[D66] Terugkijken: Tien maanden RIVM crisiscommunicatie (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #479)

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Wed Dec 23 11:07:44 CET 2020


Bron:   NRC Handelsblad
Datum:  22 december 2020
Auteur: Lineke Nieber
URL:    
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/12/22/van-expert-tot-schuldige-het-rivm-corona-en-de-media-a4024968


Van expert tot 'schuldige': tien maanden crisiscommunicatie bij het RIVM
------------------------------------------------------------------------
Tien maanden volgde NRC de woordvoerder van het RIVM. In de loop van de 
lange coronacrisis groeit het wantrouwen en de ergernis. 'Ik zwijg 
helemaal niet. Ik zei alleen: er is nog niets te melden.'

Het is niet zo erg om te zeggen dat we overvallen werden door Covid-19, 
vindt Harald Wychgel, corona-woordvoerder van het RIVM. Dat was namelijk 
ook zo. Maar om dat op iedere site als het nieuws te brengen, dat gaat 
toch wel een beetje ver.

Het is begin juli, lunchtijd op een terras in Zeist. Hoofd 
infectieziektenbestrijding Aura Timen heeft een dag eerder in een 
interview in NRC uitgelegd dat het virus Europa in februari heeft 
overvallen, dat de verspreiding sneller ging dan verwacht. Wychgel 
snuift: 'Nu lees ik overal: het RIVM heeft de situatie onderschat, 
onderschat, onderschat.' Je moet naar het totaalplaatje kijken, vindt 
hij. Zo zei Timen het ook. 'Heel Europa heeft het onderschat.'

Wychgel heeft het er net nog met haar over gehad: of Aura vanavond moet 
ingaan op een uitnodiging van talkshow Op1. Het zou een mooi moment 
kunnen zijn om burgers weer eens op te roepen zich bij de eerste 
signalen te laten testen. Harald pauzeert en steekt zijn mes omhoog. 
'Als je in een talkshow gaat zitten vanuit de gedachte: dan kunnen we 
mooi een statement maken over het belang van testen... Waar denk jij dat 
die talkshow dan over gaat?' Zonder het antwoord af te wachten: 'Dat we 
het onderschat hebben. Barbertje moet hangen. Want dat is basically waar 
het zich nu naartoe beweegt: in het begin ben je de expert, dan ben je 
er voor de inhoudelijke vragen. Nu gaan journalisten ook kijken: hoe 
heeft dit kunnen gebeuren? En wie is de schuldige?'

Het is de vierde keer dat ik Harald Wychgel tref dit jaar. Hij woont in 
Zeist, op dertig minuten fietsen van het RIVM-terrein. Maar sinds het 
begin van de crisis pakt hij de auto naar zijn werk - in de auto kan hij 
alvast beginnen met bellen.


Begin maart

Het plan om de persafdeling van het RIVM te volgen ontstond begin maart. 
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, waar zo'n 1.800 
mensen werken aan de gezondheid van burgers en een veilige leefomgeving, 
had er een turbulent jaar op zitten. Stikstofberekeningen van het RIVM 
en de voorgestelde maatregelen om de uitstoot te beperken stuitten op 
grote weerstand. Boeren begonnen een media-offensief, er werd een eigen 
'kenniscentrum' opgericht. In het najaar stonden boze boeren met 
trekkers aan het hek. Hun boodschap: bij het RIVM wordt gerommeld met 
data, wetenschappers zouden rekening houden met de wensen van de 
politiek. Nog voor die crisis achter de rug was, diende zich in januari 
Covid-19 aan.

Op de persafdeling van het RIVM - zo was de gedachte bij aanvang van dit 
artikel - wordt de druk van de media dit jaar vast flink opgevoerd. Hoe 
houdt het RIVM grip op de beeldvorming? Hoe gaat het om met de 
beschikbare kennis, en met de vragen van journalisten?

