[D66] [đ˛đ˝] Thomas Piketty: Kapitaal en ideologie
A.OUT
jugg at ziggo.nl
Fri Feb 21 08:36:05 CET 2020
nrc.nl:
Recensie Boeken
De mens raakt vermalen tussen twee elites
Thomas Piketty In ambitie doet het nieuwe boek (ââââ) van de Franse
ârockster-econoomâ Piketty niet onder voor zijn voorganger. Waarom, zo
vraagt hij zich af, is de ongelijkheid in de wereld zo hardnekkig?
Thomas Piketty: Kapitaal en ideologie.
(Capital et idĂŠologie)
Vert. Ilse Barendregt, Marianne Gaasbeek, Reintje Ghoos, Jan Pieter van
der Sterre en Alexander van Kesteren.
De Geus, 1136 blz. ⏠49,99
âââââ
Merijn Oudenampsen
20 februari 2020 om 13:43
Leestijd 6 minuten
Wie tien jaar geleden voorspeld zou hebben dat een Franse econoom
wereldwijd de bestsellerlijsten zou aanvoeren met een boek van
achthonderd paginaâs over vermogensongelijkheid, zou vreemd zijn
aangekeken. Toch maakte Thomas Piketty furore met Kapitaal in de
eenentwintigste eeuw (2014). Hij wist een wereldwijde discussie aan te
zwengelen over de ongelijke verdeling van vermogen en inkomen, die zelfs
de Tweede Kamer bereikte. Het bleek het zeldzame type boek dat in staat
is een hele discipline (de economische wetenschap) tegen de schenen te
schoppen en in een adem door een eigen onderzoekstraditie te stichten.
Er zijn auteurs die het vervolgens wat rustiger aan doen. Zo iemand is
Piketty niet. Vorig jaar verscheen het al even volumineuze vervolg,
Capital et idĂŠologie, waarvan deze maand de vertaling wordt gepresenteerd.
In ambitie doet het boek niet onder voor zijn voorganger. Het is een
boek van de grote greep, en de reikwijdte van de auteur kan niet anders
dan indrukwekkend genoemd worden. Piketty (1971) behandelt een reeks
âongelijkheidsregimesâ van de middeleeuwen tot de huidige tijd. De
Chinese verhoudingen ten tijde van de 17de en 18de-eeuwse
Mantsjoe-dynastie worden besproken, de koloniale samenlevingen in AziĂŤ
en Afrika, de slavernij in het Amerikaanse zuiden alsook de Franse
Revolutie en de postcommunistische transitie in Rusland en Oost-Europa
na 1989. Dit alles met behulp van een indrukwekkende hoeveelheid data,
afkomstig uit belastingarchieven, censusdata en kiezersonderzoek. Het
boek biedt zo een historische verdieping en geografische verbreding van
de centrale stelling van Piketty: dat ongelijkheid ingebakken zit in de
structuren van het moderne kapitalisme.
Ook probeert Piketty met dit nieuwe boek tegemoet te komen aan een van
de belangrijkste kritiekpunten op zijn werk. Hem is verweten dat zijn
argument wel erg deterministisch is, en weinig ruimte laat voor
menselijk handelen.
In Kapitaal in de eenentwintigste eeuw liet hij zien dat rijkdom de
inherente neiging heeft zich op te hopen binnen het kapitalisme, omdat
vermogen sneller groeit dan inkomen. Het kapitalisme gaat zijn eigen
polariserende gang, zonder dat we daar ogenschijnlijk veel aan kunnen
doen. In de 20ste eeuw, zo stelde Piketty, waren het alleen de twee
wereldoorlogen die de inherente trend tot groeiende ongelijkheid teniet
konden doen.
In zijn nieuwe boek benadrukt hij â soms op het vervelende af â dat de
politiek er wel degelijk toe doet, dat de loop van de geschiedenis niet
vaststaat en dat andere wegen bewandeld (hadden) kunnen worden. Het is,
kortom, een verhaal van maakbaarheid. De structuren van het kapitalisme
tenderen naar ongelijkheid, alleen zijn wij nog altijd zelf de auteurs
van die structuren.
Krijgerselite
Een opmerkelijke leemte is dat het â anders dan titel en inleiding doen
vermoeden â niet echt over ideologie gaat. Piketty benadrukt weliswaar
voortdurend het belang van ideologie in het legitimeren van
ongelijkheid, maar hij gaat daar nergens echt op in. Afgezien van
beknopte referenties aan conservatieve (Burke), liberale (Calhoun) of
neoliberale (Hayek) denkers, gaat het boek in wezen niet over politiek
gedachtegoed. âKapitaal en politiekâ dekt de inhoud veel beter, al
klinkt dat misschien wat minder sexy.
