschap mee, een ankerpunt dat je kan helpen
koers te houden. Ze bieden zekerheid.
Conclusie
We zien een uitdager van de eerst zo dominante en onaantastbare liberale
wereldorde. Een liberalisme dat nu kraakt en beeft. Dat komt niet
vanzelf weer goed. Het liberalisme wordt bevraagd door een nieuw, modern
conservatisme. Een stroming die weliswaar in beginsel conservatief is,
maar waarin ook liberale elementen zijn samengesmolten.
We zien nu in feite een terugkeer van het politieke. Namelijk een
fundamentele keuze wat we mooi, juist, rechtvaardig en vooral belangrijk
vinden. Is dat wel individuele bevrijding, of hechten we meer waarde aan
tradities, gemeenschap en de natie? Het is daarom onmogelijk om het
'nieuwe' conservatisme los te koppelen van de dominantie van het
liberale gedachtegoed. Ze is er een reactie op, en daarmee ook een
erfgenaam, maar tegelijk biedt het 'nieuwe' conservatisme richting voor
een alternatieve toekomst. De wereld van begrenzing, niet de wereld van
grenzeloosheid.
De nieuwe stroming is nog steeds niet af. En misschien blijft het
moderne conservatisme altijd wel conflictueus: hoe kun je immers
liberale elementen met onversneden conservatisme verzoenen? Is dat niet
als water en vuur? Misschien blijft het debat, de verhouding tussen
beide, altijd wel onopgelost. De vraag is echter hoe erg dat is. Als we
het traditionele conservatisme als these zien, de liberale wereldorde
als antithese - is het 'nieuwe' conservatisme dan niet het beste van
beide werelden? Misschien niet perfect, misschien nog met vage
contouren, maar in ieder geval een poging om vrijheid (ethische keuzes)
en gelijkheid (democratisering) met gemeenschap en tradities te
verzoenen. Niet de wereld van het individu, maar de gemeenschap - niet
de wereld van de grenzeloosheid, maar de begrenzing.
Bouw je daarmee een kunstmatig monster, of is het juist die vruchtbare
grond waar de omstandigheden precies goed zijn? We weten dat nog niet.
Het moderne conservatisme moet nog uitkristalliseren, en dus ook de
verhouding tussen liberale elementen en het conservatieve fundament. Dat
evenwicht is datgene waar de aandacht zich op zou moeten richten. Daar
vinden we de wortels van een nieuwe wereldorde.
--------
(c) 2020 ONE Business bv.
More information about the D66
mailing list