En niet onbelangrijk: persvoorlichting en communicatie zijn niet zomaar 
een pootje van het RIVM. Communicatie is een van de pijlers van de 
bestrijding van infectieziekten. Het idee: als burgers weten hoe zij 
zich moeten gedragen, als zij vertrouwen hebben in het advies van het 
RIVM, dan kun je de verspreiding van het virus indammen.

Ik mag op verzoek meekijken achter de schermen bij een technische 
briefing in de Tweede Kamer, bij de 'dagstart' (een dagelijks 
corona-communicatieoverleg) en wanneer Wychgel pers ontvangt, ook bel ik 
zo nu en dan. Harald Wychgel maakt op die momenten meestal ruimhartig 
tijd - zelfs als hij eigenlijk vakantie heeft. En als in de loop van het 
jaar de kritiek aanzwelt dat het RIVM een gesloten bolwerk is, dan 
benoemt hij zijn bereidwilligheid ook: 'Heb jij ooit ervaren dat we 
moeilijk deden?'

Maar zo ruimhartig als Wychgel is met zijn tijd, zo voorzichtig is hij 
als het om informatie gaat. Wychgel improviseert niet, hij waagt zich 
nooit aan voorspellingen. In steeds terugkerende zinnen weerklinkt de 
afgesproken 'woordvoeringslijn'. Wychgel schuift aan bij ieder overleg 
van het Outbreak Management Team (OMT), maar leert daarna de 
publieksverslagen uit zijn hoofd, om er zeker van te zijn dat hij niet 
per ongeluk vertrouwelijke informatie uit het overleg met journalisten 
deelt.


Half april

Bij de ingang van het RIVM-terrein staat een klein glazen hok met een 
slagboom. Er wordt een bos bloemen afgeleverd. Het is de tijd dat er 
geklapt wordt voor de zorg. Eerder werden al chocola en ansichtkaarten 
in Bilthoven bezorgd.

Harald Wychgel maakt een ronde over het terrein. Hij wijst op 
stikstofmeters, op zuurkasten en laboratoria waar onderzoek wordt gedaan 
naar tbc, lassakoorts, en nu ook naar Covid-19. Hij laat het wagenpark 
zien, met mobiele labs die uitrukken bij brand, stankoverlast en 
poederbrieven. Wychgel zucht en drukt een telefoontje weg. 'Mijn eerste 
wandeling in weken.'

Al sinds januari wordt achter de schermen aan de bestrijding van de 
uitbraak gewerkt. Modelleurs rekenen dan al zeven dagen in de week 
maatregelen en scenario's door. Wychgel, 55 jaar en als enige van de 
vier RIVM-persvoorlichters vanaf het begin belast met het Covid-dossier, 
krijgt die maand de eerste verontruste vragen van de pers. Op 22 januari 
maakt een collega de 'Wuhan-groep' aan, een appgroep voor 
RIVM-communicatie over het virus.

Naar buiten toe is de toon steeds koel. Precies zoals de 
communicatie-instructie van het ministerie van Volksgezondheid in die 
dagen luidt: 'Intensiveren zonder alarmeren.' De boodschap is in lijn 
met die van de Wereldgezondheidsorganisatie: 'De ziekte lijkt, met wat 
we nu weten, niet heel besmettelijk', schrijven RIVM-medewerkers van de 
socialemedia-afdeling in antwoord op tweets van bezorgde burgers. 'De 
kans dat de ziekte zich hier in Nederland verspreidt is klein.' En: 'We 
zijn voorbereid.'

Op de persafdeling kan Harald Wychgel de vragenstroom al vanaf half 
februari nog nauwelijks bolwerken. 'Ik liep hier asgrauw rond. Het liep 
helemaal uit de hand.' Twee van zijn communicatiecollega's zien het 
gebeuren en besluiten uit eigen beweging bij te springen. Marlies 
Hilhorst: 'Het was niet grappig meer, het waren zo veel telefoontjes op 
een dag.' Tijdens de Mexicaanse griep, tien jaar geleden, stond Hilhorst 
met Wychgel de pers te woord. 'Ik zag weer precies dezelfde vragen 
langskomen. Alleen: bij de Mexicaanse griep kwam er een moment waarop 
alles meeviel. Dit keer stopte het niet.' Om de telefoontjesstroom in 
hun eigen werkkamer te ontvluchten, betrekken sommige RIVM-onderzoekers 
in die weken een van de verlaten werkkamers elders in het pand.