Waar Kapitaal in de eenentwintigste eeuw bovenal een studie van
bezitsverhoudingen is, daar verkent Kapitaal en ideologie de politieke
strijd over bezitsverhoudingen door de eeuwen heen. De focus ligt op de
interactie tussen politieke systemen en eigendomsstructuren. Piketty
gebruikt het begrip âongelijkheidsregimeâ om erop te wijzen dat de twee
inherent met elkaar verknoopt zijn. Hij onderscheidt zes ideaaltypes van
dit soort regimes. Als eerste de premoderne âdrieledige samenlevingenâ,
met als toonaangevende groepen de krijgerselite (de aristocratie), de
intellectuele elite (de geestelijkheid), en de derde stand (boeren,
middenstand) die de eerste twee mocht onderhouden. Zowel geestelijkheid
als aristocratie, zo laat Piketty zien aan de hand van oude archieven,
bouwde via eigen belastingheffing uitgebreide bezittingen op en verkreeg
bijzondere privileges.
Het systeem is eigenlijk failliet, maar we blijven met zân allen toch
vrolijk meedoen. Dat zorgt voor absurde taferelen. Lees ook de column:
Mensen van het laatkapitalisme
Vervolgens lezen we over de 18de- en 19de-eeuwse
âeigendomssamenlevingenâ ofwel burgerlijke samenlevingen waarin
eigendomsrechten losgekoppeld werden van privileges. Het privĂŠ-eigendom
in deze periode kreeg een bijna heilig karakter. De ongelijkheid zou tot
aan de Belle Ăpoque tot ongekende hoogten groeien. Tot op dit punt is
het nog een overwegend Europees narratief. Dat verandert als Piketty
âslavensamenlevingenâ en âkoloniale samenlevingenâ behandelt. Hij laat
hierbij zien wat een bijzonder lange schaduw de koloniale slavernij voor
zich heeft uitgeworpen. De afschaffing van de slavernij betekende geen
einde aan de oude structuren. Britse en Franse slavenhouders werden met
publiek geld gecompenseerd, waardoor de oude bezitsverhoudingen in feite
werden bevroren. Na de afschaffing deden de koloniale machten weinig om
de oude ongelijkheden te bestrijden. Integendeel, de overheden in de
kolonies hadden regressieve belastingsystemen, en besteedden hun geld
hoofdzakelijk aan de luxe levensstijl van de Europese ambtenarij. Ook
India, China, Japan en Iran komen aan bod, en we zien hoe het contact
met het westen de premoderne drieledige structuren veranderde of soms
juist versterkte.
De rijkste tien procent krijgt de helft
In de eerste helft van de twintigste eeuw implodeerden de oude
âeigendomssamenlevingenâ, onder druk van de Grote Depressie, twee
wereldoorlogen, het communisme, de dekolonisatie en de doorbraak van
vakbonden en sociaal-democratie. Overheden voerden hoge belastingen in,
en bouwden de verzorgingsstaat uit. In delen van de wereld ontstonden
âsociaal-democratische samenlevingenâ. Het is duidelijk dat dit relatief
egalitaire regime de sympathie van Piketty heeft. Al ziet hij eveneens
een reeks van tekortkomingen. De sociaal-democraten waren dermate
gericht op nationalisatie, dat zij andere mogelijkheden om het
kapitalisme te beteugelen over het hoofd zagen. In het bijzonder
vergaande medezeggenschap op de werkvloer, vermogensbelasting en
internationale (belasting)coĂśrdinatie. In China, Rusland en Oost-Europa
ontstonden âcommunistische samenlevingenâ, en het jammerlijke falen van
deze experimenten is volgens Piketty een belangrijke reden voor de
huidige apathie in het bestrijden van ongelijkheid. De
postcommunistische transitie bracht zo weer haar eigen problemen met
zich mee. Zo werd Rusland een van de meest ongelijke samenlevingen, met
enorme hoeveelheden kapitaal weggestopt in belastingparadijzen, volgens
eigen berekeningen van Piketty.
In de VS gaat de helft van het nationale inkomen naar de rijkste
tien procent. De armste helft van de bevolking haalt niet meer dan tien
procent binnen
Het brengt ons bij het âmondiale hyperkapitalistische
ongelijkheidsregimeâ van vandaag de dag. Sinds de conservatieve
revolutie onder Reagan en Thatcher in de jaren tachtig is de
progressieve belastingpolitiek afgebouwd. In de decennia daarna is de
ongelijkheid navenant gegroeid. In de VS, zo laat Piketty zien, gaat
bijna de helft van het nationale inkomen naar de rijkste tien procent
van de bevolking. Dit terwijl de armste helft van de bevolking niet meer
dan tien procent binnenhaalt.