Behalve de Mexicaanse griep speelde er in 2009 nog iets met grote 
gevolgen voor het communicatiebeleid. In dat jaar liep een grootschalige 
HPV-vaccinatiecampagne onder jonge meisjes mis. Het RIVM dacht dat het 
een vaccin was met een duidelijke gezondheidswinst, een vaccin dat 
zichzelf zou verkopen. Dat slechts de helft van die meisjes kwam opdagen 
voor een prik heeft de wetenschappers destijds volledig verrast. Online 
zat de blinde vlek, het RIVM had tegengeluiden compleet gemist. De 
communicatie sloot niet aan bij de doelgroep van 13- tot 16-jarigen die 
informatie vooral op internet vindt. Dat nooit weer, besloot het 
instituut. Inmiddels beschikt het RIVM over een socialemedia- en 
webcare-afdeling.

Harald Wychgel neemt de trap naar de eerste verdieping, door de klapdeur 
naar het perslokaal. Hij blijft hangen voor een planbord dat overloopt 
van de verzoeken. Nu.nl wil een RIVM-arts spreken voor een podcast, RTL 
wil modelleur Jacco Wallinga in de uitzending, NRC moet worden 
teruggebeld. Marlies Hilhorst grinnikt: 'We zijn vanochtend letterlijk 
door vijf verschillende redacteuren van Nieuwsuur gebeld.' Wychgel 
resoluut: 'Als ik iedereen zijn zin geef zijn Jaap [van Dissel] en Aura 
[Timen] iedere avond op tv. Dat doen we dus niet.' Talkshows zijn laat 
op de avond, legt hij uit, en hier moeten ze goed op hun mensen letten. 
'Heb je minister Bruins zien omvallen?'

Het RIVM gaat bij uitzondering in op tv-uitnodigingen, en alleen als er 
ruim tijd voor sprekers wordt vrijgemaakt. 'In talkshows draait het om 
debat, om polarisatie. Maar voor ons is het geen welles-nietesspelletje. 
Wij zijn er niet voor om mensen tegenover elkaar te zetten.' Wychgel zet 
bij zulke verzoeken het afbreukrisico af tegen mogelijke 
gezondheidswinst. 'Gaan burgers zich door zo'n mediaoptreden beter aan 
de maatregelen houden?'

En hij weet ook: ieder mediaoptreden leidt tot weer nieuwe aanvragen. 
Want journalisten kijken ook goed naar elkaar. Wychgel laat een appje 
zien: 'Hoi Harald, wat een goed interview met Jaap van Dissel in de 
Volkskrant. Onder het mom de aanhouder wint: hij is van harte welkom bij 
de talkshow Beau.'

Maar niet alleen de pers slurpt energie. Ook het Haagse ritme is 
intensief. De communicatie-afdeling moet zich op de wekelijkse 
OMT-bijeenkomsten voorbereiden, medewerkers verspreiden studies, maken 
publieksverslagen en lopen minutieus de presentatiesheets door voor de 
technische briefing in de Tweede Kamer. Marlies Hilhorst merkt dat ze 
wegdrijft van de werkelijkheid: 'Dan keek ik 's avonds thuis een 
persconferentie en dacht ik: 'Gadver, dit gaat allemaal nog heel lang 
duren.' Terwijl: dat wist ik allemaal al!'


Mei

Harald Wychgel steekt zijn handen onder de desinfectie-unit en gebruikt 
zijn elleboog om de draaideur in het Kamergebouw een zet te geven. 
RIVM-directeur infectieziektebestrijding Jaap van Dissel zit er al - hij 
praat wekelijks de Tweede Kamer bij. Wychgel praat zachtjes. Hij wil Van 
Dissel 'niet uit zijn focus halen'.

Gisteravond kondigde Mark Rutte aan dat mondkapjes in het openbaar 
vervoer verplicht worden. Het is een van de eerste kabinetsmaatregelen 
die afwijkt van het OMT-advies. Wychgel moet nu de discrepantie tussen 
het advies en het beleid uitleggen: 'Wat je nu krijgt: mensen gaan ons 
vragen stellen over die mondkapjes. Jullie zeiden toch dat ze niet 
nuttig waren? Hoe kan dit nou?' Het antwoord is trouwens simpel, vindt 
hij. 'Het OMT heeft hiervoor ruimte gelaten. Als de omstandigheden zo 
zijn dat je geen afstand kunt houden, kan een mondkapje misschien wel 
nuttig zijn.'

Na afloop van de briefing laat Wychgel aan Van Dissel een YouTubefilmpje 
zien, waar hij eerder hardop om moest lachen. Een vrouw knipt razendsnel 
een mondkapje uit een sok. 'Ongelooflijk', mompelt Van Dissel. Wychgel: 
'De vraag is natuurlijk: hoe effectief is zoiets?'

Een verdieping lager heeft de pers zich al verzameld voor Van Dissel. 
Het is inmiddels gewoonte dat hij hier wekelijks vragen beantwoordt van 
de parlementaire pers. Het RIVM wil de scheidslijn tussen het 
wetenschappelijk advies en het (soms omstreden) kabinetsbeleid bewaren. 
Waarom staat het RIVM dan juist in het Tweede Kamergebouw zo uitgebreid 
journalisten te woord? Van Dissel noemt het een vorm van 
'dienstverlening' - de journalisten zijn er toch voor het aansluitende 
debat, 'dan zitten ze hier niet de hele dag voor niks'. Wychgel bekijkt 
het net zo praktisch: 'Hier kun je een heleboel vragen in een keer doen, 
vragen waar je anders een hele dag mee bezig bent.' Ieder medium krijgt 
twee vragen. 'Hier heb je meer regie.'

Een journalist van talkshow Beau zaagt Van Dissel door over triage bij 
kappers - hij betwijfelt of mensen bij het maken van een afspraak wel 
eerlijk over hun gezondheid zullen zijn. De journalist: 'U gaat wel heel 
erg van vertrouwen uit.' Van Dissel na afloop tegen Wychgel: 'Zo'n vraag 
over kappers, daar zakt mijn broek echt van af. We willen dit toch 
oplossen? Ja, je kunt ook iedereen opsluiten.' Van Dissel merkt dat 
journalisten zoeken naar 'de grens tussen beleid en advies'. 'Dat snap 
ik best, dan kun je stoken.' Zelf vindt hij dat de journalistiek in 
tijden van crisis wel wat minder 'oordelend' zou mogen zijn. 'Eerst was 
het: waarom komt er geen lockdown? Nu blijken we zo ongeveer het eerste 
Europese land waar het reproductiegetal onder de een is gezakt en dan is 
het weer niet goed. Nu willen ze weten waarom de maatregelen niet veel 
eerder versoepeld zijn. We hebben het hier over iets unieks. Iets als 
Covid, dat is nog nooit gebeurd. Wij gaan hier toch niet zitten 
verzinnen hoe we mensen kunnen dwarszitten? Kan het wat 
oplossingsgerichter allemaal?'


Juni

In de weken die volgen, merkt Wychgel, worden de persvragen complexer. 
En het vizier richt zich nu ook op de rol van het instituut zelf. 
Journalisten willen steeds preciezer weten op welke afweging een advies 
is gebaseerd, en wat de onderliggende berekeningen zijn. Sommigen sturen 
vervolgvraag op vervolgvraag. Of ze komen zelf met rapporten: waarom 
gebruikte het RIVM deze studie niet?