Het laatste deel van het boek probeert een antwoord te geven op de vraag
waarom zo weinig is gedaan sinds de jaren tachtig om deze groeiende
ongelijkheid te bestrijden. De sleutel zoekt Piketty in de veranderde
samenstelling van het progressieve electoraat. In de jaren vijftig,
zestig en zeventig bestond het voor een groot deel uit lager opgeleide
arbeiders. Tegenwoordig is de lager opgeleide stem echter steeds vaker
aan de rechterzijde te vinden, omdat de culturele strijdpunten het debat
zijn gaan bepalen. Het progressieve electoraat is daarentegen steeds
meer een electoraat van hoger opgeleiden geworden. Piketty noemt het de
âBrahmin leftâ, naar de intellectuele priesterkaste in India. Het is een
gevatte benaming. De Indiase brahmanenklasse hield er veel gedragscodes
op na om âpuurâ te blijven, waaronder vegetarisch eten. En in de huidige
culture wars wordt hoogopgeleid links vergelijkbaar gedrag aangewreven.
De Brahmin left
Ook de kansenongelijkheid in het onderwijs speelt een belangrijke rol in
de bestendiging van het huidige ongelijkheidsregime. Vandaag de dag is
er niet alleen een economische elite die de dienst uitmaakt, er is
eveneens een invloedrijke progressief-liberale intellectuele/culturele
elite. De huidige politiek is een conflict tussen de âMerchant rightâ
versus de âBrahmin leftâ. Piketty ziet in dit systeem met twee elites
een echo van het oude middeleeuwse systeem, met als belangrijk verschil
dat de zakelijke elite de rol van de krijgers-elite heeft overgenomen.
Doordat de politieke strijd steeds meer een competitie is geworden
tussen de twee elites, zijn grote delen van het electoraat van het
politieke proces vervreemd geraakt. Piketty waarschuwt voor het nieuwe
nationalisme (dat hij ânativismeâ noemt) en stelt dat het ontbreken van
een overtuigende egalitaire politiek tot de huidige impasse heeft geleid.
Als er een centrale boodschap te destilleren valt uit dit boek, is het
wel hoe taai bezitsverhoudingen kunnen zijn, bij gebrek aan corrigerend
overheidsoptreden. Zelfs een politieke revolutie hoeft niet
noodzakelijkerwijs de bestaande eigendomsstructuren aan te tasten. De
Franse Revolutie, zo laat Piketty zien, hield de bestaande ongelijkheid
grotendeels in stand. Hetzelfde geldt voor de afschaffing van de
slavernij, of het einde van Apartheid in Zuid-Afrika. In het laatste
geval is de (inkomens)ongelijkheid sindsdien zelfs nog toegenomen.
Er zijn dan ook radicale maatregelen nodig om het tij te keren. Aan het
einde van het boek ontvouwt Piketty een agenda voor een democratisch
socialisme van de 21ste eeuw. Belastingen spelen daarin een sleutelrol.
Van de jaren dertig tot in de jaren tachtig gold er in de VS en in het
VK een toptarief op inkomens van ergens rond de zeventig of tachtig
procent. Piketty stelt een vergelijkbaar toptarief voor, gericht op de
allerrijksten. En niet alleen op inkomen, maar ook op vermogen. Met deze
nieuwe belastingen zou het mogelijk moeten zijn om klimaatverandering op
een eerlijke manier aan te pakken en daarbij iedere burger een
startkapitaal mee te geven bij het begin van zijn of haar werkende leven.
Rockster
Een belangrijk struikelblok voor progressieve belastingen is echter de
internationale belastingconcurrentie. Piketty ziet dan ook een
belangrijke rol weggelegd voor de Europese Unie in het gelijktrekken van
belastingtarieven. Daarvoor is wel een democratisering van de Brusselse
besluitvorming nodig. Hij stelt voor om een âEuropese AssemblĂŠeâ in te
stellen, die bestaat uit parlementsleden van de verschillende nationale
parlementen, aangevuld met Europese parlementsleden. Beslissingen die nu
in het geheim in de Eurogroep genomen worden, kunnen dan in het openbaar
door de AssemblĂŠe bediscussieerd en besloten worden.
Dit nieuwe boek is minder baanbrekend dan zijn voorganger. Het mist ook
een centrale, prikkelende stelling. Desondanks is het een indrukwekkende
prestatie, die laat zien dat Pikettyâs status als ârockster-econoomâ
meer dan verdiend is.
De Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) schreef eens dat
âde geest van een volk, haar sociale structuurâ is âterug te vinden in
haar belastinggeschiedenis, ontdaan van alle retoriek. Wie weet hoe te
luisteren, kan hier â duidelijker dan waar dan ook â het donderen van de
wereldgeschiedenis horen.â Piketty toont zich een begenadigd luisteraar.
NRC Boeken
More information about the D66
mailing list