Wychgel, die de woordvoering in het Covid-dossier vanaf de zomer met 
slechts een andere collega doet, heeft voor de antwoorden vaak 
RIVM-deskundigen nodig. En die wetenschappers komen al om in het werk. 
Daarbij wordt duidelijker dat lang niet alle antwoorden, afwegingen of 
gewogen studies centraal op papier staan, zegt Wychgel - ze zijn terug 
te vinden in de vertrouwelijke notulen van een OMT-overleg of ze moeten 
gereconstrueerd worden met hulp van de betrokken deskundigen. Wychgel: 
'We zouden zelf ook veel hebben aan een goed gedocumenteerde tijdlijn, 
als houvast bij de woordvoering.'

In juni meldt Wychgel monter dat hij er dit jaar al ruim 1.700 
arbeidsuren op heeft zitten. 'De nieuwsmachine ratelt door.' Maar in 
plaats van op te schalen kiest het RIVM ervoor te selecteren. We kunnen, 
zegt Wychgel die zomermaand, onmogelijk nog alles voor iedereen uit de 
kast trekken. 'Soms moeten we keuzes maken.'

Het RIVM is een andere routine gewend, zal hij later uitleggen. In 
gewone tijden rondt het RIVM eerst een onderzoek af, om dan pas met het 
rapport en een persbericht naar buiten te treden. De betrokken 
onderzoekers maken hun agenda leeg, soms worden ze voor de media 
getraind. Het instituut is gewend zelf de touwtjes in handen te houden.

Journalisten merken deze weken dat antwoorden langer op zich laten 
wachten. Of helemaal niet komen. Is er een capaciteitsprobleem, vragen 
sommigen zich af. In een debat over 'onderzoeksjournalistiek in 
coronatijd' noemt Volkskrant-journalist Maarten Keulemans het RIVM later 
dat jaar 'een moloch', die alleen naar buiten treedt als er wat te 
melden is. 'Gooi de tent eens open.'


Juni, juli

Op 20 juni publiceert NRC een grote reconstructie van de eerste maanden 
van de crisis: 'Hoe Nederland de controle verloor'. Tientallen bronnen 
en organisaties werken mee aan het verhaal, waaronder het ministerie van 
VWS. Maar bij het RIVM blijft een antwoord op vragen uit. De enige 
reactie in de tien pagina's lange reconstructie: 'Door aanhoudende 
drukte is voor een goede, complete beantwoording op korte termijn geen 
tijd.' En ook: 'Het RIVM werkt aan een eigen reconstructie.'

Terugkijkend op de NRC-reconstructie zegt Wychgel een paar weken later: 
'Geen enkele vraag beantwoorden was niet handig.' Ook als je niets zegt, 
zeg je iets. Maar het RIVM trekt op het Covid-dossier nu eenmaal een 
harde lijn. 'Reconstructievragen doen we niet.' Dat is, zegt Wychgel, 
'instituutsbeleid'.

Het gaat om een ruime categorie vragen over de werkwijze van het RIVM: 
wanneer welke feiten intern bekend waren, hoe het RIVM op beslissingen 
en formuleringen terugkijkt, hoe een advies precies tot stand is 
gekomen. 'Die vragen kosten te veel tijd', vindt het instituut. 'En die 
tijd is er nu niet. De mensen die zulke inhoudelijke vragen moeten 
beantwoorden zijn bezig met infectieziektenbestrijding. Dat geven we 
prioriteit.' Dat er voor de NOS wel wekelijks tijd is - zij publiceren 
in de eerste maanden iedere vrijdag een interview - is omdat dat zo'n 
gesprek van een hele andere orde is: 'Dat kost een half uurtje.'

Behalve tijdsdruk spelen inhoudelijke overwegingen mee. Het RIVM is van 
opvatting dat je alleen achteraf goed en zinnig kunt reflecteren. Zoals 
je een wetenschappelijke studie ook eerst volledig afrondt. 
'Reconstrueren doe je als iets klaar is. Voor ons is de pandemie nog 
niet voorbij. Wij zitten er nog middenin', zegt Wychgel keer op keer. 
'Lessen moet je leren uit het geheel. Je moet naar het totaalpakket 
kijken.'

Maar is achteraf terugkijken niet veel te laat? Een instituut met zo'n 
belangrijke rol moet daarover toch verantwoording afleggen? 'Wij vallen 
onder ministeriele verantwoordelijkheid. Wij leggen in de eerste plaats 
verantwoording af aan de Kamer, en niet aan NRC', zegt Wychgel daarover. 
'Als het antwoord op een vraag er is, dan geven we dat natuurlijk. Maar 
dat de krant nu een reconstructie wil, betekent niet dat wij meedansen.'

En de eigen reconstructie waar het RIVM aan werkt? Die komt er voorlopig 
niet, zegt Wychgel nu. In plaats daarvan heeft het RIVM de 
Reputatiegroep ingehuurd, een communicatiebureau dat advies geeft bij 
crises. 'Zij kijken met ons naar de manier waarop wij als RIVM in de 
media zijn.'


Begin september

Het is uitgestorven op het RIVM-terrein. De drukte concentreert zich 
rond het perslokaal. Marieke Timmer schuift aan, zij werkt al jaren als 
crisiscommunicatiedeskundige voor het RIVM, en is vanaf volgende maand 
afdelingshoofd 'publicaties en nieuws', waaronder ook de 
persvoorlichting valt. Timmer formuleert bedachtzaam, niet in de laatste 
plaats omdat alles onder het vergrootglas ligt. 'Alle stenen worden zes 
keer omgedraaid.'

Uit de eerste sessies met de Reputatiegroep zijn een aantal inzichten 
naar voren gekomen. 'Achteraf zeggen we: we hadden eerder moeten 
opschalen. We deden de communicatie met een vrij klein team', zegt 
Timmer. Al waarschuwt ze ook voor 'het gemak' van lessen achteraf. 'Er 
zijn in het verleden ook uitbraakjes geweest, die waren binnen een week 
klaar. Dit is gewoon een hele bijzondere situatie.'

Het RIVM is begonnen met het werven van twee extra fulltime 
persvoorlichters voor de Covid-woordvoering - vanaf november zijn ze met 
vier. Wychgel: 'Ervaring met crises die zo intens zijn en zo veel tijd 
kosten hebben we echt wel. We hadden alleen niet verwacht dat het zo 
lang zou gaan duren.'

Er is ook discussie over hun rol op sociale media - bepaalde tweets ('De 
kans dat de ziekte zich hier in Nederland verspreidt is klein') maken 
veel negatieve reacties los. Ze vragen zich intern af: moet het RIVM wel 
op iedere publieksvraag reageren?

Sommige websites publiceren een bloemlezing om te bewijzen hoe vaak het 
RIVM er de afgelopen maanden naast heeft gezeten. Misschien, denken ze, 
zit er een gat tussen de publieke en de wetenschappelijke benadering. 
Wychgel: 'Die tweets, dat was de kennis die op dat moment voorhanden 
was.' Timmer: 'Dat wetenschappelijke inzichten veranderen is in onze 
wereld heel vanzelfsprekend.'

Timmer ziet ook dat burgers redeneren vanuit 'individueel risico', 
terwijl het RIVM kijkt naar de volksgezondheid in het algemeen. Dat 
roept vragen op en soms wantrouwen. 'Als Griekenland code oranje krijgt 
spelen daarin allerlei factoren een rol: hoe groot is de kans dat 
besmettingen naar Nederland komen bijvoorbeeld? Terwijl burgers vanuit 
zichzelf redeneren. Die zeggen: wij zitten in Griekenland, en er is hier 
helemaal niets aan de hand.'


19 september

Nieuwsuur besteedt uitgebreid aandacht aan de richtlijnen voor 
mondkapjes in verpleeghuizen. Het RIVM adviseerde personeel bij kort 
contact met coronapatienten geen beschermingsmiddelen te dragen. 
Nieuwsuur onthult dat het advies, tegen eerdere beweringen in, niet 
alleen 'op medische inzichten' is gebaseerd, maar mede is ingegeven door 
de schaarste aan mondkapjes.

Het tv-programma laat bovendien zien dat het RIVM dat advies in augustus 
op de website heeft aangepast, zonder daar ruchtbaarheid aan te geven. 
Het is voor medewerkers in verpleeghuizen nu wel noodzakelijk om een 
mondkapje te dragen bij kort contact. Beroepsverenigingen en 
brancheorganisaties maken zich kwaad in de uitzending: zorgmedewerkers 
liepen risico.

Nieuwsuur zet ook de uitgebreide mailwisseling met de woordvoerders van 
het RIVM online. Na weken heen en weer mailen schrijft een 
RIVM-woordvoerder op 8 september dat het advies 'was gebaseerd op het 
zeer kleine risico om bij een vluchtig contact besmet te raken 
gecombineerd met de schaarste aan beschermingsmiddelen.'

De Tweede Kamer reageert ontzet: de onafhankelijkheid van het RIVM staat 
onder druk. Premier Rutte laat vervolgens voor draaiende camera's weten 
dat hij navraag heeft gedaan. Hij zegt dat het geschetste beeld niet 
klopt. Het RIVM heeft advies gegeven vanuit 'medisch perspectief', maar 
omdat er een tekort aan mondkapjes was, was het vervolgens 'fijn' dat 
het zorgpersoneel dat advies ook opvolgde.

Hoewel het RIVM aanvankelijk tegen andere media bevestigt dat schaarste 
een rol speelde in het advies, sluit het zich vervolgens bij Ruttes 
lezing aan.


Oktober, herfstvakantie

Het dak van Wychgels huis lekt. Nu wacht hij thuis op de 
verzekeringsmaatschappij, vertelt hij aan de telefoon. Eigenlijk heeft 
hij deze week herfstvakantie, maar daarvan is nog weinig terechtgekomen. 
Collega Coen Berends is nog altijd de enige andere Covid-woordvoerder - 
twee nieuwe collega's beginnen pas volgende maand. 'Coen kan het in zijn 
eentje niet bolwerken. Het is nog drukker dan normaal.' Er is niet een 
thema dat eruit springt, er zijn vragen over 'stijgende 
besmettingscijfers, commerciele teststraten en aangescherpte adviezen', 
en ook televisieprogramma Medialogica kwam langs.

Naar de Nieuwsuur-uitzending hebben Wychgel en zijn collega's 'met enige 
verbazing' gekeken. 'Schaarste heeft geen rol gespeeld', zegt hij aan de 
telefoon. Maar waarom stond dat dan wel in zijn antwoord? Wychgel houdt 
het op een communicatiefout. 'Heb je de mailwisseling gezien? Ik krijg 
vraag op vraag. Er werd zo gefocust. Achteraf gezien hadden we het 
anders moeten formuleren. Schaarste speelde geen rol bij de 
risicobeoordeling, wel bij de praktische uitvoering van het advies. We 
hadden op dat punt nog scherper naar onze antwoorden moeten kijken', 
zegt hij. Hij vervolgt: 'Hoe komen die antwoorden tot stand? Ik leg 
specialisten intern vragen voor, die komen met antwoorden en ik maak 
daar dan een reactie van. Ik denk dat dit in de drukte is gebeurd.' Zijn 
enige collega-woordvoerder was op vakantie. 'Eigenlijk moet je met z'n 
tweeen naar zulke antwoorden kijken.'

Wat onverlet laat, zegt Wychgel, dat het 'onhandig was van ons' om de 
aanpassing van de richtlijn niet op de RIVM-site te melden. 'Ik denk dat 
iemand dat vergeten is. We zijn niet gewend dat onze richtlijnen worden 
uitgespeld. Dat is een les voor ons. Dat we iedere aanpassing nog 
zorgvuldiger doen.'

Misschien, denkt Harald hardop, moeten we zulke vragen helemaal niet 
meer beantwoorden. De gevolgen maken je kwetsbaar, vindt hij. Niet 
antwoorden trouwens ook. Wychgel: 'Overal wordt wat achter gezocht. Toen 
we nog dagelijks besmettingen meldden, werd ons bangmakerij verweten. Nu 
we het wekelijks doen, schoffelen we de cijfers onder het tapijt.' Even 
later: 'Wat is genoeg om transparant te heten?'


3 december

'Het RIVM zwijgt over vaccinatieprogramma.' Harald Wychgel wipt op van 
zijn stoel in de RIVM-kantine. Die kop stond gisteren boven een 
ANP-bericht. 'Ik zwijg helemaal niet. Ik zei alleen: er is nog niks te 
melden.'

Het ging, daar komt het in feite op neer, gisteren weer eens razendsnel. 
Het AD had een interview met de voorzitter van vakbond CNV in de krant 
afgedrukt. De strekking: Nederland is logistiek niet goed voorbereid op 
grootschalige vaccinatie. De voorzitter pleitte voor een 'militair 
uitvoeringsplan' zoals Duitsland aan het opzetten is.

Toen het ANP het RIVM om een reactie vroeg, hield Wychgel het zakelijk. 
'Er is nog niks te melden, we zitten nog midden in de voorbereidingen', 
zei hij. En na dat ANP-bericht, zegt Wychgel, 'ontplofte het' in de 
media. En nu zitten zij hier met de 'vervelende beeldvorming' dat het 
RIVM achter de feiten aanloopt.

Woordvoerder Coen Berends, die ook is aangeschoven: 'Als ik even mag 
chargeren: de indruk wordt gewekt dat wij een stelletje ambtenaren zijn 
die heel traag werken. Dat we er straks helemaal niet klaar voor zijn.' 
Wychgel: 'Dat is gewoon niet waar, natuurlijk.'

Ze hebben in hoog tempo een bijpraatsessie georganiseerd. Over een uur 
komen cameraploegen van Nieuwsuur, RTL en de NOS naar het RIVM-terrein. 
Schrijvende journalisten bellen in. Jaap van Delden, programmadirecteur 
van het Covid-vaccinatieprogramma, zal de toegestroomde pers te woord 
staan. Er zijn namelijk al vriezers besteld, naalden gekocht, en er ligt 
een draaiboek dat dagelijks met nieuwe informatie wordt gevoed.

Wychgel: 'We moeten mensen meenemen in het proces.'

Berends: 'Wij zitten eigenlijk niet meer in de talkshows. En op het 
moment dat wij onze mond houden, gaat iedereen op zoek naar andere 
deskundigen die wel iets zeggen. Dat is wat hier is gebeurd.'

Wychgel: 'We zijn nog niet zover dat we kunnen zeggen: zo gaan we de 
vaccinatie doen. Maar omdat de media een podium bieden aan mensen die 
wel van alles willen zeggen, krijg je deze dynamiek. Daarom gaan we 
vanmiddag toch iets zeggen.'

Hans Brug, directeur van het RIVM, stuurde gisteren nog een lange mail 
om iedere RIVM-medewerker van de 'absolute prioriteit' van een geslaagde 
vaccinatiecampagne te doordringen. Zijn boodschap: laat hiervoor alles 
uit je handen vallen. 'Allereerst voor de gezondheid', schreef hij, 
'voor de samenleving', en ja, 'voor de reputatie van het RIVM is het ook 
niet onbelangrijk dat we de vaccinatie goed helpen organiseren'.

--------
(c) 2020 Mediahuis


More information about the D66 mailing list